Catharina Elisabeth

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "De Boeier" over de Boeier 'Catharina Elisabeth':
Over het lot van deze boeier is helaas niet veel bekend. Hij maakte deel uit van de serie opdrachten die de Jouster werf in de jaren tachtig van de negentiende eeuw ten deel viel als gevolg van de oplevende belangstelling voor de zeilsport in Amsterdam, hetgeen leidde tot de oprichting van de Zeilvereeniging 'Het Y' in 1885. In het bestek is weliswaar sprake van een jacht, maar ook van een roef, waaruit blijkt dat dit schip inderdaad een echte boeier was.
De opdrachtgever J.Th.C. van Campen was ook actief lid van `Het Y' en kennelijk een liefhebber van wedstrijdzeilen, want reeds hetzelfde jaar van de stapelloop vinden wij de "Catharina Elisabeth" vermeld in de deelnemerslijst van de Sneeker Hard-zeildag. Die dag betekende voor de Zeilvereeniging `Sneek' een hoogtepunt in haar bestaan tot dan toe door het bezoek van vier vermogende Amerikanen van Nederlandse afkomst. Ook de volgende jaren, tot en met 1891, trok Van Campen in het kielzog van Clignett, Jurrjens en andere Amsterdamse boeierzeilers naar Friesland om aan de hardzeildag deel te nemen, zoals onder meer blijkt uit verslagen in de Leeuwarder Courant en het Sneeker Nieuwsblad uit die jaren. Crone vermeldt in zijn meermalen aangehaalde gedenkboek dat Van Campen in 1888 met zijn nieuwe boeier (tezamen met verschillende andere boeiers) ook reeds deelnam aan de festiviteiten ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging in 1888.
Eigenschappen
Plaquette nummer: | 9193 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | V | Tekening nummer: | |
Type: | Boeier |
Bouw
Bouwjaar: | 1887 | Ontwerper: | E. Holtrop van der Zee |
---|---|---|---|
Werf: | E. Holtrop van der Zee | Werf plaats: | Joure |
Motor: | Motor type: | ||
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | Eikenhout |
Materiaal zeil: | Katoen | ||
Onderwaterschip: | Gepiekt | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 8,30 m | Breedte berghout: | 3,55 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,00 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1888 – 1896 | J.Th.C. van Campen , Amsterdam ( Catharina Elisabeth) |
---|---|
1896 – 1900 | G.M. Titsingh en B.W. van Vloten, Amsterdam ( Catharina Elisabeth) |
1900 – 1905 | F. de Surgeloose, Antwerpen ( Catharina Elisabeth) |
1905 – onbekend | R. Loens, Antwerpen ( Catharina Elisabeth) |
Geschiedenis
1888
1888
1888: Bestek
Een Boeijer gemaakt voor de Heer J.Th.C. van Campen.
Lang 30 voet, hoog voor 5 voet 9 duim, achter 5 voet 1 duim.
Hol onder berghout 3 voet, dit is onderkant van de kil en onderkant stoothouten en berghout.
Roef lang 8½ voet, stuurstoel 8½.
Voorend 12 voet 10 duim.
Tusschen koker en waterlist 13 duim.
De ... lang 4 voet.
Wijd geheel buiten werk 120 voet.
Hol onder zeilwerk 4 voet 5 duim tegen zeilbalk en op de kil, zeilbalk 3 duim.
Waringen binne boord en rijswaring 21½ duim voor.
Scheergang br 12 duim, voor bij de waring 13 duim, achter bij de steven 9½ duim.
Koker wijd 9½ duim.
Zwaarden lang 8 voet 4 duim, br 4 voet 8.
De mast 38 voet, giek 200 voet met ijzer.
Het jacht van Van Campen aangenomen te maken buiten zittingen, met tafel, kast, kachgel, huisraad voor de som van drie duizend Guldens.
2004
2004
2004: De Boeier 'Catharina Elisabeth' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer
Van Campen heeft direct na de vorming van de Verbonden Zeilvereenigingen van Nederland en België zijn boeier als wedstrijdjacht laten registreren. Uit het oudste meetregister (folio 155) blijkt dat de "Catharina Elisabeth" op 10 juni 1890 is gemeten; de Wedstrijdtonnemaat WT bedroeg 5,9. In de deelnemerslijsten van de KNZRV komt zij nadien nog slechts één keer voor en wel tijdens de wedstrijden op 4 en 5 juli 1891, met als concurrenten de boeiers "Sperwer" van Jurrjens en "Parkeler" van Roeters van Lennep. Kort daarna moet zij zijn verkocht.
In 1896 blijken de heren G.M. Titsingh en B.W. van Vloten te Amsterdam de nieuwe eigenaren te zijn. De naam is dan veranderd in "Persévérance". Dat deze boeier dezelfde is als de "Catharina "Elisabeth" van Van Campen moge blijken uit het volgende. Het reeds aangehaalde oudste meetregister vermeldt op folio 276 dat op 4 september 1896 de boeier "Persévérance" van Titsingh en Van Vloten door de Officieele Commissie is gemeten. Op dezelfde wijze als bij andere hermetingen wordt in dit geval verwezen naar folio 155, waar de meting van de "Catharina Elisabeth" op 10 juni 1890 staat genoteerd. De afmetingen Ls = 8,30 m en B = 3,52 m zijn praktisch identiek, de berekende Wedstrijdtonnemaat WT is 6,0, 0,1 groter dan van de "Catharina Elisabeth", mogelijk veroorzaakt door een iets andere trim van het schip (wat bij andere hermetingen ook wel voorkomt).
Van Vloten en Titsingh nemen met hun nieuw verworven bezit in 1896 deel aan de KNZRV-wedstrijden en ontmoeten daarbij de "Nora" van Banger, de "Telephoon" van Bernhard en de "Sperwer". In 1897 verschijnen zij nogmaals aan de start. Enkele jaren later blijkt de boeier echter weer verkocht te zijn, want in de KNZRV-deelnemerslijst van 1900 staat hij op naam van de Antwerpenaar Fred. de Surgeloose. Ook deze behoudt hem maar kort; in 1905 vinden wij hem voor het laatst bij de KNZRV vermeld, nu op naam van R. Loens te Antwerpen. Wat er nadien van deze boeier geworden is hebben wij niet kunnen achterhalen.