Jollenbehoud

2 mei 2022

Op 1 mei van dit jaar werd het 10-jarig bestaan gevierd van de stichting De Staverse Jol, een organisatie die ik in 2012 mee heb helpen oprichten. Twee dagen eerder verzamelden een aantal houten jollen zich in Workum om na deze samenkomst op zondag 1 mei naar de Blazerhaven binnen de sluis te varen, waar de festiviteiten vanuit de historische scheepswerf De Hoop georganiseerd werden. Er verschenen meer dan tien jollen, waarvan de meeste rond 1900 gebouwd waren voor de visserij op de Zuiderzee. Daarnaast waren er enige houten 'jachtjollen' die voor de recreatie zijn gebouwd. Ook het oudste vissersjolletje uit het midden van de zestiger jaren van de 19e eeuw was present, een van de eerste jollen die Douwe Roosjen in Stavoren bouwde. Ook dat oude scheepje zag er als nieuw uit, want zo gaat dat. Deze oude eiken jollen zijn zo vaak opgeknapt en gerestaureerd, dat er meestal geen stukje oorspronkelijk hout meer aan zit, wat voor filosofen aanleiding is om zich af te vragen of dergelijke scheepjes nog wel enige relatie hebben met de oorspronkelijke jollen waar ze uit voortgekomen zijn. Of zijn ze in de loop der jaren overgegaan in een replica van de oorspronkelijke jol? Op de foto vooraan de vissersjol ST16 die Roosjen bouwde in 1901, die in 1911 door Johan Prins in Workum volledig gerestaureerd werd. De HL33 is in 1933 als jachtjol in Gaastmeer gebouwd bij de Gebr. Wildschut. Voor de recreatie, dus met een roefje. Later is de roef verwijderd en is het scheepje omgebouwd naar een 'visserman'. De ST60 is weer een vissersjol van Roosjen. Het bouwjaar staat niet helemaal vast. De jubilerende stichting heeft zelf twee jollen. De ST48, een Roosjenjol uit 1894 en een Wildschutjol, de HL90, die allebeide actief deelnemen aan wedstrijden en visserijdagen.

Het bijzondere van de stichting is, dat zij nadrukkelijk probeert jonge mensen te interesseren voor het varen met een traditioneel scheepje als de Staverse jol. Tijdens de Visserijdagen van Workum die iedere herfstvakantie worden gehouden, varen deze jollen met de 'jonge vissers onder zeil' het IJsselmeer op om op traditionele wijze met staand want vis te vangen. Het probleem is, dat jong-zijn een tijdelijk verschijnsel is. Zo heb je een leuke ploeg jongeren die deze twee jollen onderhouden en ermee varen en even later gaan ze iets anders doen want jongeren leren en werken voor hun toekomst. Het is geen wonder dat het vooral oudere watersporters zijn die of de middelen, of de tijd, of beide hebben om zich een eikenhouten platbodem te veroorloven. Ook het besturen van een dergelijke stichting is geen sinecure. Zo'n stichting heeft min of meer ambitieuze doelen en het bestuur moet die zien waar te maken. De stichting heeft echter in principe geen geld. Voor alle activiteiten moeten vrijwilligers georganiseerd worden en moet bij overheden en bedrijven gebedeld worden voor financiële ondersteuning. Daar moet je van houden. Niet iedereen is daarvoor in de wieg gelegd. Het is eenvoudiger om geen doelen na te streven om de wereld beter te maken, maar om je eigen doelen te realiseren met je eigen geld en je eigen inspanningen. Ik bedoel, gewoon je eigen schip te onderhouden. Volgens de 19e eeuwse filosoof G.W.F. Hegel is het dankzij 'de list van de rede' dat op die wijze ondertussen niet alleen een persoonlijk doel wordt gerealiseerd, maar ook het algemeen belang is gediend. Bijvoorbeeld, doordat velen aan en op het water genieten van de fraaie, houten platbodemjachten, zonder zelf zo'n schip te willen bezitten.

 


 

Terug naar vorige pagina Terug naar overzicht