2020-1: Wie van varen houdt, kent zijn klassiekers

Spiegel der Zeilvaart Februari 2020 nummer 1

Onder bovenstaande kop prijst Spiegel der Zeilvaart zichzelf aan. Die kop is veelzeggend, elk nummer en dat zijn er sinds 1977 al 302 - staat vol verhalen over klassiekers in allerlei vormen. Vanaf het begin wordt er een index bijgehouden van alle artikelen. Alweer 10 jaar neemt de Stamboekbeheerder die taak voor zijn rekening. U kunt deze maandelijks bijgewerkte index vinden op de websites van Spiegel der Zeilvaart en het Stamboek.
De Index bevat de titels van bijna achtduizend artikelen en ook foto's. De meest productieve schrijver is (natuurlijk!) Wim de Bruijn met 845 artikelen over diverse onderwerpen. Eigenlijk waren het er nog veel meer, maar om het niet teveel op te laten vallen dat hij zoveel pagina's vulde liet Wim zijn naam regelmatig achterwege, zo vertelde hij mij eens.

Scheepstypes

Het meest beschreven scheepstype is de Lemsteraak met bijna driehonderd artikelen. Dat is relatief veel want er zijn bijvoorbeeld maar 37 artikelen gepubliceerd over de Zeeschouw. Gaan we in het Stamboek zoeken dan vinden we 440 Lemsteraken geregistreerd, tegenover 415 Zeeschouwen en 137 Open schouwen. Samen ruim 550 schouwen! Maar ondanks dat er zoveel van deze schepen zijn gebouwd, is er relatief weinig over geschreven, terwijl de varende vloot schouwen een heel diverse achtergrond heeft. Toch zijn er scheepstypes waarover nóg minder wordt gepubliceerd. Vaak omdat ze alleen lokaal erg populair zijn. Een goed voorbeeld is de Zalmschouw, waarover in 43 jaar slechts acht keer is gepubliceerd.

De Zalmschouw als jacht

Huitema schrijft in zijn boek Ronde en Platbodemjachten: 'Met het woord zalmschouw wordt gewoonlijk een boot aangeduid waarvan de voornaamste kenmerken zijn: het opgebogen vlak in het voorschip, de rechtstandige of bijna rechtstandige achterstevenbalk, uitwaaiende onder-boorden en naar binnen hellende bovenboorden. Het scheepje, dat in de meest voorkomende uitvoering 6 á 7 meter lang is, werd gebruikt bij de visserij op de Boven- en Beneden-Merwede, het Hollands Diep en de riviermonden. Vroeger was de drijverschuit het meest bekende zeilende vissersschip van de Beneden rivieren. De drijverschuit, ook wel drijver, zalmdrijver of zalmschouw genoemd, werd eertijds vooral gebruikt voor de drijfnetvisserij op zalm.'
In het Stamboek staan 20 zalmschouwen geregistreerd. De Waterkampioen schreef in 1966 over de zalmschouw: 'Hoewel het type niet bijzonder geschikt lijkt om als jacht te worden gebruikt, telt onze pleziervloot toch zalmschouwjachten. Deze zijn soms van grotere afmetingen dan eertijds gebruikelijk en zij zijn dan veelal van een tjottertuig voorzien.'

De Ankie met "hut" (volgens de eigenaar heeft geen enkele andere zalmschouw zo'n fraai gevormde hut)
De Ankie met "hut" (volgens de eigenaar heeft geen enkele andere zalmschouw zo'n fraai gevormde hut)

Zalmschouw(jacht) Ankie

Een prachtig voorbeeld van een oorspronkelijk vissersvaartuig en nu al weer jaren in gebruik als jacht is de in het Stamboek ingeschreven Ankie. Luuk Krijnen is al sinds 1982 de uitermate gelukkige eigenaar. In de afgelopen jaren heeft hij moeite gedaan om de geschiedenis van het scheepje boven water te krijgen. Wat hij gevonden heeft, heeft hij samengevoegd in de "Almanak over de zalmschouw 'Ankie', die we in z'n geheel op haar pagina op onze website hebben opgenomen.
Het exacte bouwjaar van deze zalmschouw is niet bekend, maar in 2014, tijdens het onderzoek, kreeg zijn kennis Aart van Beem uit Altena een zalmschouw ter restauratie, die wat vormen, maatvoering en constructie volkomen gelijk was aan de Ankie. Deze stamde uit 1890. Het rechtvaardigt het vermoeden dat de Ankie en dit scheepje zusterschepen zijn, gebouwd door dezelfde (nog onbekende) werf.
In 1950 vertelde de sluiswachter van de sluis te Gorinchem aan de toenmalige eigenaar Jan Ceelen, dat hij het scheepje heel goed kende en dat het in 1890 in Spijk gebouwd was. Het was de eerste zalmschouw die in ijzer gebouwd was, als één van een drietal. De Ankie was tot '955 eigendom van het weg-, waterbouw en baggerbedrijf Hillen en Roosen, gevestigd in Amsterdam. Het bedrijf had verschillende schepen aan het werk bij baggerprojecten en dergelijke en een klein bootje werd daarbij gebruikt om van de wal naar die schepen te komen. Dat scheepje was een zalmschouwtje van 6 meter, met een hut erop. Jan Ceelen (schoonvader van Luuk) had bij het bedrijf gewerkt en de Ankie uit het bedrijf gekocht. Het was volgens Jan tenminste al sedert 1937 bij Hillen & Roosen op deze manier in gebruik. Het scheepje heeft nog meegeholpen bij de Watersnood in 1953 met het reddingswerk in Zeeland/Zuid-Holland.
Luuk heeft het in zijn almanak steeds over een "hut" (kajuit) op de zalmschouw. Onder de meeste eigenaren van deze scheepjes is een hut op een zalmschouw "vloeken in de kerk". Hij hoort vaak: "Slijp die hut er toch af". Maar hij zegt: Ankie draagt al zo lang een hut', en: 'er zijn meer zalmschouwen met hut!'

pdf Spiegel der Zeilvaart februari 2020 nummer 1: Wie van varen houdt, kent zijn klassiekers

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina