De miniatuur Boeier Stânfries: een bijzonder model

Heer van stand bekijkt de boeier in zijn vijver

In de Spiegel der Zeilvaart van Oktober 2014 schrijft Peter Tolsma het volgende:
Begin 2014 kreeg ik een bijzondere foto in handen, waarop een heer van stand te zien is. Hij poseert voor zijn vroeg twintigste-eeuwse villa, aan de rand van een vijver. In die vijver drijft een boeier, geen echte maar een miniatuur, als een drijvende trapauto voor de kleinkinderen. Ik begin een speurtocht naar de achtergrond van het scheepje. De opmerkelijke foto kreeg ik via Gerard ten Cate, de auteur van Ouder Zeilend Hout opgestuurd. Het is een foto die meteen een geweldige sfeer oproept. Zo te zien is hiervoor geposeerd. Op de foto staat een heer van stand, voor zijn vroeg twintigste-eeuwse villa, aan de rand van een vijver, met daarin het model van een boeier. 

Nicolaas Adrianus Bernhard scheepsbouwer in Amsterdam

Eigenlijk is het, gezien de grootte, nog meer een miniatuurboeiertje dan een model. Als ik zoiets zie, is mijn nieuwsgierigheid gewekt en wil ik er achter komen wie de persoon op de foto is, waar de prent geschoten is, wat voor boeiertje daar drijft, en of dat boeiertje ook nog bestaat. Gerard kon me op de eerste vragen direct antwoord geven. De persoon op de foto is de heer Nicolaas Adrianus Bernhard, een gerenommeerde Amsterdamse scheepsbouwer, voor zijn villa te Zandvoort rond het jaar 1915. 

Nicolaas Adrianus nam in 1880 het bedrijf van zijn vader over. Hij kocht zijn beide broers uit, ging in het huis op de Lijnbaansgracht wonen, en overkapte het werfterrein grotendeels, zodat er ook bij slechter weer doorgewerkt kon worden. Vanaf de overname bouwde hij ook een tiental houten boeiers van tussen de 8 en 11 meter lengte. Daaronder de bij ons bekende boeiers 'Phoeníx', en de 'Ludana'. Hij was een ambitieus en ver vooruitdenkende man, die onder meer de bouw in ijzer op deze werf introduceerde. Aanvankelijk voor de bedrijfsvaartuigen die er nog volop geproduceerd werden, maar later ook voor plezier¬jachten. Hij bouwde bijvoorbeeld zowel stalen boeiers ('Frans Naerebout', 'Sextet' en de 'Vrouwe Christina') als ook centerboards (de 'Yum-Yum', de 'Wilhelmina', etc.), waarmee hij naam wist te maken. In 1914 neemt zijn zoon Harmen Jr. Nzn, de werf over, die al in 1901 verplaatst wordt van de Amsterdamse binnenstad naar een braakliggend werfterrein te Nieuwendam,en zijn broer Nicolaas Jr. krijgt een eigen werf in Oostzaan toebedeeld. Vader Nicolaas houdt het werk op de werf dan voor gezien.

De villa met de vijver

De villa "Nevermind" (het huis op de foto) werd in begin 1914 gebouwd te Zandvoort aan de Kostverlorenstraat 118, op een duintop voor Nicolaas Adr. Bernard. Inmiddels is het huis geheel ingebouwd geraakt in de uitbreidingen van Zandvoort, maar bestaat het nog steeds. Het heet thans "Het huis met de Vijver". De oplevering geschiedde op 16 juni 1914. 

Het Boeiermodel

Aan het huis waren meerdere serres gebouwd, waarvan een die uitzag op het vijvertje, dat Nicolaas overigens apart heeft laten aanleggen nadat hij het miniatuurboeiertje had besteld. Het boeiertje dat de naam Stânfries draagt, werd besteld bij Auke van der Zee te Joure, nota bene de zoon van zijn grootste concurrent, Eeltje Holtrop van der Zee. In de werfboeken vinden we het Boeiertje ook terug met vermelding 4a-134 1916 boeijertje Bernhard. Wat de reden van deze opdracht is, is helaas onbekend, maar het is hoogst opmerkelijk te noemen dat hij niet zelf aan de slag ging, of een van zijn zoons opdracht gaf een dergelijk scheepje te maken.
Het miniatuurboeiertje is duidelijk een model van een grotere boeier. Het is bovendien het enige bekende model of miniatuurboeiertje dat door Auke van der Zee gebouwd is. Als ik kijk naar het feit dat er een flink braadspil op het voordek staat, er wat langere zwaarden aan hangen en de gangboorden ook doorlopen naast de kuip (eigenlijk dus geen kuip maar een "stuurstoel"), dan zal Aukebaes een echt grote boeier voor ogen hebben gestaan. Ook andere details wijzen daarop. Het model is met een grote nauwkeurigheid gemaakt en geheel volgens de wijze waarop boeiers ook in werkelijkheid gebouwd werden. Achter de luikjes van de instap voorop, zijn de handstukken in de kop te zien en op de berghouten de droge naadstukken net onder de boeisels.
Apart vermeld moet natuurlijk worden het snijwerk op de hennebalk. Door dit steekwerk kennen we nu de naam van het model, iets wat tot nog toe onbekend was gebleven: "STANFRIES" . Maar hoe komt Bernhard erbij om het model in zijn tuin de naam Stânfries mee te geven? Zou hij de echte oude Stânfries (ook wel Standvries en Standfries genoemd en geschreven) hebben willen eren en daarmee Eeltjebaes, die dat schip voor G. de Vries uit Grouw als Fries jacht heeft gebouwd en voor wie hij haar ook rond 1878 perfect heeft omgebouwd tot boeier? 

Verkoop aan Zuiderzeemuseum

Na het overlijden van Nicolaas Bernard, in 1926, wordt het scheepje met vitrine en al in de hal van de scheepswerf te Nieuwendam gezet. Het heeft daar een groot aantal jaren gestaan, maar uiteindelijk wordt het door de erfgenamen verkocht aan het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. Het heeft daar enige tijd in de vaste opstelling van de schepenhal gestaan, onderaan de trap, maar is later in depot gegaan. Door de kleinzoon van Bernhard kwamen we er achter dat het scheepje waarschijnlijk nog steeds in het bezit is van het museum.  Bij navraag bleek dat te kloppen en werden we in de gelegenheid gesteld om het te komen bekijken. Dat gaf ons de gelegenheid om dit artikel te schrijven en zo als het er nu uitziet gaan we alsnog proberen om het scheepje opgemeten te krijgen. De documentatie bij het model is overigens summier; een brief en rekening van de aankoop, en het briefje van Auke van der Zee aan NA Bernard.

Spiegel der Zeilvaart Oktober 2014 nummer 8 - De Stânfries een bijzonder model

pdf SdZ Oktober 2014 nr08 - De Stânfries een bijzonder model

Terug naar vorige pagina