De Vrouwe Egbertje

De Vrouwe Egbertje Niet actief

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.

Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!

In het tijdschrift "Watersport" 1919, blz. 81 komt een ingezonden stuk voor van H. Kersken. waarin hij opmerkt, dat bovengenoemd door Akerboom getekend ontwerp praktisch gelijk is aan het ontwerp van Kersken van het Lemsteraakjacht 'Vivo' voorkomende in de "Watersport" van 1916 welk schip eveneens bij Akerboom werd gebouwd. De tekeningen werden door Kersken op genoemde werf indertijd achtergelaten. Kersken protesteert.
Akerboom beantwoordt dit door op te merken, dat Lemsteraakjachten inderdaad op elkaar zullen gelijken, dat alle afmetingen van de 'Alcedo' afwijken met die van de 'Vivo'. Ook bevindt zich in de 'Alcedo' geen overtollige ballast in het achterschip, zoals met de 'Vivo' het geval is.

H.A. Akerboom Scheepswerf Boskoop

Johannes Akerboom, tweede zoon van Henricus, heeft het ondernemersbloed van zijn vader geërfd. In 1882 koopt hij een werf in Boskoop. In deze contreien, met vele honderden kilometers waterweg, is een scheepje een goed transportmiddel. Zowel voor zaken, als voor plezier. Johannes richt zich op een andere klantenkring dan zijn vader, namelijk op de streeknotabelen zoals de dokter en de notaris en op overheidsinstanties zoals politie en brandweer. De werf in Boskoop specialiseert zich in ‘den bouw van luxe en andere motorboten’. Van deze werf komen fraaie notarisbootjes, Lemsteraken, fotografenbootjes, doktersbootjes en pramen en vletten voor tuinders. Vakmanschap is in de familie iets vanzelfsprekends; de zoons gaan enkele generaties lang direct vanuit de schoolbanken de werf op.
(Bron:Historische vereniging Boskoop)

Halverwege de jaren-80
Halverwege de jaren-80
 Dokkum. Oma (de Vrouwe Egbertje) poseert in de kajuitingang
Dokkum. Oma (de Vrouwe Egbertje) poseert in de kajuitingang

Eigenschappen

Plaquette nummer:1506 Zeil nummer:
Categorie:X Tekening nummer:
Type:Lemsteraak

Bouw

Bouwjaar:1918 Ontwerper:H.A. Akerboom (H. Kersken sr.)
Werf:H.A. Akerboom Werf plaats:Boskoop
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Staal Materiaal kajuit:Staal
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:12,60 m Breedte berghout:4,60 m
Diepgang:0,90 m Masthoogte water:16,00 m
Oppervlakte grootzeil:60,00 m2 Oppervlakte fok:40,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:20,00 m2
Oppervlakte totaal:120,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1918 – 1927 E.H. Vinke, Rotterdam ( Alcedo l)
1927 – tussen 1958/1964 Dhr. Kettle, Hamburg ( Breezand)
tussen 1958/1964 – 1965 Dhr. van Bergen Henegouwen ( Andromeda)
1965 – 2000 D. van der Schoot, Harlingen ( De Vrouwe Egbertje)
2000 – 2016 J.J. de Boer, Marum ( De Vrouwe Egbertje)
2016 – (Eigenaar - nu geen relatie met het Stamboek) J. Bos, Lauwersoog ( De Vrouwe Egbertje )

Geschiedenis

1955

1955

1955: Informatie in het Stamboekarchief

1970

1970

1970: Geschiedenis Lemsterjacht 'De Vrouwe Egbertje'

1980

1980

1980: Stichtingsmonografie 15: Lemsteraken van visserman tot jacht (Huitema)

1918 - Akerboom Boskoop -Vrouwe Egbertje - 12.67 m.
Dit is de Alcedo I, gebouwd door E.H. Vinke te Rotterdam. Een beschrijving en tekeningen zijn te vinden in het tijdschrift Watersport 1919, pag. 30 e.v. Akerboom werkte regelmatig met de ontwerpers Kersken en Zijlstra en Kersken heeft altijd beweerd dat de 'Alcedo' eigenlijk gebouwd zou zijn volgens zijn tekeningen van de aak 'Vivo' (hetgeen Akerboom uiteraard ontkende). In 1927 werd de 'Alcedo l' verkocht aan een zekere Kettle te Hamburg, een Amerikaan die vele tochten naar Polen en Denemarken gemaakt schijnt te hebben. In Mannheim liet hij in 1957 een binnenbetimmering, c.v.-ketel met radiatoren, Mercedesmotor en een handgenaaid tuig aanbrengen. Daarna terug in Nederland als eigendom van een schoonzoon van van Lent, de werf op de Kaag, namelijk van Bergen van Henegouwen. In 1965 gekocht door de huidige eigenaar, D. v.d. Schoot te Harlingen.
Publ. Waterkampioen 1927-111; 1936-211.
Monografie 15 - Lemsteraken van visserman tot jacht

 Dokkum. Oma (de Vrouwe Egbertje) poseert in de kajuitingang
Dokkum. Oma (de Vrouwe Egbertje) poseert in de kajuitingang

2017

17 augustus 2017

17 augustus 2017: De Lemsteraak 'De Vrouwe Egbertje' wordt gerestaureerd in Lauwersoog (foto's Jan Eissens)

2018

29 augustus 2018

29 augustus 2018: De Lemsteraak 'De Vrouwe Egbertje' wordt gerestaureerd in Lauwersoog (foto's Gerard ten Cate)

2022

mei 2022

mei 2022: Verdere invulling geschiedenis van 'De Vrouwe Egbertje' door Dirk-Jan van der Schoot

Het schip is in 1918 bij Akerboom gebouwd voor E.H. Vinke, van de rederij Vinke en Co, als Alcedo I. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vinke_%26_Co)

Na dit schip heeft Akerboom in 1925 een kleiner zusterschip gebouwd, de 'Vrouwe Maria'.

In 1927 verkocht Viinke het schip omdat hij een grotere aak liet bouwen bij Akerboom (Alcedo II, later Lachende Beer, 17.05 m, eveneens in Stichtingsmonografie 15, al is de foto waarschijnlijk niet correct en van de Boer aak 'Markab' uit 1929).

De nieuwe eigenaar werd dhr. Kettle te Hamburg. 'een Amerikaan die vele tochten naar Polen en Denemarken gemaakt schijnt te hebben. In Mannheim liet hij in 1957 een binnenbetimmering, e.v.-ketel met radiatoren, Mercedes-motor (636 OM) en een hand genaaid tuig aanbrengen'. Naam gewijzigd in Breezand. Ik vermoed dat de nieuwe interieurbetimmering wellicht alleen in de salon is geweest, de indeling bleef ongewijzigd, Ook is er toen een CV aangebracht.

Het exacte jaar waarin Kettle de aak heeft verkocht aan van Bergen Henegouwen kan ik niet achterhalen, maar het zal tussen '58 en '64 zijn geweest. Waarschijnlijk meer naar het eind van die periode. De naam werd gewijzigd in 'Andromeda'. De scheepsbel met die naam staat nu bij mij in de hal.

Grootvader kocht de aak in 1965 van van Bergen Henegouwen (een schoonzoon van Van Lent op de Kaag), en veranderde de naam in 'De Vrouwe Egbertje', naar mijn grootmoeder. Ik heb mijn vader even nagevraagd. Die meldde dat van Bergen Henegouwen maar heel weinig met het schip voer en al helemaal niet als het begon te waaien. Hij wou zelfs niet mee proefvaren op het IJsselmeer.

Grootvader had toen de LE15 'Albatros', een heel mooi gelijnde Bos aak. Daar wou hij eigenlijk wat meer luxe in maken, vooral voor mijn grootmoeder, alleen vertrouwde hij het casco toen onvoldoende. De aak die hij van Van Bergen Henegouwen kocht voldeed wat dat betreft een stuk beter en had ook een stuk meer ruimte, terwijl het schip toch goed zeilde. De LE15 kon hij pas in 1967 goed verkopen. Dat schip werd toen herdoopt in Vrouwe Cornelia.

In eerste instantie had grootvader het plan om de motor van 'De Vrouwe Egbertje' te vervangen. Hij was een langzaamlopende Kromhout van de LE15 gewend, en de hoge toeren van de 636 OM Mercedes stonden hem aanvankelijk niet aan. Het manoeuvreerde echter wel heel gemakkelijk, met een mooie langzame kruipsnelheid wat goed van pas kwam elke keer in de Harlinger Tjerk Hiddessluis. (Als oudste lid had grootvader ligplaats nummer 1 in de jachthaven ernaast.) Met de Kromhout liep de LE15 stationair al een knoop of drie, wat niet altijd even handig was. Die 40 pk van de Mercedes was eigenlijk altijd genoeg, zelfs voor een relatief zware 40 voets aak van 25 ton, en is pas rond 2002 vervangen door een identiek exemplaar.

Zoals ik het schip ken (vanaf halverwege jaren 70) was in de stuurboord hut de dwarse kooi boven de langse kooi gedraaid, om een doorgang te maken naar het vooronder. Tot dan toe was dat alleen een schippersverblijf met nogal korte kooien (1.70 m).

Wat betreft het verhaal dat het model is afgeleid van de aak Vivo van Hein Kersken, dat is heel wel mogelijk, al tekende Kersken doorgaans aken die meer gepiekt waren in het grootspant (zoals de Boer aken). Ik heb het boek met ontwerpen van Kersken (Hollandse jachten van de toekomst). Wel schrok Kersken er niet voor terug om van de geijkte akenvormen af te wijken, zo ook met dit schip.

'De Vrouwe Egbertje' is vrij breed en meer tjalk-achtig in het grootspant, met stevige kimmen en een plat vlak. Dat geeft weinig diepgang (90 cm komt goed van pas voor een waddenschip), heel veel vormstabiliteit (met navenant comfort) en dienovereenkomstig zeildragend vermogen. Vandaar de benaming 'boeieraak' die Vinke in '27 in de verkoopadvertentie zette. Toch zeilt het schip erg goed doordat het vlak heel zacht oploopt naar achter en het water makkelijk loslaat, terwijl de waterlijn erg vol blijft tot bij het roer, wat de stabiliteit ten goede komt.

Eind jaren 70 is het kajuitdak geheel vernieuwd. Ik kan me daarvoor herinneren dat het altijd lekte en bij regen er een tent over de giek getrokken werd. Het stalen dek onder de teakdelen was vrijwel vergaan en is toen verwijderd. Alleen de dakspanten bleven staan en daarop werden direct de nieuwe teak planken (4 a 5 cm dik) op bevestigd. Ook is meen ik rond die tijd een nieuw tuig gemaakt door Den Boer in Oud Beijerland. Met een flinke fok die voorbij de mast ging, omdat grootvader niet graag met de kluiver en kluiverboom voer. Daar waren niet altijd voldoende (zeil)handen voor. Toch bleef het schip met halve wind behoorlijk wreed op het roer. Later voeren we wel eens een jaar met de kluiverboom erop, en met de kluiver erbij was die loefgierigheid meteen weg.

Er is in 1980 een aardig schilderij van de aak gemaakt, dat nu bij mij thuis hangt.

In 2000 liep grootvader tegen de tachtig en werd het schip wel wat zwaar om er alleen mee te varen. Het schip is toen verkocht en lag daarna voornamelijk in Lauwersoog. Tot 2003 hebben we in de zomers nog wel met het schip mogen varen, maar toen vond grootvader het welletjes.

In 2013/2014 heb ik het schip voor het laatst gezien, in de gemeentehaven van Lauwersoog. De aak voer toen eigenlijk niet meer, en was in een niet al te beste staat. Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik een paar jaar geleden toevalligerwijs de foto's van de renovatie tegenkwam.

Dirk-Jan van der Schoot

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht