Jetty

Jetty

De 'Jetty', zeilnummer OB3, oorspronkelijk de ARM4 (Arnemuiden) is als vissersvaartuig op de werf van de gebroeders De Klerk te Kruispolder gebouwd. De opdracht is in mei 1913 gegeven door H. van de Gruiter-van Belzen uit Arnemuiden. Die opdracht hield in de snelste Hoogaars van de Ooster- en Wester Schelde te bouwen.
Petrus de Klerk stond bekend als een eerste klas scheepsbouwer. Hij maakte, om de snelheid te vergroten, afwijkingen op zijn bestaande type. Zo ontstond deze prachtige Lemsterhoogaars. De aflevering vond plaats in september 1913. De prijs van het casco was f 1.900,- en compleet met zeilen en blokken f 2.300,-. Schipper Van de Gruiter kwam tot de ontdekking, dat het een schip met bijzondere eigenschappen was. Hij kreeg dan ook grote vermaardheid onder het schippersvolk.

Overmoedigheid werd hem echter noodlottig. De ARM4 was op een gegeven moment voor de kust bij Borsele aan het vissen. De bemanning bestond uit 4 koppen. Plotseling zagen ze hun rivalen uit Breskens al op de veiling aan koersen. Ze hielden metéén op met vissen, zetten snel alle zeilen bij en probeerden om toch als eerste binnen te zijn. In de verwoede poging daartoe namen ze de punt van de plaat voor Breskens te krap. Terwijl het schip met grote snelheid voer, raakte het zwaard de grond en de ARM4 kapseisde. Bij dit ongeluk is niemand verdronken. Nadien vreesde de schipper wel, dat het schip te rank was gebouwd.

Eigenschappen

Plaquette nummer:290 Zeil nummer: OB3
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Hoogaars

Bouw

Bouwjaar:1913 Ontwerper:J.F. de Klerk
Werf:Scheepswerf de Klerk Werf plaats:Kruispolderhaven / Walsoorden
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:Kielbalk

Afmetingen

Lengte stevens:13,90 m Breedte berghout:4,00 m
Diepgang:0,90 m Masthoogte water:16,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:0693 Registratie datum:17-03-2022
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1913 – 1918 M. van de Gruiter (visserman), Arnemuiden ( ARM4 'De Drie Gebroeders')
1918 – 1919 H.C. van der Lely, Rotterdam ( Jetty)
1921 – 1950 Leon Huybrechts , Antwerpen ( Jetty)
1950 – 1960 A. Hebbelynck, Gent (B) ( Jetty)
1960 – 1964 Arie J. van de Ree, Terneuzen ( Jetty)
1964 – 1978 F. Gaigneaux, Limal (Brussel) ( Jetty)
1978 – 1978 Gerrit Zomer, Vlissingen ( Jetty)
1978 – 1983 W. van Gessel, Nieuw & St. Joosland ( Jetty)
1983 – 1986 H. van Hofwegen, (België) ( Jetty)
1986 – 1988 W. Nagelhout, Hattem ( Jetty)
1988 – 1996 S.J. Boonstra, Heerenveen ( Jetty)
1996 – Nu (laatst bekend) Stichting Behoud Jetty, Vlissingen ( Jetty)

Geschiedenis

1913

1913

1913: De Opdracht en bouw van de ARM4 (nu 'Jetty')

In het boek "Jetty, Symbool van het Varend Erfgoed' wordt uitgebreid geschreven over de bouw van de 'Jetty' als visserschip ARM4 en de jaren vanaf 1918 waarin de hoogaars vanuit de visserij in de 'pleziervaart kwam:

`Het moest het snelste schip van de vloot worden.' Dat was de ambitie van de Arnemuider visser Marinus van de Gruiter toen hij het schip bestelde bij een scheepsbouwer aan de 'overkant'. De overkant was voor de Zeeuwen altijd op een ander eiland. Nog steeds, ook al zijn de eilanden inmiddels verbonden door bruggen en dammen. In dit geval was de overkant Zeeuws-Vlaanderen, om precies te zijn: de werf van Jan Francies de Klerk in Kruispolderhaven. De opdracht was de scheepsbouwer wel toevertrouwd. Hij stond bekend om zijn gedurfde ontwerpen. Wanneer er nieuwigheden in de scheepsbouw waren, was hij een van de eersten die er mee ging experimenteren.
Misschien was dat wel de reden waarom de Marinus van de Gruiter naar deze werf ging. Hij kwam uit een familie die evenals scheepsbouwer De Klerk ondernemend was. Zo had zijn vader als een van de eerste vissers garnalen geëxporteerd naar Engeland. Dat was een relatief nieuwe bezigheid rond 1900. De Arnemuider vissers liepen in die tijd voorop als het ging over het zoeken naar nieuwe verkoopkanalen voor hun handel. Het zou een iets groter schip worden dan zijn vorige hoogaars ARM4.
In de zomer van 1913 wordt de hoogaars opgeleverd en komt in de vaart. Het krijgt als visserijnummer (weer) ARM4, hetzelfde nummer als het vorige schip van Marinus. Daaraan herkent iedereen dat het schip uit Arnemuiden komt. De roepnaam is 'De Drie Gebroeders'. Die drie gebroeders waren de zonen met wie Marinus meestal viste.

1918

1918

1918: De korte periode van Hendrik Comelis van der Lely en de periode Leon Huybrechts daarna

Het is waarschijnlijk dat aan het eind van de zomer in 1917 Leon Huybrechts en Marinus elkaar troffen bij Rode Marie van café de Witte Ballons op het Bellamypark, waar de Arnemuider vissers elkaar ontmoetten. Marinus had Leon verteld over de moeilijkheden in de visserij. Enkele maanden later stond Leon hem op te wachten toen hij van een dag vissen terugkwam. Hij vroeg of hij die avond nog eens naar de Witte Ballons wilde komen. Er was iemand om hem te spreken.
Daar ontmoette hij Hendrik Cornelis van der Lely. De mannen raakten aan de praat en Van der Lely bood een goede som geld voor de hoogaars. Voor visser Marinus van de Gruiter zou het een uitkomst zijn. Voor dat geld kon hij wel aan een ander vissersschip komen. Na veel loven en bieden bood Van der Lely 6000 gulden, een grote som geld, en de koop leek besloten. De koop ging door.

Marien van de Gruyter ging voorlopig bij een ander aan boord vissen en keek uit naar een nieuwe vissersboot, die hij al spoedig wist te kopen. De Zeehond, ARM21. Nadat de koop gesloten was, ging de ARM4 een nieuw leven tegemoet. Op 8 augustus 1918 noteerde de sluismeester het passeren van de ARM4, leeg, met bestemming Dordrecht. De schipper was ene W. Takema uit Den Helder. Drie heren ontfermden zich die eerste tijd over het schip. Hendrik Comelis van der Lely, de eigenaar en een rijke industrieel met een touwfabriek in Rotterdam, Hein Kersken, een gerenommeerd scheepsbouwer en zeilmaker, bovendien een bekwame zeiler en als laatste de topzeiler Leon Huybrechts.
Hoe de drie heren elkaar hebben leren kennen, laat zich raden. Ondanks dat Hendrik Comelis van der Lely uit de omgeving van Rotterdam kwam en daar zijn touwfabriek had, Hein Kersken in Noord Holland schepen ontwierp en Leon Huybrechts (1876-1956) uit Antwerpen kwam, ontstond er een hecht en ambitieus driemanschap.

Van der Lely was niet alleen een sportief man, hij was ook verstandig. Zijn vriend Leon Huybrechts was een uitstekende zeiler. Dat had hij al meermalen op internationaal niveau bewezen. Wanneer Leon Huybrechts met de Jetty voer, toonde het schip zich op zijn best doordat hij het uiterste uit het schip kon halen. Een element dat de eigenaar van een schip aanzien kan verschaffen, is het nautisch kapitaal. Nautisch kapitaal bestaat uit nautische kennis en ervaring. Wie over de nodige vaarbehendigheid beschikt, verre reizen kan maken en een uitmuntend zeiler is, verwerft daarmee prestige". Kortom het nautisch kapitaal van Van der Lely, eigenaar van een goedlopende touwslagerij, werd aanzienlijk verhoogd door zijn vriend en latere zaakwaarnemer Leon Huybrechts met het schip te laten zeilen. De fraaie lijnen en bollende zeilen van Jetty straalden af op de Hendrik van der Lely die met dit schip tevens aangaf dat hij op de hoogte was van de heersende mode om bedrijfsvaartuigen een tweede leven te gunnen. Dat hij historisch besef toonde, maakte hem voornamer.

Nadat de Jetty een jaar in het bezit was van Van der Lely, ruilde deze het schip met Leon Huybrechts en lag de Jetty voortaan in Antwerpen. Huybrechts was van bescheidener afkomst dan de heren Van der Lely en Kersken. Hij was hen echter de baas in het zeilen.
Na 1918 verhuisde Leon Huybrechts, die tijdens de Eerste Wereldoorlog gevlucht was op zijn schip, terug naar Antwerpen, naar de St Michielskaai. Hoe het precies zit, weten we niet. Waarschijnlijk ontdekten de heren dat de passie van Leon in hoofdzaak bij het zeilen lag en dat Hendrik ondanks zijn sportieve inslag toch in de eerste plaats van zijn touwfabriek een bloeiende zaak wilde maken. Een andere mogelijkheid is, dat de heren het schip ruilden omdat het wedstrijdreglement van verschillende wedstrijden veranderde.

De Jetty kwam dus in handen van Leon Huybrechts en het pand van Leon aan de Sint Michielskaai in Antwerpen werd kantoor van Hendrik Cornelis. De familie Huybrechts bleef overigens wel op de tweede verdieping van het pand wonen. Enkele jaren later, in 1923 kocht Van der Lely de touwslagerij in Hamme van de Vermeires, die het bedrijf al sinds 1800 in handen hebben. Het bedrijf werd onder zijn leiding toonaangevend en stabiel. De Lis zoals de touwslagerij genoemd werd, was een begrip in België. Van der Lely was een belangrijk man in het dorp Hamme vanwege de touwfabriek, de sportevenementen en zijn burgemeesterschap.

1964

september 1964

september 1964: De Waterkampioen nr1124 - Hoogaars Jetty

De bekende jachthoogaars 'Jetty', die bij wedstrijden voor ronde en platbodemjachten vele eerste prijzen heeft gewonnen, is nog niet zo lang geleden vijftig jaar geworden. De trotse eigenaar, de heer H. J. van de Ree te Terneuzen, heeft daarvan een groot feest gemaakt. Tevens stuurde hij ons een foto en een levensbeschrijving van de 'Jetty', die wij hieronder laten volgen.
In opdracht van de heer H. van de Gruiter, visser te Arnemuiden, bouwden de gebroeders De Klerk te Kruispolder in Zeeuws-Vlaanderen in 1913 een speciale jachthoogaars. De opdrachtgever had de wens te kennen gegeven dat dit schip alle andere bestaande hoogaarsen in snelheid de baas zou zijn. Vandaar ook de naam jachthoogaars. De bijzondere zorg, waarmee het schip was gebouwd, gaf de Arnemuiden 4, zoals zij toen heette, inderdaad de snelheid die de opdrachtgever ervan verlangde, namelijk: als eerste aankomen aan de veiling in Breskens of Antwerpen. De Arnemuiden 4 had oorspronkelijk een spriettuig. De kostprijs is zeker vermeldenswaard: het casco werd gebouwd voor f 1900; geheel getuigd en visserijklaar was de prijs f 2.800, voor die tijd een hoog bedrag.

pdf De Waterkampioen 1964 nr1124 september - Hoogaars Jetty

1980

1980

1980: Stichtingsmonografie nummer 27 - Drie Hoogaarzen

Bernard van Gils is evenals zijn vrouw Jeanne niet alleen gehecht aan de eigen 'Turc', maar hij heeft in een aantal jaren een indrukwekkende documentatie samengesteld over Nederlandse en Belgische Hoogaarzen en Hengsten.

Zie Pag. 401-411 - Monografie 27 - Drie Hoogaarzen

1995

1995

1995: Het blad Consent: "Luctor Et Emergo?" Memoires van de 'Jetty' door Gerrit Zomer

CONSENT is een uitgave voor de donateurs, sponsors en relaties van de uitgevende organisaties; dit zijn naast VZW Tolerant, de Stichting Museumhaven Zeeland uit Zierikzee en Stichting Behoud HoogaarsIn het blad Consent verscheen in 1995 een artikel met de memoires van de 'Jetty', geschreven door oud-eigenaar en liefhebber Gerrit Zomer. 
....... Sinds de twintiger jaren is er af veel over mij ('Jetty')geschreven, maar de laatste jaren werd het toch verdrietig stil om mij heen. Men scheen mij vergeten. En als een afgedankt autowrak werd ik weggezet op de parkeerplaats naast een oude scheepswerf, ver weg van mijn geboortegrond. Ik werd stevig ingepakt in een stel gammele dekkleden, goed genoeg om mijn uitzicht te bederven (mocht ik niet zien waar ik terecht was gekomen?), maar veel te slecht om mij te vrijwaren van een verdere aftakeling. Ik begon mij al af te vragen waar ik dit trieste lot aan verdiend had. Ik vreesde al hetzelfde lot te ondergaan als mijn kleine zusje, de Anne-Marie in Baasrode, of een van mijn rivalen uit de Antwerpse periode, de 'Thistle III' van dhr. Murdoch. Als je nooit je schippers hebt dwarsgelegen, verwacht je toch een betere oudedag? Ik zeg niet dat mijn schippers het nooit moeilijk hebben gehad met mij, maar wat wil je ook? Ik moest toch aan hun verwachtingen voldoen? Dan zullen zij mij ook moeten leren kennen om mij in bedwang te houden.

pdf "Luctor Et Emergo?" Memoires van de 'Jetty'

2013

2013

2013: Een boek over de 'Jetty': Symbool van Varend Erfgoed

Het is een zeldzame representant van de grote groep werkschepen die, ten behoeve van de zakelijke elite rond de vorige eeuwwisseling, werden omgebouwd tot heren- en wedstrijdjacht. De geschiedenis van het schip roept beelden op van elegante dames met lange witte jurken en heren, gewapend met pet en pijp spelevarend op de Schelde.

Maar ook van wedstrijden met dertig of meer grote platbodems uit Nederland en België waarbij op het scherpst van de snede werd gestreden om prestigieuze prijzen. Deze destijds glorieuze schepen raakten, mede door de maatschappelijke ontwikkelingen na de tweede wereldoorlog in onbruik en onvermijdelijk verval. Slechts een klein aantal is dankzij een handvol enthousiaste eigenaren, behouden gebleven en wordt nu gekoesterd als varend monument uit een voorbije periode.

Het boek beschrijft die ontwikkelingen en de families, die bewerkstelligden dat de ‘Jetty’ vandaag nog steeds vaart en wedstrijden wint. Het hoopt daarmee bij te dragen aan de kennis van de geschiedenis en aan de instandhouding van ons varend erfgoed.

Geschiedenis van de 'Jetty' in kort bestek

1913 mei

ARM4, De Drie Gebroeders, Lemmer jachthoogaars Gebouwd bij J.F. de Klerk te Kruispolderhaven, in opdracht van M. v.d. Gruiter te Arnemuiden. Oplevering mei 1913
Opdracht de snelste hoogaars op de Wester-- en Oosterschelde te bouwen.
De Klerk maakt een uitzondering op zijn standaard model

1915

ARM4 kapseist op de Nolleplaat voor Vlissingen.
De vier bemanningsleden worden gered.
Het schip wordt gelicht en in Vlissingen binnengebracht.

1918

Verkocht aan H.C. van der Lely (Verenigde Touwfabrieken Rotterdam).
Verbouwing tot jacht in Haarlem naar ontwerp van Hein Kersken.
Het schip wordt Jetty genoemd naar de dochter van H. Kersken.

1919-1950

Geruild tegen het pand Sint Michielskaai 31 Antwerpen (Leon Huybrechts). Huybrechts is in die tijd al een gerenommeerd zeiler, lid van de Antwerpse RYCB.
De combinatie Jetty-Huybrechts blijkt vrijwel onverslaanbaar in vele wedstrijden. Reputatie van het schip is daarmee gevestigd: 'als je een prijs wilt hoef je maar achter Leon aan te varen.'

1950

Verkocht aan A. Hebbelynck (wedstrijdcommissaris RBSC Gent).
Opgeknapt bij Van Duivendijk Tholen. Vaste begeleiding door motorjacht 'Simba'.
Thuishaven wordt Gent, zomerhaven Terneuzen.

1960

Verkocht aan A.J. v.d. Ree (juwelier-zilversmid).
Jetty nog steeds zonder motor.

1964

Verkocht aan F. Gaigneaux (Brussel).
Motor (Peugeot) geïnstalleerd. Onderwaterschip in de polyester gezet bij De Klerk in Hansweert. Thuishaven: Wolphaartsdijk.

22-2-1978

F. Gaigneaux verkoopt Jetty aan G. Zomer.
Schip (polyester onderwaterschip) wordt geïnspecteerd op de zate te Goese Sas, omdat de eigenaar geen verantwoordelijkheid neemt voor transport naar Amemuiden.

22-2-1978

Verkocht aan W. van Gessel.
Van Gessel begint Zeeland Charters. Eerste besef van Jetty als varend erfgoed. Verbouwing tot charterschip. Thuishaven Nieuwland (Walcheren).

1983

Verkocht aan H. van Hofwegen.
Familieschip. Thuishaven Tholen.

1986

Verkocht aan W. Nagelhout.
Thuishaven wordt Elburg.

26-10-1988

Verkocht aan S.J. Boonstra.
Plan: Charterschip.
Offerte van André Hoek voor nieuwe tuigage. Tuigage in overeenstemming met ontwerp Hoek.
Polyester verwijderd van onderwaterschip. `Spant voor spant en gang voor gang' vernieuwd met behoud van het model. Nieuwe ballastkiel van 2 ton.
Faillissement Mirelco Beheer BV. Beslag op Jetty.
Veiling van de Jetty te Veere.
Aangekocht door Wijge Holding BV in het kader van behoud varend erfgoed.

St. Beh. Jetty

Oprichting Stichting Behoud Jetty.
Kadastraal ingeschreven 7247 B G 1995.

 

2014

2014

2014: Consent 2014 nr30 - ARM4 een Arnemuider visser in oorlogstijd

Het was 1912 toen de Arnemuider visser Marien van de Gruiter naar de werf van Jan Francies de Klerk in Kruispolderhaven toog om een nieuw schip te bestellen. De visserij op gornaet was goed en beloofde nog beter te worden: de vangsten namen toe en de prijzen stegen. De oude hoogaars voldeed niet meer, die was te klein en te traag om nog echt mee te kunnen. Twee jaar eerder had zijn collega Marinus Grootjans op dezelfde werf een zeer snel schip laten bouwen, de hoogaars ARM30. Hij was als eerste op de beste visgronden en omdat hij meestal eerder aan de afslag was dan de andere vissers kreeg hij betere prijzen voor zijn vangst. Van de Gruiter wilde net zo'n schip, en met de opdracht het snelste schip van de vloot te bouwen kon De Klerk vooruit. Het schip werd in maart 1913 opgeleverd en voldeed aan de opdracht: het was zo snel dat er in Vlissingen en Breskens met bewondering over werd gesproken. Maar de snelheid was niet alles: het schip was ook heel rank en had daardoor hoog aan de wind de neiging te duiken. Volgens Lein de Nooyer, zoon van de latere schipper van de VLI27 (ex ARM30), 'zeilde hij zijn kop eronder.' (Volgens de bepalingen van de visserijwet had elke vissershaven zijn eigen lettertekens: ARM voor Arnemuiden, VLI voor Vlissingen en BR voor Breskens).

De reden dat Van de Gruiter naar De Klerk ging voor zijn nieuwe schip kan dus het schip van Grootjans geweest zijn, het kan ook zijn dat De Klerk goedkoper was dan Meerman. Die vroeg tien jaar eerder al tweehonderd gulden meer voor een jachthoogaars van de zelfde lengte. In maart 1913 werd de nieuwe hoogaars opgeleverd. Het schip kreeg als visserijnummer ARM4, hetzelfde nummer als de oude hoogaars, en voldeed naar verwachting. In een interview met dagblad De Stem in de jaren zeventig vertelde zoon Cees van de Gruiter: 'Terwijl de collega vissers met moeite tegen de laatste vloed op probeerden te varen om beneden het Vlissingse havenhoofd te komen, om met de eerste eb naar zee te komen, haalde de ARM4 dat gemakkelijk. Ze waren meest vlot weg om als eersten het Oostgat af te vissen' Maar na 1912 werd de vangst op garnalen in de Westerschelde minder. De schepen moesten steeds verder de zee op om nog redelijke vangsten binnen te brengen.

pdf Consent 2014 nr30 - ARM4 een Arnemuider visser in oorlogstijd.pdf

2015

16 mei 2015

16 mei 2015: Historische Werf Meerman in Arnemuiden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Stichting Behoud Hoogaars

Bij het Jubileumfeest van de Stichting Behoud Hoogaars en de tewaterlating van de "vernieuwbouwde" Steekhengst 'Boreas' waren natuurlijk ook aan aantal historische Hoogaarzen aanwezig. De Hoogaars 'Jetty' was natuurlijk ook van de partij.

2019

17 juni 2019

17 juni 2019: E-mail van Harry van der Velpen

Ik ben in het bezit van een getuigschrift van mijn vader uit 1919, waarin wordt verklaard dat mijn vader Jacobus Wilhelmus van der Velpen (geb. 05-04-1899) als kok-hofmeester heeft gevaren in dienst van H.C. van der Lely. Mogelijk is dat op de hoogaars "Jetty" geweest. Het schip is in 1919 verkocht. Mogelijk waren er nog meer schepen in het bezit van de fam. van der Lely?

Getuigschrift 19 juni 1919
Getuigschrift 19 juni 1919

2020

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht