Rambler (ex Volhouder, ex Ondine)

Rambler (ex Volhouder, ex Ondine) Verdwenen

Eerde Beulakker schijft in zijn boek 'Onderscheid moet er zijn, Pleziervaren in Nederland, een cultuurgeschiedenis':
Folkert Nicolaas van Loon ontwierp de ruim 12 meter lange plezierboeier met zijzwaarden, de 'Volhouder', voor jonkheer en grootgrondbezitter Willem van Weede te ’s-Graveland. Neef van Willem, Pieter van Loon (geen familie van Folkert Nicolaas) reisde meermalen al tekenend en aquarellerend mee. De snelle boeier was in 1825 op de werf van Eeltje Teadzes Holtrop te IJlst gebouwd. Toen de pas opgerichte Koninklijke Nederlandsche Yacht Club te Rotterdam op 10 september 1846 op het IJ te Amsterdam een zeilwedstrijd organiseerde, was de 'Volhouder' met jonkheer van Weede aan boord van de partij. 

Omdat Van Weede lid was van de Yacht Club kwam hij in het bezit van een ‘Open brief of Brevet’, uitgegeven door het toenmalige Ministerie van Marine. Hierdoor was de boeier vrijgesteld van havengelden voor zover het rijks- en marinehavens betrof. Die vrijstelling gold overigens niet voor de belasting op plezierjachten. In de patentbrief werd De Volhouder ‘een gedeeltelijk overdekt Friesch jagt dienende voor vermaak’ genoemd. Overigens een vergissing, want het schip was een boeier. 
De opdrachtgever voor de bouw van de 'Volhouder', jonkheer Willem van Weede, had van scheepsontwerper Folkert van Loon geëist dat zijn schip de goede vaareigenschappen van een Volendammer of Urker visschuit moest krijgen. Genoemde botterachtige scheepjes trotseerden de Zuiderzee in alle seizoenen, ook waren het snelle zeilers. Toen het jacht van stapel liep had de bouwer de opdracht wel erg letterlijk opgevat: De Volhouder was uitgerust met een visbun. De jonkheer liet al gauw de bunplaten vervangen door dichte huidgangen. De bunruimte zelf bleef intact om als waterballasttank te kunnen fungeren, opdat de boot zich rustiger zou gedragen in onstuimig water. De 'Volhouder' liet mooi zien hoezeer de plezierboot uit de werkboot is geëvolueerd. 

Ansichtkaart Collectie Gerard ten Cate

In 2016 verwerft Gerard ten Cate een ansichtkaart uit Rottrdam waarop de 'Volhouder' staat afgebeeld. Hij schrijft daarbij:
Op de foto is het Witte Huis in Rotterdam te zien dat gebouwd is in 1897. Het was toen de eerste “wolkenkrabber” op het vaste land van Europa. De ansicht is gedateerd op 23 april 1899. De foto zal gemaakt zijn in 1897 of 1898 en is daarmee goed te dateren. Voor het Witte Huis ligt de boeier “Volhouder” gebouwd in 1825 op de werf van Eelje Taedzes Holtrop uit IJlst. Op de foto is ze bijna 75 jaar oud. De naam Volhouder is in spiegelbeeld te lezen op de vlag in top. 

Eigenschappen

Plaquette nummer:9071 Zeil nummer:
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1825 Ontwerper:F.N. van Loon
Werf:Eeltje Teadzes Holtrop Werf plaats:IJlst
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip:Gepiekt Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:12,00 m Breedte berghout:4,10 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1825 – 1861 Jhr. Willem van Weede, 's Graveland ( Volhouder)
1861 – onbekend Jhr. Hendrik Maurits van Weede, Nijkerk ( Volhouder)
1890 (voor en/of na) – onbekend C. Bruynings, Amsterdam ( Volhouder)
1904 (voor en/of na) – onbekend J. van Broekhuizen, Amsterdam ( Volhouder)
onbekend – 1913 A(ntoine) Franck, Antwerpen ( Volhouder)
2013 – onbekend V.G. Mahieu ( Satan)
1915 (voor en/of na) – onbekend Willy de ‘l Arbre, Antwerpen (B) ( Volhouder)
onbekend – 1917 Ir. C.T. van Dusseldorp, Brussel ( Rambler)

Geschiedenis

1840

25 juni 1840

25 juni 1840: Tekeningen van Pieter van Loon

Wellicht de meest interessante tekening van de hand van Pieter van Loon is die waarop een veertien personen tellend gezelschap in de kuip van de voor de wind zeilende en flink overhellende 'Volhouder' is te zien. Dat het om een pleziertocht gaat staat buiten kijf. De mannen en vrouwen keuvelen zichtbaar zorgeloos met elkaar tijdens een feestelijke manège. Zwager Jacob Nepveu staat tegen de verschansing en staart over zee. Zoals altijd was hij deftig gekleed met hoge hoed en bontkraag. Op de kuiptafel ligt een gitaar te midden van borden en messen, bovendien staan er, wonderlijk genoeg onder deze omstandigheden, een trommel, drankflessen en borrelglaasjes op tafel. We mogen aannemen dat het diner in de haven van Muiden heeft plaatsgevonden, want ook de Vecht maakte onderdeel uit van het pleziertochtje. Het gezelschap bestond uit verwanten en familie van Van Weede en Van Loon. Pieter van Loon had zelfs voor het boorddiner een tafelschikking gemaakt. ‘De nieuwe stuurman naar Marken. 25 Junij 1840’, luidt de nogal raadselachtige ondertiteling.

1841

1841

1841: Potloodtekening van Pieter van Loon

1868

1868

1868: Diverse documenten

1913

1955

1955

1955: De Rambler (ex Volhouder, ex Ondine) in het archief van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten

RAMBLER ex Volhouder ex Ondine - Boeier

Br. Huysman 30/11/1952
Lloyds Register of Yachts van 1911 tot 1920. Volhouder ex Ondine, boeier, hout. 38'4" x 14' 12 x 4 meter). Eigenaars 1911/20: Mr. W. de L'Arbre te Antwerpen.

Gedenkboek Het IJ van Ernst Crone
blz. 100 Wedstrijd te Amsterdam 1846. Klasse x zeilvaartuigen met dek de Volhouder van Jhr. van Weede uit Is-Graveland.

Artikel van Waning in W.K.
J.N. van Loon. Handleiding tot de Burgelijke Scheepsbouw 1838. Plaat 14 Het Zeejacht van 's-Graveland. Dit jacht is in 1825 door Eeltje Tjeerkes Holtrop te Last gebouwd. Lang 12 meter, breed 4 meter. Boeiermodel. Zou dit dezelfde boeier zijn?? De maten kloppen ongeveer.

Gedenkboek De Maas
In 1917 kocht Ir. C.T. van Dusseldorp te Brussel de houten boeier Volhouder die hij de naam Rambler gaf, Leed schipbreuk in 1917 bij Ameland.

Bijschrift foto in archief: Fr. van Weede
Bijschrift foto in archief: Fr. van Weede

2003

2003

2003: Model 'Volhouder' in het Fries Scheepvaart Museum

Scheepsmodel van boeier de 'Volhouder' in het Fries Scheepvaart Museum. Op spanten gebouwd door Andries Bosma in 2003. Schaal: 1:20.
In het Jaarboek 2003 van het Fries Scheepvaart Museum en Oudheidkamer staat een uitgebreid verhaal over het tot stand komen van het model:
Gegevens van scheepsontwerper Van Loon waren het uitgangspunt voor de bouw van het model van de 'Volhouder' (2003-280) voor het museum. Folkert van Loon maakte vele ontwerpen. Hij lette daarbij vooral op snelheidsverhogende factoren. Zijn meest geslaagde ontwerp vond hij het zeejacht dat hij in 1825 tekende voor jonkheer Willem van Weede te 's-Graveland: de 'Volhouder'. Van Loon schreef over dit ontwerp: "Onder al de zeiljagten, welke naar mijne teekenwijze gebouwdt zijn, ofschoon die nog al een aanmerkelijk getal uitmaken, is er tot heden nog geen ander geweest, dat zoo volkomen als dit aan het oogmerk beantwoordt." Van het zeejacht is slechts één tekening van Folkert Van Loon bewaard gebleven. Eigenlijk was dat niet genoeg voor de modelbouwer. Gelukkig was er een andere Van Loon die tekeningen van het schip maakte, namelijk de Amsterdamse jonkheer Pieter van Loon. Hij was geen familie van de Friese scheepsontwerper, maar als neef van de eigenaar van het jacht maakte hij af en toe wel eens een zeiltocht met het schip. Aan boord van de Volhouder heeft hij menige schets gemaakt, van zijn reisgenoten of van het schip zelf. Deze schetsen van Van Loon gaven er een goed beeld van hoe het jacht er uit moet hebben gezien. Zo is het een prachtig model geworden.

Het model van de 'Volhouder' op de omslag van het Jaarboek 2003 van het FSM
Het model van de 'Volhouder' op de omslag van het Jaarboek 2003 van het FSM

2005

2005

2005: De 'Volhouder' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft in zijn boek "De Boeier" over de 'Volhouder':
Dit zogenoemde Zeejagt van 's-Gravelant is het eerste ronde plezierjacht, dat door Eeltje Teadzes Holtrop naar ontwerp van Folkert Nicolaas van Loon werd gebouwd. De opdrachtgever was de Gooise grootgrondbezitter Jonkheer Willem van Weede te 's-Graveland. Ter karakterisering van dit schip citeren wij hier wat Van Loon zelf in zijn boek erover schrijft:

Het is lang over de stevens 12 el (= 12 meter), wijd binnenwerks 3,80 el, en diep van de kiel tot op het dek 1,42 el.- Dit vaartuig is aanvankelijk gemaakt met eene tamelijk lange en diepe waterbun, dus in het midden met eenen dubbelen bodem, dien men in de vischschuiten een deek noemt, waarop eene gewone trog, met een los deksel, zich verheft. ... In latere jaren heeft de eigenaar, tot vermeerdering van den snellen gang, deze bungaten in den huid met gewoon boeghout laten digtmaken, zoodat het vaartuig nu met eene gladde huid vaart, even als een gewoon schip; evenwel de waterbun in haar geheel gelaten, en met water gevuld, dat door eene kraan kan worden ingelaten, en door eene pomp uitgeworpen, ten einde de ballasting, wanneer de wind die nodig maakt, naar welgevallen te kunnen vermeerderen of verminderen.

De ontwerptekening van de hand van Van Loon toont een jacht met een open kuip achter de mast en een paviljoen in het achterschip.

Jonkheer Pieter van Loon

Een fraaie potloodtekening van de 'Volhouwer' van de hand van Jonkheer Pieter van Loon, bevindt zich in het Fries Scheepvaart Museum. Deze Jhr Pieter van Loon (geen familie van Folkert Nicolaas) was ingenieur bij de Provinciale Waterstaat van Utrecht, daarnaast ook een verdienstelijk tekenaar en aquarelschilder, gezien de collectie tekeningen die door de Stichting Van Loon te Amsterdam bewaard wordt. De tekening werd gemaakt in de omgeving van Lemmer tijdens een bezoek dat de 'Volhouder' met Pieter van Loon aan boord in 1841 aan Friesland bracht. Zij toont de kenmerken die wij ook van de scheepstekening aflezen, namelijk een vrij slanke romp met fraaie zeeg, een vrij hoog voordek en een open kuip tussen de mast en het paviljoen, met raamopeningen opzij en achter. De zijzwaarden zijn betrekkelijk smal. Deze romp vertoont een zeer grote gelijkenis met die van de inspectieboeier "De Waakzaamheid", die Holtrop zes jaar later in opdracht van Van Loon bouwde voor het Hoogheemraadschap van Rijnland, met dit verschil dat de laatste een ruime kajuit kreeg achter de mast.
Dezelfde kenmerken zijn ook af te lezen van een zeldzaam oude foto uit 1844 afkomstig uit het familiearchief-Van Haersma de With, waarop het schip de 'Volhouder' onder vol zeil is afgebeeld.

Wedstrijden

Omtrent de boeier "Volhouder" is verder het volgende bekend. Nadat op 6 januari 1846 in Rotterdam door Prins Hendrik (de Zeevaarder) de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub was opgericht en reeds op 11 juni aldaar op de Nieuwe Maas de eerste zeilwedstrijd was gehouden, schreef de Yachtclub voor 10 september van hetzelfde jaar een zeilwedstrijd uit op het IJ te Amsterdam. In het gedenkboek dat Ernst Crone schreef ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Zeilvereeniging "Het Y" weet deze over de deelnemers aan deze zeilwedstrijd het volgende te melden:

... Het programma vermeldt 18 deelnemers in de klasse zeil-vaartuigen met dek, waarvan zes kwamen van den Zaankant, zes uit Friesland, één kwam uit Kampen en drie hoorden in Amsterdam zelf thuis. Ook zeilde hier mede de "Volhouder" van den heer Jhr. van Weede, uit 's-Graveland. Over deelname aan een andere wedstrijd, namelijk die van de Koninklijke Neder¬landsche Zeil- en Roeivereeniging in 1861, vonden we een mededeling in het jubileumboekje verschenen ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de KNZRV. In de klasse 'Jachten, Boeijers, enz. van meer dan 10 el' (10 meter) staan onder meer genoemd: de "Volhouder" van Jhr M. van Weede uit 's-Graveland en de "Henriette Elisabeth" van J.A. Vos uit Dordrecht.....

Familiearchief-Van Weede

In het familiearchief-Van Weede, aanwezig in het Rijksarchief te Utrecht, bevinden zich enkele documenten betrekking hebbende op de boeier 'Volhouder'. Onder meer bevindt zich daarbij een `Open brief of Brevet', uitgegeven door het toenmalige ministerie van Marine waarmee ... Jagten en Vaartuigen, behoorende tot de 'Koninklijke Neder¬landsche Yachtclub", vrijstelling wordt verleend der havengelden in de Rijks- of Maritime havens, mitsgaders der Loodsgelden, wanneer de belanghebbenden verkiezen geene loodsen te nemen, wordende overigens in alle opzigten die Jagten en Vaartuigen beschouwd als, en gelijkgesteld met 's Rijks Schepen en Vaartuigen van oorlog. ... Bijgaand is een kopie afgebeeld van het aan Jhr Willem van Weede te 's Graveland verleende 'Brevet' voor het vaartuig de "Volhouder", gedateerd 9 augustus 1848. Eenzelfde brevet, gedateerd 12 september 1861, werd na de dood van Jhr Willem van Weede in 1861, verleend aan zijn oudste zoon, Jhr Hendrik Maurits van Weede wonende te Nijkerk, die kennelijk de 'Volhouder' had verworven. Ook bevindt zich in genoemd archief een patentbrief op naam van Jhr H.M. van Weede, uitgegeven te Nijkerk 15 mei 1865. Op grond van de destijds geldende wet op het recht van patent waren alle binnenvaartuigen, inclusief plezierjachten, onderworpen aan belastingheffing gerelateerd aan hun inhoud, die door rijksscheepsmeters werd vastgesteld. Opmerkelijk is dat de "Volhouder" in de patentbrief een gedeeltelijk overdekt Friesch jagt diendende tot vermaak wordt genoemd. De inhoud was vastgesteld op 33 ton.

De geschiedenis na de familie Van Weede

In ieder geval tot het overlijden van Jhr H.M. van Weede in 1866, was de 'Volhouder' dus in het bezit van de familie Van Weede. Wanneer zij in andere handen is overgegaan weten we niet. In 1895 duikt een boeier met de naam "Volhouder" op in het Register van meting der Officieele Commissie voor het meten van Zeilvaartuigen in Nederland en België (deel B, ronde en platbodemjachten). In dat register zijn opgenomen de tussen 1890 en 1896 gemeten pleziervaartuigen met hun afmetingen en de daaruit afgeleide wedstrijdtonnemaat WT, waaruit de voorgift bij zeilwedstrijden werd afgeleid.
Eigenaar blijkt te zijn de Amsterdammer C. Bruynings, lid van de ZV 'Het Y'. De afmetingen, lengte-over-de-stevens 12,60 meter, grootste breedte (buitenwerks dus) 4,26 meter, komen goed overeen met die welke Van Loon in zijn boek noemt, zodat het niet onwaarschijnlijk is dat we hier met het oude jacht van Van Weede te doen hebben. Bruynings verschijnt in hetzelfde jaar 1895 met de 'Volhouder' aan de start in de wedstrijd van 'Het Y' en in 1898 bij de KNZRV.
Een laatste vermelding vonden we in de deelnemerslijst van de KNZRV uit 1904 in de klasse 'Ronde en Platbodem-jachten met zijzwaarden en vaste roef of vast dek, groot boven 9,5 Wedstrijdmaat'; als eigenaar staat hier genoteerd J. van Broekhuizen te Amsterdam.
In 2003 heeft Andries Bosma te Sneek een model gebouwd in opdracht van het Fries Scheepvaart Museum voor de tentoonstelling gewijd aan Folkert Nicolaas van Loon, die van 13 december 2003 tot en met 4 april 2004 in het museum werd gehouden.

2016

31 januari 2016

31 januari 2016: Aanvullende informatie van Teun Schermerhorn

In de nieuwsbrief van Januari 2016 zag ik de prachtige ansichtkaart die Gerard ten Cate aan dit item heeft toegevoegd. Ik had nog nooit van dit wel heel oude boeierjacht gehoord. Als kleine bijdrage aan dit item stuur ik u enkele krantenberichten, die ik vond over de 'Volhouder'.
Gaat het over hetzelfde schip, dan is het boeierjacht - waarschijnlijk door de Eerste Wereldoorlog weer in Nederlandse handen gekomen - in 1917 bij Ameland gestrand en vergaan. De inventaris wordt in ieder geval verkocht.

Teun Schermerhorn

De telegraaf 16-03-1897
De telegraaf 16-03-1897
De Telegraaf 21-06-1897
De Telegraaf 21-06-1897
Nieuws van den Dag 19-05-1903
Nieuws van den Dag 19-05-1903
Nieuws van den Dag 20-04-1905
Nieuws van den Dag 20-04-1905
NRC 12-07-1917
NRC 12-07-1917
Rotterdams Nieuwsblad 13-07-1917
Rotterdams Nieuwsblad 13-07-1917
Leeuwarder Courant 31-07-1917
Leeuwarder Courant 31-07-1917

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht