Gebr. de Boer - Lemmer

In De Lemmer begon Pier Klazes de Boer (1837-1904) in 1876, op 29-jarige leeftijd, een werfje voor houtbouw. Hij kwam van Woudsend en had daar, centraal in het Friese merengebied, ongetwijfeld ook de visaken van Eeltjebaas uit Joure leren kennen. Op zijn werfje in De Lemmer, ingeklemd tussen de zeedijk en de Rien, bouwde hij in 1877 zijn eerste houten ‘botaak’, een scheepje van 36 voet lengte, bijna 11 meter. Botaken onderscheidden zich van gewone visaken door de grote gaten in de kaar, waardoor het water in de bun ververst werd. Bij de gebruikelijke kleine gaatjes gebeurde het dat de botjes in de bun die tegen het rooster aanlagen, de doorstroming belemmerden. In 1899 was Pier de Boer reeds begonnen met de bouw van een tweetal ijzeren aken, die in 1900 gereed kwamen. Ze werden gekocht door de vissers Willem van der Bijl (LE28) en Steven Visser (LE74). Deze ijzeren schepen werden, anders dan de houten aken, niet meer ‘op het oog’ gebouwd, maar volgens tekening.

De type-aanduiding Lemsteraak

De naam 'Lemsteraak' komt in gemeenteverslagen van Lemmer nergens voor, maar is voor het eerst gevonden in de snijboeken van zeilmaker Molenaar en dan voor een voor in 1898 Belgische rekening gebouwd plezierjacht (in hout) van 48 voet ten behoeve van ene Gustaaf Steurbaut uit Gent. In het archief van de zeilmaker Molenaar uit Grouw, aanwezig in het rijksarchief te Leeuwarden, bevindt zich een bestekboek waarin melding wordt gemaakt van een tuig, gemaakt in 1899 voor een "Lemsteraak of boeier" van Steurbaut. Molenaar levert in dat jaar namelijk een grootzeil en fok - 'van eerste soort karldoek halve breedte met blinde naden' - aan Gustaaf Steurbaut te Gent voor diens 'Lemsteraak of Boeyer'.
Het is dan ook een compliment aan de scheepsbouwerfamilie de Boer dat dit scheepstype tenslotte de naam Lemsteraak krijgt, zoals met de aanduiding 'Jouster boeier' Eeltjebaes en zijn zoon Auke worden geëerd.

Bouwen vanaf tekening

Pier stuurde zijn zoon Dirk naar Papendrecht om daar bij scheepsontwerpers te leren tekenen. Na één maand moest Dirk alweer terugkomen, want er moest gewerkt worden. Dirk tekende de eerste ijzeren aken, die Pier bouwde op zijn houtwerf. Het waren niet de beste en ook niet de mooiste aken van De Boer. Te zwaar en te traag, maar wel sterk. Zijn huwelijk met de op de werf invloedrijke Sjoerdje Visser liep in het jaar 1900, echter op de klippen, mede door de drankzucht van Pier. De werf werd met de echtelijke scheiding gesplitst.
Sjoerdje Visser bouwde vervolgens op haar deel van de werf een derde ijzeren aak, de LE56. De vier zonen van Pier en Sjoerdje (Harm, Klaas, Dirk en Hendrik) namen echter het initiatief over. Zij kochten zowel hun vader Pier als hun moeder Sjoerdje uit en zetten het bedrijf in 1901 voort als de scheepswerf Gebroeders De Boer. Naast het oude werfje aan de Zeedijk lieten zij een nieuwe scheepswerf bouwen die geheel gericht was op de bouw van ijzeren aken. De jongste van de vier gebroeders, Hendrik, specialiseerde zich in het ontwerpen en tekenen van de schepen. Hij kreeg tekenles in Leidschendam. Door zijn ontwerpen werd de werf geroemd om haar mooie aken. De Lemsteraak is vooral bekend geworden dankzij de visaken die bij de gebroeders de Boer van de helling gleden. In latere jaren zijn er op hun werf ook vrachtschepen gebouwd. In 1925 werd het bedrijf Gebroeders de Boer beëindigd, maar de oudste, Dirk de Boer, bleef op de helling met zijn zoon Arie. Die is tot 1960 met de werf doorgegaan, waarna het bedrijf werd overgenomen door de firma Poppen, die er in het jaar 2000 mee ophield in verband met de nieuwe milieueisen voor zijn bedrijf.

In 1925 zijn de Gebroeders de Boer uit elkaar gegaan. Het was afgelopen met de hoogconjunctuur. De markt was verzadigd want door het hele land was er hard gebouwd. Toen de firma uit elkaar gevallen was ging broer Dirk verder met zijn zoon Arie. Er werden nog wel wat schepen gebouwd maar het onderhoudswerk aan schepen werd het belangrijkste. Arie de Boer ging tot 1960 door met het bedrijf.

De werf van De Boer te Lemmer is vooral bekend geworden door de Lemsteraken die er gebouwd zijn. Pier Klazes en de Gebr. De Boer bouwde ongeveer 250 Lemsteraken, aanvankelijk van hout, later vanaf 1900 van ijzer. Het schip werd ontwikkeld uit de kleinere botaak en kreeg een lengte die varieerde van 10,30 m tot 14,50 m.

Op 31 januari 1956 werd prinses Beatrix achttien jaar. Het Comité Varend Nederland bood de prinses op haar verjaardag middels een oorkonde een nationaal geschenk aan dat was gezocht in de sfeer van de watersport. In samenspraak met de prinses werd gekozen voor een Lemsteraakjacht. Scheepsbouwer Ary de Boer uit Lemmer maakte de tekeningen van de romp en het jacht werd gebouwd op scheepswerf G. de Vries Lentsch te Amsterdam. Als voorbeeld voor het nieuwe schip werden twee jachten, die rond 1916/1917 waren gebouwd bij De Boer, aangehouden. Dit waren ‘De Onrust’ en de ‘Georgette’. Beide circa 16,00 m lang. Ary de Boer hield toezicht houden bij de bouw van de ‘Groene Draeck’. Het schip werd in Amsterdam gebouwd, omdat de faciliteiten van de werf van Ary in Lemmer niet toereikend genoeg waren. Er waren wel bouwtekeningen van de Lemsteraken, maar deze werden altijd op gevoel gebouwd en de tekeningen kwamen daar niet veel aan te pas. De werf in Noord-Holland had dus het casco volgens de tekeningen gebouwd. Toen Ary vervolgens kwam kijken om zijn fiat te geven aan het schip, keurde hij deze af, omdat het niet klopte. Vervolgens moest weer opnieuw begonnen worden aan de bouw van 'De Groene Draeck’, zoals Prinses Beatrix de aak zou gaan noemen. Het jacht liep op 4 juni 1957 van stapel. Op 15 juni 1957 vond de overdracht plaats te Muiden. De prinses noemde het jacht naar het oorlogsschip uit 1623 dat onder commando stond van Piet Heyn.

In 1960 gleed de laatste Lemsteraak van de helling. De ‘Vrouwe Hendrika’ die als bouwnummer 774 van de helling gleed, was 11,50x2,80 m en kreeg 80 m2 zeil en een 51 pk motor. Dit schip moest een halve ton kosten wat voor dit fraaie schip graag werd neergeteld. Volgens De Waterkampioen van 1961 is deze aak in Bergum afgebouwd.

Omdat Ary de Boer geen opvolger heeft en slecht ter been wordt, verkoopt hij de werf in 1960 aan de firma van Hilbrand Poppen uit Obergum/Winsum (Gr). Jan Poppen Sr. start Scheepswerf Het Noorden in het Groningse Stadskanaal. Na de oorlog verhuisde de werf naar Winsum waar een bestaande scheepswerf werd overgenomen van de Gebroeders Sissingh. De zonen Hilbrand en Jan nemen de scheepswerf van hun vader over en kopen de werf van Ary de Boer in Lemmer. De aanwezige bouwtekeningen van de gebouwde schepen gaan niet mee in de verkoop aan Poppen. De werf hield zich daarna voornamelijk bezig met het repareren, verbouwen en verlengen van binnenvaartschepen. De scheepswerf J. Poppen BV aan de Zeedijk 10 in Lemmer zou door waterbodemvervuiling verdwijnen in 2000.


De werfboeken

In de door Dirk de Boer verzorgde werfboeken staan vanaf 1904 vele tjalken, klippers, spitsen, sleepkasten, pramen, vletten, punters en natuurlijk vischaken en mosselaken vermeld. Ook Rijnaken waren daar een belangrijk deel van. De grootste opdracht die werd uitgevoerd was waarschijnlijk een 32 meter lange 3 mast motorschoener voor de Zeevaartmij Groningen, die in December 1918 werd afgeleverd. In totaal gaat het om ongeveer 200 vaartuigen. De beroemde De Boer-aken maken daar maar een gering deel van uit. Er zijn 20 echte vissersvaartuigen gebouwd, waarvan 9 in ijzer. De laatste houten aak werd bij De Boer omstreeks 1909 gebouwd voor H. Koornstra uit Lemmer.

Overzicht van staal-ijzeren vissersvaartuigen en pleziervaartuigen die tussen 1900 en 1930 gebouwd zijn bij De Boer in Lemmer (Bron: Dirk Huizinga)

  Naam afmetingen Jaar Opdrachtgever Viss.nr.

Gebouwd door Pier de Boer:

1

Eersteling 11.36 x 4.20

1900

W.v.d.Bijl, Lemmer

 LE28

2

Vijf Gebroeders 11.36 x 4.20

1900

Steven Visser, Lemmer

 LE74


Gebouwd door Sjoerdje Visser (na de scheiding van Pier de Boer)

3

Drie gezusters 11.36 x 4.20

1900

S. Zeldenthuis, Lemmer

 LE56

4

Dolphijn 11.20 x 4.06
Sake Visser huurde de aak en viste ermee onder nummer LE17 (de latere Presto, LE50)

1901

Johannes Sterk, Lemmer.

 LE12

5

mosselaak 12.73 x 4.25

1901

Bruinisse

 LE12

Gebouwd door de Gebroeders De Boer (na de uitkoop van Pier en Sjoerdje):

6

De Hoop 12.73 x 4.25

1902

Joh. Visser, Lemmer

 LE12

7

De jonge Wietske 11.32 x 4.10

1902

P. Bootsma, Lemmer

 LE25

8

Eben Haëzer (hout) 12.73 x 4.25

1902

A. Kik, Bruinisse

 

9

It is mei sizzen net ta dwaen 11.60 x 4.10

1902

T. Wouda, Lemmer

 LE2

10

Onderneming 11.32 x 4.10

1902

C. Portegrijs, Kolhorn

 

11

Eersteling 12.73 x 4.25

1902

A. Kramer, Urk

 

12

Drie Gebroeders 11.88 x 4.10

1902

A. Bakker, Lemmer

 LE6

13

Margaretha (hout) 11.88 x 4.10

1903

J. Kingma, Lemmer

 LE9

14

Drie Gebroeders 12.45 x 4.10

1904

R. Rayer, Hoorn

 

15

De Jonge Jan (hout)11.88 x 4.10

1905

D. Coehoorn, Lemmer

 LE23

16

plezieraak Zeehond 13.30 x 4.24

1906

J. de Pape, Zoutkamp

 

17

plezieraakje Antje 8.50 x 3.10

1907

W.v.d.Mei, Leiden

 

18

Weltevreden 14.20 x 4.54

1908

J. de Blaauw, Lemmer

 LE8

19

Zes gebroeders (hout)11.92 x4.26

1909

H. Koornstra, Lemmer

 

20

Eben Haëzer 14.20 x 4.54

1910

G. Buis, Enkhuizen

 LE50

21

Vrouwe Jacoba 11.88 x 4.10

1910

C. van Veen, Urk

 

22

Jonge Dirk 12.45 x 4.24

1910

W. Lub, Enkhuizen

 

23

Nooit Volmaakt 12.73 x 4.25

1911

P.v.d.Berg, Bruinisse

 

24

Noordster 12.73 x 4.10

1911

G. de Blaauw, Lemmer

 LE67

25

plezieraak Primerose 15.00 x 4.50

1912

W. Vastenagel, Antwerpen

 

26

plezieraak Salamander 15.00 x 4.50

1912

L. Herfurth, Antwerpen

 

27

Twee Gebroeders 8.20 x 3.00

1912

J. Stienstra, Lemmer

 LE10

28

Spes Salutis 12.73 x 4.10

1913

J. Kingma, Lemmer

 LE88

29

Weltevreden 12.73 x 4.10

1913

J. de Blaauw, Lemmer

 LE8

30

’t jacht Thist LE15.00 x 4.50

1913

W. Murdock, Antwerpen

 

31

’t jacht Helena 17.50 x 4.80

1913

H.W. Kalis, Dordrecht

 

32

’t jacht Onrust 15.00 x 4.50

1915

W.H. de Vos, Dordrecht

 

33

Fazant 14.25 x 4.40

1916

T. Verschaegen, Zierikzee

 

34

Maria Christina 14.25 x 4.40

1917

Gebr. Schott, Zierikzee

 

35

Boeier Lemsterlicht 11.56 x 3.82

1921

J. Lauwereis, Antwerpen

 

36

Botter VI II 19.40 x 5.40

1928

Visserij Inspectie, Den Haag

 

37

Lemsterjacht Dolfijn 17.50 x 4.80

1929

M. Sanders, Amsterdam

 

38

Mosseljacht TH 3 15.20 x 4.50

1929

H. Baaij-Schol, Tholen

 

39

Mosseljacht ZZ4 15.20 x 4.50

1929

P.J. Blommaard, Zierikzee

 

In totaal zijn er bij De Boer vanaf 1900 meer dan 200 (werk)schepen gebouwd, waarvan slechts 16 ijzeren visaken voor Lemster vissers en daarnaast nog negen plezierjachten die wij nu Lemsteraken noemen. Tussen 1876 en 1900 bouwde De Boer tevens diverse houten visaken.

Hellingboeken en Bestekken van Gebr. de Boer - Lemmer

Jan Braaksma heeft in 2012 het boek 'De verdwenen schepen van de Dongeradelen' gepubliceerd. Op dit moment is een nieuw boek in voorbereiding 'Blazers, blazers en nog eens blazers'. In het kader van deze boeken heeft Jan veel research gedaan en diverse musea, organisaties en werven bezocht om inzage te krijgen in nog bestaande oude hellingboeken en bestekken. Daarbij is hij ook nog veel andere documenten op het spoor gekomen. Veel bronmateriaal heeft hij gedigitaliseerd en wij mogen dat met toestemming publiceren. We proberen dat zo overzichtelijk mogelijk te doen per werf.

Hellingboeken, Bestekken, Brieven en overige informatie van Gebr. de Boer - Lemmer vindt u hier.

Originele werf en bestekboeken zijn niet bewaard gebleven. De hier gegeven informatie komt uit kopie boeken. Deze kopie boeken liggen bij Tresoar, Leeuwarden en de Oudheidkamer te Lemmer.

Alle resultaten

Overzicht van schepen met SSRP-Plaquette, die bij de Gebr. de Boer van stapel liepen

pdf SdZ 2017 maart nr02 - De 4 Plezieraaken van De Boer" door Joost Geise

pdf SdZ 1989 nr09 - De vier 15-meter Lemsteraakjachten van de Gebr. de Boer door Jan Brilleman

Op de website www.spanvis.nl is veel informatie te vinden over de werf van De Boer in Lemmer.

Terug naar vorige pagina