Volhouder HZ28

Volhouder HZ28 Niet actief

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.

Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!

Dirk Huizinga heeft veel onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de Staverse jol. Over de 'HZ28 Volhouder' zegt hij het volgende:
De HZ28 is in 1901 gebouwd als jachtjol (met kajuit) voor een dominee in De Lemmer. Er is mij niets bekend van de bouw van jachtjollen bij Roosjen in Stavoren. Het meest waarschijnlijk is Wildschut, Gaastmeer, mede gelet op de vorm van de spiegel. Het gerestaureerde roer heeft in dat geval ten onrechte het Staverse hoedje als roerkop.

Eigenschappen

Plaquette nummer:359 Zeil nummer:
Categorie:X Tekening nummer:
Type:Staverse jol

Bouw

Bouwjaar:1901 Ontwerper:
Werf: Werf plaats:
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:7,00 m Breedte berghout:2,60 m
Diepgang:0,80 m Masthoogte water:10,00 m
Oppervlakte grootzeil:20,60 m2 Oppervlakte fok:8,70 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:54,00 m2
Oppervlakte totaal:83,30 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1901 – onbekend Herman Bakels, predikant te Koudum en Enkhuizen, Koudum, Enkhuizen ( Volhouder)
Jaren 30 – onbekend R.D. de Boer (leraar HBS), Naarden ( HZ28 Volhouder)
1970 – onbekend K.J. Reinders, De Wilp ( HZ28 Volhouder)

Geschiedenis

2003

juli 2003

juli 2003: Spiegel der Zeilvaart juli-augustus 2003 nummer 6 - Staverse jol HL28 'Martina Geertruid' blijkt ex 'Volhouder'

Het verhaal van Wieke van Dongen over de Staverse Jol AM33 'Elisabeth Jacoba' gepubliceerd in de laatste vier uitgaven van de Spiegel heeft bij ons, zeilgenoot Eric Wicherts en mij veel herinneringen doen herleven. Wij hebben gevaren op een houten Jol, gebouwd als jacht, dus met kajuit, volgens de overlevering in 1902 gemaakt voor de dominee van Lemmer.
In de jaren dertig werd deze Jol de Volhouder door Dr. de Boer, scheikunde leraar aan de Gooische HBS, gekocht met behulp van een erfenisje van zijn tante Martina Geertruid en omgedoopt naar haar naam. Er werd mee gevaren op de Zuiderzee vanuit Huizen, met de familie en later ook met belangstellende leerlingen van de HBS. Inmiddels was in de oorlog dit vaargebied verboden voor jachten en na wat omzwervingen binnenslands werd de jol uitgeleend aan beroepsvissers in Huizen en kreeg het schip Visserij nummer HZ28. Zo kon de jol weer terugkeren in de haven van Huizen. Eric bemande wel op vistochten, want er was een grote vraag naar vis, zeker in de nadagen van de oorlog toen in West Nederland de voedselschaarste tor grote nood leidde.
Jarenlang zijn we de jol uit het oog verloren, maar na het uitvoerige verhaal over onze December '44 tocht in de Spiegel, werd de redactie gebeld en kwam het bericht - de Jol bestaat nog! Jarenlang hebben de huidige eigenaren Klaas en Marthy Reinders nog met de geheel in blik gezette boot, waarvan ze de naam en oorsprong niet kenden, gevaren totdat oplappen niet meer mogelijk bleek. De boot werd uit het water gehaald en grondig bekeken of herstel nog mogelijk was. De conclusie was, als zo vaak, bouw nieuw op en gebruik de oude als mal.
Bij het verwijderen van het blik kwamen op de boeg de tekens - HZ28 - tevoorschijn en het lezen van ons verhaal betekende een grote verrassing voor Klaas en Marthy. Weer was een stukje van de geschiedenis bekend geworden. Zij hadden inmiddels bij de herbouw besloten de kajuit niet te vervangen, uitgaande van de verkeerde veronderstelling dat het schip voorheen als visserman had gevaren.

pdf SdZ 2003 nr06 juli-augustus - Staverse jol HL28 Martina Geertruid blijkt ex-Volhouder

2006

oktober 2006

oktober 2006: Spiegel der Zeilvaart oktober 2006 nummer 10 - Staverse jol HZ28 Martina Geertruida in een brief van een lezer

Al een hele tijd ligt er een reactie, klaar om de te worden gepubliceerd, maar door een duistere oorzaak is er tot op heden niets van gekomen. Maar dan nu de reactie van B. Kornalijnslijper uit Enkhuizen. Nu wordt er weer een stukje van de sluier opgelicht.

Na het lezen van het artikel over de Staverse jol Martina Geertruid HZ28, ex Volhouder in SdZ in 2003 ging bij mij een lampje branden in verband met de naam 'Volhouder' van een dominee te Lemmer en het ongeval met de vier jongens. Herman Bakels, geboren 1871, doopsgezind predikant te Koudum en Enkhuizen, op 15 april 1901 van Koudum ingeschreven naar Enkhuizen met zijn gezin en in juli 1907 weer vertrokken naar Haarlem. Zijn twee kinderen zijn in 1898 en 1900 geboren te Warns (Koudum ligt niet zo ver van de werf van Wildschut in Gaastmeer). Hij was eigenaar van de jol 'Volhouder'. Hij kreeg in augustus 1901 toestemming om een botenhuis te bouwen op de grond van de werf de scheepstimmerman E. Lastdrager (in 1907 de werf Vooruit van C. Stapel) aan de Paktuinen in Enkhuizen. Op 1 oktober 1903 vertrokken de drie broers en een neef voor een zeiltochtje dat fataal afliep voor alle vier. Zie de hierbij afgedrukte krantenartikelen uit de Enkhuizer Courant.
Wat later met de jol is gebeurd is mij niet bekend. Het visserij register vermeldt van de HZ28, jol met zeilvermogen, bj 1901, 7 x 2,50 x 0,60 m, brt 15 m, netto 8,25m, brt 5,3 register ton, netto 2,9 registerton. Eigenaar R.D. De Boer, leraar HBS in Naarden, geb. 28.8.1881, in huur bij Cornelis de Graaf (1871-1943) en Cornelis Westland (1881-1946).

pdf SdZ 2006 nr10 oktober - Staverse jol HZ28 'Martina Geertruid' - brief van lezer

2014

2014

2014: De 'HZ28' in het boek 'Staverse jollen' van Dirk Huizinga

Oude foto's van de HZ28

De HZ28, van jachtjol naar vissersjol en terug, maar wel als visserman

Begin jaren zeventig kochten Klaas en Marthy Reinders uit De Wilp, een dorpje ten oosten van Drachten, een oude Staverse jol met kajuit. Het schip zat geheel in het blik, was van respectabele leeftijd. Voor een jol was het een flink schip, 7.00 meter lang, en het had onmiskenbaar karakter en geschiedenis. In de jaren zeventig, toen zij ondermeer deelnamen aan de jollenwedstrijd in Stavoren, werd het verblijf in de kuip aangenamer gemaakt met zeildoeken kleedjes langs het boord. Dat deed weliswaar afbreuk aan de lijn van het schip, maar maakte het leven aan boord voor een gezin wel comfortabeler en veiliger. Van een oud schip, dat het ‘doodshemd’ reeds aan heeft, kan je niet verwachten dat het jarenlang probleemloos in de vaart blijft. Het hout is verrot, het blik moet het water tegenhouden, maar het verband is wat weg. Onder zeil werken er via de mast en de schoten krachten op de romp waar die niet meer helemaal tegen bestand is. Dan komt het moment dat er gekeken moet worden hoe verder te gaan met het schip. Slopen of opknappen? Na een grondige inspectie was het duidelijk: wil je ermee blijven varen, bouw dan de jol nieuw en gebruik de oude jol als mal. Dat gebeurde in 1997 bij Jachtwerf Brandsma in Rohel.

De 'Volhouder' wordt gerestaureerd (vernieuwbouwd)

Klaas en Marthy Reinders lieten hun oude jol werd opnieuw bouwen op basis van de oude jol. Bij het verwijderen van het blik kwam er een verrassing. Onder het stort, op de boegen van de jol, stond een visserijnummer: HZ28. Over de geschiedenis van hun jol was hun eigenlijk niets bekend. Het leek een jachtjol van Wildschut te zijn, maar meer dan dat vermoeden hadden ze niet. En dan blijkt met de jol gevist te zijn vanuit Huizen! Besloten wordt de jol te herbouwen als visserman en niet als jachtjol. In 2001 is de nieuwbouw voltooid en ligt het schip weer op z’n plek in de jachthaven van Drachten. Geen oud schip meer dat in het blik zit, maar een stralend nieuwe jol in z’n mooiste verschijningsvorm: als visserman en omgedoopt tot ‘Volhouder’.

Tijdens de oorlog kwam het schip na wat omzwervingen weer in Huizen en werd daar uitgeleend aan enige beroepsvissers , die de jol lieten registreren als HZ28

Ondertussen was er meer bekend geworden over de geschiedenis van deze jol. Volgens de overlevering zou de jol in 1901 of 1902 gebouwd zijn in Gaastmeer, als jachtjol met kajuit, voor een dominee in De Lemmer. In Stavoren zijn nooit jachtjollen gebouwd, dus wordt Gaastmeer dan waarschijnlijk. In de jaren dertig wordt het scheepje gekocht door Dick de Boer, een scheikunde leraar aan de Gooische HBS, die een erfenisje had gekregen van zijn tante Martina Geertruid en daar de jol mee betaalde. Het schip kreeg de naam van z’n tante. Vanuit Huizen werd met de jol gezeild op het IJsselmeer, met aan boord familie, maar ook wel leerlingen van de HBS.

De jol wordt uitgeleend aan enige beroepsvissers, die de jol lieten registreren als HZ28

Tijdens de oorlog kwam het schip na wat omzwervingen weer in Huizen en werd daar uitgeleend aan enige beroepsvissers, die de jol lieten registreren als HZ28.

De inschrijving in het Visserijregister van Huizen van 11-11-1943 vermeldt het volgende:

De hongerwinter

Tijdens de hongerwinter 1944/45 mochten Okke Suurenbroek en Eric Wicherts de jol gebruiken om te proberen bij Andijk groente, bonen en erwten te kopen. Ze namen een fiets mee op het voordek en voeren vanuit Huizen naar het noorden. In dichte mist ankerden ze bij Marken en voeren de volgende dag verder. Urker vissers bij Enkhuizen beweerden dat ze de jol kenden. Met dit schip waren lang geleden vier dronken studenten op de Zuiderzee omgeslagen en verdronken. (Fred Thomas werd midden jaren twintig op Urk aan hetzelfde voorval herinnerd.) Suurenbroek en Wicherts kregen bij Andijk slechts wat winterpeen en uien en zeilden terug.
Ondertussen stond er een harde zuidwestenwind. De voorstag van de jol brak en het hele tuig ging overboord. Ze gooiden het anker uit en werden uiteindelijk door de Kriegsmarine uit hun benarde positie geholpen. Die sleepte de jol naar de Oranjesluizen. Daar tuigden ze het schip weer op, waarna ze de tocht voortzetten naar Huizen. Bij Muiderberg wisten ze de schipper van een binnenschip te redden, die er al drie dagen vastzat. Uit dankbaarheid mochten ze hun jol volscheppen met rogge uit het ruim van het binnenschip.
Vijfenzestig jaren later kwamen deze avonturiers hun oude jol HZ28 bewonderen in Drachten, geheel gerestaureerd en mooier dan zij het schip ooit hadden gekend.

Een zeilende hongertocht in de winter van 1944 met de Staverse jol HZ28

Na de restauratie
Na de restauratie

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht