"Lichtstraal'' een Zeeuwse klipper met een rijke geschiedenis - Everard Peter van Emmerik
"Wat het tij ook doet, houdt goede moed"

Everard Peter (Harry) van Emmerik (1938) zeilde van 1952 tot en met 1961 als zeeverkenner, stuurman en schipper op het klipperjacht Lichtstraal. In die tijd doorliep hij de Zeevaartschool van het Zeemanshuis Een bijzondere tijd, een groot voorrecht, vandaar dit boek (324 pagina's).
Woord vooraf
Wie over de Durgerdammerdijk loopt, de jachthaven van zeilvereniging Het Y nadert, ziet terstond twee masten met stengen, ze zijn van de Zeeuwse klipper Lichtstraal, een platbodem uit 1892 met een rijke geschiedenis. Tot 1915 voer zij als beurtvaarder, van 1916 tot 1935 als schip voor padvinders, leerlingen van de Nederlandse Zeevaartscholen en andere groepen, daarna van 1935 tot ca 1980 als schip voor zeeverkenners en verhuurgezelschappen. In 1971 ging de Lichtstraal over in particuliere handen. Veel zeeverkenners en jongeren hebben met het schip avonturen beleefd.
Dit boek hoopt daar een herinnering aan te zijn.


Inhoud
1 MARIA en LICHTSTRAAL
1 1 Beurtschip Maria 1892-1915
1 2 De Lichtstraal en overdracht in 1916
1 3 Tekening van de Lichtstraal in 1916
1 4 Zeileigenschappen
1 5 Zwaard en zwaardlieren
1 6 Grondtakel en stuurinrichting
2 ZUIDERZEE
2 1 Het scheepsjournaal van 1916
2 2 Eerste zeiltocht op 3 september 1916
2 3 Verslag van den driedaagsche zeiltocht van 30 mei tot en met 1 juni 1917
2 4 Zeiltocht op zaterdag 16 en zondag 17 juni 1917
2 5 Twee zeiltochten met Z K H Prins Hendrik
2 6 Zeiltocht van 21 - 22 Juni [1919] onder leiding van Hopman Vrij
2 7 Overige foto's uit het scheepsjournaal 1916
2 8 Foto's uit de periode 1916 - 1925
2 9 Waterkampen van 1915 tot ca 1935
2 10 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart
2 11 Weelde Artikel 1920
2 12 Verbouwingen ca 1926, 1946 en 1947
3 VAN ZOUT NAAR ZOET in 1932
4 ZEEVERKENNERS GROEP III
4 1 Overdracht van de Lichtstraal aan Groep III en het zomerkamp van 1935
4 2 Sea Scout Day, Jamboree 1937
4 3 Zomerkampen 1937 - 1939
5 TWEEDE WERELDOORLOG (1940-1945)
5 1 De Lichtstraal duikt onder
5 2 Marine Jeugdstorm
5 3 Aan hen die vielen
6 ZEEVERKENNERS 162
6 1 Stuurman G J B Sandhaus (1902-1995)
6 2 Wat leerden de zeeverkenners?
6 3 Zeeverkenners en hun schip
7 GROEP III en VERHUUR (1946-1954)
7 1 Winston Churchill 1946
7 2 Vaarklaar 1946
7 3 Junkers motor 1947
7 4 Studentencollege Spectrum
7 5 Harlingen - Terschelling race 1950
7 6 Pinksterkamp 1953
8 GROEP III en VERHUUR (1955-1967)
8 1 Zomerkamp naar Zeeland 1956
8 2 Leander (Kingston) Sea Scouts 1956
8 3 Bedrijfsschool Daalderop Tiel 1956
8 4 Op de helling in 1956-1957 en 1960 - 1961
8 5 Zomerkampen van 1957 t/m 1963 en daarna
8 6 Maarten Groep, Duitse Wadden 1957
8 7 Stranding op het Enkhuizerzand 1959
8 8 Aanvaring met de tjalk Eigen Bodem 1959
8 9 Families Strik en De Boer 1959
8 10 De Lichtstraal onder zeil 1960
8 11 Nieuwe Stork-Ganz motor 1962
8 12 Amstelsluizen 1963
8 13 Stork bedrijfsschool Wilhelmina 1960-1967
8 14 Neptunus
8 15 Ouderdag
9 SCHILDERIJEN, TEKENINGEN en een FOTO
10 GROEP III FUSEERT
10 1 De Lichtstraal wordt privébezit 1971
10 2 De Lichtstraal bestaat 100 jaar 1992
10 3 De Lichtstraal weer onder zeil 2017
10 4 Nieuwe eigenaren 2020
11 SLOTWOORD
APPENDICES
I Werf en bouwjaar van de Lichtstraal
II Stichting Lichtboei
III Eigenaren, ligplaatsen, schippers en stuurlieden van de Maria en Lichtstraal, voor zover bekend

1.2 De Lichtstraal en de overdracht in 1916
Wellicht beïnvloed door de ideeën van de grondlegger van de padvinderij, Lord Baden Powell (1857-1941), is het de heer ir Gérard Louis Tegelberg (1876-1949) geweest, die het zeilen op de Lichtstraal voor padvinders en jongeren mogelijk heeft gemaakt. Zijn vader Petrus Emelius Tegelberg (1838-1917) was directeur van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM),p hij was derhalve van huis uit bekend met de zeevaart. Met zijn botterjacht 'Brandaris' was hij lid van de Koninklijke Nederlandse Zeil en Roei Vereniging (KNZ&RV), waarvan het clubgebouw, sociëteit en haven zich aan de Westerdoksdijk aan het IJ bevonden in Amsterdam.
De heer Tegelberg zal zich aangetrokken hebben gevoeld tot de opvoedkundige aspecten van de padvinderij en het leven aan boord de ontwikkeling van gemeenschapszin, solidariteit, samenwerking, verantwoordelijkheid dragen, en het opwekken van belangstelling voor het beroep van zeeman Als voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de Nederlandse Padvinders Vereniging vond hij dat padvinders zouden moeten kunnen beschikken over een eigen zeilschip. Plannen die hij zeker besproken zal hebben met zijn vrienden van de KNZ&RV en leden van het bestuur van de Amsterdamse padvinderij Een Zeeuwse klipper zou hem het beste geleken hebben. Hij vond onderstaande advertentie in de Middelburgsche Courant van 22 april 1915 afkomstig van beurtschipper K.H. Wieland, waarin een snelvarend klipperaakje van 85 ton te koop werd aangeboden.

Het kan haast niet anders of de heer Tegelberg, waarschijnlijk vergezeld door de jeugdige Ernst Crone (1891-1975), zal per spoor of automobiel naar Rotterdam of Dordrecht zijn afgereisd om het klipperaakje te bekijken, zij zullen het een uitstekend schip hebben gevonden. De naam van het klipperaakje was Maria. Hij zamelde geld in en kocht het schip voor f 4000,- Uit het overzicht van de ontvangsten en uitgaven (p.25) blijkt dat er vele gulle gevers zijn geweest, die hebben bijgedragen aan de aankoop en verbouwing van de Maria tot het padvinderschip de Lichtstraal, waaronder stoomvaartmaatschappijen, een kolenhandel en ZKH Prins Hendrik, die f 1000,- schonk. De heer Tegelberg verkocht zijn jacht de Brandaris en schonk de hele opbrengst van f 4500,- aan het project. Zijn vader gaf f 1000,-. In totaal f 14 672,98. Na de koop heeft de heer Tegelberg zijn ideeën met de Amsterdamse scheepsbouwkundige de heer D. Schouten besproken en hem verzocht een nieuw tuig- en dekplan te ontwerpen, alsmede het interieur. De heer Tegelberg heeft daarbij medewerking gekregen van de heer P. Tjebbes (1882-9), directeur van de Zeevaartschool van het Zeemanshuis. Het resultaat is te zien op p.30 Vermoedelijk hebben schipper Nolles en zijn knecht, bootsman Klaas, de Maria over de Zuiderzee naar Stavoren gezeild, om via de Fluessen en het Heegermeer aan de werf van de Gebroeders Berend en Michiel de Jong te Heeg af te meren. Op de helling werd de Maria geïnspecteerd, daarna verbouwd zoals de heer D Schouten had aangegeven De verbouwing stond onder toezicht van schipper Nolles.
Naar de wens van de heer Tegelberg werd de Maria omgedoopt tot Lichtstraal, naar de legendarische snel zeilende klipper van 1500 ton uit 1864, vergaan in Straat Soenda in 1886. Haar nieuwe naam prijkte met gouden letters op drie houten naamborden, een op het hek en twee aan beide zij den van de broodkist. Met enige vertraging was aan het einde van de zomer 1916 de verbouwing voltooid, het klipperaakje was een klipperjacht geworden, een ware metamorfose! Wit met een donker berghout, zwart potdeksel, gelakte nieuwe zwaarden, een nieuwe roef, een houten dek tot aan de voorzijde van het grote luikhoofd, een mastkoker met teenklampen, midscheeps verbrede dekken en op de luikhoofden gelakte houten dekken met koekoeken enz. De totale kosten waren f 14 129,42.
Het moet voor schipper Nolles en bootsman Klaas een bijzondere ervaring zijn geweest om het klipperjacht over de Zuiderzee naar Amsterdam te zeilen en af te meren in de jachthaven van de KNZ&RV aan de Westerdoksdijk te Amsterdam. Ongetwijfeld heeft de heer Tegelberg de Lichtstraal, 'zijn schip', direct bezocht, met bewondering over dek gelopen, langs de masten omhoog gekeken en binnen alles met genoegen hebben aanschouwd. Hij zal met resultaat zeer tevreden zijn geweest, echt een zeilschip voor jeugdige padvinders!
Op 16 september 1916 was het zover, de Lichtstraal werd in aanwezigheid van Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, het hoofdbestuur van de Nederlandse Padvinders en andere heren aan de Amsterdamse padvinders overgedragen. De Lichtstraal lag voor deze plechtigheid 's middags afgemeerd aan de steiger van de firma Van Es en Van Ommeren aan de Ruyterkade 120 te Amsterdam. Z.K.H. de Prins met zijn Adjudant arriveerden om ca twee uur. De padvinders vormden een erehaag en de heer Tegelberg hield een treffende maar korte toespraak, waarin hij benadrukte dat de Lichtstraal de padvinders in de gelegenheid zou stellen tot de beoefening van de watersport.

11 Slotwoord
Het is 2024, de Lichtstraal is oud, erg oud voor een zeilschip, 132 jaar. Gelukkig bestaat zij nog en legde ongeveer 25 000 zeemijlen af, de omtrek van de aarde. Ongeveer tienduizend jongeren hebben er vreugde aan beleefd en zijn vaak zelf zeiler geworden, sommigen zelfs zeeman. Zij hadden allen een band met het schip en zullen er later in hun leven nog vaak aan terug gedacht en over gesproken hebben. Terugkijkend, kan gezegd worden dat de heer ir Gérard Louis Tegelberg een vooruitziende blik heeft gehad door ZKH Prins Hendrik te verzoeken op 16 september 1916 de Lichtstraal aan de padvinders over te dragen, waarvoor allen die er op gevaren hebben dankbaar mogen zijn. Dit geldt eveneens voor de leden van de Stichting Lichtboei die het schip in de vaart hebben gehouden, maar zeker ook voor de vele enthousiaste schippers, stuurlieden, zeeverkenners en vrijwilligers die aan het onderhoud hebben meegewerkt.

Helaas is de heer Tegelberg op zondag 3 april 1949 door een passerende auto op de Amsterdamsestraatweg in zijn woonplaats Baarn aangereden en ernstig gewond geraakt. Hij is de dag daarna op maandag 4 april 1949 in het ziekenhuis aan de Torenlaan, ook in Baarn, overleden en op donderdag 7 april in Driehuis Westerveld ter aarde besteld. Hij werd bijna 73 jaar oud. Zijn jongste zoon, de heer mr M.Th.Tegelberg heeft in 1973 nog bij Scouting Nederland geïnformeerd naar de Lichtstraal, hem werd verzekerd dat de Lichtstraal nog steeds het pronkschip van de zeeverkenners is in Amsterdam. Samen met zijn vrouw was hij ook aanwezig bij het honderdjarig bestaan van de Lichtstraal in de haven van Marken in 1992.
De tijden zijn veranderd, in 1971 is Lichtstraal in particuliere handen overgegaan. Het ideaal van de heer Tegelberg is niet meer, er zijn geen zeeverkenners en andere jeugdigen meer die met de Lichtstraal er op uit trekken. Het is voorbij. Moge dit boek een bijdrage leveren aan de vele herinneringen en avonturen die met het klipperjacht zijn beleefd.
Appendix I. Werf en Bouwjaar van de Lichtstraal
Er bestaat geen officieel document waaruit blijkt op welke werf en in welk jaar de beurtvaarder Maria, dus ook de Lichtstraal, gebouwd is. Het was zeker bekend bij de eerste twee eigenaars W.A. Wieland (1848-1910) en zijn zoon K.H. Wieland (1873 -1942), zeker ook bij de heer ir G.L. Tegelberg (1876-1949) die de Maria in 1915 kocht en in Heeg heeft laten verbouwen tot het klipperjacht Lichtstraal.
Van de Maria is geen meetbrief gevonden, wel van de Lichtstraal, uit 1935 In de meetbrief is bij 'werf' en 'bouwjaar' `onbekend' ingevuld. In 1946 is het meetnummer op de achterzijde van de roef aan stuurboord ingebeiteld 2006 B Amst 1946, in 1956 vervangen door opgelaste cijfers en letters.

Het zijn stuurman Maarten Kostelijk (1918-1983) en ere schipper Dick Hütter (1921-2007) geweest, die in 1956 geprobeerd hebben de werf en het bouwjaar van de Maria te achterhalen Dick heeft de laatste werfeigenaar van de werf 'De Hoop geleidt ons' (1839-1928) in Papendrecht, de heer Hendrik Duyvendijk (1873-1958) in Rotterdam bezocht, het leverde geen nieuwe inzichten op. Dick bezocht daarna mevrouw Maria Martina Adriaanse-Wieland in IJsselmonde (geboren 15 februari 1889), waar de Maria naar vernoemd is. Zij wist het niet zeker, maar dacht dat het schip in 1892 gebouwd moest zijn. Dick heeft vervolgens haar oudere zuster in Terneuzen geschreven (Jacoba Pieternella, geboren 7 januari 1880). Haar antwoord is onbekend. Maarten heeft in 1956 contact gezocht met de Scheepswerf en Machinefabriek Fa G. Duyvendijk & Zn aan Ouderkerk aan de IJssel. Zij deelde mede dat de Lichtstraal met bijna zekerheid gebouwd moet zijn in Papendrecht. Dat zou dan de werf 'De Hoop geleidt ons' (1839-1928) moeten zijn. Kenmerken van de klippers die sinds ca 1880 op deze werf gebouwd zijn en ze van klippers van andere werven onderscheiden, zijn de diepe zeeg, de sterk uitwaaierende boeg, het plaatsen van de voorbolders op schilden en geveegd achterschip met een houten berghout en daarop een ijzeren strip. Zij werden Duyvendijkers genoemd. De Lichtstraal voldoet daaraan.
Groep III heeft tijdens het zomerkamp van 1956 de vroegere locatie van de werf 'De Hoop geleidt ons' in Papendrecht aan de Noord bezocht. Daarna schreef Maarten in augustus 1956 zijn "Geschiedenis van de Lichtstraal". Dick Hütter vond het een grondig en zeer geslaagd rapport, maar vroeg zich af hoe hij aan de werf in Papendrecht gekomen is. Maarten zal verwezen hebben naar de brief dd 10 juli 1956 van de Scheepswerf en Machinefabriek Fa G. Duyvendijk & Zn aan Ouderkerk aan de IJssel Blijkbaar was het bouwjaar toen geen discussiepunt meer.
In zijn boek Het liefst eigen baas (2016) heeft Hans van Duivendijk de 35 scheepswerven van de scheepsbouwfamilie Van Duyvendijk in Zuid Holland en Zeeland beschreven. De Maria komt daar niet in voor. Voor de gebouwde schepen maakte hij gebruik van de Stichting Historische Databank, niet van de originele werfboeken, die of onvindbaar zijn of niet meer bestaan. Wel zijn er twee foto's van de Lichtstraal in opgenomen, op p.30 en p.299. Gezien de grondige werkwijze van Maarten Kostelijk en Dick Hütter kan met zekerheid worden aangenomen dat de Maria, dus ook de Lichtstraal, op de werf 'De Hoop geleidt ons' in Papendrecht in 1892 is gebouwd. Maarten Kostelijk was daar in 1956 zeer stellig over.

Colofon
Auteur
E.P. van Emmerik
everardpeter@gmail com
Voor geïnteresseerden zijn nog enige exemplaren van het boek beschikbaar (€25,- inclusief verzendkosten).Zij worden verzocht contact op te nemen met de auteur.