St. Anthonius

St. Anthonius

De schokker is in 1973 door Jachtwerf Hollandia van Fa. A.J. Markx & zn. in Woubrugge gebouwd. De opdrachtgever was J. Beaujean uit Rotterdam.
Op jachtwerf Hollandia zijn meerdere schokkers gebouwd. In het Stamboek staan er 2 schokkers ontworpen door H. Vreedenburgh en nog 2 zusterschepen van de 'St. Anthonius', de 'Nimmerzat' met plaq. 539 en de 'Droncke-Oort' met plaq. 534

In 1975 is het schip (nog niet onder zeil) op de motor naar Maastricht gevaren en heeft tot december 2000 in een verwarmde loods gelegen t.g.v. veranderde privé omstandigheden van de opdrachtgever. Daar worden wel nog enige aanpassingen uitgevoerd. In december 2000 is de boot vanuit Limburg met een dieplader naar Zeewolde gebracht en daar in de periode tot mei 2004 door Jachtwerf Wolderwijd in vaarklare staat gebracht. Bij proefvaarten blijkt het schip uitstekend te varen bij weinig wind en door de aangebrachte ballastplaat ook met meer wind. In 2004 krijgt het schip een nieuwe eigenaar.

De opdrachtgever van de 'De Mooie Jan' (later 'St Anthonius' plq. 2031) schrijft in 2004:
De twee eerder gebouwde schokkers (de 'Nimmerzat' en 'Droncke-Oort') hebben de nummers 129 VC en 130 VC, eigenaren resp. de heren De Bruijn en Verschuren te Breda. Twee vrienden, die samen een schip hebben laten bouwen in Woubrugge. Jachtwerf Hollandia heeft de schepen ontworpen, omdat de twee opdrachtgevers een grotere stahoogte wensten dan in de 9,84 m lange schokker van Vreedenburg. Maar Vreedenburg wilde zijn ontwerp niet aanpassen.

Eigenschappen

Plaquette nummer:2031 Zeil nummer:
Categorie:D Tekening nummer:
Type:Schokker

Bouw

Bouwjaar:1973 / 2004 Ontwerper:J. Markx
Werf:Jachtwerf Hollandia Fa. A.J. Markx & zn. Werf plaats:Woubrugge
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Staal Materiaal kajuit:Staal
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:10,08 m Breedte berghout:3,60 m
Diepgang:0,70 m Masthoogte water:12,85 m
Oppervlakte grootzeil:30,50 m2 Oppervlakte fok:19,90 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:11,90 m2
Oppervlakte totaal:62,30 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1973 – 2004 H.J.M. Beaujean, Rotterdam ( De Mooie Jan)
2004 – Nu (laatst bekend) S. Jager, Zeewolde ( St. Anthonius)

Geschiedenis

2004

2004

2004: Geschiedenis Schokker 'De Mooie Jan' (plaq 2031) 1973-2004 door opdrachtgever en eerste eigenaar H.J.M. Beaujean uit Rotterdam

Als enthousiaste zeiler op platbodems (o.a. met Wieringer aak TX58) tezamen met groepjes vrienden, start in december 1972 oriëntatie naar de "meest zeewaardige platbodem" en bezoek aan werven overal in den lande. Het spoor gaat richting schokker: zeewaardig, snel, kan tegen golfslag, mooi (althans bijzonder).

Bezoek aan Ir. H. Vreedenburg te Antwerpen, als ontwerper van de Vreedenburg schokker ,de redder van het type schip. Tot dan voer er niet meer zo'n schip. Vreedenburg heeft niet alleen het type schip herontdekt, hij is ook de bedenker van de constructie met de zware, dikke bodemplaat: constructief zeer stijf, tegelijk ballast en weinig hoogteverlies in de kajuit. Vreedenburg vertelt dat hij helemaal geen schokker getekend heeft, maar een Vollenhovense schuit (of bons). Maar in de wandeling is men het een schokker gaan noemen.

Zeer enthousiaste verhalen van zijn zoon over tochten naar Denemarken, Helgoland, Oostzee. Zijn dochter vond het dan wel een beetje krap in de kuip. Vreedenburg heeft uitgerekend dat zijn schip 40° slagzij kan hebben. Hij koos het scheepstype vooral vanwege de grote holte bij beperkte lengte (hijzelf is vrij groot), dwz grote stahoogte.

Intussen heb ik ontdekt dat er bij Jachtwerf Hollandia in Woubrugge een casco van een ca. 10 m lange schokker kant en klaar te water ligt, recentelijk "tussen een paar opdrachten door" gebouwd als zusterschip van twee eerder door de werf ontworpen en gebouwde schepen. Het heeft een vlak van 25 mm dik, de huid onder water tot aan het berghout is 5 mm dik en erboven 3 mm. Enige verschil is dat de beide eerdere schepen een houten kajuitopbouw hebben.

Alle bezochte werven hebben een lange levertijd (o.a. ook Kooyman & De Vries in Deil, welke naast diverse andere typen plat- en rondbodems ook de Vreedenburg schokkers in zijn programma heeft en levert in alle stadia van casco tot afgebouwd).

De twee eerder gebouwde schokkers (in 1976) hebben de nummers 129 VC en 130 VC, eigenaren resp. de heren De Bruijn en Verschuren te Breda. Jachtwerf Hollandia heeft de schepen ontworpen, omdat de de opdrachtgevers een grotere stahoogte wensten dan in de 9,84 m lange schokker van Vreedenburg. Maar Vreedenburg wilde zijn ontwerp niet aanpassen.

Bezichtiging van het schip van De Bruijn in Willemstad. Dit schip heeft loden plakken als ballast, o.a. in het vooronder. De Bruijn roemt de snelheid van zijn schip met mime wind. Hij verhaalt ook van een tocht naar Engeland met een groep platbodems: uiteindelijk durfden t.g.v. de harde wind alleen de schokker en een Lemmer aak over te steken.

In februari 1973 het casco gekocht. Brainstormen bij en afspraken maken over veranderen van kajuit en kuip met eigenaar Markx van de werf. Het ideale vaargebied moet de Waddenzee worden. Het schip moet ook tochten naar de Oostzee en over Het Kanaal naar Engeland gaan maken. Het moet daartoe qua constructie en uitrusting geschikt zijn.. Daarom ook grote tanks en zwaar anker met lange kettingen.
Het moet een stoer, sober uitgerust schip worden met een grote kuip (ruimte voor 8 personen) op de visserman manier, naar analogie van de grote kuip van een Wieringer aak en de grote open kuip van een botter. Bij beide scheepstypen zijn er geen banken in de kuip, maar zit men op het boord. Door de kajuit twee spant-breedtes (75 cm) in te korten ontstaat er een mooie grote open kuip. Vanwege de grote kuip ook vier grote loospijpen. De veranderingen zijn uitgevoerd door de Fa. Kempers in Alphen a.d. Rijn.
Stralen uitwendig (SA3) en inwendig bij de Fa. Grofstraal in Leiden. Uitwendig behandelen met epoxy zinkcompound en onder water bovendien enkele lagen epoxy tar en inwendig behandelen met menie. Als extra bescherming tegen roest krijgen vooronder en kajuit een bitumencoating.
Ontwerpen en vervaardigen van watertanks (2 x 140 1) en brandstof tanks (2 x 1501), bedenken inrichting vooronder om met veel mensen te kunnen slapen (kajuit wordt een latere fase), bestellen rondhouten (Van der Neut in Alphen), zeilen (Molenaar in Grouw: alles extra zwaar doek en smalle stroken van 20 cm i.v.m. betere coupe dan bij de gebruikelijk 40 cm) en zwaarden met roer (Stofberg in Leimuiden). Stofberg vindt de zwaarden erg lang en adviseert om ze iets korter en breder te maken.
De motor wordt besteld bij Dieseltechniek Nederland (D.T.N.), Peugeot DP 40 en ingebouwd door de werf. Daarbij is de onder het motorruim aanwezige koelwaterruimte niet nodig wegens koeling met buitenboord water en deze ruimte wordt ter conservering gevuld met olie.
Alle kleine onderdelen komen van de Fa.Taselaar in Zwijndrecht.

De naam voor het schip komt gaandeweg bovendrijven: "De Mooie Jan". Voorrang heeft het vaarklaar maken van het schip: het tuigen en het betimmeren van vooronder en kajuitdak. Dit gebeurt in Woubrugge. Betimmeren van de rest van de kajuit wordt nog uitgesteld.
Zaterdag 20 april 1974: doop van de schokker "De Mooie Jan".

Bij de eerste vaarten blijkt het schip nogal schuin te gaan. Daarom komt er 700 kg ijzeren ballast aan boord. Het schip vaart nu uitstekend. Kennelijk is de drift niet erg groot, want de zwaarden komen opdrijven zodra niet hoog aan de wind gezeild wordt.
In 1975 is het schip op de motor naar Maastricht gevaren en heeft tot december 2000 in een verwarmde loods gelegen t.g.v. veranderde privé omstandigheden. Daar worden wel nog enige aanpassingen uitgevoerd en wordt de rubber rand op het berghout aangebracht.
In december 2000 is de boot vanuit Limburg met een dieplader naar Zeewolde gebracht en daar in de periode tot mei 2004 door Jachtwerf Wolderwijd in vaarklare staat gebracht. De motor is opengemaakt en geïnspecteerd, nieuwe koppakking aangebracht, brandstofpomp getest.
Bij wijze van ballast is onder het vlak een extra ijzeren plaat van 2,5 cm aangebracht, gewicht ca. 1000 kg (waterdicht afgelast).
Met deze ballast erbij weegt het schip ca. 8000 kg.
Er zijn de nieuwe strijkklampen gemonteerd. De bedoeling is dat de zwaarden minder gauw komen opdrijven. Volgens onderzoekingen is de ideale hoek voor de zwaarden 5° á 7°. Daarom zijn de strijkklampen veranderd, zodat het aanliggende zwaard een hoek van 5° maakt met de scheepsas. De stevenbalk bij het anker wordt bekleed met r.v.s. plaat.

Bij proefvaarten blijkt het schip uitstekend te varen bij weinig wind en door de aangebrachte ballastplaat ook met meer wind. Ook de gewijzigde vorm van de overloop en de schootlieren voldoen goed.

H.J.M. Beaujean

2020

18 juli 2020

18 juli 2020: Reactie van Jan van der Gaauw

Aan deze schokker heb ik veel gewerkt o.a. vooronder en heb ik o.a. de overloop en de strijkklampen gemaakt. Met deze schokker heb ik (als schipper) bij elkaar ruim 40 dagen op Zuidhollandse en Zeeuwse wateren gezeild, waarvan de helft in mijn uppie. Bij de vaart naar Maastricht ben ik (als schipper) na het schutten in Maasbracht van boord gegaan. De jongste broer van J. Beaujean en de man (helaas ben ik zijn naam vergeten) die o.a. de tanks gemaakt en gelast heeft, zijn samen verder gevaren.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht