Brack

Dirk Huizinga schrijft in zijn boek "Lemsteraken voor de recreatie":
Deze visaak is vanaf 1901 steeds in gebruik gebleven bij de familie Visser in De Lemmer. Ze voer aanvankelijk met Jelle A. Visser als ‘De Jonge Andries’ onder nummer LE158 (Rapport Redeke bijlage II). Na de her-registratie uit 1911 als LE58 en vanaf 1935, na het overlijden van Jelle, met Andries R. Visser, de zoon van Jelles broer Rinze, met nummer LE64.
In 1957 werd ze gekocht door Ir. Koolhaas, die de aak op een vrachtschip naar Hong Kong liet verschepen. Daar werd de aak in 1960 nauwkeurig opgemeten en tot jacht verbouwd. Later is de aak weer teruggekomen in Nederland.
Geschiedenis
De LE58 werd in 1911 ingeschreven voor visser Jelle A. Visser onder de naam ‘De Jonge Andries’. In 1911 liet Rinze A. Visser ook een half gedekte platbodem inschrijven onder nummer LE64, ook met de naam ‘De Jonge Andries’. Dat zou volgens Jan Wouda een houten aak zijn geweest, terwijl de aak van Jelle Visser een ijzeren aak was, gebouwd bij Bos in Echtenerbrug.
De zoon van Rinze A. Visser, Andries R. Visser, liet in 1935 een even groot schip registreren, weer onder de naam ‘De Jonge Andries’. Welke aak was dat? Normaal gesproken die van zijn vader. De verklaring kan zijn: een houten visaak heeft een eindig leven. Het is dus waarschijnlijk, dat de LE58 over is gegaan van Jelle A. Visser naar Rinze A. Visser (of diens zoon).
Vanuit de overlevering wordt gesteld, dat de aak die wij kennen als de LE64 vroeger ook als LE58 heeft gevaren. De foto hieronder, van de jaarlijkse wedstrijd toont de LE58 voorop, een ijzeren aak. Wellicht dat zoon Rinze A. Visser in 1935 is gaan vissen met de LE58 van Jelle A. Visser, terwijl de oude houten LE64 in 1935 uit de vaart is genomen...?
In 1957 (na verlaten van de visserij) is de Lemsteraak verbouwd tot jacht in Hongkong. De kajuit is gemaakt van ijzer en op het schip geklonken. Het interieur is opgebouwd met hout, dat is gesloopt uit oude koopvaardij- of passagiersschepen. De mast is nog van 'Amerikaans grenen'.

Eigenschappen
Plaquette nummer: | 354 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | A | Tekening nummer: | |
Type: | Lemsteraak |
Bouw
Bouwjaar: | 1901 | Ontwerper: | J.J. Bos |
---|---|---|---|
Werf: | J.J. Bos | Werf plaats: | Echtenerbrug |
Motor: | Inbouw | Motor type: | |
Materiaal romp: | Staal | Materiaal kajuit: | IJzer |
Materiaal zeil: | Dacron | ||
Onderwaterschip: | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 11,30 m | Breedte berghout: | 3,75 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 1,00 m | Masthoogte water: | 14,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Register Varend Erfgoed Nederland
Registratie nummer: | 1500 | Registratie datum: | 17-03-2022 |
---|---|---|---|
Geregistreerd als: | Varend Monument® |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1901 – 1911 | Jelle A. Visser, Lemmer ( LE158 'De Jonge Andries') |
---|---|
1911 – 1935 | Jelle A. Visser, Lemmer ( LE58 'De Jonge Andries') |
1935 – 1957 | Rinze A. Visser ??, Lemmer ( LE64 'De Jonge Andries') |
1957 – 1968 | Ir. R.D. Koolhaas, Laren (NH) ( Brack) |
1968 – Nu (laatst bekend) | S.J. Henstra, Tijnje ( Brack) |
Geschiedenis
1938
1938
1938: Foto's van de LE64 tijdens zeilwedstrijden




1956
10 augustus 1956
10 augustus 1956: Leeuwarder Courant: De laatste keer Aken en Sloepen bij Lemmer?

1984
1984
1984: Lemsteraken weekend in Lemmer

1990
1990
1990: Fotoalbum Lemsteraak 'Brack'

2016
24 januari 2016
24 januari 2016: E-mail van de heer J.W. Koolhaas
Ir R.D. Koolhaas heeft de LE64 in 1957 gekocht van de eigenaar, de heer Visser in Lemmer. De aak is naar Rotterdam gevaren, waar zij als deklading op een schip van de VNS of een nieuwbouw schip van de KJCPL naar Hong Kong is getransporteerd. In Hong Kong is zij naar het ontwerp van de nieuwe eigenaar verbouwd bij "The Kowloon Dock Company" en is toen omgedoopt tot "Brack" naar één van de schepen van Houtman. Tot en met de zomer van 1960 is er rond Hong Kong gevaren. In het voorjaar van 1961 is de aak weer naar Nederland gebracht.Daarna heeft de 'Brack' een aantal reizen naar Scandinavië gemaakt.
In 1968 is de 'Brack' verkocht aan de heer Siebe Henstra.









25 januari 2016
25 januari 2016: Het bestaan van Lemsteraken van Hout
Aanvulling van Dirk Huizinga
Mijn stelling was altijd, dat er, op de 'Zevija' na, geen houten Lemsteraken bewaard zijn gebleven. Toen ik een paar jaar geleden in het Fries Scheepvaart Museum een voordracht hield over ‘Dè Lemsteraak bestaat niet’, kwam na afloop een oudere man naar me toe die mij een foto gaf van een houten visaak. Hij was een nazaat van de familie Visser uit De Lemmer en hij wilde mij laten zien dat hun houten aak nog in functie was tot in het midden van de vorige eeuw. Niet meer op het IJsselmeer, maar als moederschip voor de binnenvisserij.


Nu weet ik helaas niet van welke familie Visser de schenker van die foto was. Er waren diverse ‘Vissers’ in Lemmer, maar slechts een paar met een grote aak. Ook waren er rond 1915 maar heel weinig houten aken in gebruik. Het is dus mogelijk, dat deze foto van een houten visaak de oude, houten LE64 is. Opvallend is ook dat deze aak sprekend lijkt op de ijzeren aak die Bos voor de familie Visser bouwde. Het zou dus denkbaar zijn dat Bos zowel de houten LE64 heeft gebouwd als de ijzeren LE58/64 ......
Helaas blijft het speculatie!
De stamboom van de fam. Visser op www.spanvis.nl vertelt: Jelle Visser liet de ijzeren LE58 bouwen bij Bos. Jelle leefde van 1871 – 1935. Hij overleed in 1935 in Oldeboorn, waar zijn zoon Renze een viswinkel had. De houten aak LE64 werd door Renze uitgeschreven en zijn zoon Andries nam de ijzeren aak LE58 over van zijn oom Jelle. Het schip werd geregistreerd onder nummer LE64 en kreeg de naam ‘De Jonge Andries’. Overigens: de oudere zus van Jelle Visser, Klara, was getrouwd met Auke Bakker van de LE6.
Visserijregistratie vanaf 1882
De visserijregistratie van de LE64 is die van 1911, toen de vissers zich opnieuw moesten inschrijven voor de kustvisserij en waarbij tevens de gemeentelijke registraties werden opgeschoond (‘omnummering’). De verplichting om als visser op de Zuiderzee bij je gemeente geregistreerd te staan, stamt uit 1882 en was bedoeld om wat meer greep te krijgen op de tot die tijd vrije zeevisserij. H.C. Redeke deed in 1905 i.o.v. de regering onderzoek naar de Zuiderzeevisserij en maakte daarbij overzichten van de geregistreerde vissersschepen per gemeente.


In 1905 stond de ijzeren aak van J.A. Visser nog geregistreerd als LE158 en de naam ‘De Jonge Andries’. Jelle zijn vader Andries R. Visser had een houten aak geregistreerd onder nummer LE164 met de naam ‘’De jonge Kaatje’. In 1911, bij de registratie voor de kustvisserij, kreeg Jelle A. Visser nummer LE58 voor de ijzeren aak en zijn broer Renze A. Visser nam de houten aak van vader Andries over met de nieuwe registratie LE64 onder een andere naam ‘De Jonge Andries’.
In 1935 overleed Jelle A. Visser. De houten aak LE64 werd door Renze uitgeschreven en hij nam de ijzeren aak LE58 over van zijn oom Jelle. Het schip werd geregistreerd onder nummer LE64 en de naam ‘De Jonge Andries’.
2020
31 juli 2020
31 juli 2020: Reactie van Anneke Koehof
De LE 64 was van mijn ooms, broers van mijn moeder, de fam. Visser uit Lemmer. Ik vond het heel erg te horen dat deze in 1957 verkocht werd omdat er geen droog brood meer te verdienen viel in de visserij. Dat de aak naar Hongkong ging om te worden omgebouwd vond ik toen helemaal niet leuk.
Tien jaar later woonde ik in Weesp en tijdens een wandeling in de richting van het Amsterdam Rijnkanaal zagen we ineens op een werf een witte aak liggen. Dat was op zich al bijzonder, maar wie schetste onze verbazing toen we zagen dat het de LE64 was? Ik denk dat er een andere motor was ingebouwd. Vond ik het mooi? Op zich wel, maar het was emotioneel dat dit stoere schip, waar ooit zo hard op gewerkt werd, nu als een soort 'luxe paardje' rond voer. Ik hoorde later dat de eigenaar mijn oom nog vaak bezocht.
Toen het schip 100 jaar bestond hebben de toenmalige eigenaren de familie aan boord uitgenodigd. Het leek de eigenaar wel leuk om op de ene kant LE58 en op de andere kant LE64 te zetten. Mijn oom Wieb weigerde aan boord te gaan, eerst moest dat LE58 eraf. Later, dat is ook alweer bijna 21 jaar geleden, troffen we de LE64 aan tijdens Sail 2000.
Heb ook nog wat foto's waarop familie van de gebroeders Visser tijdens een tochtje op de aak zitten. Dat was een tochtje om de motor te laten verzegelen op een werf die notabene naast hun huis was gelegen. De verzegeling had te maken met de onderlinge hardzeilwedstrijden in de tijd 'dat geluk nog heel gewoon was'. Doordat De Rien in Lemmer was gedempt kon men die doorvaart niet meer maken en moest er helemaal omgevaren worden via De Brekken. (De LE64 ging naar de werf van Bos in Echtenerbrug. Dat kon door de Rien, Tjeukemeer, Pier Christiaansloot. Toen vanwege het gemaal Tacozijl een stroomkanaal naar de Brekken was aangelegd in 1920 werd er dus gevaren door de Zijlroede naar de Brekken en aan de noordzijde stuurboord uit naar Follega en dan het Tjeukemeer over).
Ik was erbij en het maakt deel uit van de gelukkige herinneringen, die ik als kind had op vakantie in Lemmer.



2021
september 2021
september 2021: Foto's Lemsteraak Brack' op het Wad


2025
28 april 2025
28 april 2025: Reactie van Henk Evelaar
Wat leuk deze informatie over het schip van mijn ooms te lezen. Als kleine jongen( ik ben nu 75) heb ik laatste stukje van het nog in bedrijf zijn van het schip meegemaakt. Het mooie is dat de koperen kombuis lamp, nog steeds in mijn huis aanwezig is. Dank voor de fantastische informatie.