Hou Moed

Hou Moed Niet actief

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.

Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!

Het Fries jacht 'Hou Moed' werd gebouwd in 1894 door Eeltje Holtrop van der Zee te Joure voor Mr. N.M. Lebret te Zevenbergen, directeur van de suikerfabriek aldaar. Lebret maakte als planter fortuin op Java. Rond 1910 keerde hij terug naar Nederland en vestigde zich in Oosterbeek. Als natuurliefhebber kocht hij grote delen van de Oude Venen bij Earnewâld op, om deze ongerept te kunnen bewaren. In 1934 werden deze gebieden door Lebret's zoon aan It Fryske Gea aangeboden.

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "De Boeier":
Dit schip is oorspronkelijk gebouwd als open jacht. Uit het werfboek blijkt dat het in 1868 voor de Leeuwarder koopman A. Houtsma gebouwde jacht "Mercurius" als voorbeeld heeft gediend. Pas ruim veertig jaar na de bouw meldt een bericht in het blad "De Golfslag", dat de scheepswerf J. Langenberg en Zn te Leeuwarden ... bezig is met de ombouw tot boeier van het bekende Friesche jacht "Hou Moed" thans eigendom van den heer De Boer te Huizum. Merkwaardig is, dat in het werfboek van Eeltje Holtrop van der Zee dit jacht een boot genoemd wordt. Eeltjebaes betitelde dergelijke fraai versierde open pleziervaartuigen meestal met jagt.

Bestek (volgens werfboek)

Een boot gemaakt voor Mr N.M. Lebret, Noordbrabant.
Lang 24 voet, anders gelijk als Houtsma wat bolder, met kisten, kast onder mastbank en met mast, giek, blokken voor de prijs van dertien hondert gulden buiten zeilen. Betaald en gehaald 30 Mei 1894.
Eeltje Romkema heeft later nog enkele afmetingen opgenomen en als volgt genoteerd:
Wijdt in 't vlak 7 voet 3 duim, wijdt binnewerk 9 voet 8 duim.
Hoog voor bij 't zeilwerk 5 voet 1 duim, achter bij de steven 4 voet 10 duim.
Over alles voorend 10 voet 4 duim, achter 3 voet 8 duim.
Hol onder berghout 2 voet 7 duim.
Hol 4 voet 3 duim, voor bij de steven 61/2 duim, achter 5 duim.

Foto Thierry Danz Philadelphia USA - De 'Hou Moed' op de Westeinder in 1970
Foto Thierry Danz Philadelphia USA - De 'Hou Moed' op de Westeinder in 1970

Eigenschappen

Plaquette nummer:62 Zeil nummer: OD6 / RC97
Categorie:X Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1894 Ontwerper:E. Holtrop van der Zee
Werf:E. Holtrop van der Zee Werf plaats:Joure
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,90 m Breedte berghout:2,70 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1894 – 1924 N.M. Lebret, Zevenbergen ( Hou Moed)
1924 – 1932 N.M.A. Lebret, Oosterbeek ( Hou Moed)
1932 – 1934 Pieter Bokma, Leeuwarden ( Hou Moed)
1934 – onbekend F. de Boer, Huizum ( Etty)
onbekend – onbekend E.J.H. de Graaf , Velp
onbekend – 1949 Jachtwerf G. van Wijk, Woubrugge ( Hou Moed)
1949 – 1967 N.L.Ch. Arnoldus, Laren ( Menno Jan / Hou Moed)
1967 – 1972 W.H.J.A. Croon, Heemstede ( Hou Moed)
1972 – 2018 A.A.W. Tjalma, Sloten ( Hou Moed)
2018 – onbekend Erven A.A.W. Tjalma, Sloten ( Hou Moed)

Geschiedenis

1894

1925

1955

1955

1955: Geschiedenis RC97 Boeier Menno Jan - archivaris SSRP jaren-50

2005

2005

2005: De Boeier 'Hou Moed' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer

De opdrachtgever mr N.M. Lebret was directeur van een suikerfabriek in Zevenbergen, Noord-Brabant. Aanvankelijk kreeg het jacht ligplaats in een schiphuis bij de werf Paans aan de Roode Vaart bij Moerdijk aan het Hollands Diep. Het wekte de bewondering op van de twee zoons, Arie en Willem Paans. Uitgedaagd door de Friese schipper van de "Hou Moed", Douwe Nooitgedacht, kregen de zoons van hun vader toestemming om - in hun vrije tijd - een Fries jachtje van 5 meter lengte te bouwen. Twee jaar later kwam dit inderdaad tot stand en het werd "Drie Gebroeders" gedoopt.

Tekeningen

Het schijnt dat Arie Paans, de eigenlijke scheepsbouwer, eerst de "Hou Moed" heeft opgemeten en in tekening gebracht, zoals blijkt uit correspondentie in het archief van de Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten, de voorloper van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. Naar deze tekeningen bouwde Willem Paans, de zoon van Arie, bijna zeventig jaar later de stalen boeier "Petrel", die in 1967 van stapel liep. De toezegging dat de oorspronkelijke tekeningen van de "Hou Moed", na het gereedkomen van de boeier, aan het Fries Scheepvaart Museum zouden worden afgestaan, is helaas niet gestand gedaan. Gevreesd moet worden dat ze met het gehele archief van de werf Paans, omstreeks 1980 zijn vernietigd.

De 'Hou Moed' in eigendom van de zoon van opdrachtgever Lebret

De heer Lebret vertrok korte tijd later naar Java, waar hij als planter fortuin maakte. Terug in Nederland vestigde hij zich omstreeks 1905 in Oosterbeek. Naast watersporter was hij ook een groot natuurliefhebber. In de jaren twintig kocht hij grote delen van de Oude Venen nabij Eernewoude om die ongerept te bewaren. In 1934, tien jaar na zijn overlijden, biedt zijn zoon N.M.A. Lebret, It Fryske Gea aan, deze terreinen over te nemen. De koop komt, mede na een oproep van notaris N. Ottema in de Leeuwarder Courant om financiële steun, inderdaad tot stand.

Wedstrijden in Friesland

Vermoedelijk nadat zijn eigenaar zich in Oosterbeek had gevestigd, kreeg de "Hou Moed" een ligplaats in de Leeuwarder Jachthaven. De familie bezat daar een schiphuis, waarin ook een grote stalen boeier van 15,5 meter (eigenlijk meer een lemsteraak), "Yolanda" genaamd, was gelegen. Vrij regelmatig wordt het jacht dan vermeld in verslagen van wedstrijden van de zeilverenigingen "Frisia", "Oostergoo" en "Lyts Frisia", waar het zijn twee zusterjachten "Mercurius" en "Argo" ontmoet en ook de "Maaike" (thans "Wytske"). In het oud-archief van de KVNWV stond de "Hou Moed" geregistreerd onder nummer 6OD. Het Nederlandsch Jachtregister van 1924-25 vermeldt hem op naam van de zoon, de heer N.M.A. Lebret te Oosterbeek.

Pieter Bokma koopt de 'Hou Moed'

Na bijna veertig jaar in het bezit te zijn geweest van de familie Lebret, wordt de "Hou Moed" in 1932 verkocht. Op 5 juli van dat jaar vindt in het Oranjehotel te Leeuwarden de finale openbare verkoping plaats door notaris N. Ottema. Tegelijk met nog enkele andere boten en het schiphuis komt de "Hou Moed", met inventaris, onder de hamer. De inzet bedroeg de lage prijs van f 500,- , hetgeen duidelijk weerspiegelt dat in de vooroorlogse jaren de belangstelling voor dit soort duur te onderhouden luxe zeiljachten bijna geheel verdwenen was. Navraag bij de indirecte opvolger van notaris Ottema leerde dat het jacht werd gekocht door de heer Pieter Bokma, koopman te Leeuwarden. Waarom deze, reeds jaren eigenaar van de Jouster boeier "Albatros" zijnde, het jacht kocht, kunnen wij slechts raden, mogelijk om het voor Friesland te behouden. 

Verbouwd tot Boeier

In ieder geval wordt twee jaar later `... het bekende Friesche jacht "Hou Moed" ...' in "De Waterkampioen '74 en in het blad "De Golfslag "75 weer te koop aangeboden. Nog geen jaar later vinden wij dan in laatstgenoemd blad het al geciteerde bericht van de ombouw tot boeier op de werf van Langenberg. Behalve een roef en een verhoogd voordek, waarvoor de bedelbalk moet worden opgeofferd, worden ook veel nieuwe inhouten en boegen aangebracht.
Voor de Tweede Wereldoorlog vinden wij nog eenmaal een verwijzing naar dit schip. In de laatste jaargang (1937) van het blad `De Watersport" wordt melding gemaakt van het driedaagse zeilfeest van de Koninklijke Zeilvereeniging `Oostergoo', waaraan - een unicum in die jaren - zes grote ronde jachten deelnemen. Genoemd worden de "Mercurius", de "Constanter", de "Albatros", de "Frisia", de "Stânfries" en `... de tot boeier verbouwde "Hou Moed". In de deelnemerslijst van `Oostergoo' staat het schip vermeld met de naam "Etty", eigenaar F. de Boer te Huizum.

Na de Tweede Wereldoorlog

Daarna is er een hiaat van twaalf jaar in onze kennis. Uit correspondentie in het archief van de Commissie Friese Ronde jachten blijkt dat de heer N.L.Ch. Arnoldus te Laren (NH) in 1949 een tot boeier verbouwd Fries jacht heeft gekocht van Jachtwerf Van Wijk te Woubrugge. Omdat men vermoedde dat dit de voormalige "Hou Moed" zou kunnen zijn, bezocht de toenmalige secretaris van deze commissie, de heer F.G. Spits, in juni 1954 het in Loosdrecht verblijvende schip, teneinde afmetingen en bijzonderheden vast te stellen. De heer Arnoldus wist te vertellen dat toen hij de boeier kocht, zich nog een ovale koperen plaat met de naam Lebret op de afsluiting van het achterhuisje bevond. Hiermee stond de herkomst eenduidig vast.
Voordat dit feit bekend was, werd een ander na de oorlog teruggevonden tot boeier verbouwd Fries jacht voor de oude "Hou Moed" aangezien, namelijk de "Roode Leeuw" van de heer E.J. Kuipers, eveneens woonachtig te Laren. Wij weten nu dat dit schip in werkelijkheid het verbouwde Friese jacht "Stânfries" was, in 1917 gebouwd door Jan Visser te Paterswolde. De verwarring was wel begrijpelijk. Jan Visser werd bij de bouw van zijn jachten immers geïnspireerd door een jacht van Eeltjebaes, de huidige "Argo" uit 1895. De heer Arnoldus gaf zijn boeier, die toen "Menno Jan" heette, na de identificatie de oorspronkelijke naam terug. Hij wist nog te melden dat Jachtwerf Van Wijk het schip had gekocht van E.J.H. de Graaff, destijds wonende in Arnhem.

Na 1967

In 1967 komt de boeier in het bezit van de heer W. Croon te Heemstede, eerder eigenaar van de tjotter "Boekanier" (de huidige "Anna Frederika"). In 1968 is de "Hou Moed" dan aanwezig op de eerste Regionale Reünie voor Friese Ronde jachten en Schouwen in Heeg. Na enige jaren koopt de heer Croon een groter schip, het lemsteraakjacht "Lemsterlicht", en komt de 'Hou Moed' in 1972 in handen van de heer A.A.W. Tjalma, huisarts in Sloten. Sindsdien heeft het schip in die plaats zijn thuishaven.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens 6,88 m
  • Grootste breedte over de berghouten 2,97 m
  • Holte op het grootspant 1,28 m
  • Diepgang
  • Zeiloppervlak: grootzeil + fok ca. 40,0 m2
  • Kluiver n.a.

Bijzonderheden

  • kielbalk, hoog 13 cm, dik 8 cm
  • over de gehele lengte gepiekte bodem - vlaktilling 10,5°
  • kielgang + 9 huidgangen
  • hoog vast voordek zonder bedelbalk
  • veel snijwerk en bladkoper
  • roer bekroond met leeuw

Opmerkingen

Bij de verbouwing tot boeier is de boeiselrand in de kop iets verhoogd (zie foto), maar zijn de kluisborden en beretanden behouden; deze verraden nog steeds de afkomst als open jacht: Ze vallen namelijk meer dan bij een echte boeier gebruikelijk is. Ook in het achterschip is de afkomst nog duidelijk te zien. Helaas is de bedelbalk bij de verbouwing verwijderd. Het schijnt ons toe dat toen de mastkoker, ter wille van meer ruimte in de roef, iets verder naar voren is geplaatst. Het schip is sterk geveegd en zal in principe een snelle zeiler zijn.

2016

oktober 2016

oktober 2016: Restauratie door Jachtwerf Joh. van der Meulen in Sneek

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht