YE46

YE46 Niet actief

Ronde en Platbodemjachten, die binnen deze groep (Categorie Z) vallen, zijn ooit met een 9000-registratie-nummer in het Stamboek geregistreerd. Ze hebben nooit een plaquette gehad. Dit schip staat geregistreerd in Categorie Z in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. 
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Bij een 'Actieve' inschrijving krijgt zo'n schip alsnog een plaquettenummer. Wanneer zeker is dat het schip niet meer bestaat, verhuist het naar Categorie V.

De heer W.F. Stoel sr. (1831-1903), oprichter van het bedrijf, begon in 1850 een metselbedrijfje in Alkmaar en leverde tevens bouwmaterialen aan derden. Voor het vervoer van bouwmaterialen en turf voor de kalkovens werd gebruik gemaakt van vletten (ijzeren open vaartuigen met een laadvermogen van 12 à 18 ton). Deze bouwde de heer W.F. Stoel zelf in eigen bedrijf. De zo ontstane scheepswerf, gevestigd aan de Eilandswal, werd genoemd naar de Amsterdamse burgemeester/scheepsbouwer Nicolaas Witsen. Deze scheepswerf werd in 1920 ondergebracht in een afzonderlijke naamloze vennootschap, genaamd N.V. Scheepswerf Nicolaas Witsen v/h W.F. Stoel & Zoon. 

Dankzij digitale ontsluiting van archieven, registers en kranten is vast komen te staan dat de Nicolaas Witsenwerf, de eerste ijzeren hoogaars ooit heeft gebouwd in 1892. Ze wordt op 4 juni 1892 te water gelaten voor rekening van J. Schipper Gzn. uit Yerseke onder de opmerkelijke naam 'Twistappel'. Van 1900 tot 1921 vist Jan de Rooij uit Yerseke ermee onder nummer YE46. In 1915 belandt Jan in het gevang wegens smokkel met zijn schip. Vier jaar later wordt hij weer aangehouden, nu met 350 kruiken oude klare aan board.
Daarna komt het schip in de pleziervaart, eerst onder Belgische vlag, in de late jaren zestig onder Nederlandse en vanaf 1988 onder Duitse. Sinds de eeuwwisseling hoort de voormalige YE46 thuis in Fürstenberg-Havel aan de Röblinsee, boven Berlijn. 

Eigenschappen

Plaquette nummer:9229 Zeil nummer:
Categorie:Z Tekening nummer:
Type:Hoogaars

Bouw

Bouwjaar:1892 Ontwerper:
Werf:W.F. Stoel & zn (Nicolaas Witsen) Werf plaats:Alkmaar
Motor:Inbouw Motor type:MAN 4 ZYL diesel 51 PS
Materiaal romp:IJzer Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:13,61 m Breedte berghout:3,97 m
Diepgang:0,70 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1892 – 1900 J. Schipper Gzn., Yerseke ( Twistappel)
1895 – 1900 P. D’Hont, Boschkapelle ( YE91(?))
1900 – 1921 Jan de Rooij, Yerseke ( YE46 'Christina')
1921 – onbekend ( Christina (verkocht naar België))
onbekend – Jaren-60 Roland D’Ieteren ( La Gaffe)
Jaren-60 – 1969 Fam. Van der Ree, Vlissingen ( La Gaffe)
1969 – 1972 Harry Smit, Muiden ( YE46)
1972 – 1979 Jan D. van Muiswinkel en Niek Hogeland, Huizen ( YE46)
1979 – 1993 Jürgen Prasse, Garbsen ( La Gaffe)
1993 – 1996 Lars Michael, Hannover ( YE46)
2006 – onbekend Ulrich Kietzmann, Campingplatz “Am Röblinsee” Fürstenberg-Havel ( YE46)

Geschiedenis

1892

1892

1892: De geschiedenis van de eerste ijzeren Hoogaars door Peter Hamer in 2024

YE46: D’n Eersten Yzeren

Anekdotes: 

Versie 1 : Volgens M.Moerland 25/08/04: Eerste ijzeren hoogaars, gebouwd bij Paans in de Rode Vaart. In 1920 verbeurd verklaard door de Belgische douane vanwege smokkel naar Antwerpen. De smokkelwaar was verborgen in het zeil. Openbaar verkocht in Antwerpen, aan een Belg. De vrouw van de eigenaar is tijdens de eerste tocht over boord geslagen en verdronken, waarna het schip verkocht is naar Harlingen. Later vandaar naar Hannover.

Versie 2:  Volgens Jan van de Ree okt. 2013: Van de Ree zijn vader heeft eind zestiger jaren (20e eeuw) de hoogaars ‘La Gaffe’ gekocht. Het schip lag toen op de werf van Vermeulen in Terneuzen. Het had geen zwaarden, maar wel een lange vaste kiel.
De eigenaar, een Belgische sportvisser, zeilde met het schip terwijl zijn vrouw lag te slapen. Omdat hij aan het vissen was stonden de schoten vast. Een plotselinge windvlaag deed het schip kapseizen, waarbij zijn vrouw verdronk. Hij heeft toen de vaste kiel onder het schip laten maken. Volgens Van de Ree zeilde het schip heel hoog aan de wind, maar was niet door de wind te krijgen. 
Veel later lag het schip in Muiden, waar het gebruikt werd als mal voor de bouw van nieuwe stalen hoogaarzen. 

Volgens van Jean Pierre Van Halteren, voormalig eigenaar van boeier Mientje (sept 2014 ):
De eigenaar van de YE46 die met het schip is gekapseisd waarbij zijn echtgenote verdronken is, was de heer Roland D’Ieteren. Zijn dochter Kathleen is getrouwd met Maurice Perrier, woonachtig in Brussel. Het ongeval zou hebben plaatsgevonden voor Zierikzee.

Artikel in de Consent 1996 geeft een overzicht van de destijds beschikbare info.

  • Gebouwd 1892, te water 4 juni. W.F. Stoel Alkmaar, bouwnummer 96. Opdrachtgever J. Schipper Gzn te Yerseke. Naam: Twistappel. Lengte x breedte x holte: 48 x 13’7”x 4’4”. (Yersekse en Thoolse Courant 11-06-1892) (1905  Foto in de catalogus van de werf W.F.Stoel &zn. pag. 70)
  • 1892-06-8 Aankondiging van de aankomst van de ijzeren hoogaars Twistappel, eerste hoogaars in ijzer. (Middelburgse Courant).
  • 1892-06-25 Hoogaars van J. Schipper Gzn aangekomen in Yerseke en in bedrijf genomen. (Yersekse en Thoolse Courant)
  • 1894-09-06 IJzeren hoogaars te koop aangeboden door J. Schipper Gzn. (Goese Couraant) 
  • 1895-05-01 Openbaar verkoping ijzeren hoogaars 2 nov. 1895 te Terneuzen. (Terneuzense Courant) (YE91 ??) 
  • 1900-09-27 Eerste meting Sas van Gent. Eigenaar P. D’Hont Boschkapelle. Naam schip Christina.
  • 1900-09-29  nieuwe eigenaar J. de Rooij, Yerseke. (geen visserijnummer bekend) 
  • 1909-02-06 Hermeting 1909, Brussel. Nummer BR 1219 B. Eigenaar Jan de Rooij.
  • 1912-03-09 Ingeschreven in het Centraal visserijregister, YE46. 
  • 1915-02-20 Schipper de Rooij gevangen genomen in Brussel en naar Duitsland overgebracht vanwege illegaal vervoer van post. (Yersekse en Thoolse Courant)
  • 1919-05-06 Aangehouden wegens smokkel van 350 kruiken oude klare naar België. (De Telegraaf 19-05-08)
  • 1921-11-15 Volgens het centraal visserijregister verkocht naar België.
  • 1922-05-09 Publieke verkoop van de hoogaars YE46 (Zeeuws Nieuwsblad 22-04-28) 
  • 1935-02 IJzeren hoogaarsjacht geadverteerd in Wandelaer et Sur l’eau pag. M 26 (vermoedelijk YE46)

Voor zover verder bekend:
Belgische eigenaar Roland D’ Ieteren. Naam: La Gaffe
Eind zestiger jaren gekocht door de familie Van der Ree, Vlissingen. 
Zeventiger jaren bij de werf Sondij in Muiden. 
Tachtiger jaren (1988) eigenaar Jürgen Prasse, Garbsen.
1993-1996 eigenaar Lars Michael Hannover
In 1988- ca. 2000: ligplaats in Bremerhaven.
2014 Huidige ligplaats Mecklemburg Campingplatz “Am Röblinsee” Fürstenberg Havel

1892 Yerseke en Thoolse Courant 11-06-1892

1900

1900

1900: Meetbrief

1905

1905

1905: Catalogus Scheepswerf 'Nicolaas Witsen' W.F.Stoel & Zoon pag.70

1919

8 mei 1919

8 mei 1919: Bericht in De Telegraaf

1986

april 1986

april 1986: De oudste ijzeren Hoogaars, de 'YE46 - Zeehond - La Gaffe' (Spiegel der Zeilvaart nummer 5)

Bernard van Gils heeft in 1986 in Spiegel der Zeilvaart nummer 3 een uitgebreid artikel geschreven over de aankoop van de Hoogaars 'Turc', aangevuld met een heel stuk geschiedenis over het scheepstype
Hij schrijft: "Geen twee hoogaarzen zijn gelijk. In hoofdlijnen onderscheidt men: de Kinderdijkse - de Oost Duivelandse of platte Duivelander - de Arnemuidense - de Thoolse - de Zeeuws Vlaamse en later als variant de Lemmer hoogaars. In Kinderdijk waren de werven van Smit en Jonker. Op de nu wel erg grote en bekend geworden werf Smit-Kinderdijk werd in 1742 al door de uit Denemarken stammende Fop Smit de eerste hoogaars gebouwd." Onder het kopje "Hoogaarzen als jacht gebouwd", schrijft hij ook over een klein aantal gebouwde ijzeren Hoogaarzen, waaronder de YE46, altijd aangeduid als "den ierste ieseren". De Duitser Jürgen Prasse had de Hoogaars gekocht bij Sondij in Almere. Daar was ze in tekening gebracht. Jürgen was van plan om de YE46 in Hannover te restaureren, om later vanuit Bremerhaven met haar te gaan zeilen.
Jules van Beylen heeft het artikel in de Spiegel der Zeilvaart twee nummers later (1986 nummer 5) aangevuld met meer informatie over de YE46 'La Gaffe'. De Hoogaars heeft een aantal jaren in Almere gelegen bij scheepswerf Sondij, om als voorbeeld te dienen voor een serie Hoogaarzen, die door Sondij zijn gebouwd rond 1980. 

Het verhaal over "den ierste ieseren" hebben we opgenomen bij de typebeschrijving van de Hoogaars op de Boekenplank.

1988

1 juli 1988

1 juli 1988: Brochure van eigenaar Jürgen Prasse uit Garbsen

“De Iserne van Jan de Rooij" kreeg op 1 juli 1988 haar ligplaats in de oude haven van Bremerhaven. Hier vindt “De Iserne van Jan de Rooij" haar nieuwe thuishaven, omringd door de andere historische schepen. Hier voel je terug in de tijd naar het begin van de “YE46”.
"De Iserne van Jan de Rooij" is lid van het scheepsgilde Bremerhaven die haar belangrijkste vaargebied heeft op de Noordzee voor de Wesermonding..
De huidige schepen van het type "hoogaars" worden nu gebouwd met stalen rompen, waarvan "de Iserne van Jan de Rooij" het eerste schip van dit type met ijzeren, geklonken romp is. De hoogaarzen van vorige jaren hadden allen nog houten rompen.

pdf Brochure "De Iseren van Jan de Rooij" - Jürgen Praser Bremerhaven

1996

1996

1996: Zeeuws Vaktijdschrift CONSENT: Wat we weten over de YE46

Een van de deelnemers aan de Hendrik Willem van Loon Hardzeildag die dit jaar op 19 en 20 juli voor Veere verzeild zal worden is Jürgen Prasse met de La Gaffe / YE46.

De eerste hoogaars die ooit in ijzer werd gebouwd: "een vaartuig van bijzondere stabiliteit en zeewaardigheid, zeer snel en van prima materiaal" .
Over het bouwjaar en de bouwplaats van dit schip zijn twee versies in omloop:

Twee versies
De YE46 zou ongeveer in 1886 op de werf van de gebroeders Paans aan de Rodevaart bij Moerdijk gebouwd zijn, in opdracht van de heer Kakebeke te Oude Tonge. Daarna is het schip doorverkocht naar Yerseke. Het werd overgenomen door het Rijk en gebruikt door de visserijpolitie, die daar juist in het leven geroepen was, als inspectieschip ter uitoefening van controle op de daar gelegen oesterpercelen en visvangst. De volgende eigenaar werd Jan de Rooy, bijgenaamd "de Roeter". Hij heeft het vaartuig het langst in zijn bezit gehad. Het schip werd gebruikt om mosselen naar België te brengen, vooral naar Brussel.
Andere bronnen, waaronder de heer J. van Beylen, vermelden dat het schip in 1896 in Alkmaar gebouwd is door een van de twee daar in bedrijf zijnde werfjes. Op zich roept dat vraagtekens op: Een Zeeuws schip al zo vroeg in Alkmaar op deze wijze gebouwd. Ook de stadsarchivaris van Alkmaar heeft hevige twijfels of wel men een geklonken schip kon bouwen daar ter plaatse in die tijd. De eerste eigenaar in deze versie is ene Jan de Rooy uit Yerseke. Dat kan op zich al verwarring wekken, want er waren meer Jannen de Rooy.
 
Vreemde ijzeren eend
In Zierikzee wordt verteld dat de YE46, rond de eeuwwisseling ook nog onder registratie nummer YE91 gevaren heeft. Zo'n ijzeren hoogaars moet in die tijd zeker een vreemde eend in de bijt geweest zijn in de haven van Yerseke. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak heeft de familie de Rooy er een smokkelscheepje van gemaakt. Uit deze tijd stamt de anekdote dat een lading jenever bedekt met turf vervoerd werd, Bij controle gevraagd naar de aard van de lading moet de schipper geantwoord hebben: "Brandstoffen!". Lang succes hebben zij niet gehad met dat smokkelen. Na twee keer betrapt en gewaarschuwd te zijn werd het schip, bij een derde poging, door verraad aangehouden en in beslag genomen door de Belgische douane.

Christina. 
Op 15 november 1921 is het schip in België verkocht, omgebouwd tot jacht en onder de naam "Christina" opnieuw in de vaart gekomen. Later werd het ook nog tot "Zeehond" omgedoopt. Het schip is nog verschillende keren van eigenaar gewisseld. Een van hen heette Jan van der Ree.
Tot rond 1960 is het in bezit geweest van de familie d' leteren. Tijdens een zware storm in het Tholense Gat is het schip omgeslagen, waarna ze jaren op de helling van de werf in Veere heeft gelegen.

La Gaffe
Daarna heeft het schip geruime tijd in Friesland in de buurt van Sneek rondgevaren. Toen het jaren later bij de werf Sondy in Almere lag was de naam van de thuishaven achterop het boeisel overgeschilderd maar nog goed leesbaar: Uitwellingerga. In 1988 werd de La Gaffe door Jürgen Prasse gekocht. Hij zocht bij Sondy informatie over een ander schip, zag de La Gaffe en het was "liefde op het eerste gezicht". Het schip was in zeer slechte staat van onderhoud en werd in noeste arbeid gerestaureerd. De heer Prasse berekende dat hij met twee vrienden zo'n 3000 uur aan het schip gewerkt heeft.

Einde juni hoopt Jürgen Prasse met "Den lesere van Jan de Rooy" de haven van Yerseke binnen te lopen.

2014

29 juni 2014

29 juni 2014: Hoogaars YE46 Fürstenberg - verslag van Hannie en Peter Stok 29-06-2014

Bezoek aan de hoogaars YE46 uit 1896(?!) - Campingplatz “Am Röblinsee” Fürstenberg-Havel

Gegevens uit de (korte) gesprekken met de huidige eigenaar en diens zoon en informatie uit beschikbare papieren:

Naam : De Iserne von Jan de Rooy
Ex : Christina
Type : hoogaars
Bouwjaar : 1896
Bouwplaats : Alkmaar
Functie : mosselvisser en visserijvaartuig
Lengte : 13,61 m
Breedte : 3,97 m
Diepgang : 0,70 m
Gewicht : 14,6 t
Tuigage : gaffeltuig
Zeiloppervlak : 96 m2
Motor : MAN 4 ZYL diesel 51 PS
Radiobereik : DG 4646

Maandag 2 juni 2014 / dinsdag 3 juni 2014

Korte gesprekken met de huidige eigenaar, de heer Ulrich Kietzmann en later met zoon Jorg, tussen hun werkzaamheden door. Er is weinig tijd beschikbaar, en er zijn weinig officiële gegevens..

De Iserne von Jan de Rooy is gebouwd in Alkmaar 1896, als mossel- en visserman hoogaars. Ulrich Kietzmann noemt het YE46 als bouwnummer, de naam Christina als eerste (vrouwen)naam van het schip. Daarna verandert de naam in Iserne von Jan de Rooy (zie kopieën). Hij vertelt kort de hem bekende historie van het schip: als eerste ijzeren schip gebouwd, dat mosselen vervoerde. Door smokkel met schnapps wordt het schip geconfisqueerd in België en later doorverkocht om als mosselvanger op de Noordzee te gaan varen. Na het omkomen van zijn vrouw verwaarloost de schipper zijn schuit en blijft het op de werf (onbekend ?) liggen, waar het al snel in slechte staat komt te verkeren. In het verhaal ligt dan het schip op een gegeven moment in Hannover, doorgeroest en slecht. In 1959 wordt de kajuit in hout erop geplaatst en wordt er een MAN motor geplaatst.

De heer Jürgen Prasse uit Garbsen koopt en restaureert het schip, en vervangt grote delen van het staallichaam, de bodem met 8-9 mm staal, de zijkanten met 4-6 mm. Op enkele delen zijn nog de oorspronkelijke klinknagels zichtbaar (roer, boeg). Op 1 juli 1988 komt de YE46 in de historische (gilde)scheepshaven van Bremerhafen te liggen en wordt dan als charter en (dagver)huurschip aangeboden (zie brochure), voornamelijk voor tochten op de Noordzee en in de monding van de Weser. Na een ongeval aan boord met een passagier (verlies van een vingerkoot, kwam in een blok) en nieuwe veiligheidseisen, komt de klad in het verhuren. Begin 2000 doet het schip mee aan de vlootschouw bij/van Museumhafen Carolinensiel op het Waddeneiland Wangerooge. Later (2005?) wordt vanuit Hannover en via de Elbe in 14 dagen naar de Müritzer See gevaren en de Röblinsee; J. Prasse wordt hierbij bijgestaan door Ulrich Kietzmann. Echter, het schip vraagt veel tijd, 1 uur zeilen staat tegenover 10 uur werk aan onderhoud. 
J. Prasse wordt ouder en wil het schip graag doorgeven/verkopen. Hij vraagt of Ulrich Kietzmann belangstelling heeft om het schip over te nemen. Deze heeft wel belangstelling, maar ziet op tegen het vele werk, ook in verband met zijn camping. Zijn vrouw echter haalt hem tenslotte over om het toch te doen, het is dan 2006.
Het schip moet regelmatig worden ‘ingevet’, dit werd te weinig gedaan waardoor het last kreeg van lekkage en tot aan het gangboord in het water zonk. De schroef raakt verloren. Het schip wordt later gelicht, meerdere malen geschuurd, gezandstraald en opnieuw behandeld. Enkele stalen delen zijn (vermoedelijk toen) op niet-originele wijze vernieuwd. Er werd dan op de Müritzsee en de Röblinsee mee gevaren; bijvoorbeeld een week lang met 4 personen, prachtig weer, maar langer werd te veel; er zijn weinig persoonlijke belevenissen (zoon Jorg). Alle scheepstoebehoren en de volledige zeiluitrusting zijn nog aanwezig.

De MAN motor is ca. 60 jaar oud, maar werkte vorig jaar nog goed. Ook de 1e machine is er nog. In 1959 is de huidige motor geplaatst. In 2006 is er in samenwerking met de MAN-motorenfabriek met een ploeg aan onderhoud gedaan (de ploeg kampeerde gratis op de camping en ‘deed’  ondertussen het onderhoud aan de motor).

Situatie 2014

Er is in de periode 2005/2006 wel met het schip gevaren, m.n. in de Müritsee, maar er zijn weinig ervaringen en/of verhalen rond het schip (zoon). Er is nu te weinig tijd beschikbaar voor het vele onderhoud, de YE46 ligt dan ook aan de wal met de mast omlaag. De boot heeft lichte lekkage doordat de pakking van een as niet voldoende afsluit. Houten delen tonen de invloed van weer, wind en zon; enkele delen van het dak zijn drie jaar geleden vervangen. Bij opening van de motorkap werd een vogelnestje met eitjes zichtbaar (dinsdag 3 juni).
Ulrich Kietzmann heeft de hoogaars vorig jaar (?) aan Museumhafen Carolinensiel op het Waddeneiland Wangerooge aangeboden, maar hierop geen reactie gekregen. Zijn zoon heeft tot drie jaren terug veel aan onderhoud gedaan, maar heeft daar nu weinig tijd meer voor; hij staat er ook merendeels alleen voor en dat stimuleert niet. Er is bij hen persoonlijk minder bekendheid over achtergrond van en kennis over dit type schip. Beiden stellen het op prijs dat er vanuit Nederland interesse is getoond.  Zelfs wordt aangegeven, dat als er een koper is, men het schip zou willen verkopen.

Achtergronden

Ulrich Kietzmann is voormalig Dipl.Ing. elektrotechniek en woont aan de zuidkant van de Röblinsee. Zijn camping aan de noordzijde van het meer is vooral gericht op families en watersporters. Ulrich Kietzmann heeft het erg druk met de camping en met de verhuur van ‘boot’huizen en kano’s. Er moet voor Pinksteren nog een vissers/boothuis worden afgebouwd en de dagelijkse werkzaamheden blijven doorgaan. Hij heeft (helaas) dan ook nauwelijks tijd om ons over de YE46 verhalen te vertellen. Hij heeft weinig schriftelijk achtergrondmateriaal beschikbaar; wat er is mochten we kopiëren.

Eén van zijn drie zoons neemt de camping de komende jaren over. Deze woont nu al op de camping, heeft zelf tot drie jaar geleden aan de boot gewerkt, maar er weinig mee gevaren en dus weinig persoonlijke verhalen te vertellen.

(foto Kietzman)
(foto Kietzman)
(foto Kietzman)
(foto Kietzman)
De YE46 in betere tijden (foto Kietzman)
De YE46 in betere tijden (foto Kietzman)
(foto Kietzman)
(foto Kietzman)
(foto Hannie Stok)
(foto Hannie Stok)

2024

maart 2024

maart 2024: Spiegel der Zeilvaart nummer 2 - Frits Loomeijer Port Salut 112 Alkmaar IJzeren Hoogaars mei 1892

Deze hoogaars wordt gebouwd voor de mosselcultuur en krijgt een laag gelegen voordek (zie de horizontale rij klinkgaten boven de korte spanten in de kop), een steekmast met gaffeltuig en kluiver. In feite is het een Tholense hoogaars zonder kot, maar met stellingplanken over de kuip. Dit schip is een curieuze mix van innovatie en traditie: scheepsbouwtechnisch vernieuwend, maar qua scheepstype en afmetingen(l x b x d: 13,61 x 3,97 x 0,70 m) passend in Zeeuwse tradities. Veel navolging heeft de YE46 niet gekregen in de visserij. In de pleziervaart des te meer, hoewel het nog bijna driekwart eeuw duurt voordat daarin de replicagolf uitbreekt.

pdf SdZ 2024 nr02 maart - Port Salut 112 Alkmaar IJzeren Hoogaars mei 1892

juli 2024

juli 2024: Spiegel der Zeilvaart nummer 6 - De Hoogaars Twistappel en de 7 replicas

In Port Salut 112 schreef Frits Loomeijer over de eerste in ijzer gebouwde hoogaars, de YE46 met de naam Twistappel. Dat experiment leidde niet tot een grootschalig vervolg. Maar bijna tachtig jaar later werd er toch een kleine vloot replica's gebouwd naar de lijnen van de YE46. Hoe kwam dat zo? 
Als eerste belde de bekende voormalige "botterkoning" Harry Smit (79) met een reactie op Port Salut 112. Hij had de Twistappel drie jaar in zijn bezit gehad. Om zijn uitgebreide verhaal te horen reed ik naar Winkel waar Smit tegenwoordig woont. In de jaren zestig had Harry zijn bijnaam gekregen omdat hij vanuit Muiden veel oude visbotters verhuurde. In diezelfde tijd zeilde ik met betalende gasten met het botterjacht 'Pieternella' (nu de EB29) vanuit Durgerdam. In feite waren we toen collega's. Later werd Harry vooral bekend van de Elisabeth Smit en de bark Europa die hij restaureerde en onder zeil bracht. Al pratende kwam ik erachter dat Harry tal-loze schepen, soms maar heel kort, in zijn bezit had gehad. Op de vraag waarom hij een bepaald schip kocht, was het simpele antwoord, 'Ach, ik vond de lijnen zo mooi!'

Opgemeten
In 1986 schreef Jules van Beylen (conservator van het Scheepvaartmuseum in Antwerpen) een lange ingezonden brief naar de Spiegel. Het was een aanvulling op een artikel van tien pagina's door Bernard van Gils over hoogaarzen. Van Beylen deed uit de doeken hoe de YE 46, die toen de naam La Gaffe droeg, toen al een aantal jaren in Almere bij Scheepswerf Sondij lag. Deze werf lag aan de Hoge Vaart, achter de sluis bij het gemaal De Blocq van Kuffeler. Het opmerkelijke is dat Harry Smit indertijd contact had met de heer Sondij die eerst in Muiden had gewerkt op de werf van de Gebroeders Kok en later in Almere voor zichzelf was begonnen. Sondij laste vooral stalen casco's en repareerde schepen. Later zette zijn zoon het bedrijf voort. Harry kocht La Gaffe en en het schip bleef bij Sondij liggen.
Er kwamen vragen van leden van de Koninklijke in Muiden die ook wel zo'n schip wilden hebben. Harry kwam met Sondij overeen dat die de hoogaars van 13,61m, die in 1892 gebouwd was bij scheepswerf W.F. Stoel & zn, beter bekend als Nicolaas Witsen in Alkmaar, mocht opmeten. Harry bestelde meteen twee casco's van deze herbouw, maar heeft ze zelf nooit afgebouwd gezien, omdat hij de casco's alweer had doorverkocht.
Er kwam meer vraag naar deze hoogaars en Sondij bouwde in totaal maar liefst zeven casco's die elders werden afgetimmerd en getuigd. Dankzij het Stamboek zijn al deze schepen terug te vinden.

pdf SdZ 2024 nr06 juli-augustus - De Hoogaars Twistappel en de 7 replicas

17 juli 2024

17 juli 2024: Bijdrage aan de geschiedenis van de YE46 door Jan D. van Muiswinkel

1. Eigenaren 1972-1979
Samen met mijn vriend Niek Hogeland hebben wij de YE 46 in Muiden van Harry Smit gekocht in 1972.
Het schip verkeerde in redelijk goede staat en er zijn mooie tochten mee gemaakt. Zo is meegedaan aan de HT race in 1976 en in datzelfde jaar is de YE 46 voor een lange vakantie naar Denemarken gevaren. Daar heb ik nog een Super 8 filmpje van.
2. Steef Sondij
Nadat wij het schip gekocht hadden, moest er wat gelast worden. Omdat het schip toen in Muiden lag, is die bij Steef Sondij op zijn werf in Muiden omhoog gegaan. Tijdens dat onderhoud heeft Steef Sondij het schip, met onze toestemming, opgemeten en zijn er de “nazaten” later van gebouwd. 
3. Uitwellingerga
De ligplaats in Muiden was voor ons onhandig en wij hadden een prima mogelijkheid om het schip bij (voormalig) Watersportcentrum Wijnstra, Lytse Sudein 19, Uitwellingerga, te stallen. Vandaar dat er die naam als thuishaven op het achterschip is komen te staan. Wij hebben van daaruit vele mooie tochten door Friesland gevaren. Ook tijdens de Westwal 1977 in Enkhuizen, was de hoogaars aanwezig en zeilde mee om ons te filmen.
4. Verkoop
In 1978 hebben wij het schip in de verkoop gedaan. Dat was bij Brenninkmeiier die het zeilinstituut De Bird en een verkoophaven had aan de Idzegaaster Poel in Heeg. Het schip heeft ca 1 jaar daar gelegen voordat het verkocht werd. Wie het uiteindelijk gekocht heeft, weet ik niet meer. Wel hoorde ik later dat het in Duitsland terecht was gekomen.
Tijdens de verkoopperiode is het nog gezonken. Gelukkig was het water er erg ondiep en de schade aan inventaris en motor viel mee. Er was een gat in het vlak ontstaan, je moet je niet aan denken dat dit eerder tijdens de tocht naar Denemarken was ontstaan. Het gat is gedicht en op de werf Wildschut in Gaastmeer, is een plaat onder het vlak gelast.
5. Witte en zwarte letters
Een opvallend punt is nog dat toen wij het schip kochten de letters YE46 in het zwart waren geschilderd. Daarvoor was dat in wit.

Tot zover mijn aanvullingen op de geschiedenis van de YE46. 

Bijlages: Zwart-wit foto gekregen van Harry Smit bij de koop en kleurenfoto's van onze tochten met de YE46

Zwart-wit foto gekregen van de YE46 van Harry Smit bij de koop in 1972 (coll. van Muiswinkel)
Zwart-wit foto gekregen van de YE46 van Harry Smit bij de koop in 1972 (coll. van Muiswinkel)
Eigen tochten van Van Muiswinkel met vrienden met de YE46 (coll. Van Muiswinkel)
Eigen tochten van Van Muiswinkel met vrienden met de YE46 (coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)
(coll. Van Muiswinkel)

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht