Froukje

Froukje

Gerard ten Cate is in 2009 een zoektocht begonnen naar ronde jachten op het Paterswoldsemeer in Groningen. Die zoektocht heeft in 2011 geresulteerd in zijn boek 'Ouder Zeilend Hout' (met CD). Over de 'Froukje' schrijft hij: Staat vermeld in het Nederlandsch Jachtregister van 1924-25 als tjotter 'Zwaluw' met H.J.H. Tinga Waterloolaan 1 te Groningen als eigenaar. Bouwjaar 1911 (bouwer J.Visser Paterswolde afm. 6.00 x 2.50 x 0.40). Van de acht Friese jachten die Jan Visser heeft gebouwd, waren er twee voor eigen gebruik. De 'Zwaluw' is er een van, de 'Prinses Juliana' de andere.

In het Overzicht van in het Stamboek ingeschreven jachten, die nooit een plaquette hebben gekregen staat het volgende:
22. Fries jacht 'Henriëtte, 6,-m, gebouwd door J. Visser, Paterswolde in 1911, Eikenhout, eigenaar J. Bosman, Amsterdam, in schepenlijsten 1954 t/m 1969. Later het het jacht plaquette 430 gekregen.

Bijzonder is de foto afkomstig uit de collectie van R.C.E.G. Martens die ik in 2008 in zijn collectie tegen kwam. Opschrift vermeld “Zwaluw 1911”. Helaas is de foto wat donker geworden. Of deze foto genomen is ter gelegenheid van de tewaterlating, of ter gelegenheid van bijvoorbeeld het waterfeest is onduidelijk. Beide is mogelijk. Het schip ziet er nieuw uit en waarschijnlijk is het een van de oudste foto’s ervan. Als we het Jachtregister volgen dan valt het “geboortejaar” van de “Froukje” samen met dat van VWDTP, 1911.

Coll. Martens. Opschrift foto “Zwaluw 1911” aan het roer Gijsbert Martens (kunstschilder), met witte bloes George Martens (1894-1979) en op het voordek Gerlof? Visser. Wat opvalt is het ontbreken van een vlaggenstokhouder op het  roer.
Coll. Martens. Opschrift foto “Zwaluw 1911” aan het roer Gijsbert Martens (kunstschilder), met witte bloes George Martens (1894-1979) en op het voordek Gerlof? Visser. Wat opvalt is het ontbreken van een vlaggenstokhouder op het roer.

Evenals de 'Poseidon' heeft de heer Vermeer ook dit jacht opgemeten en getekend. Mede dank zij het onderzoekswerk van hem en uiteindelijk de bevestiging van Wiep Visser kon de oorsprong van dit schip worden geduid. De tekeningen staan afgebeeld in het boek “Het Friese jacht”. In tegenstelling tot de 'Poseidon' heeft dit schip vrijwel plat vlak. Een lichte kim is zichtbaar. In voor- en achterschip is een piek aanwezig.

Eigenschappen

Plaquette nummer:430 Zeil nummer: RD85
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1911 Ontwerper:J. Visser
Werf:W. Visser en zn Werf plaats:Paterswolde
Motor:Buitenboord Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,15 m Breedte berghout:2,60 m
Diepgang:0,40 m Masthoogte water:10,50 m
Oppervlakte grootzeil:33,80 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:33,80 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:1512 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1911 – onbekend Fa. W. Visser en Co., Paterswolde ( Zwaluw)
onbekend – 1955 J. Bosman, Amsterdam ( Henriëtte)
1955 – onbekend Dhr. van Bokhoven, Sliedrecht
1964 – 1970 F. Looyen, Gorichem ( Froukje)
1970 – Nu (laatst bekend) A. van der Werf, Velp (Gld) ( Froukje)

Geschiedenis

1911

1911

1911: Het Fries jacht 'Zwaluw' wordt in 1911 gebouwd door W. Visser en zn in Paterswolde

Deze foto is afkomstig uit de nalaten schap van Wieb Visser (1919 – 2013). Links Gerlof Visser, de vader van Wieb.
Deze foto is afkomstig uit de nalaten schap van Wieb Visser (1919 – 2013). Links Gerlof Visser, de vader van Wieb.
Foto links:  Zwaluw aan de wal op het Paterswoldsemeer. Collectie FSM / W.Visser . Foto rechts: collectie FSM met op het voordek Gerlof Visser (jongere broer van Jan Visser) datum onbekend. Welke twee tjotterser naast  liggen is onbekend.
Foto links: Zwaluw aan de wal op het Paterswoldsemeer. Collectie FSM / W.Visser . Foto rechts: collectie FSM met op het voordek Gerlof Visser (jongere broer van Jan Visser) datum onbekend. Welke twee tjotterser naast liggen is onbekend.
De heer Tinga uit Groningen huurde de Zwaluw met de nodige regelmaat  bij Visser. Toen Visser afstand van het schip wilde doen heeft de heer Tinga het gekocht. Hij kende het schip en wist wat hij ervan kon  verwachten. Coll.Tinga / van der Werf.
De heer Tinga uit Groningen huurde de Zwaluw met de nodige regelmaat bij Visser. Toen Visser afstand van het schip wilde doen heeft de heer Tinga het gekocht. Hij kende het schip en wist wat hij ervan kon verwachten. Coll.Tinga / van der Werf.

1920

1920

1920: De huidige 'Froukje' aan de steiger op het Paterswoldsemeer

Westelijke oever Paterswoldsemeer, steiger paviljoen De Meerval Familiehotel met Fries jacht gezien naar het zuiden (Beeldbank Groningen, R.H. Herwig 1920-1950)
Westelijke oever Paterswoldsemeer, steiger paviljoen De Meerval Familiehotel met Fries jacht gezien naar het zuiden (Beeldbank Groningen, R.H. Herwig 1920-1950)

1924

1964

1964

1964: De Gorkumse houthandelaar F. Looyen koopt het naamloze schip in 1964 en doopt het 'Froukje'

De Gorkumse houthandelaar F. Looyen vond het schip in 1964 op het opslagterrein van Van Bokhoven te Dordrecht. Het schip was in zeer deplorabele toestand en had een opgetimmerde kajuit. De eigenaar wist niets van de voorgeschiedenis en dus was de herkomst niet bekend. De Heer Looyen kende de boeier “Constanter” van zijn collega Halbertsma uit Grouw en vatte het plan op om dit schip in zijn oude glorie te herstellen en kocht het schip.

Het schip werd gebracht naar de werf Joh. van der Meulen te Sneek, waar het grondig is gerestaureerd en in 1965 is het schip, geheel herboren, te water gelaten. Het schip, dat geen naam meer had, werd gedoopt als “Froukje”, naar de dochter des huizes.Toentertijd was men er van overtuigd dat het schip oorspronkelijk gebouwd was door Eeltje Holtrop van der Zee, hetgeen ook blijkt uit een artikel in de Sneeker Courant. Bij de familie Looyen was de zoon eigenlijk de enige zeiler en toen die geen interesse meer in het Fries Jacht had werd overwogen het te verkopen.

1965

1965

1965: Fries jacht Froukje te water bij Joh. van der Meulen in Sneek

Waterkampioen 1965

Vorig jaar ontdekte de heer F. Looijen, houthandelaar te Gorinchem, in de Biesbosch een oud en verwaarloosd Fries jachtje, waarop van hechthout een primitieve roef was gebouwd. Het scheepje vertoonde echter „adel", het is vrijwel zeker dat het een jaar of zeventig geleden door de beroemde Eeltsjebaes (Eeltje Holtrop van der Zee) te Joure werd gebouwd. Er moest heel wat aan gedokterd worden om het weer in zijn oude glanzende gedaante terug te brengen.
De nieuwe eigenaar meende eerst wel dat „een paar plankjes" voldoende zouden zijn om er een maand later weer mee te kunnen varen, maar toen hij er mee bij de firma Joh. van der Meulen & Zn. in Sneek kwam, wees Van der Meulen Sr. hem op de bruine kleur van het verrotte hout en overtuigde hij hem van de noodzaak van een grondige restauratie, wat praktisch de bouw van een geheel nieuw jacht betekende. Van de inhouten bleken nog maar zes bruikbaar en de huid moest geheel vernieuwd worden. Het karwei heeft dan ook een jaar geduurd, maar het resultaat kan gezien worden. Blank en glanzend lag het fraaie van duims eikehout gebouwde en feestelijk gepavoiseerde jacht met de Friese vlag in top vrijdagmorgen 23 april op de werf, wachtende op de doop en de tewaterlating.
Het kreeg de naam van dochter Froukje, die het ook doopte, waarna het onder grote belangstelling in het water van de Woudvaart gleed. Het jacht is 6 meter lang en 2,40 nieter breed en draagt 30 m2 doek, (waarmee het ons inziens wel wat overtuigd is). Er is een 2 cylinder Albin benzinemotor, voorzien van een omkeerbare schroef, ingebouwd. Het fraaie snijwerk is door de eigen mensen van de firma aangebracht, maar het sierlijke en fiere leeuwtje werd vervaardigd door de Gorkumse beeldhouwer Marcus Bavenswaay.

Artikel Sneeker Courant

1980

1980

1980: Stichtingsmonografiën 18, 19 en 31 - De ronde jachten van Visser in Paterswolde.

In 1901 verhuist de familie Visser naar de Meerweg en wordt een huis betrokken naast collega-concurrent en later familielid Jaap Helder. En dan wordt een belangrijke verdere stap gezet in de richting van het bouwen van jachten voor het eigen verhuurbedrijf en voor derden. Buurman Helder gaf eigenlijk de stoot daar toe. Jaap Helder was in 1900 naar Joure getogen, in die dagen een hele onderneming, een echte 'ommelandsche reis' zoals men graag zei, en had van E.H. van der Zee het Friese jacht 'Eeltje', gekocht. Dit is de huidige 'Argo'.

Mr. Dr. T. Huitema heeft het hele verhaal wat tot op dat moment bekend was (1980) over de bouw van de ronde jachten door Visser en Helder na de aankoop van de 'Argo' vastgelegd in 3 Monografiën:

1992

1992

1992: Dr. Ir. J. Vermeer - De 'Froukje' in het boek "Het Friese jacht"

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Het Friese jacht":
In het jaar 1964 vond de Gorinchemse houthandelaar F. Looyen op het opslagterrein van de aannemer Van Bokhoven te Dordrecht een in zeer deplorabele staat verkerend Fries jacht met opgetimmerde kajuit. De eigenaar wist niets van de voorgeschiedenis, waardoor de herkomst op dat moment onbekend was. Door zijn relatie met de houtbewerkingsfabriek Halbertsma te Grouw kende de heer Looyen de boeier "Constanter" en andere Friese ronde jachten ter plaatse. Na zijn ontdekking vatte hij het plan op dit jacht in oude glorie te herstellen. De koop werd gesloten en het schip werd naar de jachtwerf van de firma Joh. van der Meulen en Zn in Sneek gebracht, waar het grondig werd gerestaureerd. De kajuit keerde daarbij niet terug. In 1965 werd het herboren jacht bij de tewaterlating "Froukje" gedoopt, naar de dochter des huizes. Uiteraard werd er gespeculeerd over de herkomst, waarbij men er toen min of meer van overtuigd was, dat het jacht door Eeltje Holtrop van der Zee zou zijn gebouwd. Weliswaar heeft het jacht enige kenmerken met de jachten van Van der Zee gemeen, zoals de opbouw van de huid uit een relatief groot aantal smalle gangen, de gepiekte bouw, tenminste in voor- en achterschip, de schuine stand van de boeisels, het fraaie snijwerk, maar met name in het achterschip wijkt het toch duidelijk af. In het onlangs verschenen artikel getiteld: 'Kenmerken van de Friese jachten gebouwd door Jan Visser Paterswolde'140 menen wij te hebben aangetoond, dat het jacht afkomstig moet zijn van de werf te Paterswolde. Met name zou het één van de drie evengrote, ruim 6 meter lange jachten kunnen zijn, die Jan Visser in 1902, 1906 en 1908 bouwde voor het verhuurbedrijf van Albert Helder. De sterke gelijkenis met de jachten van Van der Zee is daarmee verklaard.

De leden van de familie Looyen bleken toch niet zulke grote liefhebbers van de watersport, want al in 1970 is de "Froukje" weer te koop. Zij wordt dan eigendom van de heer A. van der Werf te Arnhem, die reeds eerder een kleiner rond jachtje bezat, namelijk de tjotter met berghout "Murkjen". De familie Van der Werf heeft een tot zomerverblijf omgebouwde boerderij met insteekhaven aan de Tjonger, nabij Vierhuis. Friesland wordt dus het vaargebied. Sindsdien is de "Froukje" vaste gast op de Regionale Reünie voor Friese Ronde Jachten en Schouwen in Heeg. In 1980 neemt zij ook deel aan de feestelijke zomerreünie in Friesland ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. Vijf jaar later, tijdens de lustrum wedstrijd van het Stam-boek sloeg het jacht bij harde wind om op het Sneekermeer, waarbij nogal wat schade ontstond. Herstel hiervan was aanleiding tot een tweede volledige restauratie bij Van der Meulen. In 1988 stelde de heer Van der Werf ons in staat de "Froukje" op te meten. De tekeningen die op grond hiervan werden vervaardigd zijn op-genomen in de bovengenoemde publicatie.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens   6,15 m
  • Grootste breedte over de berghouten   2,60 m
  • Holte op het grootspant   1,06 m
  • Zeiloppervlak: Grootzeil + fok   33,8   m2

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • licht gepiekt, alleen in voor- en achterschip kielgang + 8 huidgangen
  • vlak ter plaatse van het grootspant zwak gekromd vlaktilling 0 °
  • sterk geveegd achterschip
  • laag voordek met bedelbalk
  • snijwerk op boeisels, kluisborden, beretanden, bedel- en hennebalk
  • roer bekroond met forse leeuw

Opmerkingen

De overeenkomsten met de jachten van Visser zijn reeds op het oog opvallend, namelijk:

  • betrekkelijk bolle kop met tussen konen terugliggende voorsteven
  • kleine overhang voor
  • sterk geveegd achterschip
  • lage, zeer schuinstaande achtersteven
  • geringe zeeg.

Deze visuele indruk wordt bevestigd door de uit de tekeningen blijkende platte bodem. Het jacht onderscheidt zich hierdoor duidelijk van de jachten van Van der Zee. Immers, deze hebben (en dat geldt met name voor het voorbeeld "Argo") een veel voller achterschip met hogere en steilere achtersteven. Verder zijn deze zonder uitzondering over de gehele lengte gepiekt gebouwd en vertonen meer zeeg. De vraag, in welk jaar dit jacht zou kunnen zijn ontstaan, is hiervoor reeds beantwoord.

1997

maart 1997

maart 1997: SSRP Jaarverslag 1996 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 1996 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:
De 'Froukje' werd onder handen genomen door de jachtwerf J. v.d. Meulen te Sneek. Een eerste grondige restauratie door Joh v.d. Meulen vond plaats in 1965. In 1985 werd het schip, toen in handen van de familie v.d. Werf, opnieuw gerestaureerd. In de winter 1995/1996 bleken er enige rotte plekken in het vlak te zitten en werd besloten het vlak geheel kaal te halen. Toen bleek er meer aan de hand te zijn en was voor het behoud van het schip een nieuwe restauratie noodzakelijk. Vooral ter plaatse van de stuiknaden waren sommige gangen zeer slecht en bij vervangen van de gangen bleken tevens ettelijke spanten en leggers van onder ingerot te zijn. Besloten werd voorlopig alleen de slechte gangen en de noodzakelijkste spanten en leggers te vernieuwen en de rest zo goed mogelijk te conserveren. Over enige jaren zal dan wederom een restauratie moeten plaatsvinden.
De kosten van de reparatie bedroegen ruim, fl.24 000,-. Dankzij de steun van de Stichting is voor deze Restauratie door het restauratiefonds van het FONV een maximale subsidie toegezegd. Zoals Andries van der Werf schrijft "Voor het behoud van een varend monument moet je wel wat over hebben. Maar gelukkig is er een Restauratiefonds".

2008

2008

2008: Laatste restauratie door Pier Piersma in Heeg in 2008/2009

Foto’s A. van der Werf restauratie 2008-2009
Foto’s A. van der Werf restauratie 2008-2009

In de winter 2008 – 2009 bleken er diverse slechte plekken in het berghout en de kielbalk te zitten. Vanwege de goede persoonlijke relatie met Pier Piersma is toen besloten de volgende restauratie door de Jachtwerf Piersma te Heeg te laten uitvoeren. Dit betekent dus niet dat we ontevreden waren over vroegere restauraties door de Jachtwerf van der Meulen. Daar bleek dat het onderwaterschip goed was. Berghout, kielbalk en dergelijke zijn gerestaureerd. Aangenomen mag worden dat alle narigheid nu verholpen is en dat het schip nog jaren mee kan.

2011

2011

2011: Ouder zeilend hout - Froukje 1911

Visser, Helder en hun ronde jachten op het Paterswoldsemeer. Dit is de pakkende naam die Gerard ten Cate aan zijn, in 2011, verschenen boek heeft gegeven. Een foto met daarop het Friese jacht de Zwaluw en een notitie uit 1911 waren voor hem de aanleiding om een zoektocht te beginnen naar ronde jachten op het Paterswoldsemeer. Met de studies van de heren Huitema en Vermeer, uitgegeven als monografie van de SSRP en het boek 'Het Friese Jacht' als beginpunt, is het uiteindelijk een hele klus geworden.

pdf Ouder zeilend hout - Froukje 1911

2011

2011: Het Fries Jacht 'Froukje' 100 jaar door eigenaar A. van der Werf

Het Friese Jacht "Froukje" bestaat in 2011 honderd jaar. Ter gelegenheid hiervan is een poging gedaan zoveel mogelijk van het verleden van dit jacht te achterhalen. Hiervoor werd dankbaar gebruik gemaakt van de onderzoekingen van Dr.ir.J.Vermeer in zijn boek "Het Friese Jacht", dat in 1992 is verschenen, waarna door naspeuringen van T. Huitema, Jan Brilleman, Gerard ten Cate en de huidige eigenaar A. van der Werf een goed beeld werd verkregen van de geschiedenis van dit Jacht en de achtereenvolgende eigenaren.

Naspeuringen

Toen ik het schip kocht was er over het verleden van het schip weinig bekend, alleen dat het hoogstwaarschijnlijk door Eeltje Holtrop van der Zee gebouwd was. Dit bleek ook uit een artikel in de Sneeker Courant t.g.v. de tewaterlating van het schip in 1965 (zie eerder in de tijdlijn op deze pagina). Dit krantenartikel werd mij toegestuurd door een conservator van het Fries Scheepvaart Museum, die mij op het schip zag, toen ik er een van de eerste jaren mee in Sneek voer.
Zelf heb ik toen alle werfboeken van Eeltje Holtrop van der Zee, die mij ter inzage werden verstrekt door van Slooten, nageplozen, om te kijken of ik een schip kon vinden dat ongeveer aan de afmetingen voldeed, Helaas zonder succes. Hiermede liep het onderzoek vooralsnog spaak.
In 1987 kreeg ik een schrijven van Jan Brilleman, die mij vertelde dat hij benaderd was door Jack Sambrink uit Leeuwarden, die op zoek was naar de "Henriette", ex -Zwaluw". Beide kwamen in contact met een zoon van J. Bosman uit Amsterdam. Deze herinnerde zich dat Spits en van Waning de "Henriette" hadden gezien in Kostenhoef. Hij wist ook dat het schip in 1955 was verkocht naar Sliedrecht. Brilleman vermoedde toen, dat dit schip wel eens hetzelfde zou kunnen zijn als mijn schip de "Froukje'.
Vermeer heeft voor zijn boek "Het Friese Jacht” verdere naspeuringen gedaan en kwam aan de hand van scheepsdetails tot de conclusie dat de “Froukje" door J. Visser uit Paterswolde gebouwd moest zijn. Hij wist niet te traceren wat de oorspronkelijk naam geweest was en ook het bouwjaar niet.
G. ten Cate uit Zuidlarenheeft in het kader van zijn boek over "100 jaar Watersportvereniging “De Twee Provinciën" te Paterswolde onderzoek gedaan naar de Friese Jachten van Visser. Hij kwam het Friese Jacht "Zwaluw” tegen in oude geschriften, zoals o.a. in een wedstrijdprogramma van 1911. Ook vond hij in 2008 in de collectie van R.C.E.G. Martens een foto met opschrift “Zwaluw" 1911. Maar belangrijker is dat hij op de Friese reünie van 1990 Wieb Visser tegen kwam die hem zei, dat hij de “Froukje" herkent had als de vroegere "Zwaluw”.
Hiermede is het onderzoek dus rond en bestaat er geen twijfel meer dat de "Froukje" oorspronkelijk gebouwd is door J. Visser als 'Zwaluw" en later, waarschijnlijk door J. Bosman, omgedoopt tot "Henriette" en na de volledige restauratie in 1965 door F. Looyen is omgedoopt tot "Froukje".

Naam van het Jacht

De eerste naam van het Jacht was "Zwaluw", gegeven door de bouwer Jan Visser te Paterswolde. Na een aantal jaren als verhuurschip dienst te hebben gedaan werd het schip gekocht door H.J.H. Tinga te Groningen. Naar de heer I,M. Tinga uit Nieuwerkerk a/d IJssel mij verzekerde heeft hij alleen de naam "Zwaluw" gekend. Een nieuwe eigenaar daarna, waarschijnlijk Bosman, moet het schip dus omgedoopt hebben naar “Henriette”.
De Heer Looyen uit Gorichem trof het Jacht in 1964 als casco aan op de scheepswerf Slob te Sliedrecht. Hij heeft het gekocht en laten restaureren. De naam was intussen verdwenen en ook niet meer te achterhalen. F. Looyen heeft het Jacht na restauratie vernoemd naar zijn dochter Froukje.

Bouwer Jan Visser

Aan de Hoornse Dijk langs de Drentse A tussen Groningers en Haren was gevestigd de werf annex verhuurbedrijf Firma W. Visser & Co te Paterswolde. Wiendeldt Visser bouwde daar pramen en roeiboten en had daar tevens een verhuurbedrijf voor Stadsgroningers die hun vertier zochten op het Paterswoldsemeer.
Zijn buurman Jacob Helder, die ook een verhuurbedrijf had, kocht in 1900 in Joure voor zijn verhuurbedrijf het door Eeltje Holtrop van der Zee voor eigen rekening gebouwde Fries Jacht "Eeltje", de huidige "Argo". Het verhuren ging zo goed dat Helder aan Jan Visser, de oudste zoon van Wiendeldt, die een eigen werf was begonnen, om soortgelijke schepen als de "Argo" te bouwen voor zijn verhuurbedrijf.
In de periode 1902 tot 1917 heeft Jan Visser in totaal 8 dergelijke Friese Jachten gebouwd, gedeeltelijk ook voor eigen rekening voor zijn eigen verhuurbedrijf. Hoewel hij de "Argo" als voorbeeld had, maakte hij geen kopieën, maar bracht zij eigen ideeën ten uitvoer. Na 1918 werd de werf omgezet in de firma W. Visser & Co met vier zoons. Deze werf legde zich daarna geheel toe op het bouwen van scherpe jachten, zoals de 22 en 30 m2 klasse.

De geschiedenis van het Fries Jacht "Froukje"

Het Fries Jacht "Froukje" is in 1911 voor eigen rekening gebouwd door Jan Visser te Paterswolde ten behoeve van zijn verhuurbedrijf, eveneens te Paterswolde.
De oorspronkelijke naam van het schip was "Zwaluw" en is in later jaren veranderd in "Henriette". Het schip is na enige jaren als verhuurschip gediend te hebben aangekocht door H.J.H. Tinga te Groningen. Later is het eigendom geworden van J. Bosman te Amsterdam, die het vervolgens in 1955 verkocht aan Van Bokhoven te Sliedrecht.
De Gorkumse houthandelaar F. Looyen trof het Jacht in 1964 als casco aan op de scheepswerf Slob te Sliedrecht. De eigenaar wist niets van de voorgeschiedenis en dus was de herkomst niet bekend. De Heer Looyen kende de boeier "Constanter" van zijn collega Halbertsma uit Grouw. Ondanks dat het schip in uiterst verwaarloosde staat verkeerde, vond hij het bij navraag de moeite waard om het schip te laten restaureren. De naam was intussen verdwenen en ook niet meer te achterhalen. Het schip werd gebracht naar de werf Joh. van der Meulen te Sneek., waar het grondig is gerestaureerd en in 1965 is het schip, geheel herboren, te water gelaten. Het schip, dat geen naam meer had, werd gedoopt als "Froukje", naar de dochter des huizes.
Toentertijd was men er van overtuigd dat het schip oorspronkelijk gebouwd was door Eeltje Holtrop van der Zee,  hetgeen ook blijkt uit het artikel in de Sneeker Courant,

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht