Wilhelmina

Wilhelmina Verdwenen

Zoals uit de notitie in Eeltjes werfboek blijkt, is de boeier "Wilhelmina" afgebouwd voor rekening van de heer W. Bakker, advocaat te Amsterdam. De opdrachtgever, Karel Adriaan Wassenaar te Hilversum, moet zich al vroeg een grote deskundigheid op financieel gebied hebben verworven en een betrouwbare naam in financiële kringen in het buitenland, want reeds op 25-jarige leeftijd werd hij in 1890 door de Lesseps-maatschappij als verificateur uitgezonden naar Panama. 

Blijkbaar hadden zijn financiële bekwaamheden hem toen al een fortuin opgeleverd, want in 1890 had hij Eeltjebaas al de boeier "Semper Idem" laten bouwen en het bleef niet bij deze opdracht alleen. In 1891 liep bij Van der Zee de tjotter "Albert en Nelly" van stapel, genoemd naar zijn twee kinderen.? En nog kon het blijkbaar niet op. In datzelfde jaar nog verkocht hij de "Semper Idem" aan G.W. Lans te Capelle a/d IJssel en gaf Van der Zee opdracht tot de bouw van een nog grotere boeier met een lengte van bijna 12 meter, die de naam "Wilhelmina" zou krijgen. Evenwel, reeds een jaar later en nog voordat deze boeier voltooid was, ging Wassenaar failliet, mogelijk als gevolg van de financiële schandalen rondom genoemde kanaalmaatschappij en moest zijn nieuwverworven bezit worden verkocht. In 1896 emigreerde hij naar Argentinië, waar hij het tot een hoge post bij de Argentijnse spoorwegen bracht.

De boeier 'Wilhelmina' op de helling van Eeltjebaas in Joure kort voor de tewaterlating in 1892 (Collectie Fries Scheepvaart Museum)
De boeier 'Wilhelmina' op de helling van Eeltjebaas in Joure kort voor de tewaterlating in 1892 (Collectie Fries Scheepvaart Museum)

Eigenschappen

Plaquette nummer:9094 Zeil nummer: OA6
Categorie:V Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1891/1892 Ontwerper:E. Holtrop van der Zee
Werf:E. Holtrop van der Zee Werf plaats:Joure
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Katoen
Onderwaterschip:Gepiekt Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:11,92 m Breedte berghout:4,54 m
Diepgang:0,00 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1891 – 1892 K.A. Wassenaar, Hilversum ( Wilhelmina)
1892 – onbekend Mr. W. Bakker, Amsterdam ( Wilhelmina)
1915/18 – onbekend C.W. de Visser, Bloemendaal ( Wilhelmina)
onbekend – 1928 Alfred C. Hughes, Falmaouth ( Wilhelmina)

Geschiedenis

2005

2005

2005: De boeier 'Wilhelmina' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer

Bestek (volgens werfboek)

Het werfboek:
1891 - Een boeijer besteld door den heer Wassenaar Hilversum.
Lang 42 voet, hoog voor 7 voet 4 duim, achter 6 voet 5 1/2 duim op de kijl.
Hol onder berghout 43 duim, hol onder de scheergangen 5 voet 7 duim.
Wijd buitenwerks 16 voet, alles op de kijl.
Breed bij de steven 20 duim, achter 14.
De zwaarden lang 12 voet, breed 5 voet.
Mast tusschen bout en hommer 42 voet, koker wijd 13 1/2 duim.
Afgebouwd voor den Heer W. Bakker voor de som van zesduizend gulden.

Mr W. Bakker Gzn te Amsterdam

De boeier "Wilhelmina" werd dus in 1892 afgebouwd voor rekening van mr W. Bakker Gzn te Amsterdam. Wij vinden hem vermeld in Crones gedenkboek als nieuwe aanwinst in 1893 voor de Zeilvereeniging 'Het Y'. Dezelfde mr W. Bakker Gzn, maar dan met woonplaats Leeuwarden, kwamen wij reeds eerder tegen in de lijst van deelnemers aan de zeilwedstrijd van de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging in 1884; hij staat dan genoteerd als eigenaar van een boeier met de naam "Batavier". Ook in de jaren 1887, 1888 en 1889 vermelden de deelnemerslijsten van de KNZRV de boeier "Batavier", maar de heer Bakker is intussen naar Amsterdam verhuisd. In 1892 neemt hij dus de afbouw van de grote boeier "Wilhelmina" over van Wassenaar na diens faillissement. In 1903 is Bakker nog steeds eigenaar en ook lid van de Zeilvereeniging 'Het Y', want zijn naam staat, in combinatie met de "Wilhelmina", vermeld op de lijst van vaartuigen liggende in de jachthaven van 'Het Y' die is afgebeeld in het gedenkboek van Ernst Crone op pagina 192 en waarop onder meer voorkomen de boeiers "Elisabeth" van P. Altink Jr, "Volhouder" van (naam eigenaar onleesbaar), "Noordster" van H. van Beek, "Eudia" van de kunstschilder W.B. Tholen en de "Hannie" van W. van der Werf.
Wanneer Bakker de "Wilhelmina" heeft verkocht hebben we niet kunnen achterhalen. Feit is dat het programma van de Sneeker Hardzeildag op woensdag 18 augustus 1915 in de klasse 'Ronde en Platbodemjachten met vaste roef' negen deelnemers vermeldt waaronder zeven boeiers, met name de "Noordster" van E.H. Crone uit Amsterdam, "Mimi" van Andreae en "Johanna" van Visser, beide uit Sneek, "Constanter" van Halbertsma uit Grouw, "Standfries" van Wegener Sleeswijk uit Lemmer, "Njord" van Boltjes uit Leeuwarden en voorts een boeier "Wilhelmina" van C.W. de Visser te Bloemendaal.

Voorschip van de boeier 'Wilhelmina' op de helling van Eeltjebaas in Joure kort voor de tewaterlating in 1892 (Collectie Fries Scheepvaart Museum)
Voorschip van de boeier 'Wilhelmina' op de helling van Eeltjebaas in Joure kort voor de tewaterlating in 1892 (Collectie Fries Scheepvaart Museum)

C.W. de Visser Bloemendaal

Deze marineofficier was in zijn jongere jaren een van de oprichters van de Koninklijke Marine Jachtclub. In Nederlandsch-Indië was hij rijk geworden door beleggingen in aandelen in de opkomende olie-industrie aldaar. In 1918 komen wij de boeier "Wilhelmina" van De Visser weer tegen in de lijst van deelnemers aan een wedstrijd op de Zuiderzee, van boeiers, botters, hoogaarsen, schokkers enzovoort, uitgeschreven door de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging. Dat het de grote "Wilhelmina" van Bakker betreft en niet de kleinere Bernhard-boeier met dezelfde naam, blijkt uit de in het programma vermelde wedstrijdmaat van 10,9 en de grootte van de andere mededingende schepen: de botter van Lucassen en de lemsteraken van Hofman, Diederik en Van den Arend. Als zeilnummer staat in het programma voor deze boeier OA6 vermeld.

Verkoop naar Engeland

Waarschijnlijk werd de "Wilhelmina" kort na de Eerste Wereldoorlog, als zovele Nederlandse jachten in die dagen, naar Engeland verkocht. Een en ander blijkt uit de bewoordingen van een bericht in de Waterkampioen' van 1928, waarin het verloren gaan van deze boeier staat vermeld: De groote boeier "Wilhelmina", sedert jaren in Engelsch bezit, is door brand geheel vernield. In het Nederlandsch Jachtregister van 1924-25 komt hij in ieder geval niet voor. Vijfentwintig jaar later meldt A. Huysman te Twickenham, op zoek naar boeiers in Engeland, aan de heer Van Waning over dit schip: ... eigenaar Alfred C. Hughes te Falmouth, in 1929 (moet zijn 1928) door vuur geheel vernietigd. Zo kennen we dus nog de naam van de laatste eigenaar.

Achterschip van de boeier 'Wilhelmina' op de helling van Eeltjebaas in Joure kort voor de tewaterlating in 1892 (Collectie Fries Scheepvaart Museum)
Achterschip van de boeier 'Wilhelmina' op de helling van Eeltjebaas in Joure kort voor de tewaterlating in 1892 (Collectie Fries Scheepvaart Museum)

Opmerkingen

In de verzameling van het Fries Scheepvaart Museum bevindt zich een foto van deze boeier, genomen vlak voor de tewaterlating van de werf in Joure in 1892; de naam is nog net zichtbaar op de hennebalk. In een brief aan de heer Van Waning vertelt Eeltje Romkema, kleinzoon van de bouwer, dat bij de "Wilhelmina" de zijwaring tot het achterschot doorliep. Deze boeier was dus duidelijk bedoeld voor groot buitenwater. Waarschijnlijk had hij evenals de voor het Rijk gebouwde inspectieboeiers smallere zeezwaarden (zie bijvoorbeeld de foto's van de eveneens door Eeltje Holtrop van der Zee gebouwde boeiers "Noord-Holland" en "Jan Spanjaard").

Terug naar vorige pagina

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht