2020 nummer 14: De Kraaiepoot

Wat er allemaal ooit is vastgelegd ....

In een vorige mailing (nummer 11) van uit het Stamboek schreef ik het volgende over Robin van Son's visie op een traditioneel schip.

Citaat: Ik houd van details in afwerking zowel van hout als metaal. Een oud jacht moet je blijven intrigeren. Eigenlijk moet je er steeds weer nieuwe dingen aan blijven ontdekken. Dat maakt zulke jachtjes lekker en het beslag is daar een wezenlijk onderdeel van.

Natuurlijk kan hij vanuit zijn positie met een oude tjotter makkelijk praten. Voor heel veel ronde en platbodemjachten ligt dat anders. Niet beter of slechter maar anders. Ze zijn heel veel jonger en vaak gebouwd in een periode dat roestvast staal al gemeen goed was. En, laten we wel wezen roestvast staal heeft wel zo zijn voordelen, maar het heeft niet de uitstraling van een geklonken schip met oud gesmeed beslag. Het is anders.

Een aantal reacties zijn onderaan deze pagina geplaatst

Originele details

Eén van de charmes van een schip is inderdaad de aanwezigheid van originele details. Dat maakt een in 1900 gebouwd schip een andere dan ééntje die in 1975 gebouwd is. Een schip dat nu gebouwd wordt steekt vervolgens nog weer heel anders in elkaar. Je mag je dan ook afvragen of er over 25 jaar nog een originele grundel van Kooijman en de Vries rond vaart, een schip met een originele uitrusting en origineel interieur. De kans dat zo’n scheepje helemaal verbouwd is, is groot.

Sterker nog, wanneer je nu een rond of platbodemjacht laat bouwen, sla je in zekere zin de plank mis wanneer je geen gebruik maakt van moderne materialen en nieuwe technieken. Immers ieder schip moet geplaatst worden in de tijd waarin het gebouwd werd. Wanneer je een oud schip restaureert, dan mag en moet je wel heel goed nadenken of je moderne middelen mag of moet gaan gebruiken. Dan dient er zeker, uit historisch perspectief, heel goed gekeken te worden naar oude technieken en werkwijzen van dat moment en moet je je afvragen wat verantwoord is. Zowel in technische als historische zin.

De gesmede Kraaiepoot van een oude tjotter

Bij de echt oude schepen binnen onze vloot kom je vaak nog oud ijzeren beslag tegen. Gesmeed beslag. Vaak wit of met aluminiumverf geschilderd.

'Kraaiepoten' van de tjotter 'Vrouwe Anna Beatrijs'
'Kraaiepoten' van de tjotter 'Vrouwe Anna Beatrijs'

Mastbeslag van de tjotter 'Vrouwe Anna Beatrijs'

Heel leuk was het om van Folmer Kamminga, eigenaar van de tjotter 'Vrouwe Anna Beatrijs', foto’s te krijgen van het mastbeslag van zijn boot.
Hij gaf er de volgende beschrijving bij: Gesmeed beslag, eerst werd het gestraald en daarna geglaspareld. Mijn oude docent smeden heeft het destijds zonder voorkennis de items gedateerd 1815-1880/1900. Het gebruikte smeedijzer en de toegepaste techniek waren voor hem de basis van zijn determinatie.
Het beslag stamt vermoedelijk uit 1907, het bouwjaar van de tjotter. Of het beslag werkelijk zo oud is, of ouder, kan onderwerp van discussie zijn. De tjotter is gebouwd op de werf van Lantinga in IJlst. Meer van de door Lantinga gebouwde schepen hebben exact dit beslag.

Vraag

Een vraag die naar aanleiding van deze foto boven kwam was de volgende: Had Lantinga een smid die op bestelling dergelijk beslag voor hem smeedde, of was er een smid die dergelijk beslag gewoon op voorraad had en het aan meerdere werven leverde. Ik weet het niet.

Los van de schoonheid van onze schepen begrijp ik Robin zijn opmerking wel. Dergelijk oud vakmanschap is gewoon heel mooi om naar te kijken.


Een aantal reacties op de vraag van Gerard ten Cate

Henk Hulst uit Elburg (Botterjacht 'Bruiser') schrijft:

Vandaag de dag zijn er nog wel een klein aantal smeden die dit werk kunnen maken.
Bram de Jong uit Kampen is zo iemand. Hij geeft ook les in smeden, oa in de museumsmederij de "Hoefhamer " in Elburg.


Alexander de Vos (Scheepstimmerwerf “Klaas Hennepoel” - Warmond) schrijft:

Wat een leuk stuk over de charme van authentiek smeedwerk! Misschien goed om te vermelden dat er één jeugdige enthousiaste smid is die het vakmanschap van zijn vader en grootvader voortzet. Rhett Eekels van Vuurwerkerij Eekels maakt o.a. scheepsbeslag geheel authentiek. Zonder lassen, maar gewoon als vroeger alles in het vuur, inclusief wellen en met een enorm oog en gevoel voor vorm, constructie en maatvoering. Zie hoe mooi bijvoorbeeld het beslag voor de rietaak in Drimmelen is geworden, of het beslag voor Robin’s 'Noorderling'. Eigenlijk onbegrijpelijk dat mensen nog voor goed geld elders ongeïnspireerd spul laten maken


Dirk Sonck uit Ninove, België schrijft:

Ik vermoed dat het mastbeslag getoond op de foto's dateert uit de negentiende eeuw en dus ouder is dan uit 1907. Het is wellicht uit één stuk ijzer uitgesmeed of dan toch in het vuur samengeweld door een uitstekend geroutineerde vakman. Men herkent de perfect gedoseerde slagen waarmee de smid in weinig hittes tot het gewenste resultaat is gekomen. Wellicht had hij zich gespecialiseerd in zulk scheepsbeslag.
Helaas, weinig mensen zijn in deze tijden van hoogtechnologische apparatuur nog in staat tot dergelijk ambachtelijk kunnen. Alhoewel merk ik toch een groeiende interesse voor deze prachtige oude ambachten en een zoeken naar meer technische zelfredzaamheid.


 

Het Vlugschrift "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" 
wordt samengesteld door Gerard ten Cate.


Alle vlugschriften "Behoud(t) het Goede" zijn in de SSRP-website verzameld in "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" in onze verhalenbundel "Goed" Gebundeld.
Hierin bundelen we ons maandelijkse vlugschrift "Uit het Stamboek - Behou(d)t het Goede"; de verhaaltjes over maritieme zaken uit het dagelijks leven van Dirk Huizinga en onze Stamboekbijdrages in de Spiegel der Zeilvaart.

Terug naar overzicht