2021 nummer 12: Behou(d)t het Goede

Wat er allemaal ooit is vastgelegd ....

Kent u deze?

Ship of Theseus'- paradox

Volgens Plutarch 's Life of Theseus, werd het schip dat Theseus gebruikte bij zijn terugkeer van Minoïsch Kreta naar Athene gedurende meerdere eeuwen in de Atheense haven bewaard als een gedenkteken. 'Het schip waarin Theseus en de jeugd van Athene terugkeerden, had dertig roeiriemen en werd door de Atheners bewaard tot aan de tijd van Demetrius Phalereus, want ze namen de oude planken weg toen ze vervielen en plaatsten er nieuw en sterker hout in’.

Het schip moest in een zeewaardige staat worden gehouden, want in ruil voor de succesvolle missie van Theseus hadden de Atheners beloofd Apollo voortaan elk jaar te eren. Zo stuurden de Atheners een religieuze missie naar het eiland Delos (een van Apollo's heiligste heiligdommen) op de Atheense staatsgalei - het schip zelf - om hun trouw aan de God te betalen. Om de zuiverheid van de gelegenheid te bewaren, waren er geen executies toegestaan ​​tussen het moment waarop de religieuze ceremonie begon en het moment waarop het schip terugkeerde uit Delos, wat enkele weken duurde.

Om het schip te behouden, werd elk versleten of verrot stuk hout vervangen; het was dus voor filosofen onduidelijk hoeveel van het oorspronkelijke schip er nog over was, wat aanleiding gaf tot de filosofische vraag of het als "hetzelfde" schip moest worden beschouwd of niet. Dergelijke filosofische vragen over de aard van identiteit worden soms de 'Ship of Theseus'- paradox genoemd.

Een filosofische vraag waarop we 2000 jaar later nog steeds geen antwoord hebben

Wanneer we het oorspronkelijke schip niet kunnen behouden, wat kunnen we dan wel? Dan kunnen we nog het karakter en het beeld behouden. Het vakmanschap dat, uitgaande van de behoeften van de gebruiker, door de eeuwen heen heeft geleid tot de typen en modellen van de schepen van weleer, zoals we die vandaag nog op het water kunnen tegenkomen.

Daartoe moeten die eigenschappen worden vastgelegd, die een scheepstype voor ons herkenbaar maken, die een ‘eeuwigheidswaarde’ hebben. Dan spreken we over kenmerken zoals het model van een schip, geëvolueerd naar aanleiding van de ontwikkeling van de gebruikseisen. 

Die gebruikseisen zijn sinds de jaren-60 van de vorige eeuw vooral recreatief. Dat is terug te zien in de aanpassingen van het scheepsmodel sindsdien: motor vermogen, stahoogte, stabiliteit, en zo meer. De ontwerpers hebben hun best gedaan om het oorspronkelijke karakter van het type te bewaren als bewijs van het vakmanschap van de bouwers, die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling. Ze hebben zich gehouden aan de kenmerken van de diverse typen. Het klassieke rond en platbodemjacht lijkt van behoudsobject doorgegroeid te zijn naar gebruiksobject.

Behou(d)t het goede

De afgelopen maand heb ik gesproken met Wim de Bruijn en Ted van Rijnsoever. Zij reageerden op de vorige Uit het Stamboek. Wim de Bruijn vertelde over het ontstaan van de Spiegel der Zeilvaart, Ted van Rijnsoever vertelde over zijn werk bij de werf van Kooijman en de Vries en over de schepen die hij later bouwde op zijn eigen werf. Van het vele dat Ted van Rijnsoever vertelde, gebruik ik in relatie tot het hiervoor geschrevene één opmerking voor dit verhaal: “Alle schepen die ik gebouwd heb zijn bedoeld om honderd jaar oud te worden” om vervolgens direct over te stappen naar het verhaal van Wim de Bruijn over de Spiegel der Zeilvaart. Toen deze in 1977 voor het eerst verscheen, stond daar een artikel in over de boeier 'Constanter', die toen honderd jaar oud geworden was. Ik was er door geïmponeerd, een schip van honderd jaar oud! Op dat moment een leeftijd, die weinig schepen bereikten. Behou(d)t het Goede. En onze Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten moest nog vijf en twintig jaar oud worden.

Inmiddels zijn we al hard onderweg daar vijftig jaar aan toe te voegen. De 'Constanter' wordt nog altijd vertroeteld en je kunt haar ieder jaar op het water tegen komen en er varen veel meer schepen, die meer dan honderd jaar oud zijn. Onze vloot Materieel erfgoed. Dit schrijvende zou je bijna vergeten dat onze ronde en platbodemvloot op dat moment, zo tussen 1970 en 1980 de grootste groei doormaakte. De ronde en platbodemvloot die na de Tweede Wereldoorlog gedecimeerd was groeide weer. Nu met alleen maar schepen die speciaal voor de recreatie ontworpen en gebouwd waren. Gebouwd met de inzichten en technische middelen van dat moment. Onze vloot als immaterieel erfgoed. En, om met Ted van Rijnsvoer te spreken om honderd jaar oud te worden. Behou(d)t het Goede.

De boeier 'Constanter' mèèr dan 100 jaar geleden gebouwd door Eeltje Holtrop van der Zee in Joure
De boeier 'Constanter' mèèr dan 100 jaar geleden gebouwd door Eeltje Holtrop van der Zee in Joure

Met de komst van deze generatie nieuwe schepen moet je de oude schepen binnen onze vloot welhaast met steeds meer respect gaan bekijken

Voor de economische levensduur van deze schepen gold ruwweg een leeftijd van dertig jaar. Dat er verschillen tussen de verschillende schepen zijn is duidelijk. De oude schepen zijn anders geconstrueerd, anders onderhouden en heel af en toe verkeren ze nog in een staat zoals ze gebouwd zijn. Vaak schepen uit de beroepsvaart. Schepen die in kadastrale liggers en soms schepenlijsten terug te vinden zijn. Een deel van hun geschiedenis werd daar vastgelegd. Toen bij de oprichting van ons Stamboek bleek dat er de nodige schepen verdwenen waren die we gekend hadden, bestond de behoefte de kennis hiervan en hierover vast te leggen. Soms waren schepen gesloopt, naar het buitenland vertrokken of gewoon onder water verdwenen. Gezonken en weggerot.

De oprichters van de SSRP hadden een soort volgsysteem voor ogen, waarbij de schepen min of meer traceerbaar waren. De bekende plaquette hoorde hierbij. Met het ingegraveerde nummer kon een schip ooit later herkend worden. In het Stamboek zouden haar gegevens waarmee ze ooit ingeschreven was, nog bekend zijn. Geschiedschrijving, het vastleggen van kennis en wederom Behou(d)t het goede. Voor ieder schip begint haar geschiedenis na de kiellegging, al of niet beschreven. Als het aan de SSRP ligt: goed beschreven!

Het verzamelen en uitdragen van kennis is vanaf de oprichting van de SSRP één van de doelstellingen geweest. De oprichters van de SSRP waren er actief in. Ze lieten schepen opmeten en tekenen om hun vormen voor het nageslacht vast te leggen. Ze beschreven schepen en scheepstypes met de kennis en inzichten van hun tijd. Het verzamelen van kennis en informatie gaat met behulp van eigenaren steeds door. Het internet en digitale technieken zijn hierbij zeer behulpzaam. Het is informatie die vrijwel één op één in te voegen is op onze website. Daar is het voor iedereen in te zien en ook hier geldt: Behou(d)t het Goede.

De kenmerken van de verschillende scheepstypes

Wat de Stichting Stamboek Ronde en Platbodem jachten gaande de tijd min of meer achterwege heeft gelaten, is haar verzamelde kennis te vertalen in het beschrijven van kenmerken. Wij herkennen de scheepstypes zoals die nu rondvaren. Denken we. Uit de schepenlijst kunnen we een top tien of top twintig van types destilleren, maar de hoeveelheid schepen waarvan er slechts één is ingeschreven is er eentje om “U” tegen te zeggen. Met het boek Ronde en Platbodemjachten uit 1962, inderdaad 1962, is een voorzet gegeven waarbij een poging gedaan is om kenmerken van onze schepen te beschrijven. Maar wanneer u in dat boek kijkt wat er over een Fries jacht, schouw, schokker of Vollenhovense bol geschreven wordt, dan is dat minimaal. Inmiddels is er dus zestig jaar meer kennis. Het volledige verhaal hiervan is lastig terug te vinden.

Met deze waarneming in het achterhoofd, is er een aanzet gemaakt waarbij we proberen de kenmerken van onze verschillende types te beschrijven. Per type een heel tijdrovende klus. We mogen hierbij naast informatie uit het Stamboekarchief putten uit particuliere archieven en verzamelingen. We plaatsen een type in de tijd, we proberen het geografisch te plaatsen, en niet in de laatste plaats proberen we zoveel mogelijk meetkundige gegevens te verzamelen om te gebruiken in de beschrijvingen. Vervolgens geven we per type ook nog een bronnen- en literatuurlijst die gebruikt kunnen worden voor vervolg onderzoek in de toekomst. We denken met het beschrijven van dergelijke kenmerken een bijdrage te leveren aan het vastleggen van het “Goede”. Waar we uit gaan komen, weten we nog niet. Duidelijk is wel al dat er bij de verschillende types nogal wat verschillen te zien zullen zijn. Gewoon omdat de beschikbare informatie zo verschillend is. We zien wel een stip op de horizon waar we uit zouden moeten gaan komen.

Oud bestek van een hoogaars
Oud bestek van een hoogaars

Het beschrijven van kenmerken van de individuele types met alle punten en komma’s

Peter Hamer heeft in 2020 na jarenlang onderzoek van de Sectie Documentatie van de Stichting Behoud Hoogaars de vernieuwende opzet gepresenteerd voor het beschrijven van het scheepstype Hoogaars. Dit aan de hand van de geschiedenis en de daaruit gedestilleerde kenmerken. Wist u dat er vanaf de 17e eeuw bestekken van hoogaarsen zijn vastgelegd? Van geen ander type hebben we dergelijke oude bestekken gevonden! Van de ontwikkeling van het hoogaarstype is een tijdlijn gemaakt. In die ontwikkeling zitten allerlei duidelijk beschreven momenten waarin aanpassingen in het type werden doorgevoerd en bepalend waren voor de doorontwikkeling. Aan de hand van het vergelijken van een schip met de beschreven kenmerken, is direct duidelijk of het ook echt om een hoogaars gaat!

Er zijn gelukkig meer schrijvers die over een bepaald type schip geschreven hebben. Zo heeft Jaap Vermeer ooit een trilogie geschreven over de Friese Ronde jachten. Drie standaardwerken van hoog niveau. Maar, daar waar het boek het Friese jacht er met kop en schouders uitspringt qua feitelijke informatie over de afzonderlijke schepen, blijven zijn andere twee boeken juist op dit punt achter. Er ontbrak blijkbaar informatie. Een ander geweldig boek is dat van Van Beylen over de hoogaars. Maar, dit is vooral gericht op de modelbouw van één schip. Een uitgebreide studie naar het scheepstype is het niet. Voor alle andere scheepstypes geldt dit ook. Er is veel informatie beschikbaar, een aantal schrijvers heeft al een voorzet gegeven voor bepaalde types. Wim de Bruijn heeft al een paar mooie voorzetten gegeven (naast zijn ruim 900 artikelen in de Spiegel) en laten we ook Dirk Huizinga niet vergeten met z'n uitgebreide kennis van Staverse jollen, Lemsteraken en de interessante wereld daaromheen

Historisch gezien kan er veel, heel veel meer over onze schepen worden opgediept en uitgediept

Een opdracht voor de komende jaren, die ons is meegegeven bij de oprichting van de SSRP!

Behoud(t) het Goede!

En weet u het nog? Wanneer er ooit van Nederland niets meer over is, dan ligt er in een veengat in de Vinkeveense plassen op 40 meter diepte nog altijd een polyester tjotter.

Wij wensen u een flitsend en heel voorspoedig 2022

 

Het Vlugschrift "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" 
wordt samengesteld door Gerard ten Cate.


 

Alle vlugschriften "Behoud(t) het Goede" zijn in de SSRP-website verzameld in "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" in onze verhalenbundel "Goed" Gebundeld.
Hierin bundelen we ons maandelijkse vlugschrift "Uit het Stamboek - Behou(d)t het Goede"; de verhaaltjes over maritieme zaken uit het dagelijks leven van Dirk Huizinga en onze Stamboekbijdrages in de Spiegel der Zeilvaart.

Terug naar vorige pagina