2019-5: De 'Pompeblèd', een verwaarloosde tjotter

Spiegel der Zeilvaart juni-juli 2019 nummer 5

Door - nu alweer 66 jaar - zoveel mogelijk informatie vast te leggen van en rond de bijna 2600 ooit geregistreerde schepen, heeft het Stamboek een goed beeld van de samenstelling van onze vloot Ronde en Platbodemjachten. De grotere schepen hebben daarbij de overhand. Kleinere schepen verdwijnen soms "zomaar", of worden zei als speeltoestel in een kinderparadijs gebruikt. Gerard ten Cate en Robin van Son redden onlangs een exemplaar, maar de vraag is: wat nu?
Als we de kleinere schepen binnen het Stamboek bekijken - tot 6 meter lengte - is dat een groep van ruim 400 schepen. Maar daarvan zijn er (nog) maar 150 "actief", daarvan kennen we dus de eigenaar en weten we dat het scheepje nog bestaat. Gelukkig kunnen we vaststellen dat de laatste paar jaar de belangstelling voor het kleinere schip weer wat toeneemt. Peter Schouten in Kortenhoef heeft onlangs een nieuwe kleine houten schouw gebouwd en op een aantal werven en door particulieren (met handigheid en goede aanwijzingen) worden scheepjes gerestaureerd. Een mooie ontwikkeling.

Onlangs werden we opmerkzaam gemaakt op een tjotter met een lange geschiedenis, waarvan we al 15 jaar niets meer hadden gehoord. Navraag leerde dat de tjotter al 17 jaar in een loods opgeborgen was en toch "als nieuw" te koop werd aangeboden.
En een paar dagen later besteedde Ineke Verkaaik-Hogervorst in de maandelijkse digitale Nieuwsbrief Beretanden aandacht de tjotter 'Pompeblèd', waarvan we al ruim 50 jaar niets meer hadden gehoord. Ze schreef dat Gerard ten Cate en Robin van Son de tjotter op Goede Vrijdag op kwamen halen in Gouda.

Drie gangen en een stijf' boeisel met biezen en ingeschaafde kraal
Drie gangen en een stijf' boeisel met biezen en ingeschaafde kraal

Onderzoek naar kleinere ronde scheepjes

Gerard ten Cate en Robin van Son zijn dol op de kleinere ronde scheepjes. Ze hebben beide met diverse, vooral Friese jachten gevaren en hebben daarnaast van diverse schepen de boeiende geschiedenis uitgebreid onderzocht en vastgelegd. Gerard heeft de heer Vermeer geassisteerd bij de totstandkoming van het standaardwerk Het Friese jacht en Robin heeft zelf een prachtig Fries jacht getekend, de 'Windbreker', gebouwd door Bein Brandsma.
Gerard doet het volgende verhaal: "Dat deze tjotter 'Pompeblèd' met SSRP-plaquette 500 onze weg heeft gekruist, is niet toevallig. Wij zoeken doorlopend naar de geschiedenis van met name ronde jachten. Daarnaast proberen we de vorm van deze schepen en specifieke kenmerken vast te leggen in technische tekeningen en foto's. Over deze tjotter is nauwelijks informatie bekend. Ze staat in de schepenlijst van de SSRP opgenomen, maar dat is het dan ook ongeveer. De lengte die bij inschrijving is opgegeven is 4,70 meter. De eigenaar was volgens de Schepenlijst sinds 1965 de heer K.I. Schreuder uit Leiden. Ineke en Frans Verkaaik uit Reeuwijk kenden het scheepje en wisten dat ze bij watersportbedrijf Coen Rutjes aan de Oudeweg in Reeuwijk lag, diep weggestopt.'
Gerard en Robin hebben de tjotter met Coen Rutjes op de trailer gezet en zijn naar het noorden getogen. Thuis gingen ze direct aan het werk en nu kan er meer gezegd worden over dit scheepje. `Zo zijn de afmetingen toch wel anders dan we dachten: 5,25 x 2,06 x 0,30 m. De holte is 72 cm. Opvallend is het volkomen platte vlak met hele weke kimmen. Het vlak bestaat uit drie planken en is 1,16 m breed (0,47 m / 0,21 m / 0,47 m). Verder valt op dat de constructie licht is. Het mastdoft is 4 cm dik. De mast wordt vanaf de achterkant in het mastdoft gezet en wordt gefixeerd met een grendel zoals je dat bij veel kleine scheepjes ziet. Het kolsum (mastspoor) waar de mast op steunt zit met slechts vier bouten vast en wordt niet door een constructie gesteund. Wanneer er met een mast van bijna 7,50 m gezeild moet worden, dan zal de bestaande constructie zeker te licht zijn. Het scheepje heeft drie gangen die een verfijnd voor- en achterschip tonen. De achtersteven valt erg achterover zonder uitgezakt te zijn. De boeisellijn is vlak. De stootstrip rondom het schip is van messing. Het boeisel staat stijl en heeft een ingeschaafde kraal en twee ingeschaafde biezen. In het voorschip bevindt zich een versierde bedelbalk. Achterin bevindt zich een versierde hennebalk. Het roer is voorzien van een vis/zeeduivel aan de ene zijde en een pauw aan de andere."

Op het roer aan de ene kant een pauw en aan de andere kant een zeeduivel
Op het roer aan de ene kant een pauw en aan de andere kant een zeeduivel

Beoordeling

"Persoonlijk neig ik er naar de Pompeblèd te kwalificeren als boerenboot,' zegt Gerard ten Cate, 'maar dan wel een grote en een verfijnde. We meten haar nauwkeurig op en brengen haar in tekening, zodat de vorm en constructiedetails zijn vastgelegd. De werkelijke kwaliteit van het hout moet nog worden beoordeeld. Afhankelijk de uitslag hiervan, zal bepaald moeten worden welke vorm van conservering realistisch is. Het streven is haar weer in de vaart te brengen." Gerard vervolgt: "Hoewel de boot er erg verwaarloosd uitziet, is haar vorm goed gebleven en heeft ze weinig slecht hout. Zwarte plekken van roestige spijkers ontbreken. De naden zijn groot, zo groot dat er structureel iets aan gedaan moet gaan worden. Voordat ze zich weer in volle glorie kan tonen, zal er veel werk verzet moeten worden. Het is niet denkbeeldig dat dat een winter in beslag neemt. Zonder een totale herbouw of restauratie moet dit wel mogelijk zijn, maar er moet in geïnvesteerd worden." Robin en Gerard willen de tjotter in ieder geval goed documenteren, dat zal duidelijk zijn. 'We hopen natuurlijk dat ze ooit weer eens zal gaan varen. Al of niet met één van ons beiden aan het roer. Al of niet door ons opgeknapt.'

Opvallend kenmerk van deze tjotter, de sterk achterover vallende achtersteven
Opvallend kenmerk van deze tjotter, de sterk achterover vallende achtersteven

Nieuwsgierig naar uw mening

Een bestaan als bloembak of afvoer via de container is voorlopig afgewend. Maar Gerard ten Cate en Robin van Son zijn heel benieuwd hoe de lezer en liefhebber tegen dit verhaal aankijken en willen graag het volgende van u weten: Is het in uw ogen terecht dat ze "uit haar winterslaap is gewekt"? Hoe schat u de haalbaarheid in om haar weer varend te krijgen? Vindt u de gedachte om haar weer varend te krijgen realistisch? Op welke manier zou u het aanpakken wanneer een dergelijk scheepje ineens uw eigendom zou worden? En: is bij het opnieuw in de vaart brengen, los van de kosten die er mee gemoeid zijn, een rol weggelegd voor de SSRP als Behoudsorganisatie?

We willen graag uw mening. Klim in het toetsenbord en schrijf ons via: stamboek®ssrp.nl. De reacties en de ontwikkelingen rondom de tjotter Pompeblèd staan natuurlijk ook deze website.

pdf SdZ 2019 nr5 juni-juli: Een verwaarloosde tjotter

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina