Toekomstig vaarwater?

16 oktober 2023

Dat Nederland geen ‘echte’ natuur meer kent en we dus leven in een cultuurlandschap, is alom geaccepteerd. We weten ook dat dit door ons gemaakte landschap desalniettemin een eigen wil behoudt en ons confronteert met problemen die we niet voorzien hadden. Het ‘Wetterskip Fryslân’ heeft onlangs een voorlopig beleidsplan in discussie gebracht, waar de Leeuwarder Courant (LC 7-10-2013) uitvoerig aandacht aan heeft besteed. Het gaat daarbij om de waterbeheersing, die problematisch is geworden door de turfwinning in Zuidoost-Fryslân van begin 1600 tot begin 1900. Duizend jaar geleden  liep het profiel in dat deel van de provincie van hoog naar laag. Vanaf het Drents Plateau liep het geleidelijk naar omlaag tot aan de zee. Het oppervlak bestond uit dekzand waarop zich een laag veen had gevormd tot dichter bij de zee een kleilaag de overhand kreeg. Dat hoogveen werd echter afgegraven om turf te winnen wat een goedkope energiebron was die vooral verkocht werd in Holland, waar het veen al eerder was afgegraven. Vanaf het midden van de 18e eeuw trokken Gieterse veenarbeiders naar Fryslân, omdat het veen in de Kop van Overijssel vrijwel afgegraven was. Zij begonnen in het lager gelegen (hoog)veengebied veen af te graven en pasten vervolgens de methode van het baggelen toe, het slagturven, zoals ook in het Hollandse veengebied was gedaan. Als er niet meer gegraven kon worden, omdat het grondwaterniveau werd bereikt, dan werd er veen van onder het water naar boven gehaald. Laagveen baggelen werd dat genoemd. Die methode leidde ertoe, dat veengebieden die aanvankelijk begaanbaar waren, veranderden in onbegaanbare plassengebieden met smalle strookjes grond, de legakkers of weerribben. De overheid zag dit met lede ogen aan en verplichtte de veenbazen in de 19e eeuw slikgelden te betalen. Die belasting kwam in een fonds om het uitgeveende gebied in te kunnen polderen en weer bewoonbaar te kunnen maken. Zo zijn rond 1900 in Fryslân de grote veenpolders ontstaan aan de zuidoostzijde van de meren. Die strook die diagonaal van zuidwest naar noordoost door Fryslân loopt, heet nu het Lage Midden. En juist die inpoldering van het uitgeveende land blijkt voor de toekomst een probleem te worden.

Fryslân is in dwarsdoorsnede met dat lage Midden een soort badkuip geworden. Het grondwater in het veenweideland van deze polders wordt laag gehouden ten behoeve van de landbouw, het veen zakt daardoor steeds verder in, zodat het grondwater steeds naar beneden bijgesteld wordt en tenslotte zo laag staat, dat het een aanzuigende werking heeft op het grondwater in de hoger gelegen zandgronden van Zuidoost-Fryslân. Die dreigen door het wegzakkende grondwater te verdrogen, terwijl de situatie in het Lage Midden ook niet langer houdbaar is. De kosten worden voor het waterschap te hoog, terwijl deze ontwikkeling eigenlijk gestopt moet worden. Daartoe heeft een projectgroep een Blauwe Omgevingsvisie ontworpen met een schets van deze problematiek. Ook zijn er globaal enige ideeën  in uitgewerkt hoe deze ongewenste ontwikkeling kan worden gekeerd. De meest rigoureuze oplossing is het meest effectief. De veenpolders moeten dan weer onder water worden gezet. Met zoveel water in het Lage Midden zullen de veenpolders voldoende tegendruk kunnen bieden tegen het grondwater uit de hoger gelegen zandgronden. Bovendien blijft met een hoger waterpeil het resterende veen in de polders in tact en biedt het tevens tegendruk tegen de verzilting van het zoete grondwater door zoute kwel vanuit de Waddenzee. 
Het probleem is natuurlijk, dat de polders bij die aanpak niet meer gebruikt kunnen worden door de landbouw en dat er niet meer gewoond kan worden. Het vereist een enorme ombouw van de provincie Fryslân, maar biedt tegelijkertijd allerlei nieuwe kansen voor de toekomst en oplossingen voor een aantal lastige problemen van dit moment. Kansen? Ja, natuurlijk. Er komt zo een heleboel water bij in het Lage Midden. Het wordt een paradijs voor natuurliefhebbers, voor dieren en planten en….voor watersporters. 

Het gaat overigens niet om een specifiek Friese problematiek. Het oude Hollandse laagveengebied verkeert in dezelfde omstandigheid. Ook in het Groene Hart zakt de bodem te snel en dringt het zoute water van de zee op. Ook daar zou het helpen om polders weer onder water te zetten. Volgens mij ziet het er daarom goed uit voor komende generaties watersporters. Er wordt niet meer ingepolderd. We veranderen oude polders in nieuwe watersportgebieden.


Terug naar vorige pagina