Idse

Idse

De 'Idse' is in 1970 gebouwd door Joop Idsinga uit Bolsward. In de Waterkampioen nummer 2 van 1968 zegt joop in een interview: "Een goede Fries gaat niet over één nacht ijs." Idsinga heeft het model van bestaande schepen goed bekeken en boeken bestudeerd. Voorzichtig is hij gaan tekenen en rekenen aan het schip, dat hij zou willen hebben. Het rekenen gold niet zozeer de water­verplaatsing en dergelijke, maar voor­al het budget. En er kwam uit, dat de scheepswanden ieder gemaakt moes­ten kunnen worden van drie staal­platen van twee meter lengte. Hieruit resulteerde met enig passen en meten een lengte over de stevens van 5,60 meter. En uitgaande van deze weten­schap werden de spanten uitgezet. 

Joop Idsinga liet een tjotter en een stalen Fries jacht (de 'Idse') het leven zien en heeft later een boeier eveneens van staal gebouwd. Vanaf 1974 heeft hij hij samen met Tj. Brinksma op de Jachtwerf "De Nieuwe Kielkade' nog vele ronde en platbodemjachten gebouwd.

Eigenschappen

Plaquette nummer:772 Zeil nummer: RD93
Categorie:B Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1970 Ontwerper:J. Idsinga
Werf:J. Idsinga Werf plaats:Bolsward
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Staal Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,60 m Breedte berghout:3,05 m
Diepgang:0,60 m Masthoogte water:13,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1970 – 1974 J. Idsinga, Bolsward ( Nim it for leaf (Dolfijn))
1974 – 1995 P. en T. van Zutphen, Rotterdam ( Idse)
1995 – Nu (laatst bekend) D. van der Lelij, Rotterdam ( Idse)

Geschiedenis

1970

1970

1970: De bouw van de 'Idse'

Waterkampioen Nummer 2 17-01-1968: Het schip van Idsinga

Gait L. Berk schrijft in de Waterkampioen het volgende over Joop Idsinga:
Het schip van Idsinga in Bolsward: „Wanneer u dit schip ziet dan staat u verbaasd .... de man heeft goud in zijn handen ... hij kan alles over schepen vertellen ... als u komt, dan krijgt u een hele Waterkampioen vol, dat verzeker ik u."
Nu, dit laatste is in ieder geval een voordeeltje, dat ons niet alle maanden deelachtig wordt en zo zal het wel niemand verbazen, dat ik niet lang daarna op een winderige zaterdagmiddag in Bolsward bij het schip in het loodsje stond. Het moest op zaterdag gebeuren, want in de week werkt Idsinga in een kolenhandel. Alleen zijn vrije tijd kan hij aan het schip besteden. Dan krijgt hij dus het goud in zijn handen én het staal. Want van dit weerbarstige materiaal bouwt deze Fries zijn Friese Jacht. Hij bolt en rekt het in de vorm en last het elektrisch aan elkaar.

pdf Waterkampioen Nummer 2 17-01-1968 - Het schip van Idsinga.pdf

1975

1975

1975: Meetbrief Fries jacht 'Idse 1975

1980

maart 1980

maart 1980: Spiegel der Zeilvaart Maart 1980: Over versieren en versierders o.a. van de 'Idse'

Hein Bakkeren (schrijver boek "Hakken in Hout") schrijft:
Speels in de allerbeste zin van het woord is bijvoorbeeld de roerklik van de „Idse". Hij is van een niets ontziende joligheid en overdadigheid. Het sluit aan op een traditie, maar is nergens aan gebonden, de goedmoedigheid van de ronde vormen, het bolblazende gezicht, de gespannenheid in de vervooruitziende ogen, de toeter die uitgewerkt is tot een bloemkelk en de sterke krul in de staart, alles toont een vrolijke kracht. Het straalt vrijheid en blijheid uit en ik maak me sterk, dat het tijdens sombere buien de roerganger een hart onder de riem zal steken. Bij nadere informatie bleek het door de eigenaar zelf gemaakt te zijn. Hij moet een enorm plezier in z'n werk gehad hebben en had kennelijk ook talent genoeg om dat uit te dragen. Een tien met een griffel, dit is versiering op z'n best.
Deze en nog veel meer fraaie voorbeelden van Versieringen kun u vinden op onze pagina over Scheepsier.

2012

2012

2012: Foto overzicht

2014

10 mei 2014

10 mei 2014: Deelname aan de Motketel wedstijden op Loosdrecht

6 augustus 2014

6 augustus 2014: Het verhaal van Tom van Zutphen, één van de twee broers, die de 'Idse' kochtten van Joop Idzinga

Wat leuk dat de 'Idse' nu zijn erkenning krijgt in deze pagina's! Wij (mijn broer Peter en ik) zijn de eerste eigenaren na Joop en (gedeeltelijk) verantwoordelijk voor de 'Idse' in zijn huidige vorm.

In het kort onze geschiedenis met de 'Idse':
Wij zagen de "Dolfijn" (want dat stond er op het naam bordje) in 1974 varen op het Heegermeer en hebben toen gevraagd waar de boot vandaan kwam. Van het één kwam het ander. De boot was net "zeilklaar" gekomen en na enig overleg hebben wij alleen de romp met motor van Joop gekocht. Hij heeft al het zeilwerk (mast, giek, roer, zwaarden, blokken, zeilen, etc.) behouden en van het geld de romp van de Boeier "Rispinge" gebouwd (De 'Idse' met een meter erbij). Dit is precies wat wij wilden, houtwerk konden we zelf maken, maar zo'n mooie ijzeren romp met een buitengewoon mooie zeeg niet! Een groot gedeelte van de romp is zelfs van het gekeurde ijzer van een oude gastank gemaakt. Voor Joop was dit ook het beste, want ijzer bewerken vond hij leuk en met het behoud van al het zeil en houtwerk kon hij dan weer snel zelf zeilen.

In de eerste winter hebben we het roer, de zwaarden, de blokken met buitenbeslag, bronzen helmstok en al het hang- en sluitwerk voor de mast en de giek en gaffel gemaakt. Dit ijzerwerk naar de mastmaker gebracht en de gaffel naar Molenaar de zeilmaker. In de zomer vanaf de Kralingsche plas (we woonden in de Alexander polder, dus dichtbij) naar Bolsward voor de mast en giek en natuurlijk naar Joop om ons werk te laten zien. Daarna naar Sneek voor het zeil. Vlak voor de SSRP-reünie in Heeg was het schip zeilklaar. In de 3 daarop volgende jaren hebben we de rest van al het houtwerk afgemaakt ( o.a. bedelbalk, ander snijwerk en watertonnetje, bekisting, etc.). Heeg bleef onze zomerse uitval basis voor vele jaren en na de vakanties weer terug naar Rotterdam.

Ter ere van de bouwer Joop Idsinga en de bouwer (Ids van de Werf, "Kromwâl", Britswerd) van ons eerdere ijzeren tjotter "De Wilde Bearch", hebben we het schip toen omgedoopt naar "Idse", een meer unieke naam die eer aandoet aan de geschiedenis van dit Friese jacht en onze ervaring met een “Ids”. De naam "Dolfijn" was al eerder gebruikt voor veel andere en bekende schepen en vonden we niet passend.

Het anker is uniek. Een neef van ons heeft dit door een "smitje" bij de goudmijnen nabij Johannesburg laten maken. Dit naar een voorbeeld-foto van een oud gesmeed anker uit het museum in Sneek. Vooral de "gevulde", net als "gesmede" handen maken het een mooi anker, De stok van het anker is van een gehard staal, "een as uit een machine" gedraaid dus. In twee delen kwam het aan in Nederland en boven het gasfornuis hebben we de stok in het anker laten "krimpen".

Omslag Spiegel der Zeilvaart  maart 1980 nummer 1 - Roerklik van de 'Idse'
Omslag Spiegel der Zeilvaart maart 1980 nummer 1 - Roerklik van de 'Idse'

In 1995 hebben wij het schip aan D. van der Lelij  verkocht. De unieke tweede roerklik (bolle dikkerd die al blazend op zijn hoorn des overvloeds van een golf af rolt) hebben we behouden. Een foto daarvan heeft ooit op het voorblad van de Spiegel der Zeilvaart gestaan. Vermeldens waard is ook de tocht samen met de Boeier 'Constanter, het Fries jacht 'Willemijntje' en de 'Idse' op naar de eerste Sail Amsterdam in 1975. Mooie tijden en herinneringen!

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht