Firma Gebroeders De Vries, werven De Vlijt en Westeinder 1906-2006 - Aalsmeer

Houtzaagmolenaars

In augustus 1880 verruilde Hendrik Sijbrand (Hein) de Vries met zijn vrouw en acht kinderen zijn woning bij de Amsterdamse houtzaagmolen 'Het Bonte Kalf' voor een woonhuis in de Aalsmeerse Kanaalstraat. 'Hein' de Vries nam in Aalsmeer, aan de Ringvaart, een houthandel over omdat de houtzaagmolens in Amsterdam langzaam maar zeker verdwenen.
Scheepsbouwer werd het beroep van de tweede zoon van Hein die Christoffel Johannes Wïlhelmus (1868-1947) heette, maar meestal 'Han' werd genoemd. Hij was 12 jaar oud toen hij vanuit Amsterdam in Aalsmeer kwam en al gauw leerde hij het vak van scheepstimmerman op de werf van Van Dam.

In het vroege voorjaar van 1906 trok Han de Vries met zijn gezin vanuit Leiden, waar men inmiddels woonde, terug naar Aalsmeer. Hij begon een eigen scheepswerfje aan de Kerkwetering aan het zuideinde van het Hellingpad. De vier zoons groeiden op deze werf op en leerden het vak van scheepsmaker haast spelenderwijs.

Pramen en grundels

In het begin van de 20ste eeuw was er in Aalsmeer nog geen sprake van jachtbouw. De verschillende Aalsmeerse werfjes waren vooral in de weer om de kwekers van goede en degelijke werkschuiten te voorzien. Pramen, roeiboten, punters, grundels, visboten en bokken, zowel voor reparatie als voor nieuwbouw kon men bij Han de Vries op de Helling terecht. Een paar prijzen? Een roeiboot voor dokter Bon, (een voorvader van de huidige generatie van deze familie van huisartsen in Aalsmeer), kostte omstreeks 1910 ƒ55. Een mooie grundel, ook in 1910, kostte ƒ115 en omdat eigenaar Jacob Maarse er nog twee zwaarden bij wilde kostte dat ƒ8,07 extra...
Een van zijn grundels is nog altijd te zien op de scheepswerf in het Openluchtmuseum in Arnhem. In 1912 kwam er een spoorverbinding tot stand tussen Amsterdam en Aalsmeer. Veel watersporters uit de omgeving van de Nieuwe Meer  ontdekten toen de ruimte en de rust van de Westeinderplassen. Jachthavens zoals Dragt en zeilverenigingen zoals De Nieuwe Meer vestigden zich aan deze Aalsmeerse plassen en trokken steeds meer watersporters. Dus werd de behoefte aan jachtbouw en winterberging steeds groter. Ook op de werf van De Vries aan de Helling worden deze ontwikkelingen gevolgd. De twee oudste zoons: Henk (1897-1995) en Jo de Vries(1899-1988) worden zelfstandiger en staan voor een beslissende keuze: óf doorgaan bij hun vader, óf een werf voor zichzelf beginnen. Ze kiezen voor het laatste. Hun twee jongere broers, Jan (1904-1982)  en Gerard de Vries (1908-1937) blijven in het bedrijf van hun vader. Zij vormen later de firma C.J.W. de Vries.

De Vlijt

In de zomer van 1923 kochten Henk (26 jaar) en Jo (24 jaar) de vroegere akker 'Amerika' van de familie Keessen kopen. Deze akker lag aan de Oosteinderweg en hier begonnen ze op 1 oktober 1923 hun eigen werf. De eerste jaren vormde winterberging de hoofdmoot van hun bestaan, maar al heel gauw kwam er ook nieuwbouw. Vanaf het begin stonden de twee loodsjes vol en kraakte de eigenlijk te lichte scheepshelling onder het gewicht van de jachten. Al spoedig wordt het dak van een van de loodsen gesierd met de naam van deze nieuwe scheepswerf: “DE VLIJT”. En er wordt 'vlijtig' gewerkt: van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Samen met hun eerste personeelsleden weten de twee broers binnen zeer korte tijd een goede naam in watersportend Nederland te vestigen. Niet alleen nationaal, maar al gauw kreeg de werf  ook internationaal bekendheid. De goede samenwerking met de bekende scheepsarchitect H.W. de Voogt uit Haarlem (o.a. ontwerper van het prinselijk jacht “Piet Hein”), heeft daar zeker toe bijgedragen.

Grootvader C.J.W. met een van zijn kleinzoons, Hes de Ruig, op zijn scheepswerf bij een houten boeier.  Jaartal: 1934 of 1935.
Grootvader C.J.W. met een van zijn kleinzoons, Hes de Ruig, op zijn scheepswerf bij een houten boeier. Jaartal: 1934 of 1935.

Twaalfvoetsjollen

Het nieuwbouwprogramma uit de jaren twintig werd voor een groot deel bepaald door de twaalfvoetsjollen. Vooral jachthavens gaven opdracht tot de bouw van deze zeilscheepjes, ze waren erg populair in de verhuur. Voor de jachthavens Oudshoorn en Kieken uit Warmond werden in één jaar tientallen 12 voetsjollen gebouwd. Ook Jochem Dragt, uit Aalsmeer, bestelde er een viertal. Hij moest daar ƒ 350 per stuk voor betalen. Deze twaalfvoetsjollen bleken snel te kunnen varen. Met verschillende jollen werd één of meerder keren het Nederlands kampioenschap behaald.Tussen 1926 en 1964 zijn in totaal ongeveer 270 twaalfvoetsjollen op “De Vlijt” gebouwd.
Al in 1927 werd een groot zeiljacht, de 'Asmara' gebouwd. Het was een teakhouten schip, gebouwd op gegalvaniseerd ijzeren spanten met een lengte van 13.60 meter en een zeiloppervlak van 60 m2. In de jaren dertig komen via De Voogt opdrachten binnen voor de bouw van onder andere IJsselmeerkruisers, Voocokruisers  en Spaarnejollen.

De werf 'De Vlijt' in Aalsmeer met Han de Vries. Op de werf ligt een houten boeier voor onderhoud. Jaartal: 1934 of 1935.
De werf 'De Vlijt' in Aalsmeer met Han de Vries. Op de werf ligt een houten boeier voor onderhoud. Jaartal: 1934 of 1935.

De Vlijt en Westeinder

In de loop van de jaren dertig van de vorige eeuw vormden C.J.W. de Vries met zijn twee jongste zoons Jan en Gerard de firma C.J.W. de Vries. De oude werf aan de Helling werd te klein en daarom kocht deze firma land dat gelegen was aan de Westeinderplassen. Hierop werd een nieuwe loods gebouwd en men gaf deze werf de naam “Westeinder”. Eigenlijk waren er nu twee scheepswerven onder leiding van de verschillende broers De Vries. Helaas verongelukte Gerard de Vries, de jongste firmant van werf “Westeinder", in april 1937. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat in het voorjaar van 1938 scheepswerf “Westeinder” werd opgenomen in het bedrijf “De Vlijt”. De nieuwe firmanaam werd in het vervolg: "Firma Gebroeders De Vries, werven De Vlijt en Westeinder".

Onderhoud en Nieuwbouw Ronde en Platbodemjachten op de werven van De Vries

Han (C.J.W.) de Vries heeft diverse houten Grundels gebouwd. Later zijn er aan diverse jachten onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Op de foto's hierboeven is een - nu nog - onbekende, witgeschilderde, houten boeier te zien. Ook is uit de archieven bekend dat de boeier 'Miami' nu 'Phoenix' wel eens een onderhoudsbeurt op de werf heeft gekregen.

In 1938 werd de door H. Kersken sr. ontworpen Lemsteraak 'Schollevaer II' op scheepswerf 'Westeinder' gebouwd. In de zeventiger-jaren zijn een aantal stalen Grundels gebouwd die zijn getekend door G.K. Gipon, een schoonzoon van dhr. Kersken.

Tewaterlating Lemsteraak 'Schollevaer II' in 1938
Tewaterlating Lemsteraak 'Schollevaer II' in 1938

Feadship

Aan het eind van 1949 werd door een zevental werven, Akerboom uit Lisse, Van Lent uit de Kaag, Van de Stadt uit Zaandam, Witsen & Vis uit Alkmaar, werf Het Fort van G. de Vries Lentsch uit Amsterdam en Gebr. De Vries uit Aalsmeer een samenwer¬kingsverband gesticht met als doel het bevorderen van de export. De naam van deze combinatie luidt nog altijd FEADSHIP. Het secretariaat werd door scheepsarchitect H.W. de Voogt verricht.Toen heeft waarschijnlijk niemand zich gerealiseerd wat voor een enorme invloed Feadship in de toekomst op de Nederlandse jachtwerven zou krijgen. Van de oorspronkelijke deelnemers zijn tegenwoordig alleen Van Lent en De Vries nog over. Omstreeks 1950 tijd diende zich langzamerhand de tweede generatie De Vries aan. Henk, zoon van Baas Jo, samen met Cees en Bieb, zoons van Baas Henk, vinden hun plek op de scheepswerf aan de Oosteinderweg. Zij, later samen met Gerard (zoon van Jo) en Johan (zoon van Jan) zouden in de komende jaren steeds meer hun eigen stempel op het groeiende bedrijf weten te zetten.
Hierboven werd al even aangestipt hoe belangrijk FEADSHIP voor de werf zou worden. Denken we nu aan enorme, luxe en snelle schepen, toen, in die beginjaren ging het allemaal op een wat eenvoudiger schaal. Het eerste schip dat door De Vries voor Feadship werd gebouwd was een gewone en bij iedereen wel bekende zeilboot van het type Pampus. Dit mahoniehouten zeiljacht je kostte ongeveer f 4000 en vertrok op 28 december 1950 naar de Boat Show in New York. Bijna had de Pampus de tentoonstelling nog gemist ook want wegens zware stormen arriveerde het Amerikaanse stoomschip dat de zeilboot overbracht nog maar nét op tijd in Amerika.

Queens of the Show

Nauwelijks drie jaar later, in januari 1953, was de werf opnieuw in New York present. Deze keer met een motorjacht van 16,78 meter lengte en uitgerust met twee GM 4-71 diesels van elk 155 pk. "Capri" was de naam van dit jacht dat in Amerika werd uitgeroepen tot 'Queen of the 1953 International Boatshow '. Het belang van deze eretitel wordt nog groter als men bedenkt dat toen voor de eerste keer een jacht dat buiten de USA gebouwd was tot Queen werd uitgeroepen! Het volgende jaar was De Vries Scheepsbouw weer in New York present, nu met het motorjacht “Coronet”. En het ongelooflijke gebeurde: ook dit schip behaalde de felbegeerde titel “Queen of the Show”!

Zwerver

Het laatste grote zeilschip was de “Zwerver”, ze werd voor een Nederlandse opdrachtgever gebouwd. In 1956 werd het houten zeiljacht, ontworpen door Sparkman & Stephens, afgeleverd. Het ruim 17 meter lange zeiljacht was gebouwd als ‘oceaanracer’ en ze deed haar naam eer aan! In 1962 wist de Zwerver met als gezagvoerder Ir. O.J. van der Vorm de Fastnet-Race te winnen. Het laatste grote houten motorjacht werd in 1958 opgeleverd, het was door De Voogt ontworpen “Sirocco”.

Honderd jaar

In april 2006 was het precies honderd jaar geleden dat De Vries in Aalsmeer begon met het bouwen van schepen. Na overgrootvader Han, grootvaders Henk, Jo, Jan en Gerard, na de vaders Henk, Cees, Bieb, Gerard en Johan is inmiddels de vierde generatie in Aalsmeer én op de scheepswerf in Makkum aan het werk. Henk III, Tom, Joost, Pieter, Sijbrand, Rob en Roderick de Vries zijn in verschillende functies op de werven werkzaam.
Het werd hiervoor al even aangestipt, in het honderdste jaar van het bestaan van De Vries Scheepsbouw uitgebreid op meerdere locaties. Tot het moederbedrijf horen onder andere Akerboom Yacht Equipment in Leiden, Scheepswerf Slob in Papendrecht, STI-Engineering in Heiloo en De Vries  Makkum in Makkum. Voor veel menen is de enorme bouwhal van deze werf (de kathedraal van Friesland…) een vertrouwde blikvanger vanaf het IJsselmeer of de Afsluitdijk. 
In september 2006 werd het bericht dat het bedrijf zich voortaan met het predikaat Koninklijk mocht sieren zeer enthousiast ontvangen. Ter gelegenheid van dit 100-jarig bestaan is een indrukwekkend Jubieum-boek verschenen, waaraan de schrijver van deze teksten ook uitdrukkelijk heeft meegewerkt.

Meer informatie

Deze samenvatting van de geschiedenis van de werf is geschreven door:

H.J. Huib de Vries,
Geboren in 1939, jongste zoon van H.S. de Vries sr.

November 2013

Wilt u nog meer weten? Kijk dan ook eens op de website www.scheepswerfdevlijt.nl.

Schepen in het Stamboek gebouwd door de Scheepsbouwers familie De Vries in Aalsmeer

Terug naar vorige pagina