Argo

Argo

De “Eeltje” vaart nog altijd rond als een erg goed onderhouden en mooi Fries jacht. Ze heet al bijna een eeuw “Argo”. Het schip geniet haar leven lang al bekendheid. Ze is veel gefotografeerd en is uitgebreid beschreven. Dat ze vaak verhuurd geweest is voor zeiltochten zal aan deze bekendheid vast en zeker een bijdrage hebben geleverd. Ze is misschien wel hét voorbeeld van een Fries jacht samen met de 'Mercurius' (1868) en de 'Frisia' (1876). Alle drie gebouwd op de werf van Eeltje Holtrop van der Zee in Joure.

Even voor de eeuwwisseling toog Jaap Helder, bootverhuurder in Paterswolde, en in die hoedanigheid 'hofleverancier' van de gasten van 't bekende Familiehotel aldaar, naar Joure om een geschikte, wat grotere tjotter te zoeken ter uitbreiding van zijn verhuurvloot. Hij had geluk want Eeltjebaas had een paar jaar daarvoor, om precies te zijn in 1895 een boot gebouwd waarvan hij zelf schrijft in het werfboek: '1895 Een Jagd gemaakt voor zelf lang 24 voet wijd in het vlak 7 voet 4 duim', Het jacht kreeg de naam 'Eeltje', naar zijn naamgenoot en kleinzoon Eeltje Romkema, die later van vele schepen van de Jousterwerf tekeningen heeft vervaardigd. Het schip was zoals gezegd 'voor zelf', dus voor eigen risico gebouwd en Jaap Helder zou geen goed koopman geweest zijn als hij daarvan niet probeerde te profiteren. Eeltjebaas vroeg f 1000,- maar Helder 'had maar f 900,- bij zich'. Je kunt je zo voorstellen dat er heel wat keren een klap in een stevige knuist werd gegeven alvorens men het er over eens werd dat Helder het schip tegen betaling van die f 900, mocht meenemen en 'dan zou de ontbrekende f 100,- later wel in orde komen'. Zo kwam de 'Eeltje’ in Paterswolde, waar Helder de naam later veranderde in 'De Vliegende Hollander'.

Het zeilplan van de 'Argo'
Het zeilplan van de 'Argo'

Eigenschappen

Plaquette nummer:10 Zeil nummer: OD1 / RC107
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1895 Ontwerper:E. Holtrop van der Zee
Werf:E. Holtrop van der Zee Werf plaats:Joure
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,85 m Breedte berghout:2,90 m
Diepgang:0,60 m Masthoogte water:12,00 m
Oppervlakte grootzeil:28,74 m2 Oppervlakte fok:16,97 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:45,71 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1537 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1895 – 1900 E. Holtrop van der Zee, Joure ( Eeltje)
1900 – 1901 J. Helder, Paterswolde ( Eeltje)
1901 – 1918 A. Helder, Paterswolde ( Vliegende Hollander)
1908 – 1917 W. Jongejan, Steenwijk ( Kikker III)
1918 – 1928 N. Siebesma, Leeuwarden ( Argo)
1929 – onbekend D. de Vries, Akkrum ( Argo)
onbekend – 1936 M. Zetzema, Grouw ( Argo)
1936 – 1949 M.J. Schaap, Arnhem ( Argo)
1949 – 1955 B.H. Braam, Grouw ( Argo)
1955 – 1986 J.W. Tuininga, Muiden ( Argo)
1986 – 1993 W.J.W. Tuininga, Muiden ( Argo)
1993 – Nu (laatst bekend) S. van der Werf, Lemmer ( Argo)

Geschiedenis

1925

1941

1941

1941: Vacantie-notities uit Friesland van H.C. van Dockum 1941 - Met het historische zeiljacht „Argo" op 't wijde Friesche water

De hiervoor afgedrukte vacantienotities verschenen als journalistiek werk van een den vorigen zomer door den schrijver ervan en diens familie in het beschreven gedeelte van Friesland doorgebrachte vacantie, in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 9 tot en met 24 December 1940. Ze hadden ten doel den lezer op te wekken tot het schenken van meer belangstelling aan eigen omgeving en het doorbrengen van vacantie in eigen schoone land, welk doel dit boekje wil onderstrepen. Dit werd mogelijk door den van verschillenden kant daarvoor ondervonden steun, waarvoor hier wordt dank gezegd.
Het prachtige Friesche zeiljacht de „Argo" is van Markus Zetzema in eigendom overgegaan aan den heer Ed. Schaepman te Zwolle, die het voor privé-gebruik benut.
...... We voeren met een echt oud Friesch jacht, met Marcus Zetsema's Argo, naar Grouw. Er is geen sierlijker deftigheid denkbaar dan met een wel-onderhouden jacht als de Argo het water der Friesche meren te klieven. Dan blijven de mannen, op het land aan den arbeid, even staan; dan staken de vrouwen het werk, - dáár gaat de Argo! Aldus schreef een over Friesland enthousiast collega, Piet Bakker. Inderdaad. Er is geen sierlijker deftigheid denkbaar. Friesland is de bakermat van mooie jachten, boeiers en tjotters van glanzend gelakt eikenhout, een liggend leeuwtje op het roer, of fraai versierd met verguld lofwerk. Hun aantal vermindert want het onderhoud is te kostbaar. Doch zij zijn er nog. En de Argo is daar één van ! 
Wij dan zeilden met de Argo. Doch al is er een schipper aan boord als Jan Zwerver uit Grouw - de kleine prachtkerel, die ons jacht tegen de aanrollende, hun gebied als tegen een indringer verdedigende golven, deed steigeren en hen overwinnen, dat ze, wild over de nederlaag, briesend uiteensloegen, om door een aanval van achter hen volgende nieuwe rollers te worden gewroken - en het weer is niet mee, maar vooral : de passagiers zijn niet ingesteld op „it wylde weachgebrils", op 't fluiten van den wind door de touwen, op 't kraken van de boot, op 't hellen, nu naar bakboord, dan naar stuurboord, op 't overkomen van „sputters", - dan is de rechte aardigheid er gauw af. Al is 't dan ook de Argo die men onder zich weet en staat een man als Jan Zwerver aan 't roer. ....

pdf Het hoofdstuk 'Argo' uit de Vacantie-notities uit Friesland van H.C. van Dockum 1941

1956

1956

1956: De 'Argo' onder zeil

Kenmerkend voor de 'Argo' is de dubbele waterstag
Kenmerkend voor de 'Argo' is de dubbele waterstag

1957

januari 1957

januari 1957: Waterkampioen: 'Argo' een Fries jacht

Eigenlijk zou het beter zijn te spreken van een Fries „rond jacht", omdat de naam „jacht" alleen tot onbegrip aanleiding geeft. In de tijd, waarin deze schepen tot stand kwamen, waren de kiel- en middenzwaardjachten nog uitzondering en kon de naam nog geen misverstanden geven.
Zo'n Fries rond jacht is eigenlijk een kleine open boeier en vertoont dan ook wezenlijke verschillen met de tjotter. Er een „grote tjotter" tegen te zeggen is daarom niet juist. Verscheidene van deze oorspronkelijk open jachten zijn later van een kajuitje voorzien en zo tot kleine boeiers verbouwd.
De 'Argo' is een mooi voorbeeld van een Fries rond jacht en het is verheugend, dat de heer L. Stelwagen te Grouw door de eigenaar op initiatief van de Stichting Stamboek van Ronde en Platbodemjachten in de gelegenheid werd gesteld dit jacht op te meten en in tekening te brengen. Dit is temeer toe te juichen, omdat de 'Argo' tot voorbeeld heeft gediend voor een kleine serie andere jachten.
Dit schip werd in 1895 op de beroemde werf van Van der Zee te Joure gebouwd. Het was toen een slappe tijd in de scheepsbouw en Auke van der Zee besloot, zeker in overleg met zijn vader, de beroemde Eeltje Holtrop van der Zee, twee Friese jachten „op de koop", dus niet in opdracht op stapel te zetten: Het was wat men nu zou noemen een standaard-type van de werf van 24 Amsterdamse voeten lengte, een maat die ook het bekende jacht 'Mercurius' van de heer Buisman meet.
Het nieuwe scheepje werd Eeltje genoemd naar Eeltje's kleinzoon Eeltje Romkema. Toen het klaar was werd het niet zonder moeite verkocht voor 900 gulden aan de firma Helder te Paterswolde om als huurschip dienst te doen. En nu gebeurde er iets merkwaardigs. De bekwame bootbouwer Visser te Paterswolde bouwde met Eeltje als voorbeeld, een zestal Friese ronde jachten. Hij deed dit zo voortreffelijk, dat ze niet van de jachten van Van der Zee te onderscheiden waren. Er heeft dan ook twijfel bestaan of de 'Argo' het originele scheepje was van de Jouster werf of een van Visser's navolgingen.
 

pdf Waterkampioen 1957 januari nr982 - Argo een Fries jacht

De 'Argo' in het boek "Schepen die voorbijgaan"
De 'Argo' in het boek "Schepen die voorbijgaan"

1980

1980

1980: Stichtingsmonografiën 18, 19 en 31 - De ronde jachten van Visser in Paterswolde.

In 1901 verhuist de familie Visser naar de Meerweg en wordt een huis betrokken naast collega-concurrent en later familielid Jaap Helder. En dan wordt een belangrijke verdere stap gezet in de richting van het bouwen van jachten voor het eigen verhuurbedrijf en voor derden. Buurman Helder gaf eigenlijk de stoot daar toe. Jaap Helder was in 1900 naar Joure getogen, in die dagen een hele onderneming, een echte 'ommelandsche reis' zoals men graag zei, en had van E.H. van der Zee het friese jacht 'Eeltje , gekocht. Dit is de huidige 'Argo'.

Mr. Dr. T. Huitema heeft het hele verhaal wat tot op dat moment bekend was (1980) over de bouw van de ronde jachten door Visser en Helder na de aankoop van de 'Argo' vastgelegd in 3 Monografiën:

1992

1992

1992: Dr. Ir. J. Vermeer - De 'Argo' in het boek 'Het Friese jacht'

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Het Friese jacht":
Het jacht "Argo" werd in 1895 door Eeltje Holtrop van der Zee voor eigen risico, in een slappe tijd, gebouwd en kreeg de naam "Eeltje", naar zijn kleinzoon Eeltje Romkema. In 1900 koopt Jaap Helder de "Eeltje" voor zijn verhuurbedrijf aan het Paterswoldse Meer. Dit jacht wordt dan het voorbeeld voor een achttal open ronde jachten, tussen 1902 en 1917 gebouwd door Jan Visser op de werf van diens vader Wiendeldt Visser, gelegen naast het bedrijf van Helder. Vijf van deze jachten kwamen tot stand in opdracht van Albert Helder, zoon van Jaap. Van deze acht jachten bestaan er heden nog vier.
Bij de firma Helder voer het jacht onder de naam "Vliegende Hollander". In 1908 koopt W. Jongejan uit Steenwijk, later te Amsterdam, het jacht en geeft het de naam "Kikker III". Er worden vele wedstrijden mee gevaren. Jongejan laat het jacht door de KVNWV meten en registreren; het krijgt het zeilnummer 1 OD. Van 1917 tot 1928 is N. Siebesma te Leeuwarden eigenaar. Hij geeft het jacht de naam die het nu nog voert: "Argo". Onder deze naam komt het voor in het Nederlandsch Jachtregister van 1924-25 (zie Bijlage A). Ook Siebesma is een verwoed wed-strijdzeiler, zoals blijkt uit talrijke vermeldingen in de tijdschriften "De Watersport", "Ons Element" en "De Waterkampioen" tussen 1917 en 1928. In 1918 trekt hij zelfs naar Holland om aan de eerste "Kaagweek" deel te nemen. Op de Friese wateren is R. Buisman met de "Mercurius" meestal zijn tegenstander.
In 1929 gaat de "Argo" over in handen van notaris D. de Vries te Akkrum, die haar echter spoedig overdoet aan zijn schipper M. Zetzema te Grouw. Deze verhuurt het jacht aan gasten van hotel "Oostergoo". Van 1936 tot 1949 is MJ. Schaap te Arnhem eigenaar, daarna B.H. Braam te Grouw, hotelier van "Oostergoo". Deze was er trots op als 'hospes' van "Oostergoo" de eeuwenoude traditie van wedstrijdorganiserende kasteleins voort te zetten. In 1948 wint de heer Schaap bij het eeuwfeest van de Kon. Zeilvereeniging "Oostergoo" de eerste prijs in een veld van 5 grote Friese jachten112. Tijdens de eerste reünie, in 1953 op instigatie van de commissie Stamboek Friese Ronde Jachten door de Kon. Zeilv. "Oostergoo" georganiseerd, voert de "Argo" bij het admiraalzeilen het eskader tjotters aan. Sedert 1955 is het jacht onafgebroken eigendom van dezelfde familie: Eerst van de heer J.W. Tuininga, fabrikant te Helmond (een verwoed wedstrijdzeiler) en sedert 1986 van diens zoon W.J.W. Tuininga te Muiden.

Opmetingen in opdracht van de SSRP

In 1956 is de "Argo", op initiatief van de kort daarvoor opgerichte Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten, door L. Stelwagen te Grouw opgemeten en in tekening gebracht. In "De Waterkampioen" wijdde de toenmalige hoofdredacteur Ir J. Loeff hieraan een artikel. Bij ons weten is dit de eerste keer, dat opmetingstekeningen van een Fries jacht het licht zagen.
Tenslotte zij nog vermeld, dat de "Argo" in 1968 deelnam aan de eerste Regionale Reünie voor Friese Ronde Jachten en Schouwen in Heeg en in 1980 aan de zomerreünie van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    6,80 m
  • Grootste breedte over de
  • berghouten    2,90 m
  • Holte op het grootspant    1,30 m
  • Zeiloppervlak: Grootzeil + fok    41,0 m2

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • over de gehele lengte sterk gepiekt vlaktilling 20 °
  • kielgang + 8 huidgangen
  • laag voordek met bedelbalk veel snijwerk en bladkoper
  • roer bekroond met leeuw

Opmerkingen

Evenals bij de "Njord" is de holte relatief groot als gevolg van de zeer sterke piek van de bodem. Verder is er een sterke gelijkenis met het slechts een jaar oudere, tot boeier verbouwde, jacht "Hou Moed", tot in het snijwerk toe. De naam "Argo" is later op de hennebalk aangebracht.

1996

maart 1996

maart 1996: SSRP Jaarverslag 1995 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 1995 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:

De in 1992 eveneens met steun van het restauratiefonds FONV uitgevoerde reparatie van het zwaar aangetaste vlak van de ARGO bleek in 1994 geen waarborg voor het behoud van dit mooie schip. De nieuwe eigenaren kwamen in dat jaar tot de ontdekking dat verdergaande restauratie noodzakelijk was om het voortbestaan te verzekeren en gaven Piersma in Heeg opdracht tot uitvoeren van restauratie op basis van een met de werf opgesteld restauratie plan.

De werkzaamheden hielden het volgende in:

De steven had twee slechte plekken, het aangrijpingspunt van de waterstag en het teenstuk. Dit was zeer slecht of ontbrak geheel. Aanvankelijk was het de bedoeling er twee nieuwe stukken in te zetten maar ter plaatse van de waterstag bleef er zo weinig achterhout te zitten dat totale vervanging noodzakelijk was. De kiel plaat is in volle lengte vervangen. De oude kielplaat varieerde zowel in breedte (midden breed en voor en achter smal) als in dikte (midden ca 25 mm en achter ca 80 mrn). De nieuwe kielplaat is ca 30 mm dik en variërend in breedte. Aan de achterzijde tegen de kiel een scheg van ca 80 mm met een constante breedte. Hierdoor komt het ijzeren beslag rond de schroef iets minder dicht tegen de schroef. De andere zijden rond de schroefsparing werden ook wat minder hoekig gemaakt om een betere stroomlijnvorm te bereiken. De oude sparing zat vrij nauw om de schroef en was met haakse hoeken afgewerkt. De eerste legger voor het mastspoor was zacht. in de teen en werd geheel vernieuwd. De legger tegen het voorste spant was in goede staat maar moest geheel verwijderd worden om het voorste mastspant te kunnen repareren. Er is een nieuwe legger ingebracht.
Het voorste spant bestond uit twee delen met een stuiknaad in het midden. Rond deze stuik was het spant van bovenzijde tot in de teen aangetast. Aangezien hier de kracht uit de mast" koker aangrijpt is besloten een nieuw middenstuk in dit mastspant aan te. brengen. Om de lassen goed te kunnen maken moest de legger voor dit spant verwijderd worden. 
Tussen de twee mastspanten lagen twee eiken delen van ieder ca 20 mm dik. Beide waren in niet al te beste staat. De mastkokerwangen lopen door deze delen en zijn ingelaten in de onderliggende spoor. Dit spoor zag er, op twee plekken na; goed uit. Het zachte hout op deze plekken werd weggehaald en een klos werd ingebracht. Daarna is een 40 mm eiken deel aangebracht die de nieuwe mastkokerwangen omsluit. De wangen van de mastkoker zijn geheel vervangen. In de oude wangen zat een las en beide delen waren verbonden door middel van een 8 doorgeboute opdekklos. De nieuwe mastkoker-wangen zijn ingelaten in het boven verrnelde 40 mm eiken deel en het onderliggende spoor tussen de twee mastwangen. De dikte van de nieuwe wangen is 82 mm, de oude waren 78 mm. De ruimte in de mastkoker wordt nu ongeveer 210 mm voor een mast van 207 mm. De stalen pennen ter plaatse van de mastbank konden niet meer verwijderd worden. Er werd daarom gekozen voor een verbinding tussen wangen en mastbank met rvs hoeken onder tegen de mastbank. Deze verbinding komt niet in het zicht. Op de frontzijde is het originele houtwerk weer aangebracht. 
In de bakboord zwaardklamp zat aan de onderzijde een zacht stuk. Hier is een nieuw stuk aangebracht. Beide mastspanten zijn nabij de aansluiting op de mastbank gescheurd. In het verleden is het achterste mastspant al eens met een stalen plaat aan de mastbank verbonden. Nu werd besloten het geheel te versterken met een RVS U-vormige plaat tussen de spanten en onderkant mastbank. Het alternatief, het vernieuwen van de beide mastspanten, was veel te ingrijpend omdat hiervoor het gehele schip: ter plaatse uit elkaar gehaald zou moeten worden. De gekozen reparatiemethode is niet in het zicht. Door het restauratiefonds FONV is een restauratiesubsidie toegezegd. 

april 1996

april 1996: Spiegel der Zeilvaart - Uit het Stamboek: Het Friese jacht Argo meer dan een eeuw oud

Eeltje Holtrop van der Zee creëerde in 1895 de 'Argo' naar zijn eigen kunstzinnig inzicht. Het werd een pracht van een schip. Geen wonder dat velen zich het lot van de 'Argo' hebben aangetrokken zoals Karin Laglas en Sybrant van der Werf. Het is niet zomaar dat zij met een honderd jaar oud Fries jacht varen. De Familie Van der Werf heeft een ander Fries jacht, 'Froukje', al heel lang in haar bezit.
De 'Froukje', de ex-`Zwaluw' is, gebouwd door Jan Visser. Hij had de 'Argo' van Eeltjebaas gekocht en heeft naar voorbeeld van dat jacht een vijftal open ronde schepen gebouwd, waaronder de 'Froukje'. Is het toeval dat Sybrant in 1993 de `Argo' kocht? Er moest echter eerst aan allerlei voorwaarden worden voldaan, voordat het `toeval' een kans kreeg. Sybrant maakte een uitstapje naar plastic, omdat hij vond dat een schip niet alleen een spinaker moest hebben, maar dat het ook moest kunnen planeren. Na vijf jaar koos hij opnieuw voor een houten schip.

pdf SdZ April 1996 nr03 - Uit het Stamboek Het Friese jacht Argo meer dan een eeuw oud.pdf

2004

augustus 2004

augustus 2004: De Waterkampioen nummer 18 2004: Deelnemer aan de 30e Regionale Friese Reünie voor Ronde jachten Schouwen en Staverse jollen

Ze noemen zichzelf eigenlijk een beetje gek - en verslaafd. Gek van eikenhout en verslaafd aan het zeilen met hun Friese jachten, tjotters, schouwen, Staverse jollen, boeiers en boatsjes. Voor de dertigste keer kwamen ze bij elkaar om hun gekte te vieren. Op het Heegermeer. Met admiraalzeilen, wedstrijden, een Indonesisch buffet en veel verhalen...
Ook de 'Argo' was één van de deelnemers aan de 30e Regionale Friese Reünie.

2011

2011

2011: Ouder zeilend hout - Argo 1895

Visser, Helder en hun ronde jachten op het Paterswoldsemeer, Dit is de pakkende naam die Gerard ten Cate aan zijn, in 2011, verschenen boek heeft gegeven. Een foto met daarop het Friese jacht de 'Zwaluw' en een notitie uit 1911 waren voor hem de aanleiding om een zoektocht te beginnen naar ronde jachten op het Paterswoldsemeer. Met de studies van de heren Huitema en Vermeer, uitgegeven als monografie van de SSRP en het boek 'Het Friese Jacht' als beginpunt, is het uiteindelijk een hele klus geworden.

pdf Ouder zeilend hout - Argo 1895

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht