Lytse Bever

Lytse Bever Verdwenen

Dr. ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "Het Friese jacht":
Van de twee 6 meter lange tweelingjachten, in 1919 en 1920 gebouwd voor de heer Kersten, is veel bekend. Deze moet ze, en waarschijnlijk ook de gelijktijdig voor hem gebouwde boeier, hebben beschouwd als speculatieobjecten. Uit verslagen van wedstrijden, blijkt namelijk, dat reeds in 1921 het jacht 'Henriette' eigendom is van W. de Hoop te Rotterdam en de 'Hermanna' (de latere 'Neptunus') in 1922 van A. Broeders, eveneens te Rotterdam. Dit blijkt ook uit het Nederlandsch Jachtregister van 1924-25, waarin tevens de door de KVNWV uitgegeven zeilnummers staan vermeld, respectievelijk OD11 en OE32.

Slechts één van deze jachten bestaat heden nog; onder de naam "Neptunus" wordt het als museumstuk bewaard in de schepenhal van het Zuiderzee Museum te Enkhuizen. Uit hetgeen bekend is van de geschiedenis van dit jacht menen wij te mogen concluderen, dat het identiek is met de 'Henriëtte'. Daarover is het navolgende bekend. Dit jacht werd in later jaren van een roef voorzien. In de eerste schepenlijst van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten (1956) komt een boeier voor onder de naam 'Lytse Bever' met een lengte van 6 meter, eigendom van de heer Y.H. Kalt te Soest.

Eigenschappen

Plaquette nummer:9132 Zeil nummer: OD11
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Fries jacht

Bouw

Bouwjaar:1919 Ontwerper:G.S. van der Werf
Werf:G.S. van der Werf Werf plaats:Kromwâl, Britswerd
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip:Gepiekt Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,00 m Breedte berghout:2,75 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1919 – 1921 P.B.W. Kersten ( Henriëtte)
1921 – onbekend W. de Hoop, Rotterdam ( Henriëtte)
omstreeks 1940 – onbekend ( Potvis)
1952 – 1958 Y.H. Kalt, Soest ( Lytse Bever)
1958 – onbekend Mr J. Steinz, Breda ( Lytse Bever)
onbekend – onbekend K.E. Westra, Twijzel ( Lytse Bever)
onbekend – 1982 J. Keuning, Beetsterzwaag ( Lytse Bever)

Geschiedenis

1925

1992

1992

1992: "Het Friese Jacht" van Dr. Ir. J. Vermeer: De Jachten van Gerben Symens van der Werf Kromwâl/Britswerd

Een aantal opmerkelijke ronde jachten werd ooit gebouwd op de werf "Kromwâl" aan de Frane kervaart nabij Britswerd. Deze scheepswerf, die meer dan 260 jaar ter plaatse heeft bestaan, werd geliquideerd na het overlijden van de laatste werfeigenaar, Ids Gerbens van der Werf in 1967. De hier vermelde bijzonderheden danken wij aan diens zoon, de heer A. van der Werf te Culemborg. 
Het is een gelukkige omstandigheid, dat de nazaten van Ids van der Werf de nog bestaande werfboeken en een groot aantal andere bescheiden, die betrekking hebben op de periode na 1900, aan het Fries Scheepvaart Museum hebben afgestaan, waardoor wij in staat waren een indruk te krijgen van de in die periode gebouwde houten ronde jachten. Het blijkt, dat tussen 1909 en 1921 dertien `zeiljagten' van stapel zijn gelopen, waaronder met zekerheid

  • 4 tjotters, drie van 4,80 m en één van 4,70 m lengte
  • 4 Friese jachten, twee van 5,75 m en twee van 6,00 meter
  • 1 boeier van 8,00 meter.

De boeier en de twee grootste Friese jachten werden gebouwd in opdracht van de heer P.B.W. Kersten, eigenaar van de "Nederlandsche Wa­penhandel" v/h Joh. Munts te Amsterdam. Van deze schepen zijn lijnentekeningen bewaard gebleven (gesigneerd S. v.d. Werf, Britswerd) en ook de bestekken en de aannemingsover­eenkomst, met daarin de overeengekomen prijs.

Van de 6 meter lange tweelingjachten gebouwd voor de heer Kersten, is veel meer bekend. Deze moet ze, en waarschijnlijk ook de gelijktijdig voor hem gebouwde boeier 'De Greate Bear', hebben beschouwd als speculatieobjecten. Uit verslagen van wedstrijden blijkt namelijk, dat reeds in 1921 het jacht "Henriëtte" eigendom is van W. de Hoop te Rotterdam en de "Hermanna" in 1922 van A. Broeders, eveneens te Rotterdam. Dit blijkt ook uit het Nederlandsch Jachtregister van 1924-­25, waarin tevens de door de KVNWV uitgegeven zeilnummers staan vermeld, respectievelijk OD11 en OE32.

Slechts één van deze jachten bestaat heden nog; onder de naam "Neptunus" wordt het als museumstuk bewaard in de schepenhal van het Zuiderzee Museum te Enkhuizen.

Archief van de werf in Britswerd in het Fries Scheepvaart Museum

Onder de archivalia van de Kromwâl-werf, die in het Fries Scheepvaart Museum worden bewaard, bevinden zich ook ontwerptekeningen van het snijwerk voor bedel- en hennebalk van de voor Kersten gebouwde jachten, zie bijgaande afbeeldingen. Vergelijken wij deze tekeningen met de foto's, die wij aan boord van de boeier "Lytse Wytske" hebben genomen van het daarop overgezette snijwerk, dan blijkt hieruit ondubbelzinnig de identiteit van het jacht waarvan dit snijwerk afkomstig is. Exact hetzelfde snijwerk is ook aanwezig op het jacht "Neptunus", dat in het Zuiderzee Museum wordt bewaard, zodat dit inderdaad het zusterschip is van het in Zoutkamp aan zijn einde gekomen jacht. Interessant in dit verband is nog het volgende: De heer A. van der Werf te Culemborg vertelde ons van zijn vader te hebben gehoord, dat het snijwerkmotief was overgenomen van een heel oud Fries jacht, dat op Kromwâl was gesloopt.

De 'Lytse Bever', gebouwd als 'Henriëtte', in het boek "Het Friese jacht"

. . . Op de achterkant van het deksel van het achterhuisje stond ingekerfd: Fa. G.S. van der Werf & Zn. Britswerd. . ..
De heer Kalt gaf het schip de naam "Lytse Bever", omdat zijn vader (destijds directeur van de Noord Friese Lokaalspoorweg Mij) van 1909 tot 1917 eigenaar was van de grote, nog uit de achttiende eeuw stammende boeier "Bever" (in de negentiende eeuw eigendom van achtereenvolgens de Sneeker families Wouters en Wouda). Uit de aangehaalde brief blijkt verder, dat de boeier omstreeks 1940 vanuit Vreeswijk terecht kwam in Loosdrecht (de roef was dus reeds eerder aangebracht) onder de naam "Potvis".

In het ijzer gezet en wit geverfd

Het schip is niet lang daarna in het ijzer gezet en wit geverfd. De heer Kalt kocht de boeier omstreeks 1952 en verkocht haar in 1958 aan Mr J. Steinz te Breda, zoals blijkt uit een niet-gepubliceerde schepenlijst uit 1959 in het stamboekarchief. De geschiedenis na 1959 is onbekend. In 1982 duikt de boeier weer op in Zoutkamp, waar jachtbouwer Piersma, als deskundige om een beoordeling gevraagd, er een foto van maakt.

Het einde van dit jacht

​De voorlaatste eigenaar, bootbouwer Klaas Westra te Twijzel, heeft alle ijzerwerk en snijwerk er afgesloopt en overgezet op zijn zelfgebouwde boeier "Lytse Wytske", met uitzondering van de kluisborden en beretanden. De laatste eigenaar, de aannemer J. Keuning te Beetsterzwaag, heeft getracht de boeier met behulp van een kraan te lichten om op een trailer over de weg te vervoeren. Het casco kneep toen in elkaar en daarmee kwam een einde aan dit jacht.

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht