Het Friese jacht

Standaardwerk van Dr. Ir. Jaap Vermeer

Het heeft lang geduurd voordat het 'levenswerk' van, de heer Vermeer ten doop kon worden gehouden. Eigenlijk kun je stellen dat wat niet in dit boek staat, niet vermeldenswaard is met betrekking tot het Friese Jacht. In dertien forse hoofdstukken worden na vorm, constructie en inrichting alle gebouwde Friese Jachten opgevoerd. Het is werkelijk verbluffend hoeveel informatie Vermeer "boven water" heeft weten te brengen. Veel nog bestaande schepen heeft hij persoonlijk opgemeten en in tekening gebracht. Ook alle werven, waar Friese Jachten werden gebouwd, worden behandeld. Na een inleiding over de omschrijving van het Friese jacht volgt een hoofdstuk over constructie en inrichting. Dan blijkt dat Folkert Nicolaas van Loon grote invloed heeft gehad op de meest begaafde negentiende Friese jachtbouwer, Eeltje Holtrop van der Zee.
Vervolgens blijkt dat, mede dank zij een overzicht in het Nederlandsch Jachtregister, een gezamenlijke uitgave in 1924-'25 van ANWB en KVNWV, de in 1925 in de vaart zijnde ronde jachten bekend zijn. Verder is uitgebreid geput uit het archief van het KVNWV (nu KNWV), de werfboeken van Van der Zee in Joure, Van der Werf in Britswerd, een artikel van Huitema over de werf van Visser in Paterswolde, de tijdschriften 'De Watersport' vanaf 1912, "Ons Element" van 1920 en "De Waterkampioen" van 1927. Tevens gaven oude wedstrijdprogramma' s van de Koninklijke Zeilvereniging 'Oostergoo' en de Koninklijke Zeilvereniging 'De Kaag' veel achtergrondinformatie.

De inhoud

Het doel van de in 1955 opgerichte Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten is volgens haar statuten de bevordering van de belangstelling voor het ronde en platbodemjacht. Een van de middelen om dat doel te bereiken is het verzamelen van alle gegevens welke van belang zijn voor de kennis van de historie, de traditie, de bouw, de bouwers van en het zeilen met ronde en platbodemjachten. In dit kader is getracht, zoveel mogelijk gegevens bijeen te brengen over de oude houten zeilvaartuigen van het type Fries jacht, die nog in de vaart zijn. Van alle jachten van dit type, waarvan op dit moment (het jaar 1992) het bestaan bekend is, zijn zowel de historie, als bijzonderheden betreffende afmetingen, bouwwijze, tuigage en versieringen beschreven en zoveel mogelijk in foto's vastgelegd. Ook die schepen, die als boeier rondvaren, maar oorspronkelijk als open jacht zijn gebouwd, zijn - zij het iets beknopter - in dit kader meegenomen. Helaas konden enkele in het recente verleden uit de schepenlijst van het Stamboek verdwenen Friese jachten niet worden teruggevonden.

Het grootste gedeelte van het boekwerk behandelt achtereenvolgens in aparte hoofdstukken:

  • De Friese jachten, die omstreeks 1925 in de vaart waren;
  • Analyse van de vloot van Friese jachten omstreeks 1925;
  • Na 1925 verdwenen Friese jachten;
  • Dertig jaar later en Friese jachten anno 1990.
  • Beschrijving van na 1956 gebouwde Friese jachten; tot boeier verbouwde Friese jachten en de behandeling van enkele bijzondere jachtjes.
  • Een 'Kwantitatieve analyse van de vorm van Friese jachten',
  • Een Aanhangsel met scheepstekeningen;
  • Bijlagen, een Schepenindex, Verwijzingen en een Beknopte bibliografie.

De auteur

Dr. Ir. Jaap Vermeer, mijnheer Vermeer, zoals de meeste van ons hem kennen, was de schrijver van een aantal monografieën voor de Stichting Stamboek en van de trilogie der Friese kromstevens. Hij overleed op 1 oktober 2010 op de 90-jarige leeftijd.

In Februari 2003 heeft de Spiegel der Zeilvaart een interview met Dr. Ir. J. Vermeer geplaatst.

pdf SdZ Februari 2003 nummer 1 - Interview met Dr. Ir. J. Vermeer

Uitgever Hedeby Publishing

Leeuwarden, 1992. Gebonden, 20x27x2 cm, 295 pagina's, met zwart-wit foto's/tekeningen
ISBN: 90-7454-101-1

Terug naar vorige pagina