2020-2: De pioniersgeest van het Stamboek deel 1

Spiegel der Zeilvaart Maart 2020 nummer 2

In 2020 bestaat de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten (SSRP) 65 jaar. Een jaar dat zijn hoogtepunt moet krijgen in juli, tijdens de dertiende Lustrumreunie in Langweer. De historie van `het Stamboek' begon op 8 oktober 1955, toen in Amsterdam de SSRP werd opgericht door het Fries Scheepvaartmuseum, de Vereniging van Vrienden van het Zuiderzeemuseum, de KZV "Oostergoo" in Grouw, de KZV "Sneek", de KNZ&RV in Muiden en de KR&ZV "De Maas" in Rotterdam.
Aan die oprichting ging wel het één en ander vooraf. Al in 1939 verscheen in De Waterkampioen een oproep om te komen tot de oprichting van een boeier club. Dit enthousiasme vond toen nog geen weerklank, evenmin als een tweede oproep in 1948, om een platbodem club op te richten. Maar dankzij de inzet en vasthoudendheid van een aantal echte liefhebbers kwam het uiteindelijk in 1955 toch tot de oprichting van de SSRP. Zo ontmoetten in 1951 de heren Van Waning en Voordewind elkaar in Grouw. Voordewind was Fries van geboorte en bezig een boek te schrijven over zijn zeilherinneringen, waarin boeiers en jachten een grote rol speelden. Dat resulteerde in Voor de Wind, een schipperszoon vertelt, dat overigens opnieuw werd uitgegeven door Boekhandel Verkaaik in 2012.

Reünie op het Pikmeer

Op voorstel van Conservator Halbertsma van het Fries Scheepvaart Museum te Sneek besloot het bestuur van dat museum in april 1952 tot de instelling van een Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten met Halbertsma, Van Waning en Voordewind als commissieleden. Ze kregen de opdracht mee het Stamboek van Friese ronde jachten samen te stellen waarmee zij onverwijld begonnen.
Samen met de secretaris van de KZV "Oostergoo", H.G. van Slooten, besloot de commissie een reünie van Friese ronde jachten te organiseren. Alle bij de commissie bekende eigenaren werden aangeschreven en er kwam zowaar een veertigtal schepen samen in 1953, op het Pikmeer bij Grou. Er verschenen zelfs een een tiental jachten uit "Holland". Het evenement trok duizenden toeschouwers en gaf aanleiding tot veel publiciteit. In de Waterkampioen verscheen een in juichende bewoordingen gesteld verslag. Het kon niet uitblijven; het streven van de Commissie kreeg landelijke aandacht en enthousiaste ondersteuning. Dat had tot gevolg dat die aandacht zich ook begon te richten op andere typen 'Oud-Vaderlandse' zeilschepen, met name vrachtschepen voor de binnenvaart (tjalken, klippers e.d.) en vissersschepen van de (voormalige) Zuiderzee (botters, schokkers, bollen enz.).
De taak van de oorspronkelijke Commissie werd daarom stevig uitgebreid en in 1955 ontstond uit de Commissie Stamboek, de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten, waarvan de doelstelling werd 'Het bevorderen van de belangstelling voor het Nederlandse Ronde en Platbodemjacht, in de breedste zin van het woord'. In de taakomschrijving bleef de cultuur-historische kern, ontleend aan die van de eerdere Commissie behouden

De reünie van 1965 in Lemmer met veel nog originele schepen. (foto Theo Kampa)
De reünie van 1965 in Lemmer met veel nog originele schepen. (foto Theo Kampa)

Speurwerk

Intensief speuren naar nog bestaande Friese ronde jachten leerde in korte tijd dat enige tientallen boeiers, Friese jachten en tjotters nog bestonden, maar vaak verkeerden ze in uiterst erbarmelijke staat. Vele van de nieuwe eigenaren brachten aanzienlijke financiële offers voor herstel en soms voor algehele restauratie. De door de activiteiten van de Stichting gewekte belangstelling voor Ronde en Platbodem jachten bleek echter vooral uit te gaan naar schepen waarmee groter water kon worden bevaren (de voormalige Zuiderzee, de Wadden, Zeeuwse Stromen). Vanaf ongeveer 1960 gingen vele werven zich toeleggen op de verbouwing tot jacht van oude vrachtschepen, zoals tjalken en de nieuwbouw (in staal) van zeeschouwen, grundels, bollen, schokkers, hoogaarsen en Lemsteraken voor plezier.

De eerste Lustrumreünie

In 1960, vijf jaar na de oprichting van de SSRP, kwamen ongeveer zeventig schepen bijeen op het Pikmeer en de Wijde Ee. Het houten schip overheerste het geheel nog. De 42 Friese ronde jachten (12 boeiers, 14 Friese jachten, 26 tjotters) vormden een meerderheid samen met grote eskaders schouwen en vissersschepen. Vijf jaar later in 1965 waren er twee keer zoveel schepen aanwezig en de verhoudingen waren aanzienlijk veranderd. Het was opvallend dat tijdens deze reünies nog een groot aantal "originele" vissersschepen zoals oude visbotters meededen, die nu waren veranderd in "plezierjacht". In de jaren erna verenigden de eigenaren van deze schepen zich meer en meer in "speciale" clubs met eigen doelstellingen, zoals Vereniging Botterbehoud. Dat is zeker ook een verdienste van de oorspronkelijke oprichters van het Stamboek!

Dit artikel is het begin van een reeks om de ondernemingsgeest van de oprichters en de gevolgen daarvan voor het voetlicht te brengen.

pdf SdZ 2020 maart 2020 nummer 2 - De pioniersgeest van het Stamboek

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina