Frisia

Frisia

Werfboek I van Eeltje Holtrop van der Zee bevat de volgende aantekeningen: 7 April 1876. Een jagt gemaakt voor den heer L.K. de Vries van Grouw, lang 6 el 2 duim . . . Het jagt gemaakt na dat van Houtsma. De prijs bedroeg f881,70. Het gebruik van de benaming jagt door Eeltje Holtrop van der Zee wijst erop, dat het een echt pleziervaartuig betrof. Het aangehaalde voorbeeld is het in 1868 gebouwde jacht "Mercurius". In de werfboeken wordt dit eveneens een jagt genoemd. Met 24 voet (6,90 m) is de "Mercurius" echter ruim een halve meter groter.

De opdrachtgever, L.K. de Vries, is een vermogende boterhandelaar. Tot 1887 komt het jacht, dat "Frisia" gedoopt werd, elk jaar voor in de deelnemerslijsten van zeilwedstrijden te Grouw (Z.V. "Frisia", zowel als Z.V. "Oostergoo"). Meer dan eens verschijnt het ook op Sneeker Hardzeildag. In 1902 wordt het jacht eigendom van L. Dokkum, apotheker te Sneek. Een jaar eerder was de "Frisia", toen al - met schiphuis - te koop, bijna eigendom geworden van P.G. Halbertsma, de oprichter van de bekende houtfabrieken te Grouw. De koop ging op het laatste ogenblik niet door (zie H.G. van Slooten's monografie over de boeier "Constanter").

Eigenschappen

Plaquette nummer:9 Zeil nummer:
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1876 Ontwerper:E. Holtrop van der Zee
Werf:E. Holtrop van der Zee Werf plaats:Joure
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip:Gepiekt Kiel:Kielbalk

Afmetingen

Lengte stevens:6,24 m Breedte berghout:2,78 m
Diepgang:0,60 m Masthoogte water:10,00 m
Oppervlakte grootzeil:26,00 m2 Oppervlakte fok:14,80 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:40,80 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:678 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1876 – 1902 L.K. de Vries, Grouw ( Frisia)
1902 – 1908 L. Dokkum, Sneek ( Frisia)
1908 – 1928 L.G. Lykles, Grouw ( Frisia)
1928 – 1972 R. Buisman, Zwartsluis ( Frisia)
1972 – 1989 T. Klazinga, Boskoop ( Frisia)
1989 – Nu (laatst bekend) A.G. van Son, Makkum (Fr) ( Frisia)

Geschiedenis

1913

1913

1913: Meetbrief 'Frisia' afgegeven aan L.G. Lykles

1925

1928

1928

1928: Foto's collectie Historische vereniging Zwartsluis

'Frisia' en 'De Vriendschap' (nu 'Holland' plaq. 417) van R. Buisman in Arembergergracht
'Frisia' en 'De Vriendschap' (nu 'Holland' plaq. 417) van R. Buisman in Arembergergracht
Het Fries jacht van Buisman op het Meppelerdiep, achtergrond Nieuwesluis
Het Fries jacht van Buisman op het Meppelerdiep, achtergrond Nieuwesluis

1950

1950

1950: Zuiderzeecollectie.nl Het Fries jacht 'Frisia'

Let op de plaats van de buitenboordmotor
Let op de plaats van de buitenboordmotor

1955

1955

1955: De geschiedenis van de 'Frisia' in het Stamboekarchief

1992

1992

1992: Het Friese jacht 'Frisia' in het boek " Het Friese jacht" van Dr. Ir. J. Vermeer

Reeds in 1908 gaat de "Frisia" over in handen van de Grouwster graanhandelaar L.G. Lykles. Deze bezat eerder het kleinere Friese jacht "Neptunus". Tot 1921 vinden wij het jacht regelmatig genoemd in wedstrijden in Grouw en Sneek.

R. Buisman uit Zwartsluis eigenaar

 In 1928 verkoopt Lykles de "Frisia" aan R. Buisman te Zwartsluis, fabrikant van de bekende koffiestroop en neef van de eigenaar van het jacht "Mercurius". Ook de heer Buisman bezat reeds eerder een kleiner Fries jacht 'De Vriendschap'' (nu 'Holland'. Het Nederlandsch Jachtregister van 1924-25 vermeldt R. Buisman te Zwartsluis als eigenaar van de 'tjotter' "De Vriendschap", gebouwd door F. Lantinga te IJlst, lengte 5,50 meter. In een brief, gedateerd 30/1/1952 aan de secretaris van de Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten, de heer C.J.W. van Waning, schrijft de heer Buisman, dat hij dit 'lieve jacht' in 1918 kocht van banketbakker Van den Berg te Leeuwarden (later zou dit jachtje van een kajuit zijn voorzien). In dezelfde brief vertelde hij, dat hij de "Frisia" kocht voor de som van f700,-, waarbij inbegrepen de gehele inventaris, zijnde twee stel tuigen, twee masten, een grote waaier (d.i. een jager of voordewinder), drie hangmatten en de kist, waarin 's winters de inventaris wordt opgeborgen. Deze tuigen waren van bijzonder zwaar doek, reden voor de heer Buisman direct een nieuw tuig te laten maken, waarmee hij - zoals hij in de brief vermeldt - in 1952 nog steeds voer. Vermoedelijk is het dit tuig, dat de huidige eigenaar bij zijn koop overnam.

Vaargebied Friesland

In Zwartsluis, aan het begin van de Arembergergracht, verrijst een schiphuis voor de "Frisia" en dat zal tot 1972 de thuishaven blijven. Het Friese merengebied blijft echter voornamelijk haar vaargebied. 's Zomers logeerde de heer Buisman vaak in het Schippershotel in Terhorne, mooi centraal gelegen tussen Sneek en Grouw. Deelname aan wedstrijden vinden wij vermeld in de tijdschriften "De Watersport" en "De Waterkampioen"; meestal is zijn neef met de "Mercurius" zijn tegenstander. Natuurlijk is de "Frisia" present op het eeuwfeest van "Oostergoo" in 1948 en neemt zij deel aan de eerste reünie van Friese ronde jachten in 1953, eveneens in Grouw. Voorts is zij het enige Friese jacht, dat aanwezig is op de Enkhuizer Zeildagen ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan in 1955 van Enkhuizen als stad, mede georganiseerd door de in oprichting zijnde Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. Tijdens de, met weinig wind, gehouden wedstrijd wint de "Frisia" de eerste prijs; overigens stuurde de heer Buisman het jacht niet meer zelf. Na het overlijden van de heer Buisman in 1961 blijft het schip nog jaren in Zwartsluis. 

Naar Boskoop en weer terug

In 1972 verkopen de erven het tenslotte aan Ir T. Klazinga, directeur van Gemeentewerken te Boskoop. Het jacht verlaat nu de vertrouwde noordelijke wateren, maar niet voorgoed. In 1976, bij haar eeuwfeest, fungeert de "Frisia" als admiraalschip tijdens de 7e Regionale Reünie in Heeg, met Mr G.F.W. Hartung als admiraal aan boord. Zowel in 1975 als in 1980 neemt de heer Klazinga met het jacht deel aan de manifestatie "Sail Amsterdam". In 1989 komt het terug naar Friesland als Ltz A.G. van Son te Makkum eigenaar wordt. Deze laat het jacht een grondige herstelbeurt ondergaan op de werf van Brandsma te Rohel.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    6,24 m
  • Grootste breedte over de berghouten    2,78 m
  • Holte op het grootspant    1,16 m
  • Zeiloppervlak: Grootzeil + fok    34,5    m2

Bijzonderheden

  • kielbalk, hoog 17 cm, dik 8 cm, later aangebracht
  • over de gehele lengte gepiekt
  • vlaktilling 11 °
  • kielgang + 8 huidgangen
  • laag voordek met bedelbalk
  • bijzonder mooi snijwerk op kluisborden, beretanden, boeisels, bedelbalk en hennebalk, veel bladkoper
  • roer bekroond met leeuw.

Opmerkingen

Een zeer fraai en harmonisch gebouwd jacht. De grootste breedte ligt vrij wat achterlijker dan bij de andere jachten van Van der Zee; mooie zeeg.

Bij Jachtwerf Brandsma in Rohel voor de wal
Bij Jachtwerf Brandsma in Rohel voor de wal
Foto Gerard ten Cate
Foto Gerard ten Cate
Foto Gerard ten Cate
Foto Gerard ten Cate
Foto Gerard ten Cate
Foto Gerard ten Cate

2002

2002

2002: Waterkampioen 2002, nummer 19

Een kunstwerk. Kijk eens naar de vloeiende lijnen die nergens stilstaan. Alsof het logisch is dat hout zich zo makkelijk laat vormen. Een schip, niet getekend door de tijd, maar tijdloos. En toch al ruim één en een kwart eeuw oud. Meesterwerk van een meester-scheepsbouwer. Alleen zijn ogen konden dit schip bouwen. Het Friese jacht Frisia.
Onverwoestbaar en 126 jaar oud: het Friese jacht 'Frisia', ruim één en een kwart eeuw geleden gebouwd door de beroemdste bouwer van allemaal: Eeltje Holtrop van der Zee. Twijfel is niet mogelijk. Zijn brandmerk staat in het achterste spant. Bovendien was het Eeltje zelf die de 'Frisia' in zijn werfboek noteerde. "7 april 1876. Een jagt gemaakt voor den heer L.K. de Vries van Grouw".
Een echt pleziervaartuig was het, voor een vermogende botenhandelaar uit Grouw. Holtrop van der Zee bouwde de Frisia naar het voorbeeld van de 'Mercurius', een Fries jacht - maar wat groter - dat hij eerder maakte.
Het verhaal gaat dat de visaak 'Dolphijn', een werkboot voor de visserij, die Holtrop van der Zee bouwde, model heeft gestaan voor zijn latere Friese jachten, waaronder deze 'Frisia'. Hoe het ook zij, de 'Frisia' was beslist een geslaagd schip. "Een zeer fraai en harmonisch gebouwd jacht", luidt de conclusie van dr. ir. J. Vermeer in zijn standaardwerk "Het Friese jacht".
In het archief van het Scheepvaartmuseum in Sneek vinden we in afrekening diverse ledematen terug: "Lang 6 el, 2 palm, wijdt 9 voet. Hoog voor bij het zeilwerk: 4 voet, voorend 9 voet en 2 duim. Hol onder het berghout 28 duim. Aangenomen voor zeven hondert guldens. Bijrekening voor ijzeren kijl, twee masten, 1 gaffel, koperen bouten." De Frisia zou iets duurder uitvallen dan die 'zeven hondert guldens' 881 gulden en 70 cent om precies te zijn. De Vries kreeg bovendien voor een ingeruilde boot nog eens 250 gulden retour, zodat hij Holtrop van der Zee niet meer dan 631,70 gulden schuldig was.
Overigens staat in die afrekening tussen de regels door de nodige interessante informatie. Bijvoorbeeld dat het jacht werd geleverd met twee masten. Vrij gebruikelijk destijds: voor de wedstrijd koos je de mast die op dat moment het beste zou voldoen. En dat de Friese jachtjes echte 'racers' waren, blijkt ook: de Frisia werd geleverd met kluiverboom - om het zeiloppervlak te vergroten - en zetboorden - om het vrijboord te verhogen en zodoende minder gauw water over te krijgen. Op de oude foto's is duidelijk te zien hoe overtuigd de Friese jachten konden zijn.

pdf Waterkampioen 2002 nr19 - Fries jacht Frisia

2016

augustus 2016

augustus 2016: Foto's

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht