Dankbaarheid

Renger Kremer vond in 1966 het verwaarloosde scheepje, dat bij Uithoorn in de Amstel lag. Het begin van een nieuw leven. Het schip werd gekocht en een vijfjarenplan opgesteld. Eén van de eerste werkzaamheden was het repareren van de romp. Voor het overige ijzerwerk en de kajuitopbouw ging het schip vervolgens naar een werf in Ter Aar. Toen kon de eigenlijke bouw pas beginnen. In overleg met jachtarchitect Baron van Hoëvell die verstand had van het tuigen van oud-Hollandse scheepstypen kreeg De 'Dankbaarheid' zijn nieuwe uiterlijk.
De 'Dankbaarheid' werd in 1979 ingeschreven in het Stamboek met plaquettenummer 1060. Daarbij werd het type vermeld als Poon. De Poon was een veel voorkomend scheepstype in hout, maar is niet of nauwelijks gebouwd in ijzer. Er zijn Zuid-Hollandse tjalken die sterk doen denken aan de Zeeuwse Poon, wat met name opgaat voor sommige Zuid-Hollandse paviljoen jachten. Enkele van deze schepen werden door hun eigenaars aangeduid als poon en ook als zodanig gerestaureerd, ook als werden zij bij eerste metingen getypeerd als paviljoen jacht. In het geval van de 'Dankbaarheid' zijn bij de restauratie een aantal aanpassingen gemaakt aan het schip die de "poon associatie" versterken. Deze aanpassingen zijn onderdeel geworden van het verhaal dat hoort bij het schip.
De 'Dankbaarheid' heeft jarenlang het zeilnummer VA61 in het zeil gevoerd. Dit nummer wordt in de toekomst weer in het grootzeil gevoerd. Administratief is door het Watersportverbond ook het TA-nummer TA141 (nummering sinds 1965) toegevoegd, maar dit nummer zal niet op het schip zichtbaar zijn.
De 'Dankbaarheid' is gebouwd in 1894 op de werf van Wed. Joh. van Duyvendijk in Krimpen aan de IJssel. Bij een eerste meting in 1900 werd het schip getypeerd als Paviljoenjacht. Wie de opdrachtgever was hebben we nog niet kunnen achterhalen. De eerst bekende naam van het schip was 'Willemina Woutrina'. Meetbrief 30 juli 1900 van eigenaar J. vd Made.
In het boek "Scheepstypologieën" wordt de paviljoentjalk als volgt beschreven:
Paviljoentjalken (ook wel paviljoenschuiten of -jachten genoemd) werden gebruikt voor de vaart in Holland en Zeeland. De termen tjalk en schuit worden meestal als synoniemen gebruikt. Volgens sommigen echter wordt met de term schuit een bepaald tjalkachtig type aangeduid dat enige overeenkomst met de poon zou hebben. De bouw en de vorm komen weliswaar overeen met die van de grotere Hollandse tjalken, maar de afmetingen waren veelal kleiner en dat maakte de schepen geschikt voor het bevaren van wat kleinere binnenwateren. Omdat de woning zich onder het verhoogde achterdek (paviljoen) bevond, hadden de schepen een lage kruiphoogte.

Eigenschappen
Plaquette nummer: | 1060 | Zeil nummer: | VA61 |
---|---|---|---|
Categorie: | A | Tekening nummer: | |
Type: | Poon |
Bouw
Bouwjaar: | 1894 | Ontwerper: | Van Duyvendijk |
---|---|---|---|
Werf: | Wed. Joh. van Duyvendijk | Werf plaats: | Krimpen a/d IJssel |
Motor: | Inbouw | Motor type: | Dieselmotor: MAN/Nanni, type 6.660E (120 pk/2000 toeren) |
Materiaal romp: | IJzer | Materiaal kajuit: | Staal |
Materiaal zeil: | Dacron | ||
Onderwaterschip: | Rond | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 15,25 m | Breedte berghout: | 4,65 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,97 m | Masthoogte water: | 17,80 m |
Oppervlakte grootzeil: | 68,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 40,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 20,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 128,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Register Varend Erfgoed Nederland
Registratie nummer: | 1602 | Registratie datum: | 01-02-2023 |
---|---|---|---|
Geregistreerd als: | Varend Monument® |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1894 – onbekend | ( Dankbaarheid) |
---|---|
rond 1900 – onbekend | J.A. v.d. Made, Fijnaart ( Wilhelmina Woutrina) |
1943 – onbekend | A. van Rent, Rotterdam ( Dankbaarheid) |
1966 – 1977 | R. Kremer, Belves ( De Dankbaarheid) |
1977 – 2008 | Sigma Coatings BV, Uithoorn ( De Dankbaarheid) |
2008 – 2021 | PPG Coatings Nederland BV, Hilversum ( De Dankbaarheid) |
2021 – 2023 | SRF - Scheepsbouw- en Reparatie Friesland, Harlingen ( Dankbaarheid) |
2023 – Nu (laatst bekend) | Evert & Elise Westerveld, Amstelveen ( Dankbaarheid) |
Geschiedenis
1900
30 juli 1900
30 juli 1900: Liggers Scheepsmetingsdienst: Details over het schip Wilhelmina Woutrina - Meetnummer: R1421N

1904
1904
1904: Foto van de 'Willemina Woutrina'

1966
maart 1966
maart 1966: De 'Dankbaarheid' zoals Renger het schip zag liggen in de Amstel in maart 1966

1972
mei 1972
mei 1972: De Waterkampioen nummer 11 - Het verhaal van de Paviljoentjalk 'Dankbaarheid'

Anno 1894 werd te Krimpen aan de IJssel te water gelaten het schip 'Dankbaarheid', lang 15 meter en 28 centimeter, breed vier meter en 34 centimeter, met een gemiddelde inzinking van 58 centimeter en een laadvermogen van 50,136 ton. Een schip zoals zoveel zeilschepen in die dagen, bestemd om vracht te varen.
Op 25 maart 1972 wordt in Nieuwersluis opnieuw te water gelaten het schip 'Dankbaarheid', tot jacht verbouwd. Volgens de gegevens de laatste ijzeren Zeeuwse Poon, een uitgestorven geslacht binnenschepen.
Een der meest opvallende kenmerken van de poon was wel de gebogen, van boven sterk naar binnen vallende puntige voorsteven. Als we in de tijd van de opstand tegen Spanje lezen over „kromstevens" in de smalle vlote van de Prins, dan twijfelen we niet aan de verwantschap tussen die kromstevens en de latere poon. De poon was verhoudingsgewijs korter dan de tjalk en ook veel sterker gezeegd dan deze; zij had een wijde platte bodem, de boorden vielen enigszins in en de boegen waren van een goed-Zeeuwse rondheid. Het schip was hecht gebouwd, met forse zaadhouten. Door zijn wijde bodem lag her vast op het water, waardoor het bij een aanwinnende koelte lang van top kon zeilen en bij harde wind een weerbaarheid bezat welke die van de meeste schepen overtrof. Vlot te gaan en weerbaar te zijn bij harde wind en stroom: dit waren de eigenschappen waarnaar bij de bouw van de poon gestreefd was. Daarop wezen ook de kort-gebogen, hoekige klimmen, de invallende boorden, die het schip op zijn berghout smaller maakten dan op het vlak. Om aan de wijde, hoekige bodem toch de nodige bezeildheid te geven lichtte men deze aan de einden plat naar de stevens op, zoals men deed bij een Boskoper boot of een Dordtse schietschouw. Van Loon (Handleiding burgerlijken scheepsbouw, 1838) had voor deze manier van bouwen weinig bewondering. Zij kon nooit een snel schip geven, zegt hij; beter was het in de uiteinden vier boegen meer te branden. Dan zou het verplaatste water de gelegenheid krijgen ook langs de zijden weg te vloeien; nu perste zich dit onder de bodem door en wat niet snel genoeg weg kon stapelde zich voor de boeg op".

1972
Tussen beide tewaterlatingen liggen 78 jaren. Een lang scheepsleven dat misschien is begonnen met beurt- of vrachtvaart en dat leek te eindigen als roestig overslagschip als Renger Kremer in 1966 niet werd getroffen door het mooie model van het verwaarloosde scheepje dat bij Uithoorn in de Amstel lag. Het begin van een nieuw leven.
De tjalk werd gekocht en een vijfjarenplan opgesteld. Een van de eerste werkzaamheden was het repareren van de romp. Op een werf in Vinkeveen beek dat grote delen van de romp moesten worden overgeklonken omdat de koppen van de nagels waren afgesleten. Na enig zoeken vond men de juiste maat nagels. 2200 klinknagels werden vernieuwd, Voor het overige ijzerwerk en de kajuitopbouw ging het schip vervolgens naar een werf in Ter Aar. Toen kon de eigenlijke bouw pas beginnen. In overleg met een jachtarchitect en iemand die verstand had van het tuigen van oud-Hollandse scheepstypen kreeg de poon zijn nieuwe uiterlijk. Renger Kremer kon nu zelf aan het werk op het terrein achter zijn huis in Loenersloot.
Hij moest zijn ongeduld echter nog even bedwingen want een ziekte stelde hem voorlopig nog buiten bedrijf. Daarna kon hij zich echter naar hartelust in zijn liefhebberij uitleven met als gevolg dat een bijzonder jacht tot stand is gekomen. Onder het werk deed de heer Kremer vele ideeën op die de Dankbaarheid tot een zeer modern, klassiek schip hebben gemaakt zonder dat je dat direct ziet. Het is de enige Zeeuwse Poon - en waarschijnlijk het enige ronde platbodem jacht - met hydraulisch bediende zwaarden en ook het anker wordt hydraulisch gehieuwd. De motor is onder het achterdek in het paviljoen ondergebracht en ook de overige techniek zoals een hydrofoor, verwarming en generatorset hebben daar een ruime plaats gevonden. Nagenoeg al het houtwerk kreeg onder de handen van de heer Kremer vorm, terwijl ook vaak achter de draaibank was te vinden, koper dreef of wat laswerk verrichtte. Wat dat betreft werd er door de directie op Kremers aannemingsbedrijf veel overgewerkt.
Het is een schoonheid geworden vindt ook mevrouw Kremer die binnen al het gerief vindt dat een vrouw aan boord zich maar kan wensen. Een stijlvolle salon, een ruime keuken, flinke hutten en een zee van bergruimte. Alles ingericht voor een langduriger verblijf aan boord. En toen was het schip opeens klaar na vijf lange jaren werk. Het tijdelijke bouwloodsje moest worden ondergraven om een geweldige dieplader de ruimte te geven waarop de poon naar de plaats van tewaterlating zou worden gebracht. En toen het spectaculaire transport achter de rug was en het schip veilig door de reusachtige mobiele kraan in zijn element was getild lag daar de 'Dankbaarheid', een opmerkelijke verschijning op het water.



1976
juli 1976
juli 1976: 200 Jarig bestaan van de VS met daarbij een eskader van 9 Nederlandse platbodems
Renger Kremer heeft ter gelegenheid van het 200 jarig bestaan van de VS een eskader van 9 platbodems samengesteld en op transport gezet naar New York. Hij heeft toen meegevaren met een vlootschow op 4 juli 1976. Daarna zijn de schepen de Hudson opgevaren tot aan Albany. Die vaartocht duurde ongeveer een week. In de bijgevoegde liturgie is te zien om welke schepen het ging.



Op 11 juli 1976 is er een kerkdienst gehouden in de First Curch in Albany. In de liturgie worden de namen genoemd van de deelnemende Nederlandse schepen.


De volledige Liturgie van de kerkdienst op 11 juli 1976 in Albany)
Het fotoboek van Renger Kremer
De foto's die gemaakt zijn van de vondst van de 'Dankbaarheid', de restauratie, de tewaterlating en daarna de belevenissen met de 'Dankbaarheid, heeft Renger Kremer in een prachtig fotoboek, die later is gedigitaliseerd. Wij mogen hier de verwijzing opnemen naar dit digitale foto-overzicht.
1977
1977
1977: Brochure van oud-eigenaar Sigma Coatings
In 1977 koopt de firma Sigma Coatings in Uithoorn 'De Dankbaarheid' van aannemer Renger Kremer die toen in Frankrijk woonde. Ze is krijgt op 17 augustus 1977 brandmerk 7740 B Amst 1977 en wordt op 1 november 1977 overgedragen aan de nieuwe eigenaar.

'De Dankbaarheid' heeft een kleurrijke tweede jeugd gekregen en is ze het vlaggeschip van Sigma Coatings geworden. Haar taak is om als plezierjacht de passagiers op een heerlijk dagje 'buitengaats' te trakteren. Elk jaar gaat het schip op de helling voor controle en onderhoud om het in een optimale conditie te houden. Daarbij wordt ook de bescherming steeds aan de actuele milieu-eisen aangepast. Kortom, die tweede jeugd van de Dankbaarheid kan nog wel een tijdje duren!

'De Dankbaarheid'
Platbodem. Type: Zeeuwse Paviljoen Poon
Gebouwd in 1894 te Krimpen a/d IJssel.
Waterlijn: 15.28 meter.
Totale lengte met boegspriet en roer: 21 meter.
Breedte: 4.35 meter
Diepgang 1.05 (met zwaarden ± 2.5 meter)
Lengte mast: 18 meter
Gewicht: 35 ton
Zeilen: grootzeil, fok en kluiver
Totaal zeil-oppervlak: 130 m2 (Grootzeil 85 m2)
Dieselmotor: MAN/Nanni, type 6.660E (120 pk/2000 toeren).
1985
1985
1985: De 'Dankbaarheid' tijdens SAIL Amsterdam

1988
oktober 1988
oktober 1988: Spiegel der Zeilvaart nummer 8: Interview met G.W.W.C. Baron van Hoevell

In het interview vertelt Baron van Hoevell over de 'Dankbaarheid':
Een ijzeren poon uit het jaar 1894 werd door Van Hoevell in tekening gebracht voor de heer R. Kremer. De afmetingen van dit forse schip waren 15.24 x 4.38 x 0,70 meter. Werkzaamheden aan het casco werden verricht door Stofberg, de betimmeringswerkzaamheden werden gedaan door het bedrijf van de heer Kremer zelf. Welk een ruime accommodatie in zulk een schip mogelijk is laat de inrichtingstekening zien. Bij de zeiltekening valt vooral de fraai gekromde voorsteven op en de karakteristieke raampjes van het paviljoen. Het nummer van de Dankbaarheid van de tekening is 23466.


De tekeningen van het "Poonjacht" 'Dankbaarheid' die Baron van Hoevell in 1966 heeft gemaakt voor de heer R. Kremer
De tekeningen die Baron van Hoevell heeft gemaakt van "het Poonjacht" 'Dankbaarheid' bevinden zich in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. De informatiespecialisten van de bibliotheek van het museum hebben de tekeningen beschikbaar gesteld om hier te laten zien.
De map met de tekeningen van het ontwerp van de 'Dankbaarheid', het tweede leven als "Poonjacht".
1995
1995
1995: De 'Dankbaarheid' tijdens SAIL Amsterdam

2017
maart 2017
maart 2017: Reactie van Mw. van Ekris-Kremer
Mijn schoonvader de heer Renger Kremer toen wonende te Loenersloot heeft de platbodem 'De Dankbaarheid' destijds helemaal gerenoveerd. Ik weet niet uit welke krant of tijdschrift het vermelde artikel gestaan heeft. Bijgaand nog wat privé foto's van het varen op 'De Dankbaarheid'. Helaas zijn deze niet al te best van kwaliteit.




4 juni 2017
4 juni 2017: Reactie van Marijke Keemink
Naar alle waarschijnlijkheid is dit het schip dat van mijn grootvader en zijn broer geweest. Zij waren beurtschipper te Pernis. Bij mijn weten hebben hun vaders het schip laten bouwen. Daarvoor hadden zij een houten poon. Mijn vader heeft er als jongen op mee gevaren en later, toen het schip in de haven lag en mijn grootvader ondertussen een vrachtauto had, maakte hij zijn huiswerk in de roef. Het schip is door mijn grootvader verkocht terwijl mijn vader op zee was (hij was machinist).
Na de renovatie, in de jaren 70, lag het schip eens in Bergum. Mijn vader herkende het schip en we zijn toen aan boord geweest.
15 december 2017
15 december 2017: Reactie van Pieter Geelhoedt
Wij hebben in de jaren 1990 - 1998 regelmatig op 'De Dankbaarheid' gevaren. Met schipper Gerard Sterkenburg van Marken. Helaas in het harnas om het leven gekomen. Wij hebben nog altijd een roerbeeld, zoals dat op de foto staat. Gerard maakte 3 nieuwe exemplaren nadat de originele gestolen was. Het was voor mijn 40ste jaar. Nu 19 jaar geleden. Een prachtige tijd, dat was het.

Het beeld is loodzwaar en nauwelijks te versjouwen. Het staat bij ons in de veranda omdat wij door omstandigheden al jaren niet meer varen. Wij voeren met zakenrelaties van Necarbo, een dochteronderneming van Sigma Coatings. Jarenlang was Gerard onze schipper. Soms was het bladstil, soms lag alles overhoop in het vooronder. De zakenrelaties namen hun partner mee. Maximaal 10 + de schipper aan boord. Altijd een prima sfeer met zo’n kleine groep. Perfecte catering met ’s morgens haring en Berenburg. ’s Avonds eten in Katwoude of Monnickendam. Met Gerard mochten wij het Paard van Marken op, tot bovenin. Een prachtervaring. En als we Muiden binnenvoeren, zei Gerard vaak: “Beatrix zou graag ruilen van schip. Ik ook, maar dan voor het onderhoud (dat natuurlijk gedaan wérd voor de Koningin).”
Het was een grote schok te vernemen dat Gerard verdronken was. Nog maar zo kort daarvoor had hij het beeld voor mij gemaakt. Mijn vrouw had het met hem geregeld. We gingen het op Marken in het café ophalen. Nog even hebben we een andere schipper gehad. Zijn naam weet ik niet meer (Paul…? Vroeger vliegenier geweest?). Van Gerard weet ik nog dat hij met toeristen op grotere bruine charterschepen voer.
2018
12 januari 2018
12 januari 2018: Reactie van Hein Sommer in onze rubriek Opgemerkt

Hein reageert op de met Plaquettenummer 1060 opgenomen 'De Dankbaarheid':
Het lijkt erop dat dit schip in 1900 eigendom was van J. A. van der Made, beurtschipper van Fijnaart op Rotterdam. Het heette toen 'Willemina Woutrina'. Ik ben nieuwsgierig uit welke bron de informatie over Keemink uit Pernis, stamt. Het schip zou dan in of voor 1900 verkocht moeten zijn. Het type is paviljoenjacht, d.w.z. een paviljoenschuit, die vanwege zijn mooie lijnen als jacht werd betiteld. Poon is niet aan de orde. Voorpunt is ongeveer half zo hoog geweest als die op de foto's.
Lees het hele verhaal over de paviljoenschuit 'Willemina Woutrina'.
2019
1 juni 2019
1 juni 2019: Reactie van D. van der Linden op de dood van oud-schipper Gerard Sterkenburg
Gerard Sterkenburg is door een fataal ongeval overboord geslagen terwijl hij met een groep zakenrelaties van Sigma Coatings B.V. aan het varen was. Doordat hij bewusteloos in het water lag, is hij daarbij verdronken. Niemand van de opvarenden was in staat om hem te redden, daar zij ternauwernood kennis hadden, hoe je zo'n zeilschip moesten besturen.
december 2019
december 2019: Foto's Paviljoentjalk 'De Dankbaarheid'




2023
december 2023
december 2023: 'De Dankbaarheid' op de werf van SRF in Harlingen





2024
2024
2024: De 'Dankbaarheid' onder zeil

Na de noodzakelijke werkzaamheden vanwege het achterstallig onderhoud in 2023 is de 'Dankbaarheid weer onder zeil gebracht. Hiervan heeft de eigenaar een album gemaakt met foto's, die we hier ook mogen presenteren. De 'Dankbaarheid' heeft ooit van het Watersportverbond het zeilnummer VA61 gekregen. Dat gaat in de toekomst i.o.m. het Verbond in de toekomst ook weer in het grootzeil worden gevoerd.
https://photos.app.goo.gl/BXybzYL8iUKr5ZBe7
2025
19 april 2025
19 april 2025: Schippers in de familie Westerveld

Evert Westerveld schreef ons:
Een ontroerende documentaire over Gerard en Maartje Meijer - NH-Nieuws (12-04-2025) die hun schip schenken aan het Zuiderzeemuseum.
Ik heb een goede band met Gerard. Zijn schip, voorheen de 'Bernardus', was bij ons in de familie. Het kwartje viel bij mij in de winter van 2021-2022 toen ik onderzoek deed naar de schippers in onze familie. Ik heb lang gepuzzeld om de namen te vinden bij de familie foto uit de jaren-20 van de vorige eeuw. Mijn voorouders zijn Marinus Kraan en Catharina Karlas. Het zijn de opa en oma van mijn vader.


Rechts op de foto staan Piet en Mie Bosman. Ik had wel al gezien dat P. Bosman de eigenaar was van de Bernardus in 1925. Maar het duurde dus even voordat ik me afvroeg of het dezelfde Bosman was. Dat bleek uit een overlijdens akte van een kind. Op de overlijdens akte van de zoon van Piet en Mie stond dat deze gestorven was op zijn schip in de Wittevrouwensingel in Utrecht. Daar lagen Marinus en Catharina ook, met de Vertrouwen. Catharina en Maria scheelde maar een jaar. Ik denk dat deze twee zussen een goede band met elkaar hadden en bij elkaar wilde blijven. Maar er lagen meer familieleden in Utrecht met turf, dat ze uit Vinkeveen haalden. Het was een arm en hard bestaan.
Wat ik je nog niet verteld heb is dat we bij de Dankbaarheid zijn uitgekomen via een ander schip, de Vertrouwen (hier boven genoemd). Dit tjalkje is nu nog een woonark, en het zal eerst nog worden geconserveerd en opgeslagen voordat aan de restauratie wordt begonnen.
Sporenonderzoek Turftjalk 'Vertrouwen' door Hein Sommeren
De 'Vertrouwen' heb ik in januari 2025 helaas moeten laten gaan. Het schip is gesloopt en gerecycled. Ik heb twee gesmede boldertjes van het schip laten halen als aandenken. Het was een moeilijk besluit dat lang geduurd heeft voordat ik zover was. Ik vind het nog steeds lastig, maar het ging gewoon niet.