2021-6: De Bol brengt de verten naderbij

Spiegel der Zeilvaart juli-augustus 2021 nummer 6

In 1965 toonde de onlangs overleden Jan Kooijman zijn eerste Enkhuizer bol, de 'Cadans', op de Hiswa in Amsterdam. Hij vertelde daar zelf over: 'Ik herinner mij nog heel goed dat de romp niet overnaads maar gladboordig was gebouwd, wat leidde tot een voortdurend geklop van bezoekers tegen de huid. Polyester? Nee!
Het vissersschip dat aan de basis stond van de moderne bol is ook wel bekend onder de namen Workumer, Makkumer en Enkhuizer bol of -aak. De verklaring hiervoor is dat dit type in het begin van deze eeuw werd gebouwd door de werf van Zwolsman in Workum en in Makkum - die ook de Wieringer aken bouwde - en door de werf van Lastdrager in Enkhuizen. De Enkhuizer vissers spraken bovendien nog van aalbootje. Er zijn slechts ongeveer een tiental van deze bollen gebouwd, waarvan er na de oorlog nog maar een paar over waren. Overigens hadden de bollen onderling de nodige verschillen, afhankelijk van de plaats waar werd gevist, aan hoger- of lager wal.

De Vollenhovense bol

In 1902 bouwde scheepsbouwer Kroese, eigenaar van de werf in Vollenhove, voor een plaatselijke visser, die in weer en wind aan lager wal met z'n open punter viste, een klein scheepje met een vaste plecht, waarin een verblijfje gemaakt kon worden. Leek veel op de botter, maar kleiner. Het bleek een waakzaam, goed zeilend vissersscheepje te zijn en kreeg in de volksmond de naam Vollenhovense bol. Toen de visserij op z'n eind liep bouwde Huisman in Wanneperveen vier houten bollen voor het "plezier", waarvan één voor Jan Loeff, toen eindredacteur van De Waterkampioen, die er in zijn blad uitgebreid over schreef. In 1971 werd de (nog geklonken) stalen Vollenhovense bol 'Vrouwe Elske' te water gelaten. De voorloper van een serie bollen, getekend door Gipon, waarvan in de volgende jaren grote aantallen werden gebouwd door verschillende werven. Een populair schip dus.

Een eskader Vollenhovense bollen tijdens het Admiraalzeilen
Een eskader Vollenhovense bollen tijdens het Admiraalzeilen

Plat vlak

Overigens worden ook het Maassluis Platje en de oude Antwerpse knots gerekend tot de bollenfamilie, vanwege de omstandigheid dat de bevolking langs de Schelde een Friese inslag schijnt te hebben en dat bij sommige oude Antwerpse plaatsnamen een Friese afkomst is te onderkennen.
Uitzonderingen bevestigen de regel: bollen hebben over het algemeen een plat vlak, maar de Wieringer bol 'Eudia', bekend van oud-eigenaar Huitema, heeft een rond vlak. Samenvattend kun je stellen dat het bolletje de indruk geeft van een gematigd schip, met weinig extreme kenmerken, wat het type voor het gebruik als jacht zeer geschikt maakte; geen te hoge kop, waar je als roerganger nauwelijks overheen kunt kijken, geen te laag achterschip met te weinig vrijboord.

De Enkhuizer bol

Zoals gezegd bracht Jan Kooijman in 1965 toonde zijn eerste Enkhuizer bol 'Cadans' naar de Hiswa. In de kuip, tegen de achterplecht was een teakhouten plank bevestigd met een door Bert Stoop uit Dordrecht fraai gesneden spreuk: "Ik breng de verten naderbij". `Een spreuk die door de vele bezoekers vaak werd herhaald en die ik na verloop van tijd niet meer kon horen', zo vertelde Kooijman.
De Enkhuizer bol van Jan Kooijman werd een geliefd scheepje. In 1993 presenteert Henk de Graaf een bundel kronieken van Enkhuizer bollen. In het voorwoord schrijft hij: Als we de belevenissen van de stalen Enkhuizer bollen en hun schippers regelmatig bijhouden, blijft de historie van dit specifieke scheepstype op basis van de oorspronkelijke rompvormen, zeker behouden.' Henk was zelf eigenaar van de Enkhuizer bol 'Bolle Bertha' (nu 'Bolderbast') en vond 45 eigenaren bereid voor de bundel te schrijven. De presentatie van het boek vond plaats tijdens een bijeenkomst in Enkhuizen, waarbij Jan Kooijman de inleiding verzorgde.

Filosoof en pragmaticus

Henk schrijft over Jan:
In de gesprekken die ik met hem heb gehad is bij mij een beeld ontstaan van een man die de liefde voor het ronde en platbodemjacht wilde doorgeven aan een bredere laag van de bevolking dan op dat moment mogelijk was. Een man waarin de filosoof én de pragmaticus op een naar mijn mening harmonieuze wijze samengaan, zoals moge blijken uit enkele van zijn stellingnames, zoals: `een schip is slechts mooi als het waarachtig is' en `bouwen in staal is niet altijd overeenkomstig het oorspronkelijke materiaalgebruik, maar wel van nu en drempelverlagend voor de toekomstig eigenaar'. Het typeert deze man: zonder opsmuk en meegaand met de tijd. Maar ook een man die vasthield aan zijn idealen. Als je de grondlegger bent van de bouw van bijna duizend ronde en platbodemjachten in een tijdsbestek van zo'n dertig jaar dan is dat visioen bewaarheid.'

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

pdf SdZ 2021 nr06 juli-augustus - Stamboek - De Bol brengt de verten naderbij

Terug naar vorige pagina