Ouderhoek

Ouderhoek Verdwenen

De 'Ouderhoek' werd in 1906 gebouwd op de werf De Amstel waar toentertijd de heren G. Baaij en J.P.G. Thiebout de directie vormden. De opdrachtgever was de heer Th. W Blijdenstein, directeur van de Twentse Bank te Amsterdam. Het Rotterdams Scheepvaartmuseum is in het bezit van een prachtige set tekeningen van dit schip. Als men de lijnen van het schip bekijkt, zal het niemand verbazen dat Auke van der Zee geadviseerd heeft bij het ontwerp, althans, zo gaat het verhaal. Helaas is dit schip in 1953, in de aanloop naar de stichting van de SSRP, verkocht naar de Verenigde Staten, waar het later is 'vergaan'.

Zevenenveertig jaar na haar vermissing is er eindelijk zekerheid: Het Friese Jacht 'Ouderhoek' is niet meer. Dit prachtige Friese jacht, of tjotter zoals dat vroeger heette, werd in 1953 verkocht aan een koper in Amerika, maar ja, aan wie? Na een oproep in de Woodenboat van augustus 2000 kwam er in oktober 2000 het verlossende woord, dat aan de twijfel en hoop een eind maakte.

Het Fries jacht Ouderhoek op haar ligplaats bij Villa Uiltje in Loenen a/d Vecht
Het Fries jacht Ouderhoek op haar ligplaats bij Villa Uiltje in Loenen a/d Vecht

Eigenschappen

Plaquette nummer:9022 Zeil nummer: OE7
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1906 Ontwerper:J.P.G. Thiebout
Werf:J.P.G. Thiebout De Amstel Werf plaats:Amsterdam
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,00 m Breedte berghout:2,40 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1906 – 1935 Th. W. Blijdenstein, Loenen a/d Vecht ( Ouderhoek)
1935 – 1953 Zoons Th. W. Blijdenstein, Loenen a/d Vecht ( Ouderhoek)
onbekend – onbekend Joseph Forsay, Port Jefferson ( Ouderhoek)
onbekend – 1969 Theodore Caplow, Englewood, New Yersey ( Ouderhoek)
1969 – 1972 Suffolk County Marine Museum, Long Island ( Ouderhoek)
1972 – 1973 Joost IJff, Washington DC ( Ouderhoek)

Geschiedenis

1925

1953

1953

1953: Het Friese jacht 'Ouderhoek' of tjotter, zoals dat vroeger heette, wordt in 1953 verkocht aan een koper in Amerika

In 1935 stierf de he er Blijdenstein. Vanaf deze tijd voeren voornamelijk zijn zoons nog met het schip. De schipper, de heer Hoeksema, bleef in dienst tot in de jaren vijftig. Hij onderhield ook de beide schepen. In 1953 werd het Friese jacht te koop aangeboden. Door bemiddeling van de Werf Baaij te Loosdrecht werd het schip verkocht aan een koper in Amerika. Het was dezelfde Baaij als van Baaij en Thiebout. In dezelfde periode waren de heer C.J.W van Waning en kompanen druk doende met de Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten, wat later uitgroeide tot de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. In het archief van de heer Van Waning zijn ook aantekeningen te vinden over de 'Ouderhoek'. Hierin geeft hij zo nu en dan ook ongezouten kritiek. Zo vindt men over deze verkoop: "Naar Amerika verkocht!!! (Schande!!)". Tevens schrijft hij: "Het was een bijzonder mooi Fries Jachtje, die ik in 1952 herhaaldelijk nog in de Vecht heb zien liggen ( ... .)". 

Wie de Amerikaanse eigenaar is geweest, die het schip in 1953 kocht, is niet bekend. Ze is in ieder geval in het bezit geweest van Joseph Forsay, die een watersportzaakje had bij Port Jefferson, Long Island, net ten oosten van New York. Deze verkocht het schip aan de familie Theodore Cap low uit Englewood, New Jersey. In 1969 schonken zij het scheepje aan het Suffolk County Marine Museum op Long Island. Volgens een brief van de toenmalige eigenaar was ze to en nog: "stabiel en zeewaardig en ongelofelijk ruim voor een 20 voeter," 

1972

1972

1972: Joost IJff uit Washington DC koopt het wrak van het museum

Bij het museum moet de aftakeling goed zijn doorgezet. In 1972 werd ze daar gevonden door Joost IJff. Ze was in een slechte conditie en het museum wilde van haar af. Joost IJff was altijd al geïnteresseerd in traditionele Hollandse schepen. Hij kocht haar met de bedoeling haar te restaureren. Nadat hij het schip had laten transporteren naar Washington DC, waar hij woonde, kon hij het schip aan een grondige inspectie onderwerpen. De romp was in het 'wondermiddel' polyester gezet. Het gevolg was natuurlijk dat er ergveel was verrot. De mast, giek en diverse andere losse onderdelen waren al verdwenen. Joost IJff kwam tot de conclusie dat restaureren onmogelijk was. 

De laatste foto's van Joost IJff in december 1972
De laatste foto's van Joost IJff in december 1972

1992

1992

1992: Dr. Ir. J. Vermeer in zijn boek 'Het Friese jacht'

OUDERHOEK 
Ls/B: 6,00/2,40 m 
Reg.no.: 7 OE 
Bouwer: J.P.G. Thiebout - Ouder Amstel
Bouwjaar 1906 

Behalve de alom bekende houten Zeeuwse Poon (Boeier) "Ouderhoek", in 1914 bij Thiebout gebouwd voor de heer Th.W. Blijdenstein, directeur van de Twentsche Bank te Amsterdam, heeft er vroeger ook een Fries jacht bestaan met dezelfde naam. Dezelfde opdrachtgever had reeds in 1906  door Thiebout een Fries jacht van 6 meter laten bouwen. Het schijnt, datAuke van der Zee daarbij van advies heeft gediend. Het moet een bijzonder mooi jacht zijn geweest, want in wedstrijdverslagen werd het geroemd. 
Beide schepen staan vermeld in het Nederlandsch jachtregister van 1924-1925 op naam van Th.W. Blijdenstein te Loenen a/d Vecht. Ook in het KVNWV-archief  komt het Friese jacht voor met het registratienummer 7OE. Tot omstreeks 1925 neemt de "Ouderhoek" veelvuldig deel aan zeilwedstrijden, zoals blijkt uit de watersporttijdschriften van die jaren. In 1913 en 1915 wordt zij vermeld bij de Zeilvereeniging "Hollandia" op de Braassemer Meer. In het jaar 1916 is haar eigenaar zelfs zeer actief en verschijnt, behalve wederom bij "Hollandia, ook bij de Watersportver. "De Kaag", de Zeil- en Roeiver. "Nieuwe Meeren de Zaanlandsche Zeilver." en wint er eerste prijzen. Zelfs trekt hij naar Friesland en bindt op Sneeker Hardzeildag in een klasse van zeven jachten de strijd aan met onder and ere de grote jachten "Mercurius", "Maria" (de huidige "Wytske") en "Kikker Ill" (de huidige "Argo"). 
In 1918, op de eerste 5-daagse Kaagweek en wederom aldaar in 1920 worden verschillende prijzen gewonnen. Daarna vermelden de wedstrijdverslagen in "De Watersport" en "Ons Element" de "Ouderhoek" nog uitsluitend in wedstrijden van de Watersportver. "Loosdrecht", voor het laatst in 1925. Tot 1953 bleef het jacht in handen van de familie Blijdenstein. In het archief van de Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten (de voorloopster van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten ), dat in het Fries Scheepvaart Museum wordt bewaard, vonden wij correspondentie met de heer B. Blijdenstein te Baarn, waaruit blijkt, dat in genoemd jaar het jacht vrij plotseling naar Amerika (!) is verkocht en dat juist toen er in ons land een opleving van de belangstelling voor de oude ronde en platbodemjachten begon te ontstaan. Het is heel jammer, dat dit interessante jacht niet voor NederIand bewaard gebleven is.

2001

2001

2001: Spiegel der Zeilvaart december 2001: Het Friese jacht 'Ouderhoek'

In December 2001 schreef Jan van Wijlen over het Friese jacht 'Ouderhoek'. In augustus 2000 werd een oproep in de Woodenboat geplaatst, waarop in oktober 2000 het verlossende woord kwam, dat aan de twijfel en hoop een eind maakte. In 1972 was door Joost IJff uit Washington DC geconstateerd dat het Friese jacht niet meer te restaureren was.

pdf SdZ Mei 2002 nr04 - Het Friese Jacht Ouderhoek.pdf

2003

2003

2003: Begin 2003 kwam daarop de volgende reactie van B. Blijdenstein

Door toeval kreeg ik het dec/jan-nummer van uw blad in handen met een uitvoerige beschrijving van de tjotter Ouderhoek van mijn vader. Ik heb het artikel met veel belangstelling gelezen. AIs kind ging ik dikwijls met broers en zusters met mijn vader mee om te zeilen op de Loosdreehtse plassen. Later, vanaf einde dertiger jaren en later, zeilde ik er zelf mee en maakte 's zomers tochten met vrinden o.m. op de Zuid-Hollandse wateren.  Zoals uit dit stuk bleek had deze tjotter geen motor en dat was zeer terecht want op zo'n mooi schip hoort geen motor, zo werd mij altijd geleerd! In vaarten met tegenwind diende gejaagd te worden met jaaglijn en seelt. In de oorlog werd de boot door de Duitsers geconfisceerd omdat ik door windstilte niet binnen het spervuur in de haven was. Het koste veel moeite om de boot weer vrij te krijgen. Na de oorlog koos ik Gorinchem als ligplaats en zeilde van daaruit regelmatig op de grote rivieren rondom de Brabantse Biesbos. Ook het zeilen in de Biesbos met zijn grote getijdeverschillen was een bijzondere belevenis waarvoor deze platbodem bijzonder geschikt was. 

Foto uit 1951
Foto uit 1951

Nog iets over het schip zelf. Zover mij bekend werd hij als tjotter gebouwd en de benaming "Fries jacht" werd nooit gebezigd. Naar mijn idee is een Fries jacht minder elegant. Eigenlijk wat robuuster met hoge boorden. Als tjotter had de Ouderhoek wel een groot formaat met zijn 6meter lengte en 35 m2 zeil kon je er soms een hele hou aan hebben. Geen wonder dus dat mijn vader bij een wedstrijd in 1925 (zie uw artikel) een rif in het zeil legde! Helaas heb ik weinig of geen foto's van de Ouderhoek uit latere jaren. Ingesloten treft u een foto aan waarop de mooie lijnen erg goed uitkomen: voor anker op de Merwede bij Gorinchem uit 1950. (De verkeersbrug van de A 27 bestond toen nog niet!). lk heb veel plezier beleefd van dit prachtige schip en betreur het de Ouderhoek niet voor het nageslacht te hebben kunnen behouden. Het einde, zoals beschreven in het artikel, is wel erg triest. 

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht