Wilhelmina

Tjotter "Wilhelmina", gebouwd door E.H. van der Zee te Joure in1883. Opdrachtgever: Provinciale Waterstaat van Friesland. (zie: J. Vermeer, Tjotters en boatsjes, p.143 - 144). De tjotter is in 1952 aan het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen geschonken.
Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Tjotters en Boatsjes":
Deze als bedrijfsvaartuig gebouwde tjotter heeft inderdaad de afmetingen en verhoudingen van de andere fjouwerachten van Van der Zee. De bouwwijze is echter iets eenvoudiger: De bodem ter plaatse van het grootspant is V-vormig in plaats van accolade-wormig zoals bij de latere pleziervaartuigen en de huid is niet rond bijgewerkt. Verder ontbreekt alle versiering. Het huidige zeiloppervlak is 19,4 m2; uit het archief van de zeilmaker Molenaar in Grouw blijkt, dat indertijd een grootzeil van ongeveer 14m2 en een fok van 9m2 voor deze boot is geleverd.


Eigenschappen
Plaquette nummer: | 9281 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | M | Tekening nummer: | |
Type: | Tjotter |
Bouw
Bouwjaar: | 1883 | Ontwerper: | E. Holtrop van der Zee |
---|---|---|---|
Werf: | E. Holtrop van der Zee | Werf plaats: | Joure |
Motor: | Motor type: | ||
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | |
Materiaal zeil: | Dacron | ||
Onderwaterschip: | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 4,84 m | Breedte berghout: | 2,50 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,00 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1883 – 1951 | Provinciale Waterstaat Friesland ( Wilhelmina) |
---|---|
1951 – 1952 | F.G. Spits, Amsterdam / Paterswolde ( Wilhelmina) |
1952 – Nu (laatst bekend) | Zuiderzeemuseum, Enkhuizen ( Wilhelmina) |
Geschiedenis
1997
1997
1997: De 'Wilhelmina' in het boek "Tjotters en Boatsjes" van Dr. Ir. J. Vermeer
Werfboek III vermeldt de levering aan de Provinciale Waterstaat van Friesland van een boot met een lengte van 4,80 meter voor de prijs van f 600,- . Meer afmetingen staan niet opgetekend.
In mei 1952 schrijft de heer F.G. Spits aan de secretaris van de kort tevoren door het bestuur van het Fries Scheepvaart Museum ingestelde Commissie Friese Ronde Jachten, dat hij sinds zomer 1951 eigenaar is ... van de tjotter "Wilhelmina", daarvoor eigendom van de Provinciale Waterstaat in Friesland. Deze heeft de tjotter ongeveer 70 jaar in gebruik gehad als betonningsvaartuig voor de Friesche meren. Het is een bijzonder mooi model, breed 2,5 Meter en lang 5 Meter, met brede sierlijke lijnen en zowel voor als achter even invallende boegen. Hij is zeer waarschijnlijk gebouwd bij Van der Zee in Joure.
Zo blijkt deze tjotter dus bijna 70 jaar ononderbroken bij de provincie Friesland in gebruik te zijn gebleven. Bij de aankoop was de onderhoudstoestand zeer slecht; het vlak was in 't stort gezet en op veel plaatsen was de huid met koperplaat beslagen. Restauratie was iets, waar de nieuwe eigenaar, zeker in die dagen, nog niet aan dacht. Toen hij dan ook in 1952 het in redelijk goede staat verkerende Friese jacht "Roeland" kon kopen, schonk hij de oude betonningstjotter aan het Zuiderzeemuseum, waar zij heden in de schepenhal van het binnenmuseum nog te zien is. Bij het opmeten van de afmetingen konden wij vaststellen, dat de afsluiting van het achterhuisje, met de ingesneden naam 'Wilhelmina", nog uit de bouwtijd stamt. De boot kreeg dus bij de doop de naam van de toen nog slechts driejarige latere koningin.
De laatste keer dat deze tjotter onder zeil voer was tijdens de eerste reünie van ronde jachten in Grou op 4 en 5 juli 1953.

Technische gegevens
Hoofdafmetingen
- Lengte over de stevens _- 4,84 m
- Grootste breedte buitenkant huid 2,50 m
- Holte op het grootspant 0,99 m
- Zeiloppervlak: Grootzeil + fok 19,4 m2,
- vroeger ca. 23 m2.
Bijzonderheden
- geen kielbalk V-vormig grootspant
- hoekige kim tussen 3e en 4e gang van boven
- vlaktilling 8°
- voor- en achterschip heel licht gepiekt
- bolle konen
- kielgang + 7 huidgangen
- laag voordek van losse delen


2003
september 2003
september 2003: Het Peperhuis nr. 3 - F.G. Spits over de 'Wilhelmina': Opmerkelijke Vriend (door Elisabeth Spits)

In de Schepenhal ligt de tjotter 'Wilhelmina', in 1883 in opdracht van de Provinciale Waterstaat van Friesland voor 600 gulden gebouwd bij de beroemde werf van Eeltje Holtrop van der Zee in Joure. Het is gebouwd als bedrijfsvaartuig en onderscheidt zich van de andere tjotters van Van der Zee die als jacht werden gebouwd: vergulde versieringen ontbreken. Ook de bouwwijze is eenvoudiger. Maar de 'Wilhelmina' heeft wel de karakteristieke, elegante lijnen waar Van der Zee beroemd mee is geworden. In 1952 schonk de heer F.G. Spits het schip aan het museum. Hij vertelt.

"Wij hadden een heel klein tjottertje, een boatsje, in eigendom. Hierdoor waren wij al een beetje ronde- en platbodemgek geworden. De 'Wilhelmina' zag ik in 1951 voor het eerst liggen bij de firma P. de Rook, vishandel en rokerij te Lemmer. Een prachtige fjouwerachttjotter, dat wil zeggen, het was eigenlijk een wrak, maar met een prachtige lijn. De tjotter was door mijn schoonvader T. de Rook gekocht van de Provinciale Waterstaat in Friesland en 70 jaar lang gebruikt voor de betonning van het Snekermeer. Ik was weg van dat schip, maar schoonvader wilde hem eigenlijk niet aan mij verkopen, want dan kon hij er niets op verdienen. Tenslotte capituleerde hij toch en heb ik dat schip gekocht voor 500 gulden. Bovendien bestelde hij voor ons een nieuw tuig bij de Lemster zeilmaker Marten Folkertsz de Vries. Het schip was in zeer slechte staat van onderhoud en in die tijd waren er eigenlijk geen mensen die dit nog konden restaureren. In Lemmer zat een sloepenbouwer en hij zou onze tjotter opknappen. Hij heeft er de hele winter gelegen, maar de man heeft er nooit een hand naar uitgestoken. Dus in het voorjaar zaten wij met een zeer slecht onderhouden schip. Je kon bijvoorbeeld zo een spant pakken en het bij wijze van spreken overboord smijten. De 'Wilhemina' is eerst op de Lemmerboot naar Amsterdam vervoerd en toen zijn wij via de Vecht naar de Koninklijke Watersport Vereniging in Loosdrecht gevaren. Daar keurde men zo'n verwaarloosde tjotter geen blik waardig. Met uitzondering van de havenmeester, want dat was een Fries en die had wel aardigheid in die tjotter. Bovendien voeren wij wel eens met een Friese vlag en dat vond hij dan helemaal schitterend. Wij waren gek met dat schip, maar er was toen eigenlijk geen knowhow om zo'n schip te restaureren: Dat is pas later opgekomen. Toen ik in Loosdrecht een heel mooi Fries jacht - de 'Roeland' - kon kopen, wilde ik niet dat de 'Wilhelmina' in verkeerde handen kwam en verpest zou worden. Ik benaderde het Zuiderzeemuseum, maar daar hadden ze al een tjotter. Ze wilden het schip alleen aanvaarden als het gerestaureerd kon worden. Om dat te bekijken, kwam scheepsbouwer en restaurator De Jong naar Loosdrecht. En zo werd de 'Wilhelmina' eigendom van het Zuiderzeemuseum en is dit prachtige en unieke schip behouden. Van die restauratie is nooit wat gekomen. Geen idee waarom niet, maar het spijt mij wel heel erg. Vergeleken met de andere schepen in de schepenhal ligt de 'Wilhelmina' er maar wat troosteloos bij. Heel jammer, hoor."

Reactie museum
Bij een grote beurt van de Wilhelmina zou er genoeg te doen zijn. Zo zijn er onder meer scheuren en gaten in het hout van de achtersteven bij het roer. Dringend is dat echter niet, want het schip ligt niet in het water en er wordt regelmatig gecontroleerd op ongedierte. In 1993 is het schip behandeld na aantasting door oppervlakteschimmels. Maar zoals het spreekwoord zegt: praatjes vullen geen gaatjes.
Het Peperhuis nr. 3 - Wilhelmina Spits ZZM (collectie Pier Piersma)