Hermina

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in 2005 in zijn standaardwerk "De Boeier":
Deze boeier is gedurende de gehele tweede helft van de negentiende eeuw in het bezit geweest van leden van de Sneeker familie van houthandelaren Ter Horst. Reeds in 1858 komt de "Hermina" voor op de lijst van deelnemers van de Hardzeildag van de Zeilvereeniging `Sneek' in de klasse Jagten en Boeijers 6,20 el en daarboven'; eigenaar is dan G.H. ter Horst Jz. Omdat van 1848 tot en met 1857 deze lijsten niet bewaard gebleven zijn, weten we niet in welk jaar de boeier voor het eerst uitkwam. Mogelijk was dat al vóór 1854. Uit dat jaar is namelijk in de familie een zilveren sigarenhouder met inscriptie Hermina 1854 bewaard gebleven.

Eigenschappen
Plaquette nummer: | 9043 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | V | Tekening nummer: | |
Type: | Boeier |
Bouw
Bouwjaar: | 1854 (voor ?) | Ontwerper: | |
---|---|---|---|
Werf: | Werf plaats: | ||
Motor: | Motor type: | ||
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | Eikenhout |
Materiaal zeil: | Katoen | ||
Onderwaterschip: | Rond | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 0,00 m | Breedte berghout: | 0,00 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,00 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
Tweede helft 19e eeuw – onbekend | G.H. ter Horst Jz., Sneek ( Hermina) |
---|---|
Tweede helft 19e eeuw – onbekend | J.H. ter Horst G.H. zn., Sneek ( Hermina) |
Begin 20ste eeuw – onbekend | K. ter Horst, Sneek ( Hermina) |
Rond 1911 – onbekend | P. Schenkius, Sneek ( Hermina) |
Geschiedenis
1854
16 augustus 1854
16 augustus 1854: Zilveren sigarenhouder, gewonnen door de boeier "Hermina" van G. J. ter Horst op Sneeker Hardzeildag

Het verhaal achter de foto van de zeilende "Hermina" door de Geeuw in de richting van IJlst
Tekstbron Sytse ten Hoeve oud-directeur van het Fries Scheepvaart Museum (2016†)
Deze foto is oorspronkelijk afkomstig uit het archief van Koninklijke Tichelaar in Makkum. Hij werd in 1881 gemaakt en is toen gebruikt als voorbeeld voor een geschilderde plaquette van aardewerk. Centraal op de foto staat een boeier die door de Geeuw in de richting van IJlst zeilt. Op de vlag in de top van de mast staat 'Hermina’. Hieruit blijkt dat het de boeier 'Hermina' is van houthandelaar Ter Horst. Dit fraaie schip, genoemd naar een dochter van Jan ter Horst en Welmoedina Zandbergen, vinden we in de tweede helft van de negentiende eeuw in oude Sneker kranten dikwijls genoemd bij de schepen waarmee prijzen werden gewonnen bij Hardzeilpartijen. Op de plaat is het echtpaar G.H. ter Horst blijkbaar afgebeeld in de bollestâl; een wit uitgedoste boeierknecht staat bij de mast.

Het Fries Scheepvaart Museum heeft in z’n verzameling nog een aardewerken bord en kroes met het in blauw aangebracht opschrift: "J. ter Horst G.H. zn. /Hermina/Sneek”. Ze zijn afkomstig uit de boeier, die net als andere grote plezierschepen was uitgerust met een complete inventaris om plezierig aan boord te kunnen bivakkeren. De 'Hermina' had haar ligplaats in een schiphuis aan de Geeuw. Dit lag bij een terrein dat toebehoorde aan Jan ter Horst die aan de overkant van de Geeuw woonde.
In het begin van de negentiende eeuw was het terrein van de houthandelaar en burgemeester Teetse Tjallings Gonggrijp (1772-1828). De erfgenamen van zijn zoon Tjalling (1801-1838) zetten de oude houthandel van de familie voort tot 1894. Tot het bedrijf behoorde ook de iets westelijker aan de Geeuw gelegen houtmolen, die op de foto is te zien juist achter de boeier. Toen de Firma Teetse Tjallings Gonggrijp in 1894 werd geliquideerd, was de molen reeds afgebroken. De foto moet dus van voor dat jaar dateren. De molen heette evenals de boeier "Hermina".
De tweede molen die op de foto te zien is was oorspronkelijk in de achttiende eeuw gebouwd als oliemolen voor Beerent Wiebes Wouters. Diens kleinzoon Beerend Izaaks Wouters verkocht de molen in 1858. Toen was er al een stoommachine van 16 pk aan verbonden. De pijp daarvan is naast de loods zichtbaar. Op andere foto's is op de baard onder de kap het jaartal 1859 te zien; het zal een vernieuwing aangegeven hebben. Naar één van de latere eigenaars werd de molen wel De Fontein genoemd, maar oude Snekers spreken van de Stroopmolen, omdat in de restanten lange tijd de glucosefabriek van Stockmann was gevestigd. De molen stond juist tegenover de huidige Almastraat.
Links op de foto is een deel te zien van een loods en een houtkolk. Ze maakten deel uit van een houtmolen die aan de noordzijde van de Geeuw was te vinden. De molen van Atze Buwalda, die hier oorspronkelijk stond, ging in 1808 in vlammen op. De herbouwde molen werd geëxploiteerd door Jetze de Vries Buwalda en Trijntje Teunis ten Cate. Hun houtstek hadden ze iets oostelijker aan de Geeuw meer naar de stad toe naast hun deftige, nog altijd bestaande herenhuis, dat opvalt door de statige gemetselde kajuit met pilasters, driehoekige fronton en houtsnijwerk in Lodewijk XVI-stijl. De houthandel De Vries Buwalda werd in 1856 verkocht aan Jan ter Horst. Diens kleinzoon ging in 1890 voor de houtzagerij van wind op stoomkracht over en toen verhuisde de molen, genaamd, De Zwarte Hengst, naar Franeker, waar hij tot 1912 dienst bleef doen onder de naam, De Haan. In 1975 brandde het gevaarte uit.
2005
2005
2005: De Boeier 'Hermina' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer

Als Ter Horst de boeier nieuw heeft laten bouwen, zal het bouwjaar dus in ieder geval vóór of omstreeks het jaar 1854 getraceerd moeten worden. Hoewel de rij van negentiende-eeuwse deelnemerslijsten van de Hardzeildag ook later nog verschillende hiaten vertoont, is wel duidelijk dat deze boeier in de loop van meer dan vijftig jaar zeer frequent aan dit evenement heeft deelgenomen: Wij noteerden de jaren 1858, 1859 en 1860, 1867, 1882, 1885, 1887, 1891, 1893, 1897, 1900 en 1906. Ook in 1865 was de "Hermina" van G.H. ter Horst van de partij en won in haar klasse `Boeijers en Jagten met vast overdek, lengte van 6,20 el en daarboven' de prijs, een nieuw-zilveren bouilloire. Dat jaar was voor de zeilvereniging wel heel bijzonder door het feit dat prins Hendrik (de Zeevaarder) speciaal met zijn jacht "Watergeus" de Zuiderzee was overgestoken om de wedstrijdzeilende schepen op het Sneekermeer gade te slaan. Hij deed dat aan boord van de boeier "Bever" en deelde na afloop eigenhandig de prijzen en premiën aan de winnaars uit, zoals de Sneeker Courant berichtte. Verder vonden wij bij Halbertsma in zijn reeds genoemde boekje over de geschiedenis van de Sneeker Hardzeildag de deelnemers aan het admiraalzeilen op het Sneekermeer in 1868, waarbij eveneens de boeier "Hermina" van G.H. ter Horst meedoet in het eskader onder leiding van D.J. Bakker als schout-bij-nacht aan boord van zijn boeier "De Jonge Dirk". Ten slotte moet genoemd worden de deelname van de "Hermina" aan de hardzeilpartij op 20 juni 1892 op het Sneekermeer voor in Friesland thuishorende schepen. Deze wedstrijd, ter gelegenheid van het bezoek dat de (toen) twaalfjarige koningin Wilhelmina en haar moeder koningin-regentes Emma aan Friesland brachten, was gezamenlijk georganiseerd door de zeilverenigingen `Oostergoo' en `Sneek'. In de klasse 'Boeiers' streden acht schepen tegen elkaar; de heden nog bestaande boeier "Bever" van Yke Wouda won toen de door koningin Wilhelmina uitgeloofde gouden medaille.

In de fotoverzameling van het Fries Scheepvaart Museum bevindt zich een fraaie foto van de boeier "Hermina" zeilende op de Geeuw bij Sneek, onder vol tuig met kluiver en de naamvlag in top; de knecht in het wit staat bij de mast. Op de achtergrond rechts een houtzaag- en een oliemolen. De foto dateert van 1881, rond 1894 was de houtzaagmolen van de familie Gonggrijp al afgebroken. De houttuin links op de foto behoorde bij de houtzaagmolen De Zwarte Hengst die Jan ter Horst in 1856 kocht van de firma De Vries Buwalda.
Amsterdam
Opmerkelijk genoeg staat de boeier "Hermina" vermeld in de Naamlijst van Pleiziervaartuigen, van leden van de Zeilvereeniging 'Het Y' van 1889, eigenaar J.H. ter Horst te Sneek. We moeten dus aannemen dat de laatste, gelijk andere Friese boeierbezitters als Yke Wouda met de "Bever" en Dirk Bakker met "De Jonge Dirk", heeft deelgenomen aan zeilwedstrijden te Amsterdam, met name bij de Zeilvereeniging 'Het Y', als tegenprestatie voor de overkomst van een aantal Amsterdammers naar Sneek. In 1906 vermeldt het programma van de Hardzeildag voor de laatste keer een Ter Horst als eigenaar van de "Hermina", namelijk K. ter Horst.
De laatst bekende eigenaar P. Schenkius
In 1911 staat in de deelnemerslijst P. Schenkius als stuurman vermeld. Deze Sneeker ondernemer exploiteerde tot 1903 een koffie- en bierhuis aan het Kleinzand, alsmede een bootverhuurderij. Vanaf 1896 trad hij op als directeur van stoomvaartredeij De Nijverheid. Tevens handelde hij in schepen. Dit is dan de laatste vermelding van deze boeier die wij konden vinden. Waarschijnlijk is ze als verhuurschip aan zijn einde gekomen. Opvallend is dat, in tegenstelling tot andere boeiers, zoals de "Bever" van Wouda en de "Zwijger" van Sleeswijk, de boeier "Hermina" in het verslagenboek van `Oostergoo' nergens voorkomt. Vermelden wij nog dat op de tentoonstelling "Tegelvaart" die in 1988 werd gehouden in het Fries Scheepvaart Museum in Sneek, een tegelplaat te zien was, gemaakt naar bovengenoemde foto.
2025
6 maart 2025
6 maart 2025: E-mail van Rienk Bakker
De boeier Hermina is lang in de familie van mijn huidige buurman Erik ter Horst geweest. Zelf heeft hij niet meer gegevens als hierboven vermeld. Echter zelf heb ik nog een digitale afbeelding van de boeier Hermina uit 1881.
