2021 nummer 6: Vier verdwenen grote boeiers van Van der Zee in Joure

Vier verdwenen grote boeiers van Van der Zee in Joure

Wat er allemaal ooit is vastgelegd ....
Zo nu en dan wordt de boeier 'Almeri' weer eens gememoreerd en vaak wordt gezegd dat het de grootste boeier ooit was. Soms duikt er weer een foto of een restant op. Vaak worden foto’s van deze boeier verward met die van drie andere boeiers, de 'NoordHolland', de 'Jan Spanjaard' ('Offemia') en de 'Olga'. Alle vier zijn ze gebouwd op de werf van Van der Zee in Joure.
Eeltje Holtrop van der Zee was de bouwmeester in 1878 bij de 'NoordHolland'. Auke van der Zee bij de andere 3. Hoewel de 'Jan Spanjaard' ('Offemia') gebouwd is in 1898 en Eeltje, Auke's vader, nog leefde, was deze al rond 1894 met pensioen gegaan. Redelijkerwijs mag je Eeltje's inbreng in dit schip dan ook klein achten. Hij stierf in 1901. De 'Olga' en de 'Almeri' zijn van latere datum. Van de 'NoordHolland' bestaan helaas maar weinig foto’s.

 De 'Almeri' met op het achterschip duidelijk de heel rechthoekige rust voor de giek te zien
De 'Almeri' met op het achterschip duidelijk de heel rechthoekige rust voor de giek te zien

Vastleggen, controleren en waar nodig corrigeren

Dat foto’s verward en door elkaar gehaald worden, dat teksten een eigen leven gaan lijden en dat veel van eerdere schrijvers wordt overgeschreven is niet echt onoverkomelijk. Het is belangrijk dat informatie vastgelegd wordt en natuurlijk moet je altijd proberen dit zo goed mogelijk te doen, maar een foute tekst kan altijd herschreven en gecorrigeerd worden. Gaande de tijd willen we dat proberen met alle beschikbare teksten en foto’s van deze vier schepen, eigenlijk dagelijks werk! We zijn daarbij natuurlijk afhankelijk van informatie die we vinden en (gelukkig) regelmatig krijgen.

De 'Olga' liggend in Heeg let op de botteloef als herkenningspunt. De patrijspoort in de achterzijkant van de kajuit is hier niet te zien.
De 'Olga' liggend in Heeg let op de botteloef als herkenningspunt. De patrijspoort in de achterzijkant van de kajuit is hier niet te zien.

Alle vier de schepen lijken erg op elkaar en zijn maar moeilijk van elkaar te onderscheiden. Dat de 'Olga' de kleinste van de vier was is op foto’s niet te zien. De vier boeiers zijn verdwenen en vermoedelijk alle vier gesloopt. Van de 'Almeri' weten we dit laatste zeker. Ik kan me nog goed herinneren dat er in het begin van de 70er jaren een foto in de Waterkampioen stond van het achterschip van de 'Almeri' met een redactioneel stuk erbij waarin geschreven werd dat de restanten van het schip gesloopt zouden gaan worden op de Kromhoutwerf in Amsterdam. Ik ben er niet geweest. Amsterdam was te ver weg en ik was te jong. Het was voor mij de eerste kennismaking met de 'Almeri'.

De 'Offemia' ('Jan Spanjaard') als wrak. De locatie is niet bekend. Overduidelijk zijn de poorten in het achterschip te zien.
De 'Offemia' ('Jan Spanjaard') als wrak. De locatie is niet bekend. Overduidelijk zijn de poorten in het achterschip te zien.

Brik en Brak

Onlangs stuurde Willem Fokkema een paar foto’s van een bolder die hij bij een brik en brak winkeltje in Amsterdam gevonden had. Een groot ding waarvan hij veronderstelde dat het wel eens van de 'Almeri' afkomstig zou kunnen zijn. De afmetingen en de aanwezigheid van schroefgaten op heel regelmatige afstand op de plek waar koperwerk gezeten zou kunnen hebben, maakten dat de associatie met de 'Almeri' bij hem op kwamen. Op mijn verzoek heeft hij de bolder gekocht. Altijd spannend wanneer je zoiets koopt of het werkelijk van juist dat schip zou kunnen zijn.
Willem Fokkema, drie jaar ouder dan ondergetekende, woonde wel in de buurt en scharrelde tijdens de sloop van de 'Almeri' op de werf rond. Van hem kreeg ik ooit twee spijkers waarmee de huid op de spanten getimmerd was. De overlevering wil dat de spijkers allemaal zo los lieten. Op zich bijzonder, want vrijwel alle traditionele eikenhouten schepen werden met ijzeren spijkers in elkaar geslagen en die roesten vast. Op de werf van Van der Zee werden schepen die als jacht gebouwd werden met koperen nagels gespijkerd. Het resultaat was dat er geen zwarte plekken kwamen, geen rot, maar de spijkers zaten nooit zo vast als hun ijzeren tegenhangers. Bij de sloop vielen de koperen spijkers er zo uit.
Vaak werd gezegd dat er bronzen spijkers gebruikt werden (het patina ziet er inderdaad uit als bij brons), maar dit moet worden tegengesproken. Op één van deze nagels is metallurgisch onderzoek gedaan, en daar uit kan afgelezen worden dat de nagels voor 99,9% van koper zijn. Wanneer je een stukje nagel blank slijpt, dan is het metaal inderdaad rood. Onduidelijk is of de 0,1% een bewuste toevoeging was of een vervuiling. De oxiden op de spijkers van de 'Almeri' wijzen voor het grootste deel naar contact met zeewater.
In verschillende formaten kennen we dezelfde spijkers uit de 'Tjet Rixt', 'Constanter' en 'Twa Sisters'.

De Bolder van de 'Almeri'

Om terug te komen op de bolder, we zijn gaan zoeken naar mensen die bij de sloop van de 'Almeri' betrokken zijn geweest. Erik Slagmolen is zo iemand. Hij was vanaf het begin van zijn werkend bestaan betrokken bij de sloop van de 'Almeri' en is te zien op foto’s die gemaakt zijn op de Kromhoutwerf. Op het moment dat ik met de (voor)bolder onder de arm bij hem binnenstapte bevestigde hij direct dat de bolder van de 'Almeri' afkomstig was. Verfresten zeegroen waren nog een spoor van de laatste verflaag waar de 'Almeri' mee behandeld geweest was. Hij was zelfs nog in het bezit van een bolderpen die exact paste en eveneens afkomstig was van deze grote boeier.
De 'Almeri' had twee lipvormige voorbolders aan weerszijden met gesmede bolderpennen met een ronde gesmede kop. Achter had het aan beide zijden een vierkante bolder met een pen met gesmede diamantvormige kop.

De vader van Gerard ten Cate met de bolder van de 'Almeri' in handen
De vader van Gerard ten Cate met de bolder van de 'Almeri' in handen

De laatste dagen van de 'Almeri'

Hoewel de sloop lastig te reconstrueren is, we zijn in 2021 zo’n 50 jaar verder in de tijd, is het beeld dat ik krijg er eentje waarbij er de intentie was het schip te restaureren, maar inzicht en mogelijkheid en middelen ontbraken. Toen het wrak bij het Kromhout op het droge kwam te staan, was er sprake van een aaneenschakeling van schades. Er was een instabiel wrak, een kraan die haar moest takelen zakte weg en kwam klem te zitten. Zodanig, dat het wrak van armoe in drie stukken gezaagd moest worden. Het uiteindelijke resultaat was de definitieve sloop. Alle metalen werden van en uit het hout genomen en werden verkocht. Een aantal constructiedelen zijn bewaard gebleven. Dankzij de inzet van Erik Slagmolen zijn ze gedocumenteerd en opgenomen in de collectie van Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Of er tijdens de sloop altijd even oordeelkundig is gewerkt en gewerkt kon worden mag je betwijfelen. Waarschijnlijk is dat de reden dat er tegenwoordig zo nu en dan nog fragmenten van het schip te koop worden aangeboden. Losse delen konden gewoon meegenomen worden. We weten dat een kuiplamp en een beretand via de website Marktplaats.nl te koop zijn aangeboden.
De delen van het interieur hebben een heel andere route gevolgd. Die waren al veel eerder uit het schip verwijderd en kwamen terecht in een woning in Enkhuizen. Hiervandaan zijn ze verhuisd naar het Fries Scheepvaartmuseum waar ze permanent tentoongesteld worden.

De samenvatting hier in deze Uit het Stamboek is summier en gefocust op slechts een paar details. Toch wil ik hier de 'Almeri' nogmaals onder de aandacht brengen. De bestaande informatie en restanten worden erg versnipperd bewaard en er bestaat nauwelijks samenhang tussen We weten niet of en waar er mogelijk nog restanten bewaard worden. Daarnaast zijn bijna alle foto’s die we van de 'Almeri' kennen onscherp. Van de sloop kennen we geen foto’s, terwijl die ongetwijfeld gemaakt moeten zijn. Wat we wel weten is dat de 'Almeri' in haar nadagen, zeegroen geschilderd, in de buurt van Warmond heeft gelegen. In de romp en op de kajuit waren grote ramen geplaatst zoals op de foto te zien is.

De 'Almeri' in haar nadagen in de buurt van Warmond. Ze was toen zeegroen geschilderd. De restanten hiervan zijn nog op de bolder terug te vinden. Het achterste gedeelte van de kajuit was verhoogd en voorzien van grote ramen.
De 'Almeri' in haar nadagen in de buurt van Warmond. Ze was toen zeegroen geschilderd. De restanten hiervan zijn nog op de bolder terug te vinden. Het achterste gedeelte van de kajuit was verhoogd en voorzien van grote ramen.

Herkenning van de vier schepen aan de hand van - nu bekende - kenmerken

Met zekerheid zijn de volgende, voor iedereen zichtbare, kenmerken te noemen, waaraan de vier grote Van der Zee boeiers te herkennen zijn:

  • 'Almeri'
    Heeft een lelijke permanente rechte steun voor de giek ter hoogte van de overloop. Ze heeft drie wandputtingen. Op het kajuitdak heeft ze vier in het oog springende koekoeken.
  • 'Olga'
    Heeft als enige van de drie een botteloef. Ze heeft ook als enige achterin in de zijwand van de kajuit een lichtrand of patrijspoort. Ze heeft drie wantputtingen.
  • 'Offemia' / 'Jan Spanjaard'
    Heeft als enige van de drie een klein paviljoen met bijbehorende poorten aan bakboord en stuurboord naast de achtersteven. Haar overloop is aan beide zijden uitgesmeed met een bocht die buiten de boeiselrand rijkt. Deze boeier heeft twee wantputtingen. Vanwege het paviljoen heeft ze een afwijkende vorm van het helmhout. Van deze boeier bestaat een heel mooi kort stukje film waarop ze zeilend voorbij komt.
  • 'NoordHolland'
    Heeft heel waarschijnlijk model gestaan voor de 'Jan Spanjaard' / 'Offemia', 'Olga' en 'Almeri' maar was vermoedelijk al gesloopt toen deze drie gebouwd werden.
De boeier 'NoordHolland' op haar vaste ligplaats in Hoorn
De boeier 'NoordHolland' op haar vaste ligplaats in Hoorn

Onze vraag aan U: heeft u nog informatie over deze vier schepen?

Voor onze zoektocht tot nu toe wil ik Willem Fokkema, Erik Slagmolen en Kees Hendriks bedanken voor hun bijdragen.


De Jouster Courant: ‘Eeltje Holtrop van der Zee was misschien wel de beste botenbouwer ter wereld’

Amateurhistoricus Arjen de Ree uit Joure schrijft op 23 juni 2021 een artikel over Eeltje Holtrop van der Zee in de Jouster Courant.

‘Eeltje Holtrop van der Zee was misschien wel de beste botenbouwer ter wereld’


 

Het Vlugschrift "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" 
wordt samengesteld door Gerard ten Cate.


Alle vlugschriften "Behoud(t) het Goede" zijn in de SSRP-website verzameld in "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" in onze verhalenbundel "Goed" Gebundeld.
Hierin bundelen we ons maandelijkse vlugschrift "Uit het Stamboek - Behou(d)t het Goede"; de verhaaltjes over maritieme zaken uit het dagelijks leven van Dirk Huizinga en onze Stamboekbijdrages in de Spiegel der Zeilvaart.

Terug naar vorige pagina