Eudia

Eudia

Oud-Eigenaar Mr. Dr. T. Huitema vertelt in de Waterkampioen nr. 951 in 1955:
Eén der enthousiaste leden van de Stamboekcommissie voor Ronde Jachten belt plotseling op en vertelt dat hij, na avonden geduldig zoeken, heeft ontdekt dat in het Gedenkboek, dat de huidige Verbondsvoorzitter E. Crone in 1903 voor de zeilvereniging „Het Y" heeft geschreven, een opsomming voorkomt van de jachten, die in dat jaar in de jachthaven van „Het Y" lagen, en daarbij staat: boeier 'Eudia' van de heer W. B. Tholen. Nu wist ik dat mijn boot vroeger 'Eudia' heette, een zelden voorkomende naam, zodat de kans bestond, dat het hier hetzelfde schip betrof. En W.B. Tholen kon niemand anders zijn dan de schilder Tholen, die in het bijzonder de Zuiderzee met haar havens en schepen geschilderd heeft. Dit was snel uitgezocht.

Jaren 50
Jaren 50

Een tijdgenoot-schilder en zeilvriend van Tholen leeft nog in Den Haag en inderdaad bleek ons schip Tholen's Lemsteraak 'Eudia' te zijn, „een kleine vissersboot in 1901 gebouwd onder zijn persoonlijk toezicht te Enkhuizen". „Geen plank werd gemaakt, geen spijker ingeslagen zonder zijn goedkeuring". De boot is dus terstond als jacht gebouwd, maar een getrouwe kopie van het model, dat toen door de vissers in Enkhuizen werd gebruikt, zij het dat de bun werd weggelaten en een kajuit opgebouwd. De bouw vond plaats op de velen uwer ongetwijfeld bekende werf achter de Drommedaris, die thans niet meer als werf wordt gebruikt, doch in 1901 eigendom was van Lastdrager. De werfboeken zijn helaas in de oorlog bij een brand ten gevolge van een bombardement verloren gegaan.

Eudia Turkenburg-Mulder schrijft ons: De naam "Eudia" komt uit het Grieks en de betekenis is letterlijk "een mooie dag hebbend". Dus mooi onbewolkt weer. Veelal metaforisch gebruikt. Volgens het Meertens instituut zijn er in Nederland 9 mensen met deze naam, waaronder ik.

Tekening Wieringer bol 'Eudia' L. Stelwagen
Tekening Wieringer bol 'Eudia' L. Stelwagen
Zeiltekening Wieringer bol 'Eudia' L. Stelwagen
Zeiltekening Wieringer bol 'Eudia' L. Stelwagen

Eigenschappen

Plaquette nummer:20 Zeil nummer: VC39
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Wieringer bol

Bouw

Bouwjaar:1901 Ontwerper:E. Lastdrager
Werf:E. Lastdrager Werf plaats:Enkhuizen
Motor:Inbouw Motor type:Albin 0-41
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:Kielbalk

Afmetingen

Lengte stevens:7,58 m Breedte berghout:3,14 m
Diepgang:0,75 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:24,20 m2 Oppervlakte fok:15,80 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:40,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1526 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1901 – 1901 Dhr. Steen, Enkhuizen
1901 – onbekend W.B. Tholen, 's Gravenhage ( Eudia)
1948 – onbekend A.J. v. Eenenaam en Gietelink, Amsterdam ( Zwerver)
1953 – 1986 Mr. Dr. T. Huitema, Wassenaar ( Eudia)
1986 – 1992 A.J.J. de Witte, Nieuw Loosdrecht ( Eudia)
1992 – 2005 L.TH.J. Pepping, Amstelveen ( Eudia)
2006 – Nu (laatst bekend) M.G. Sisouw de Zilwa, Amstelveen ( Eudia)

Geschiedenis

1948

1948

1948: Meting Scheepsmetingsdienst Amsterdam A13522N

1955

april 1955

april 1955: Waterkampioen 1955 nr. 951: Een oud schip herleeft, De 'Eudia'

„Wanneer men aan Tholen denkt, denkt men aan een schuit", aldus Mr R. S. Bakels in zijn biografie van de schilder W.B. Tholen (1860-1931). „Jarenlang", zo vervolgt hij, „ging hij met zijn Lemsteraak uit varen, bleef liggen waar de wind hem van de ene dag op de andere gevoerd had en maakte studies van alles wat hem bekoorde".
„Hij is een bekwaam schipper. Ge ziet het aan zijn werk, zijn schepen zeilen werkelijk. Ge hoeft niet, zoals zo dikwijls het geval is, te vrezen dat de stand der zeilen op een schilderij niet te rijmen is met de richting van de wind, die in water en wolken zichtbaar is. Want hij kent het vak van zeilen, hij weet alles van het want, de schoten en de zwaarden."
Deze regels over de zeiler-schilder Tholen mogen als inleiding dienen voor een verhaal over een „schuit", om met Bakels te spreken, die wij op een koude en gure dag in November 1953 ontdekten in een inham van het Hoornsche Diep bij Groningen. Na een bezoek aan de werf van Visser in Paterswolde zagen we terzijde van de verkeersweg plotseling in het land de mast van een, naar we vermoedden, rond jacht omhoog steken en dat was „uiteraard" voldoende reden om eens poolshoogte te gaan nemen. We vonden een oude boeier, of althans iets wat er erg veel op leek, want de kop was hoger dan gebruikelijk bij boeiers van het Friese model en ook waren lange zee-zwaarden aangebracht. De boot lag half op het droge, scheef en zag er miserabel en triest uit. Maar.... we vonden de lijnen mooi en er hing een bordje aan een der zwaarden met: TE KOOP. We waren al half verleid....

Mr. Dr. T. Huitema koopt de 'Eudia' in 1953

Terug in Wassenaar werden die lijnen natuurlijk steeds mooier en die slechte toestand, ach, dat zou misschien wel meevallen. Zo'n rond jacht laat je niet los en twee maanden later besloten we - om aan de eindeloze discussies over het voor en tegen een eind te maken - nog eens te gaan kijken, dit keer met een vakman als expert erbij. Welnu, de expertise viel weliswaar niet bepaald mee, de prijs van het schip echter wel. De boot werd gekocht en besloten werd haar in de Joure bij de Gebr. van der Meulen op de oude werf van „Eeltjebaas" te laten opknappen.

De „Eudia", een ets van Tholen uit plm. 1902
De „Eudia", een ets van Tholen uit plm. 1902

Zoektocht naar de afkomst

Toen de boot eenmaal veilig voor de werf lag, begon de speurtocht naar bouwer en bouwjaar. Je wilt toch weten waar je schip vandaan komt. De meest voor de hand liggende manier is, aan de laatste eigenaar te vragen van wie hij het schip heeft gekocht, etc. Dit bracht me evenwel niet ver, of eigenlijk toch wèl, want via Groningen, Goes, Kampen, Deventer en Den Haag kwam ik in Australië terecht! De daarheen ge-emigreerde eigenaar, die eerst notabene met dit schip had willen emigreren en er mee tot in Midden-Frankrijk was gekomen, had echter kennelijk alle belangstelling voor het schip verloren en, toen ik eindelijk zijn adres had gevonden, schreef hij dat hij zich niets wist te herinneren.
Na enige maanden zoeken waren we aldus niet verder dan 1948 gekomen en de boot was toch beslist wel iets ouder. Wat nu? Nieuwe hoop ontstond zodra we uitvonden, dat het nummer A13522N, dat op het hakkebord stond, op een officiële meetbrief van de scheepsmetingsdienst in Amsterdam moest slaan. Maar ook dit werd een desillusie, deze meetbrief was in 1948 afgegeven in verband met de hiervoor genoemde tocht naar Frankrijk Maar we wisten nu althans de officiële maten van het schip: 7.58 x 3.14 m, holte 1.20 m.

Geborduurde letters in het grootzeil

Gelukkig bracht daarna het grootzeil uitkomst, waarin met keurige, met de hand geborduurde, rode letters stond: Molenaar-Grouw. Dit met de hand borduren gebeurt uiteraard allang niet meer en Molenaar Sr. was zo geïnteresseerd, dat hij in z'n oude boeken ging snuffelen en spoedig ontdekte dit zeil in 1924 aan een industrieel in Bussum te hebben geleverd. Dat was al een hele sprong en het werd nog beter toen bleek dat de boot van 1909 tot 1930 in het bezit van deze familie was geweest. Maar daarna scheen meteen alles weer vastgelopen te zijn, omdat met geen mogelijkheid te weten was te komen van wie de boot in 1909 was gekocht.

Een schilderij van Tho len uit de jaren 1901/ 1905: de „Eudia" in het Kanaal te Scheveningen. (Foto Dingjan. Collectie P. A. Scheen)
Een schilderij van Tho len uit de jaren 1901/ 1905: de „Eudia" in het Kanaal te Scheveningen. (Foto Dingjan. Collectie P. A. Scheen)

Blokzijler jacht, Wieringer bol of aak, Enkhuizer bol

We gingen het over een andere boeg gooien. De boot léék wel veel op een boeier, maar was het toch eigenlijk niet. Maar wat dan wel? Een Blokzijler jacht, zei de een, een Lemsteraak, zei een ander en weer een derde meende, dat het toch wel erg veel weg had van een Wieringer bol of aak, zij het ook dat de afmetingen niet klopten, omdat een Wieringer aak gewoonlijk ongeveer 12 m lang is. Men wist me echter te vertellen, dat de schipper van de reddingsboot Zeemanshoop in Hindelopen een expert is in het herkennen van dit soort schepen en van de werven waar ze gebouwd zijn. Een brief met foto ging naar Hindelopen, en als antwoord kregen we dat de boot waarschijnlijk gebouwd zou zijn op de werf van Zwolsman in Workum, die vroeger heel wat Wieringer aken heeft afgeleverd.
Dus naar Workum ('t ligt tenslotte vlak bij Wassenaar). Geheel parallel aan de ontwikkeling van het stadje zelf, heeft deze oorspronkelijk belangrijke werf veel van zijn betekenis verloren door het verzanden van de Workumer haven en de afsluiting van de Zuiderzee. De huidige eigenaar, de heer W. Zwolsman, is een enthousiast man, die prompt met ons mee ging naar de Joure om de boot te bekijken en, hoewel niet helemaal zeker, toch wel dacht dat de boot indertijd door zijn vader gebouwd zou kunnen zijn voor Enkhuizer vissers, naar het model van Wieringer aken, maar kleiner en aangeduid als Enkhuizer Bollen. Uit de werfboeken wist hij na enig zoeken de namen van 5 Enkhuizer vissers te halen aan wie in de jaren 1908-1915 deze aakjes geleverd waren.

Tholen en de Eudia op de Loosdrechtse plassen. Schilder Cornelis Vreedenburgh (1880-1946)
Tholen en de Eudia op de Loosdrechtse plassen. Schilder Cornelis Vreedenburgh (1880-1946)

Tot leringhe ende vermaeck

Een jaar ruim gezocht en tenslotte gevonden. Mooier beloning was niet denkbaar. De naam „Eudia" is thans weer in ere hersteld voor het schip dat deze winter door de beide gebroeders van der Meulen in de Joure met van vader op zoon overgeërfd vakmanschap en met grote liefde voor deze ronde schepen onder handen is genomen en dat, als Enkhuizer van geboorte, dit jaar de feesten ter herdenking van het 600-jarig bestaan van deze stad hoopt bij te wonen.
Moge het bovenstaande „tot leringhe ende vermaeck" strekken van die eigenaren van oud-vaderlandse ronde jachten, die ook naar de oorsprong van hun jachten zoekende zijn.

Mr. Dr. T. Huitema

pdf Waterkampioen april 1955 nr951 - Eudia een oud schip herleeft


Waterkampioen 1955 nr. 952: Een oud schip herleeft, De 'Eudia' AANVULLING

Naar aanleiding van het artikel „Een oud schip herleeft" in ons Aprilnummer, deelt een onzer lezers uit Enkhuizen mede: de opdrachtgever tot de bouw van de „Eudia" is in Enkhuizen nog in leven. Dit is de heer Steen, Breedstraat, die het schip zonder bun voor de visserij op stapel liet zetten. Nadat de heer Tholen het had overgenomen liet de heer Steen een dergelijk schip voor zichzelf bouwen. De archieven van de werf zouden niet verbrand zijn, maar zich nog in Enkhuizen bevinden.


De website van Thijs Kramer

Thijs Klamer schrijft uitgebreid over de schilder W.B. Tholen en de schepen die hij in bezit heeft gehad (Eudia, Eudia II en mogelijk een Lemsteraak daarvoor). Op de ze website kunt u ook een groot deel van het werk van W.B. Tholen bewonderen, waaronder veel doeken met schepen uit de IJsselmeervisserij.

http://www.corkint.info

2007

mei 2007

mei 2007: Spiegel der Zeilvaart Mei 2007 nummer 4 - Wieringer bol Eudia herleeft

Na enkele eenzame jaren in een Fries botenhuis heeft de Wieringer Bol 'Eudia' vorige zomer een nieuwe trotse eigenaar gevonden. Direct daarna heeft Pier Piersma in Heeg het schip grondig gerestaureerd, zodat de 'Eudia' voorlopig de tand des tijds weer kan doorstaan. Van de oorspronkelijke houten bollen is, voor zover bekend, alleen de Eudia in varende staat behouden gebleven. Dit is te danken aan alle vorige eigenaren die dit unieke schip gelukkig altijd van de sloop behoed hebben.
Een bekende vroegere eigenaar was Dr. T. Huitema, de schrijver van het standaardwerk Ronde en Platbodemjachten en in leven erelid en secretaris Stichting Stamboek Ronde & Platbodem jachten. Hij heeft de Eudia in 1953 als wrak gevonden en als eerste grondig laten restaureren bij Tjeerd v.d. Meulen in Joure. Daarna heeft hij er decennia lang mee gevaren. Tijdens de recente verbouwing zijn delen van het boeisel en de mastvoet vervangen en zijn restauraties verricht aan rondhouten en dekbalken. Ook is
het vooronder aangepast om er met een familie met vier kinderen mee op vakantie te kunnen. Na een aantal laklagen ligt de 'Eudia' weer trots te glimmen in de zon. Zij is opgenomen in het register Varende Monumenten (nr. 1526) en is aangemeld bij VSRP/SSRP en ingeschreven onder stamboeknummer 20.

pdf SdZ Mei 2007 nr04 - Wieringer bol Eudia herleeft

2020

16 juni 2020

16 juni 2020: E-mail van Gooike van Slooten

Eudia de Ridder-Pierson is mijn overgrootmoeder naar wie deze Wieringer Bol door W.B. Tholen is vernoemd. Ik ben in het bezit van een ''eigen druk" van de ets "De Eudia onder zeil", aangeboden door Den Schipper-Etser aan Mevrouw Eudia de Ridder-Pierson.
De echtgenoot van Eudia kwam uit Dordrecht, waar hij veel vrienden vandaan meenam naar zijn nieuwe gezin. Jan Veth, de Marissen en Tholen kwamen bij haar thuis. Tholen liet haar ook zijn gehele persoonlijke schetsboek na. Haar vader Allard Pierson heeft de naam Eudia kunnen aangeven bij de burgerlijke stand uit een bijbelcitaat uit een Griekse editie waar staat dat er Schoon Weder aan kwam, waarmee hij deed alsof dat een persoon was met die naam. Goede Stemming kan ook.
Herman van Slooten was een dierbare oud-oom met zijn boeiertje tegenover Molenaar in Grouw.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht