Lemmeraakjacht Salamander

Vijf van de honderdtien bewogen jaren

Voorwoord

Vijf jaar lang klussen op de 110 jaar oude Lemmeraak 'Salamander'. Wat blijft er hangen? Dat: "een schip bindt", maar vooral: "het kan ook anders".
Een schip bindt
"Why?" zou je je kunnen afvragen. Waarom al die moeite voor een oud schip? Misschien is het een kwestie van pedigree zoals dat in klassieke kringen heet - van achtergrond, van het verhaal achter het schip".2 Dat verhaal, die historie, die unieke plaats in de geschiedenis, die zorgt voor verbinding, niet alleen ten aanzien van het object, maar ook, zoals uit dit boek blijkt, tussen mensen onderling. Het schip bindt en maakt ook nieuwe verbindingen. Dit boek beschrijft niet alleen de vele verbindingen vanwege het rijke verleden van het schip, maar ook de vriendschappen die zijn ontstaan tijdens de werkzaamheden op de werf bij Stofberg in Enkhuizen. Zo is er met de frequente bezoekers van de werf en de los/vaste bewoners van de opstallen een band ontstaan die als een "buurtschapje" kan worden omschreven. Denk aan Martijn, bioloog en muzikant, woonachtig op een schouw, nu lasser van beroep, en Arjen en Sylvia, de regelmatige bewoners van de 'Thor', een Noorse viskotter met thuishaven Enkhuizen. En natuurlijk en niet alleen vanwege de barbecues: Harm!
Het kan ook anders
Dit boek beoogt een stuk historie op te halen, en tevens te beschrijven welk een dilemma's men tegenkomt bij het opknappen van zo'n oude dames, want die zijn er nogal wat geweest: moet het hele interieur er uit of niet, kunnen we onderdelen hergebruiken of niet, een nieuw vlak of restaureren, wel of niet klinken, wel of niet laten stralen, wel of niet lood als ballast, wel of niet alle oude (prachtige) laklagen verwijderen, wel of niet een stalen dek onder het teakhout, wel of niet bunkoeling, wel of niet een gat in de boeg voor de ankerketting, etc.. En bij alles wat je beslist en doet besef je tegelijkertijd: "het kan ook anders".

Inleiding

Hoe het allemaal begon. Amma en ik zitten in September 2015 aan boord van ons familie-scheepje, een skûtsje genaamd de 'Oeral Thûs' in Monnickendam, een familieschip dat in dat jaar al 42 jaar in ons bezit is. Ik heb een paar dagen daarvoor een namiddag gevaren met mijn collega's en geen tijd gehad het zeil goed op te bergen. Het is nat geworden. Terwijl het zeil tot halverwege de mast gehesen hangt te drogen zeg ik, gezeten in de kuip, tegen Amma: "Ik moet er niet aan denken dat ik over een tijdje de Salamander hier zie varen met een nieuwe eigenaar". De Salamander is de 15 meter De Boer aak, in bezit van de gebroeders Stofberg die sinds kort te koop ligt. Amma zegt: "bel Pim (Stofberg) dan op en meld je als geïnteresseerde". Ik laat me dat geen twee keer zeggen en bel meteen. Niet veel later (5 oktober) hebben we het schip gekocht. Amma kent het schip van een lange tijd terug, van een Flevorace eind jaren 80 die we met de broers Stofberg en vrienden hebben gevaren. Net als op de even lange houten hoogaars de "Geertrui" (Houten hoogaars destijds van Boskalis waar we in '84 en '85 op 'schipperden') lijkt Amma zich comfortabel te voelen op zo'n schip, met stuurrad. Een onderneming als de aanschaf en aanpak van de "Salamander" kan alleen maar met haar consent. ('Consent' is/was een blad voor Hoogaarsen).
De inspectie die zoon Joep, Amma en ik op de eerste 'zichtdag' doen is niet bepaald grondig. We voelen ons beschaamd te veel van het nog niet gekochte schip letterlijk en figuurlijk af te breken en halen hier en daar, op punten waar we vermoeden dat de lekkages ernstig zijn, wat betimmering weg. We proberen achter de betimmering van het plafond onder de dekdelen van het voordek te geraken waar zichtbaar al behoorlijk wat water gelekt heeft.

Denkend dat we een problematisch en daarmee exemplarisch punt hebben getraceerd pro­beren we een voorstelling te maken van de rest van de dekdelen. We lichten vervolgens in het halfdonker ook wat vloerdelen op en zien wat verwrongen roestig staal boven het beton uit steken. "Valt wel mee" is een achteraf onterechte, maar veelgehoorde opmerking die al­leen maar aangeeft hoe graag we aan dit project willen beginnen.
Daarna is het eindeloos veel werken geworden. Tijdens de eerste anderhalf jaar staal reini­gen en naaldenbikken hunkeren we naar de eerste laag verf... maar dat aanlokkelijke schil­deren van de binnenkant alleen al neemt de hele periode van maart tot eind augustus 2017 in beslag! Zelfs dat gaat op een gegeven moment zwaar worden...
Niettegenstaande de tegenslagen is er nooit een moment van spijt. Elke week staat zoon Joep, vaak met zijn vriendin Zohal, op zaterdag te trappelen van ongeduld om weer naar Enkhuizen te gaan. Amma is er altijd bij en zou het nu achteraf bezien "zo weer doen". Elk weekend die adrenaline-kick en tegelijkertijd ook de enorme rust vanwege de gedachte nooit meer in extase naar een ander schip te hoeven kijken...(En kijken deden we veel. Mijn broers en ik plachten vroeger alle steigers van alle havens die we aandeden af te lopen op zoek naar `beauties'.).

De koop ("A thing is worth only what someone else will pay for it" (Morgenstern))

Aangespoord door Amma bel ik met Pim in Enkhuizen. Die meldt dat er op de advertentie van makelaar Goliath een aantal reacties zijn binnengekomen. Ik laat me nog wat bijpraten en registreer me als geïnteresseerd potentieel koper. De makelaar zal de contacten verder overnemen. Het idee wordt thuis besproken. Joep denkt er over na, zonen Ward en Just ook, dochter Ella is mordicus tegen.
Joep en ik maken op een zaterdag gebruik van een door de makelaar georganiseerde kijkdag. Als we aankomen vertrekt er net een echtpaar en na ons is ook nog Harry Smit, de botterkoning, van de partij. We horen allerlei sterke verhalen tijdens de koffie met spritsen. Harry Smit heeft een roemrijk verleden in de botters. Hij heeft heel veel botters bezeten, is letterlijk bezeten van platbodems, en nog, zo blijkt uit zijn bezoek. Toch ziet hij af van de koop, meldt de makelaar ons later.
Tijdens de bezichtiging halen we wat betimmering weg. Aan stuurboord voorin is een doorweekt plekje in het plafond waardoorheen de onderkant van het teakhouten dek en een stukje stalen dekspant zichtbaar is. Dat is geen vrolijke aanblik te noemen. De huid in de omgeving van het toilet annex badkamer (de Salamander wordt geroemd om het aanwezige lig-/zitbad) moet naar onze inschatting de slechtste stukken staal op huid en vlak kennen. Daar valt de roest tussen de kieren door. We kijken op die hoogte ook naar het beton op het vlak en schrikken van de losse stukken roest en steen. Een oude spons op het vlak doet vermoeden dat er op die plaats altijd water is weggehaald en dat doet ons terugdenken aan een bedompte plek op de 'Oeral Thûs' waar ook altijd gedweild werd.
Er is één plek in de gang waar je op het vlak kunt kijken en één plek vlak bij de mastvoet, in de voorname hut van de schipper. Prachtige hutten, allen voorzien van een hangkast en een wasbak. Voor ons zijn de kooien qua lengte niet toereikend. De mastvoet is geheel 'inge­bouwd. We zien iets van een spant en dat ziet er behoorlijk verroest uit. Alles lijkt na deze bezichtiging te draaien om een inschatting van het aantal verrotte spanten op het vlak. In welke staat komt het staal straks onder het beton uit?
Joep gaat er steeds vanuit dat we er rekening mee moeten houden dat alle spanten zijn verroest en zo mogelijk vergaan. Van de andere kant, zo redeneren we, hebben we alleen de allerslechtste plekken gezien omdat daar nu eenmaal de lekkages zo groot zijn geweest dat we door de betimmering heen hebben kunnen kijken. We kunnen daarom niet wachten op een nadere inspectie, die we meteen doen na ondertekening van het koopcontract op maandagavond 5 oktober 2015.

De vierde aak? (Naar Gerard Reve. We noemen deze de vierde aak maar het betreft de derde in de rij die wordt afgeleverd door De Boer)

Niet lang na de levering van de 'Primrose' ('De Wulp') en 'Salamander' in 1912 wordt de opdracht gegeven voor de bouw van een nieuwe 15 meter aak. Deze aak is een exacte kopie van de 'Salamander', dat wil zeggen, tot het jaar 1924, want toen is het schip in opdracht van de heer Visser uit Haarlem met 2,10 meter verlengd. Over deze aak, die bij aflevering de naam 'Thistle' meekrijgt (later "Distel") verschijnen op de SSRP website een aantal interessante artikelen (waaronder "De 4 Plezieraaken van De Boer" door van Joost Geise (SdZ 2017 maart nr02 )).
Zo staat beschreven dat deze aak na te zijn verlengd op de Nederlandse werf Het Fort in Nieuwendam, een tocht naar Frankrijk maakt en via Bordeaux en de Middellandse Zee weer terugvaart naar Nederland. In 1938 is de verlengde twee mast (kits getuigde) aak verkocht aan Mad. Bolloré in Frankrijk die het schip weer verkoopt aan ene Hubert Offroy in Nantes. Het schip heeft dan de naam Linotte II. Over die laatste twee eigenaren hebben we niets terug kunnen vinden, maar de gedachte dat het schip in eigendom is geweest van iemand in Nantes, waar de heer Visser waarschijnlijk langs is gevaren tijdens zijn tocht door Frankrijk, is boeiend.
Terug naar de opdrachtgever voor de bouw van die vierde aak: Die staat in de verschillende artikelen bekend onder de naam William Murdock: "de bekende Schotse zeiler William Murdock, woonachtig in Antwerpen". Er staat ook: "Die heeft duidelijk begrepen dat ze bij De Boer iets bijzonder bouwden: snel, comfortabel, mooi en met goede zeileigenschappen, ook op groot water ". Beide foto's zijn afkomstig van de website van de SSRP.
De aak staat nu bij de SSRP bekend als "verdwenen"
Om een aantal redenen intrigeert de geschiedenis van het schip ons. Op de eerste plaats de eigenaar. Er staat in de annalen weliswaar Murdock, en eenieder, waaronder Jan Brilleman in ons eerder aangehaalde telefoongesprek, denkt meteen aan de bekende uitgever Murdoch. Zoeken op de beroemde familie Murdoch, bekend als internationale uitgevers, vooral in Australië, UK en US met als icoon de derde generatie Rupert Murdoch, eigenaar van News Corp en Fox Corporation, levert weinig op. Er is in die familie wel sprake van ene William David Murdoch, een bekend concertpianist, geboren in 1888 in Bendigo, Victoria en overleden in 1942 in Holmbury St Mary, in Engeland. Een concertpianist met een voor de vingervlugge pianistenhanden zo gevaarlijke aak lijkt ons echter minder waarschijnlijk. Bovendien zou deze William ten tijde van de aankoop pas 24 zijn geweest. Dat betekent dus waarschijnlijk géén link met de bekende familie Murdoch. Wie is die onbekende opdracht­gever dan wel? Een zoektocht op internet, gebruikmakend van een proefabonnement op "My Heritage" levert een andere William op: William Dominique Murdoch, die leeft van 1873 tot 1941. Deze William heeft namelijk een moeder, Maria, in 1848 geboren in Antwer­pen als Jacobs. Nog net in de periode van het proeflidmaatschap traceren we informatie die doet vermoeden dat deze William Dominique Wit Dan') Murdoch, geboren 11 juni 1873 en overleden op 2 april 1941, de opdrachtgever voor de bouw van de Thistle is. Hij wordt 67 jaar en sterft als "retired shipbuilder". We vermoeden dat het hem is omdat hij trouwt op 28-jarige leeftijd met de Belgische Alice Murdoch, geboren Jansen, op 23 april 1881 in Antwerpen! Dit maakt waarschijnlijk dat de opdracht voor de bouw van de aak, zoals bij de eerste twee (Wulp en Salamander), ook vanuit Antwerpen is geschied!
Het is ons inziens een vrij aannemelijke aanname: een scheepsbouwer, die ook nog een vermaard zeiler is, een Belgische moeder heeft, en later een Belgische vrouw trouwt en in Antwerpen een paar prachtige aken ziet, misschien van zakenvrienden, waarvan hij er ook één wil hebben.
Maar er zit nog een interessant aspect aan het verhaal. De Franse eigenaresse van de aak, vanaf 1938, is Mad. Bolloré, tenminste, als 'ma& geïnterpreteerd mag worden als vrouwelijke eigenaresse. Het zou zo kunnen zijn dat zij de aak ziet tijdens de tocht van de heer De Visser door Frankrijk, een aak die is verlengd en met twee masten. Die vaart immers langs Nantes op weg naar de Middellandse Zee vanuit Bordeaux. De Visser vindt veel later in dat gebied een koper voor zijn aak...
Dat Mad. Bolloré in de buurt van Nantes zit is slechts een vermoeden: vanaf 1953 wordt de heer Hubert Offroy uit Nantes eigenaar van de aak. Over de familie Bolloré en Offroy in de buurt van Nantes is niet veel concreets te vinden op internet. Er heeft een Marie Amelie Anne Marguerite Bolloré (geboren Thubé) geleefd van 1889 tot 1977, geboren in Nantes en gehuwd in 1911 in Nantes. Tevens benaderen we ene Vincent Bolloré, CEO van een gelijkna­mig Franse bedrijf, of hem iets bekend is over het schip Linotte II of Maria. Een woordvoer­der van het bedrijf geeft per mail aan dat er geen informatie is betreffende de historie van het schip. Navraag naar Offroy levert ook niets op, maar van deze eigenaar is in ieder geval bekend dat hij uit Nantes komt.

Het toeval wil dat bij de informatie op de website SSRP over de aak Aukje Zwaantje' - bij velen bekend onder de naam 'Oude Neer en gebouwd bij Zwolsman als 'Breezand' in 1911 - een brief zit van een oud-eigenaar die aan de Stamboekbeheerder schrijft dat deze aak tussen 1967 en 1969 is verbouwd bij een werf genaamd A. Merré te Nort sur Erdre. Het schip is daar, in Nantes (!) op die werf met twee meter verlengd. Die werf bestaat nog steeds. Het schip is dan ook vanaf 1964 eigendom geweest van R. Angles uit Parijs en pas in 1989 weer hier in Nederland gesignaleerd, volgens het Stamboek. Het is een intrigerend idee dat er twee Nederlandse 15 meter aken in Nantes liggen die beide verlengd zijn met 2 meter. De vraag dringt zich dan op of de 'vierde aak' Linotte II model heeft gestaan voor Trident (want zo heette de Aukje Zwaantje toen die eigendom was van de heer Angles).

Alle speculatie ten spijt hebben we ook na enkele gesprekken met kenners nog geen enkel idee of de vierde aak nog bestaat, en zo ja waar. We zouden het graag willen weten en zullen de mythe in leven houden.

Inhoud

Voorwoord 5
Inleiding 6
1912-1918 O. van de Waele en L. Herfurth, Antwerpen (B) (Salamander) 8
Belgische vluchtelingen in Dordrecht 12
De koop 15
Het eerste dilemma: wel of niet een stalen dek 24
1918-1927 R(obert) van den Arend, Rotterdam (Salamander) 28
Beton of lood en andere dilemma's 33
Roest! 46
Rust roest 49
1927-1942 R.P.S. Schuil, Rotterdam (Salamander) 59
Voorjaar 2016 62
1942-onbekend H.W. Schalkwijk, Rotterdam (Salamander) 61
Onbekend-1960 F.P.L.J. Wiebke, Hamburg (Orplid) 66
Herstel van het vlak 69
En de rest 74
1960-1982 J.H.J. van Esser, Roermond (Salamander) 88
Journaal van Van Esser 92
Motorruimte en wat daarvoor zit 104
Interieur 110
Grootschootblok 114
Ook het werk aan de Salamander gaat door 118
Afwerking 135
1982-1984 W.S. Corsel (Salamander) 141
Nog een paar beslissingen 142
De modellen 145
Wat een beauty 146
1984-2015 Stofberg en zn BV, Enkhuizen (Salamander) 148
De vierde aak 153
2015-nu Familie Grapperhaus, Amsterdam (Salamander) 157
Nawoord 159
Colofon 162

Nawoord

Een ode aan de Belgische ondernemers die het initiatief nemen om vanuit Antwerpen drie schepen te bestellen in een ander land - in Lemmer - en hun zinnen zetten op een plezierjacht dat wordt gebouwd door een bouwer van bedrijfsschepen, vissende mosselaken. Leonard Herfurth, zijn vriend Van der Waele, de heer Fastenakel, William Murdoch en later de Nederlander de heer De Vos; waar halen ze het geld en de moed vandaan om een dergelijk project te starten en de 'Salamander', 'de Wulp', de 'Thistle' resp. de 'Onrust' te bestellen. Toegegeven: het 'echte geld' zit in die eerste jaren van de 20e eeuw inderdaad wel in Antwerpen. Maar wat bezielt hen om zo begeesterd te raken door deze aken (toen 'boeiers') uit Lemmer. Een comfortabele ligplaats aan de oever van de Schelde is er niet. De schepen vallen droog. Er worden wedstrijden gevaren op de Schelde. En uiteindelijk worden deze kapitale schepen, in ieder geval twee ervan, gebruikt om met het gezin te vluchten naar Nederland vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
De aken zijn op het oog gebouwd en behoren tot de allermooisten van het land. Ode aan de mannen en ook jongens die het zware werk moeten verrichten, ponsgaten voor de klinknagels slaan, grote bronzen schroeven die taps toelopen met de hand in het taaie teak draaien, staal in de vorm buigen en al het prachtige houtwerk (ode ook aan het materiaal hout want geconcludeerd mag worden dat er meer staal is vervangen aan de Salamander dan hout, waarvan veel bewaard is gebleven) maken met eenvoudige hulpmiddelen. Noeste arbeid, maar waarschijnlijk zijn de aken niet gebouwd om het meer dan 100 jaar uit te houden. Het was in die tijd niet de bedoeling dat een gebruiksvoorwerp als een visserman aak meer dan 30 jaar mee gaat. Het was immers een productiemiddel, een actief waar ook op wordt afgeschreven. Betekent dat deze aken alleen maar behouden zijn gebleven door veel inspanning, liefde en zorg van de latere eigenaren en nu in een staat zijn gebracht waarin ze met het nodige onderhoud nog zeker honderd jaar mee kunnen. Dat is bijzonder en onbetaalbaar.
Heel veel support ondervinden we van Jan en Rita en van bestuursleden van de SSRP, die ons in 2020 de prestigieuze De Vos prijs gunnen voor deze refit. Jan en Rita hebben regelmatig enthousiaste mailtjes van bezoekers van de SSRP site doorgestuurd.
En een ode aan vader Epi, die in 1973 toch ook het lef heeft die 'Oeral Thûs' te kopen. Op de foto linksboven zien we hem in juni 1984, slechts een jaar voor zijn overlijden, vol trots, op een krib bij Ameide aan de Lek, om de hoogaars Geertrui te zien langsvaren. Die dag vaart de Geertrui naar de ligplaats in Papendrecht, achter het toenmalige hoofdkantoor van Bos Kalis Westminster. Moeder Tets vergezelt mij op deze tocht vanaf het IJsselmeer. Zijn enthousiasme is vrijwel niet markanter weer te geven. Zijn enig overgebleven broer Joep, onze 'restoom, die verschillende jachten heeft gehad, van zit- tot stahoogte, allen genaamd `Epi', volgt de restauratie van de Salamander met interesse en komt ook kijken naar de tewaterlating.
Zonder de vriendschap, de vakkennis, en het oog voor detail van de gebroeders Stofberg en hun personeel, was dit project niet mogelijk geweest. We hebben er geen spijt van alle werkzaamheden onder hun hoede te hebben uitgevoerd.
En natuurlijk Harm Kreek: hij maakt een aandenken aan de tewaterlating van oud materiaal van de Salamander. We werken vanaf oktober 2015 tot eind juni 2019 op alle vrije dagen onafgebroken met dermate plezier en zo veel enthousiaste support van onze omgeving dat het schip heel veel moeite zal moeten doen om die leegte in de vrije dagen op te vullen. Gelukkig bevalt het varen boven verwachting en blijft er altijd wel wat leuk gedoe te doen aan boord.
Maar soms zitten we ook gewoon met een biertje op de steiger om haar onovertroffen lijnen te bewonderen.

Auteur en eindredactie

Redactie
Joos en Amma Grapperhaus
Amsterdam
Daar waar in het boek 'ik' staat betreft het Joos.
Meegelezen door 
Mariette Grapperhaus 
's-Hertogenbosch
Fotografie
De meeste foto's zijn door Amma genomen en we hebben veel foto's van foto's uit oude fotoboeken van eerdere eigenaren gebruikt. Daarnaast is er materiaal van de website van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten (SSRP) in het boek aanwezig.
Vormgeving
Arjen van den Houten
Amsterdam
arjenvdhouten@planet.nl 
Drukwerk
Ipskamp Printing
Foto voorpagina
Gemaakt door Joos op de Flevorace in 1985 vanaf de houten hoogaars Geertrui VA43, in een achterhoedegevecht met de Salamander VA27 verwikkeld.

Informatie over de Salamander wordt zeer op prijs gesteld.
U kunt nieuws melden via ssrp.nl, naar de Salamander facebook-pagina gaan of contact opnemen via joos@grapperhaus.nl.

Terug naar vorige pagina