Jachthaven R. Dragt en Zn

Tot 1915 Nieuwe Meer en daarna in Aalsmeer aan de Stommeerweg

De watersport was in het beging van de 20ste eeuw bereikbaar geworden voor lieden met een wat minder goed gevulde beurs. Dat was mede te danken aan de schuitenverhuurders. die mogelijkheden boden tot het huren van klein(er)e boten als sloepen, tjotters en boeiers. Aan het Nieuwe Meer was dat bijvoorbeeld het verhuurbedrijf van Roelof Dragt waar veel Nieuwe Meerders kant waren. De zeilers hadden al vroeg de uitgestrektheid en de sfeer van de Westeinderplassen ontdekt. die veel mogelijkheden boden. Vanaf 1913 werden door de Nieuwe Meer onderlinge zeilwedstrijden op de Westeinder gehouden en in 1915 de eerste nationale wedstrijd. Inmiddels had Dregt zijn bedrijf naar Aalsmeer verhuisd en was er een spoorwegverbinding tussen Amsterdam en Aalsmeer tot stand gekomen.

Al in zijn puberjaren ondernam de Amsterdammer Frits ter gast de toen nog moeizame tocht naar Aalsmeer. Daarmee was hij omstreeks 1900 de eerste Amsterdammer die op de Westeinder plassen zeilde. Aanvankelijk moest hij daarvoor in z'n eentje zeilend en jagend door de Ringvaart van de Haarlemmermeer zien te komen. Pas toen jaren later meer Amsterdammers het mooie Aalsmeerse zeilwater hadden ontdekt, werden er wekelijkse sleeptochten georganiseerd. Veel van deze scheepjes waren, bij Dragt aan de Amstelveenseweg, gehuurde tjotters en boeiers.
De Drentse turfschipper Roelof Dragt Sr. was al in 1890 in Amsterdam, ongeveer waar nu het Haarlemmermeerstation staat, begonnen met het verhuren van roeibootjes. Ze woonden daar in een arkje. Er kwam al snel een roeibootje, praktisch, voor het lappen van de ramen aan de buitenkant. En kwam iemand langs en vroeg het bootje te leen om te hengelen en eigenlijk was toen al Jachthaven Dragt geboren. Spoedig werden er ook sloepjes en zeilbootjes verhuurd, waarna het verhuurbedrijf uitgroeide tot een heuse jachthaven, waar ook particulieren een ligplaats en winterberging voor hun bootjes vonden. Een verhuurvloot van ondermeer sloepen, tjotters en boeiers groeide gestaag. Ook particulieren kwamen en stichtten na verloop van tijd een eigen club. Zo ontstond de Zeil- en Roeivereniging Nieuwe Meer. Het was overgrootvader niet ontgaan dat vooral zijn Nieuwe Meerklanten na een weekend Aalsmeer met enthousiaste verhalen terugkwamen. Zijn belangstelling was gewekt en hij ging op onderzoek uit. Het resultaat was het stichten van een Jachthaven aan de Stommeerweg in het voorjaar van 1915. Van de dertiger jaren is bekend dat, inmiddels opa Dragt, door het aankopen van BM’s in Friesland en het opknappen en verkopen ervan in Aalsmeer, steeds weer wat geld overhield en daar dan weer een stukje grond voor kocht om de haven uit te breiden.

Op de foto het Friese jacht 'De Vlieghende Hollander'
Op de foto het Friese jacht 'De Vlieghende Hollander'

Dirk Slijper, eigenaar van het Fries jacht 'Hommel' schrijft over de Watersportvereniging en jachthaven Dragt

In 1918 werd recht tegenover de Kolendam het nieuwe clubgebouw van de Zeil- en Roeiver. Nieuwe Meer in gebruik genomen. Tot 1962 heeft de Kolendam nog als zodanig dienst gedaan. Er werden kolen overgeslagen in pramen ter bevoorrading van de stookketels van de kassen. De haven met wel 25 ligplaatsen was in 1917 in gebruik genomen. Enige jaren eerder was de spoorverbinding vanuit Amsterdam naar Aalsmeer gerealiseerd, waardoor de leden met het spoor naar de Westeinder plas konden komen.

Opmerking Eddy Keijzers, Aalsmeer: Op deze pagina staat hier Kolendam. De locatie is wel juist, dit moet de Kolenhaven zijn. Dit was de enige plek waar het spoor eindigde bij het water in Aalsmeer.

Vestiging van de haven aldaar maakte een eind aan het regelmatig slepen vanaf de Nieuwe Meer (Amsterdam ) naar de Westeinder. Al in 1914 organiseerde de vereniging “GROOTE ZEIL- en ROEIWEDSTRIJDEN op de Westeinder waaraan tevens werd verbonden “een wedstrijd voor punters toebehoorende aan inwoners van Aalsmeer en Omstreken en worden allen deze, hierbij vriendelijk uitgenoodigd tot deelname. Het inleggeld bedraagt f. 1,--. Eerste prijs : f. 10,--, benevens Verguld Zilveren Medaille”. Tweede prijs f.7,50 en derde prijs f.5,--. In kleine lettertjes was toegevoegd dat “bij deelname van minder dan 20 scheepjes deze prijzen zullen worden verlaagd“. Kortom , er was een verschil tussen de wedstrijden voor de jachten en de wedstrijden voor de lokalen. De lokalen spraken nog jarenlang van het jachtenvolk als het Boeiervolk. De verwijzing naar een boeierhaven zou dan ook heel wel een verwijzing naar de haven van de vereniging kunnen zijn. Dit zou dan naar de haven van De Nieuwe Meer zijn.
Wat Dragt betreft: in 1915 had Roelof Dragt zijn “schuitenverhuurbedrijf” verplaatst van de Nieuwe Meer naar Aalsmeer, iets verder op dan de Z&RV Nieuwe Meer, maar dichtbij het station Aalsmeer. Dragt bezat door de jaren heen voor de verhuur een imposante vloot ronde jachten. De ansichtkaart van Geerko Postma moet uit deze allereerste periode stammen.

't Boeiervolk - 100 jaar Watersportvereniging Nieuwe Meer te Aalsmeer
En onze schuitenverhuurder Dragt?
Naast het feit dat hij onze leden in de eerste jaren van ons bestaan onderdak had verleend, was hij ook vanaf de oprichting donateur. Al was hij liever lid geworden, maar dat stonden de statuten niet toe, om een onverhoopt 'conflict of interest' te vermijden. Roelof Dragt had uiteraard de groeiende belangstelling, die zijn Nieuwe Meerklanten voor de Westeinderplassen koesterden, opgemerkt. Hij bleek een ondernemer met visie, want hij verplaatste zijn schuitenverhuurbedrijf naar Aalsmeer, aan de Stommeerweg, niet ver van het nieuwe spoorstation. Dit eerste jachthavenbedrijf (op de huidige locatie van Dragt Watersport) aan de Westeinderplassen was in het voorjaar van 1915 een feit. En werd een succes, een belangrijke stimulans voor de watersport in de regio. De leden van onze vereniging die bij hem regelmatig een boot huurden waren nu van het sleepprobleem af. Deze Amsterdammers kwamen gewoon met de trein naar Aalsmeer. Dat zal een verademing geweest zijn.


Handgeschreven brief Roelof Dragt, 30 januari 1984 (transcriptie Gerard ten Cate 15-02-2021)

Op 17 november 1941 verkochten wij de 'Dorothy' aan de heer F.W. Walterscheid, een directeur van Philips, die uit Polen naar Holland was gekomen. De nieuwe eigenaar liet de 'Dorothy' bij De Vries - Lentsch geheel opknappen en naar ik meen ook van een motor voorzien.
Na 1945 werd de heer Walterscheid overgeplaatst naar Philips Hong Kong waarheen hij de 'Dorothy', inmiddels omgedoopt in 'Duifke', liet verschepen. Om het schip voor uitdrogen te behoeden stuurde hij een schipper mee om hem onderweg nat te houden. Dit was de oude schipper van de 'Maartje', wiens naam mij is ontschoten. ± 3 Maanden na aankomst in Hong Kong overleed de heer Walterscheid en verkocht de familie het boeierjacht 'Duifke' aan een Zwitser, welke de 'Duifke' terug liet brengen naar Europa, waarbij als thuishaven werd genoemd 'Ascona', een plaats in Zwitserland aan het Lagio Maggiore kort bij Locarno. Ook werd het schip gesignaleerd in de Middelandse zee.
“De Westeinder” Aalsmeer 30 januari 1984
 Roelof Dragt

“Olga” “Dorothy” “Duyfke”

Volgens het Nederlandsch Jachtregister 1924-25 “Olga” eigenaar Lanoy Meyer cs. H.J. de Keizersgracht 221 Amsterdam. Soort Boeier, tuig W.M. 13.2, Klasse OA15 , hout 40 ton, overdekt, lang 14.86, breed 4,70, diepang 0.80, bouwmeester A. Holtrop vd. Zee, Joure bouwjaar 1910, club KNZRV thuishaven Sixhaven. Volgens hetzelfde register staat de Olga bij de wedstrijd vaartuigen OA15 op naam van A.A. Boissevain, zelfde adres als Lanoy Meyer.
In 1940 was de eigenaar van de 'Dorothy', Godfried Madlener, kunstschilder, in de zomer wonende in Heeg.
Deze Godfried had de bui tijdig zien aankomen en vertrok voor mei 1940 naar America. De zaken in Holland liet hij over aan zijn broer welke meteen begon met de uitverkoop van het rijke bezit van de Boeierkoning, welke naam aan Godfried verleend was door de Friezen. Eveneens was de familie in het bezit van de boeier 'Ibbe' 8.70 x 3.60, in 1930 gebouwd door De Jong in Heeg. Deze 'Ibbe' zeilde Madlener naar, wat de Friezen noemen, Holland en hij kwam terecht in Oude Wetering, waar hij alras kopers aan boord had.
Via Paul Nieman, directeur Mars en Co - dameshoeden Leidsestraat Amsterdam, welke een kennis was van Madlener, hoorde Vader Jochem van de handel. Hij als de weerlicht naar Oude Wetering alwaar Madlener met een gegadigde aan boord onderhandelde. Jochem stapte daarbij en vertelde de verbaasde eigenaar dat hij de handel wel kon stoppen want het schip is verkocht. Verbaasd en boos ging de aspirant van boord.
Verbaasd, ook de verkoper, die graag wilde weten wie de koper dan wel was. Nou dat ben ik zei Jochem Dragt en als U volgende week met de kwitantie komt krijgt U Uw geld, wetende dat U om geld verlegen zit. Maar dan wil ik de 'Ibbe' wel nu mee naar huis in Aalsmeer nemen dat spaart me een taxi.
Onderweg naar Aalsmeer werd de koop bezegeld met de kruik op tafel, waarbij Madlener vertelde in Heeg nog een boeier te hebben, doch wel iets groter nl 15m lang. Breng hem maar naar Aalsmeer dan koop ik die ook....
Al met al makkelijker gezegd dan gedaan want Jochem had niet eens de fondsen voor de 'Ibbe'. Hij wist echter een koper in de heer Blankevoort van de firma Hattum en Blankevoort uit Bloemendaal. Binnen een week was de zaak rond en met de koopsom betaalde Jochem de twee boeiers 'Ibbe' en 'Dorothy'. Madlener blij, Jochem blij en ook de heer van Blankevoort blij, want op de eerste reis met zijn 'Ibbe' naar Friesland werd hij op een sluis aangesproken door een zeilmaker, die het schip uiteraard kende, en hem vertelde nog een nieuw tuig voor dat schip te hebben liggen waar hij voor een zeer redelijke prijs vanaf wilde.
Zo kwam Jochem Dragt aan zijn grootste schip voor de huurvloot.
De oorlogshandelingen werden echter steeds benauwder, de heer Van Blankevoort had in zijn bedrijf heel grote baggerbakken die hij, nu het werk aan de zeehavens uitgesloten was liet onderduiken in de mooie Nel bij Haarlem. In een van deze zette hij de 'Ibbe', een deksel er over en veilig was hij voor de komende tijd.
Roelof Dragt


Hans Dragt, zoon van Jochem Dragt, reageert in 2014

Hartelijk dank voor al de informatie over de mooie boeier 'Dorothy', die ooit in het bezit was van onze familie. De Schipper van de boeier heette Lambertus, ik ben zijn achternaam vergeten. Deze schipper werkte parttime voor de familie tijdens charters voor jachthaven Dragt en hij was ook schipper op het koninklijke Motorjacht 'Piet Hein'.
Aangezien de 'Dorothy' geen motor had, was het soms moeilijk om vanuit de haven van Enkhuizen naar buiten te komen. Ook deze keer hebben we assistentie gekregen van 2 vissersschepen om het schip deze keer naar buiten te krijgen. Helaas zijn er geen foto's van het schip in Aalsmeer, maar deze foto's in Enkhuizen zijn toch ook prachtig om te zien.
Hartelijk dank voor al deze informatie, die wij kunnen doorgeven aan de jongere generatie in onze familie. Het is weer een schakel in de keten in de historie van de Nederlandse jachtbouwers en voor velen die in boeiers (dit is de naam die ook gegeven werd aan mensen in Aalsmeer, die iets met de watersport te maken hadden) geïnteresseerd zijn.
Groet Hans Dragt


Jachthaven R. Dragt & Zn. In- en verkoop, Verhuur en Stalling van Roei-, Zeil- en Motorbooten.
Jachthaven R. Dragt & Zn. In- en verkoop, Verhuur en Stalling van Roei-, Zeil- en Motorbooten.
Verhuurschepen in het Stamboek

De schepen van Jachthaven en Schuitenverhuur Dragt

Terug naar vorige pagina