Aaltje Vis

Aaltje Vis Niet actief

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.

Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!

Jan Kooijman startte in 1967 in Deil met de werf Kooijman & de Vries, nadat hij in 1961 in Zwijndrecht was begonnen met het bouwen van ronde-en platbodemjachten. Bij Kooijman en De Vries Jachtbouw N.V. was men helemaal vertrouwd met de ronde voor- en achterschepen. Daaronder zijn er veel Staverse jollen gebouwd die historisch verantwoord ontworpen zijn door J.K. Gipon. In 1981 namen Ted en Lydia van Rijnsoever de werf over en veranderde de naam in Jachtwerf van Rijnsoever Deil BV.

J.K. Gipon heeft negen versies van een (stalen) Staverse jol getekend. Die variëren van 5.20 m tot 9.00 meter. Daarnaast is er ook nog een tiende versie in hout, een opmeting van een bestaande oude houten jol.
De 'Aaltje Vis' is een stalen "open" Staverse jol van 6.20m lang. Ze is in 1974 gebouwd en de opdrachtgever was J.W. van der Kraan uit Doorn. Ze is een zusterschip van de jol 'Zwarte Schaap', gebouwd van dezelfde tekening, maar met kajuit.

De Staverse jol 6.20 meter

Dit is al weer een heel wat groter scheepje, dan de kleinere jol van 5.20 meter. Een meter lengte maakt op deze afmetingen een beduidend verschil. Deze jol werd voor het eerst gebouwd door Kooijman en De Vries en tentoongesteld op de Hiswa in 1972. Wat er aan accommodatie mogelijk is in zo'n kort scheepje dat al een breedte heeft van 2.60 meter laat de inrichtingstekening zien.
Wat de constructie betreft moet worden opgemerkt dat zo'n kleine Staverse jol gevoelig is voor vertrimming en voor stabiliteitsverandering. De kajuitopbouw vermindert de stabiliteit door windvang en topgewicht. Daarmee moet rekening worden gehouden in het ontwerp. De jol biedt daartoe onder meer de mogelijkheid door enige ballast aan te brengen in de scheg. Nog beter, meer in overeenstemming met het karakter van de bouw in staal, is het om de scheg te maken van dikke plaat - 30 mm bijvoorbeeld - zoals later bij Kooijman en De Vries gebruikelijk werd. Dat geeft de gewenste ballast zonder extra voorzieningen.
Ook kan de bouw van de kajuit, de zelflozende kuip en de inbouw van een motor de langsscheepse trim van dit korte scheepje nogal sterk beïnvloeden. Deze 6.20 meter Staverse jol is al een heel fijn scheepje voor het maken van tochten met een klein gezelschap. Een zeer gewaardeerde eigenschap is de handzaamheid.

Bij de 'Aaltje Vis' is de kajuit weggelaten.
Bij de 'Aaltje Vis' is de kajuit weggelaten.

Eigenschappen

Plaquette nummer:826 Zeil nummer: JD3
Categorie:X Tekening nummer:
Type:Staverse jol

Bouw

Bouwjaar:1974 Ontwerper:J.K. Gipon
Werf:Kooijman & De Vries Werf plaats:Deil
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Staal Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,20 m Breedte berghout:2,65 m
Diepgang:0,70 m Masthoogte water:9,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1974 – 1982 J.W. van der Kraan, Doorn ( Aaltje Vis)
1982 – 1986 D.J. Schenk, Amsterdam ( Aaltje Vis)
1986 – onbekend R. Snijder, Amsterdam ( Aaltje Vis)

Geschiedenis

1992

februari 1992

februari 1992: Spiegel der Zeilvaart februari 1992 nummer 1 - Met de Staverse jol 'Aaltje Vis' naar Engeland

Sinds zes heerlijke zeilseizoenen zijn we de trotse eigenaars van de Staverse Jol „Aaltje Vis". Trots, omdat het een mooi gebouwd en handzaam, betrouwbaar zeil-scheepje is. De jol is een stalen visserman van 6,15 m, naar ontwerp van Gipon en in 1974 gebouwd door Kooyman en De Vries. Naarmate onze zeilervaringen met de jol vorderden, werd in de vakanties het zeilgebied verlegd van IJsselmeer, Friesland en Zeeland naar de Nederlandse en Duitse Waddenzee en de Oostzee.
'Aaltje Vis' voelde zich in haar element wat het zeilen betrof. Maar de motor, een 10 pk Renault, werd in 1988 vervangen door een Vetus Mitsubishi van 20 pk. Bij sterke stroom kunnen we op deze motor vertrouwen, hoewel we zoveel mogelijk met de zeilen manoeuvreren. Omdat zeilen op ruim water ons en 'Aaltje Vis' goed bevalt, werd het idee om de Noordzee te verkennen steeds aanlokkelijker. Aangezien de afstanden langs de Nederlandse kust ons groot leken, viel ons oog op de Belgische kust. Hier zijn prachtige dagtochten te realiseren, en met slecht weer is er de mogelijkheid in iedere Belgische haven, met uitzondering van Blankenberge, het achterliggend kanaal in te varen. En als Calais bereikt kon worden, was de uitdaging om de oversteek naar Engeland te maken erg groot.
We zijn ons goed bewust van het risico dat genomen wordt met de grote, open kuip (zelfvullend in plaats van zelflozend); dit maakt ons afhankelijk van goed, stabiel weer en voldoende tijd.

Donderdag 11 juli wagen we de oversteek naar Engeland.

Met stroom hoeven we nu geen rekening te houden, in zoverre dat we wel onze drift moeten incalculeren, en met hoog water willen aankomen om direct het Wellingtondock in te kunnen. Het is een prachtige dag; ZW 4-5, een blauwe lucht, maar niet zo helder dat we de krijtrotsen aan de overkant al kunnen zien.
De eerste mijlen op het Kanaal hebben we nog beschutting van Cap Gris Nez, dan valt de wind vol in de zeilen. We trekken voor alle zekerheid onze zeilpakken aan. Om 9.00 uur passeren we de CA6, dan sturen we kompaskoers 300°. We moeten de vaargeul zo recht mogelijk oversteken, omdat er dagelijks ± 500 schepen gebruik maken van het Kanaal. Gelukkig kruisen we slechts enkele daarvan. Om 11.15 uur zien we aan bakboord de Varneboei; we controleren het licht- en geluidsignaal.
Tegen 12.00 uur zijn we in een juichstemming; de witte kliffen van Dover lichten voor ons op. Naarmate we dichterbij komen, raken we meer onder de indruk van het bijzondere en de verheid van onze bestemming. De haven komt steeds dichterbij, hovercrafts, cats en andere veerboten varen af en aan. Jachten wordt aangeraden de westelijke haveningang te nemen, maar door verschillende omstandigheden waaronder een gierende ebstroom en een flink aantrekkende wind, kunnen we deze niet meer bezeilen. We liggen om 13.00 uur voor de oostelijke haveningang, die 3 x rood aangeeft. We halen het sleeplog binnen, dat 22 mijl aangeeft. Niet gek om deze afstand in 4 uren te zeilen. Er staat hier een forse golfslag, aan stuurboord van ons de hoge krijtrotsen, vóór ons de metershoge havenmuren. We strijken de zeilen en houden met moeite de kop van het scheepje in de golven.

pdf SdZ 1992 nr01 februari - Met de Staverse jol 'Aaltje Vis' naar Engeland

2019

april 2019

april 2019: Spiegel der Zeilvaart nummer 3 - Lange reizen met de Staverse jol 'Aaltje Vis'

Met hun 6,15 m lange Aaltje Vis varen Rob (69) en Ria (68) Snijder al 35 jaar het water dun. Ze zijn gemiddeld honderd dagen aan boord en hebben talloze, ook buitenlandse, havens bezocht. Het is kamperen aan boord, maar een groter schip dan hun bij Kooijman & de Vries gebouwde Staverse jol willen ze beslist niet.
Rob en Ria Snijder woonden vele jaren in Amsterdam en hadden een zeilende veldschuit waarmee ze de omgeving verkenden en ook op het IJsselmeer zeilden. De schuit had een ligplaats in de Looiersgracht. Als hulpmotor stond er een 1-cilinder luchtgekoelde Samofa diesel in. Die maakte wel veel herrie en het liefst zeilden ze dan ook. Op een dag nam een kennis ze mee naar zijn visserman zeeschouw. Ze waren direct verkocht. Een visserman, dat was het einde!
Er lag toevallig een Staverse jol in visserman uitvoering te koop aan de Nieuwe Meer. Toen ze het 6,15 m lange scheepje hadden bekeken, waren ze helemaal enthousiast. De eigenaar had het pas een jaar of twee en had het gekocht van de familie Van der Kraan die in 1974 twee even lange Staverse jollen tegelijk had laten bouwen. Een jol met kajuit voor de heer Van der Kraan en zijn vrouw, plus een visserman jol voor hun kinderen. In de oorspronkelijke koopacte van de werf stond als naam Ansjovis vermeld. Die was echter doorgestreept en daarboven stond Aaltje Vis, de naam van oma Van der Kraan. Die naam hebben Rob en Ria daarna nooit meer veranderd.
De kleinsten waren de 6,15 m jollen die in 1974 voor de familie Van der Kraan werden gebouwd. Verder tekende Gipon, die zelf jarenlang in een houten Wildschut jol zeilde, Staverse jollen in lengtes van 6,15 m, 6,80 m, 7,00 m en 7,80 m. In totaal werden op de werf van Kooijman & de Vries in Deil zeker vijftig Staverse jollen in verschillende lengtes gebouwd. Volgens Ted van Rijnsoever waren er hooguit vijf stuks die als visserman werden geleverd. Later werd er nog een aantal jollen gebouwd door Siem de Vries in Werkendam, toen hij samen met Jan Kleijwegt de werf "De Scheepsbouwers" opzette en daar zelfs jollen van 9 m lengte bouwde. De ontwerpen van Gipon waren wat vol in de kop en Jan Kooijman ging, samen met ontwerper Dick Lefeber die toen bij de werf in dienst was, het ontwerp wijzigen. De dooskiel werd vervangen door een zware massieve plaatkiel. Het volle voorschip werd scherper gemaakt en er werden meer kleine wijzigingen aangebracht. Toen de eerste 8,00 m jol - de 7,80 m was ook 20 cm gegroeid - ging zeilen stond men versteld van de sterk verbeterde zeileigenschappen. De jol zeilde veel sneller dan de oorspronkelijke 7,80 m en ook veel hoger aan de wind! Ook Ted van Rijnsoever bleef het scheepstype verbeteren en ook in Werkendam bouwde men steeds snellere jollen. Het bouwen van de ronde romp was niet goedkoop, maar toch werd de Staverse jol redelijk populair in die jaren.
De jol is jarenlang behandeld met epoxytar. Een prima product met als enige nadeel dat het grijs wordt. Jaap Gipon schreef zelfs een brief aan de familie Snijder waarin hij zijn ongenoegen uitsprak over de kleurstelling van de Aaltje Vis. Dat kon toch echt niet, zo'n doffe grijze boot. Gipon beschreef een kleurstelling die in zijn ogen perfect zou passen. Daar waren de Snijders het helemaal niet mee eens. De laatste jaren is de jol met een gedegen verfsysteem behandeld en... alles is zwart, maar niet meer dof!

Wim de Bruijn sluit het artikel af met een opmerking over het boek over Staverse jollen

Ik kwam ook een e-book tegen getiteld Staverse jollen overzicht van Dirk Huizinga (die in de Spiegel eerder over Staverse jollen schreef) . Het betreft een inventarisatie van Staverse jollen 1988-1993 door Ria Snijder, door Dirk Huizinga aangevuld met actuele informatie. Een boek van bijna 300 pagina's, waarover de bescheiden Ria Snijder niet had gesproken. Ik las vervolgens dat er rond 1987 een plan lag om een boek samen te stellen over Staverse jollen. Het idee kwam van Ton Tekstra van de ST 53. Ton schreef in de Spiegel over de jollenwerven van Strikwerda en Roosjen in Stavoren. Jan Kooijman was bereid om de eindredactie op zich te nemen en onderdelen van het boek zouden eerst worden gepubliceerd in de Spiegel. Ook Thedo Fruithof, zelf jollen-eigenaar en redactielid van de Spiegel, was bij het project betrokken en alle bekende jollen-eigenaars en bouwers werden aangeschreven. Ook Ria Snijder kreeg een brief en ze bood direct aan om mee te werken aan het maken van een overzicht van alle bekende jollen. Ria verzamelde alle mogelijk informatie op keurige invulformulieren, maar het plan werd verder niet uitgevoerd.

De formulieren bleven 25 jaar in een bureaulade liggen tot Dirk Huizinga zich erover ontfermde, te meer omdat hij al jaren met Staverse jollen bezig was. In het e-book zijn alle handgeschreven formulieren van Ria, gestand, opgenomen. De jollen zijn geordend naar herkomst en naar de ontwerper, vaak ook bouwer, van de jol.


Na de jollen van Douwe Roosjen, Strikwerda en Wildschut komen de jollen van de Westwal aan bod. Dan worden de ontwerpen van Jaap Gipon behandeld. Verder kom ik ontwerpen tegen van Henk Tingen gebouwd bij Huisman in Ronduite, jollen van Erik Slagmoolen uit Andijk en van Willem Nauta en Eeltje Kuperus uit Makkum. Ook Anton van der Werff uit Stavoren bouwde jollen en Henk Lunstroo ontwierp fraai gevormde en goed zeilende jollen. Verder kom je jollen tegen van Pier Piersma uit Heeg, van Elsenga uit Sneek, Van Bein Brandsma uit Rohel, van de Gebr. Kok uit Muiden en zelfs een jol van Blom uit Hindeloopen. Wat fantastisch dat er zoveel over de Staverse jollen is vastgelegd!

pdf SdZ 2019 nr3 april - Lange reizen met de Staverse jol 'Aaltje Vis'

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht