2020 nummer 10: Waarom een Rond- of Platbodem?

Het antwoord van Pieter Hofkamp

Wat er allemaal ooit is vastgelegd ....

Na de vorige Uit het Stamboek, Liefde voor mooie boten ..., hebben we een aantal bijzondere en leuke reacties gehad over de manier waarop mensen hun schip ervaren. Waarvoor onze dank. Jan Eissens heeft ze achter het verhaal op de website geplaatst. U kunt ze daar nalezen. De reactie die hierna volgt, hebben we daarbij niet geplaatst, omdat we u die op deze manier wilden laten lezen. Ze is geschreven door Pieter Hofkamp, oud schipper van de boeier 'Albatros' van Philips uit Drachten en de boeier 'Friso', het Friese Statenjacht.

Een schip met planken opzij

Ik heb de smaak van het zeilen te pakken gekregen toen ik als gast van de jeugdherberg It Beaken een keer mee mocht zeilen in een tjotter (Boatsje). In 1961 ging ik voor het eerst op de fiets van Leeuwarden naar de jeugdherberg in Heeg. We waren op die dag nogal vroeg aangekomen. Zo vroeg, dat de vloot nog niet was uitgevaren, zodat we mee konden om te zeilen. De tocht ging naar Oudega en ik moest maar voorin zitten. Dat heb ik geweten. Op de terugreis was het harder gaan waaien en al laverend werd ik drijfnat, maar ik vond het fantastisch. Na mijn diensttijd heb ik een seizoen als zeilinstructeur gefunctioneerd. Tijdens die tijd heb ik wel het meeste geleerd. Ik kreeg daar te zien waar het nog in te kort schoot en moest de leerling toch kunnen vertellen over het hoe en waarom.

Een schip met een kiel had niet mijn voorkeur

Later ging ik vaak weekenden op de fiets van Leeuwarden naar Heeg om weer mee te kunnen zeilen en zo langzamerhand ook af en toe even sturen. Ik had al eens eerder bij een BM-er verhuurder geholpen en mocht aan het einde van de dag wanneer de schepen schoon en opgeruimd waren even op de Grote Wielen zeilen. De verhuurder maakte mij wegwijs hoe en waarom ik zo moest handelen tijdens het zeilen, dat was mijn eerste zeil ervaring met een scherp jacht. Veel hoos water en af en toe aan de grond op een ondiepte. Zo kwam ik tot ontdekking dat een schip met een kiel niet mijn voorkeur had.

Een tjotter was mijn grote wens

Een tjotter was mijn grote wens. Eigenaar de Jong van de tjotter 'Nelly' heeft daarover in De Watersport in 1918 precies geschreven wat ik voelde. Toen de tjotter 'Brammert' te koop kwam bij de gebroeders De Jong in Heeg, heb ik een afspraak gemaakt met de eigenaar om de boot te bekijken. De prijs ging ver boven mijn budget, maar de eigenaar vond mij blijkbaar wel aardig en had vertrouwen in me. Een deel van de vraagprijs had ik, het restant kon ik wel van hem lenen. Zo kreeg ik mijn eerste tjotter. Ik was zo trots als een aap natuurlijk.

Ervaring opdoen

Tijdens het verblijf op de jeugdherberg heb ik veel wedstrijden gezeild. Vaak ook wel met enig goed resultaat. Ik kreeg de vraag om 'De Vrouw Lucia' te lakken en er andere onderhoudsklusjes aan te doen. Als tegenprestatie mocht ik er privé mee zeilen. Ik maakte kennis met eigenaren van ronde jachten, onder andere met Jan Brilleman. Hij liet een Fries jacht bouwen, de 'Eark'. Dit schip moest naar Noord Holland en hij vroeg mij of ik zin had om mee het IJsselmeer over te steken. Ik was daar nooit geweest maar het ging goed. Het was rustig weer en we konden de overkant in de verte zien dus daar moesten we heen. Op naar Enkhuizen en vandaar als ik het goed onthouden heb naar Edam door de sluis en ergens bij Zaandam moesten we zijn.

Steeds gekker op een rond schip met planken opzij

Ondertussen heb ik door ervaring steeds bijgeleerd en ik werd steeds gekker op een rond schip met planken opzij. Ook tijdens mijn werk bij Phillips kwam ik in aanraking met een rond jacht. Ik mocht als fokkemaat op de boeier 'Albatros' mee varen. De schipper was toen Teake Brouwer, ik leerde daar de fijne kneepjes om met een boeier te varen. Na twee jaar als fokkemaat gevaren te hebben werd Teake ernstig ziek en werd ik gevraagd om schipper op de 'Albatros' te worden, dat was niet tegen dovemans oren gezegd en zo geschiede.
Omdat er ook in de weekenden wel gasten waren van het bedrijf, mocht ik het schip ook privé gebruiken. Dat was dan mijn vergoeding voor de gemaakte overuren.

Links het Statenjacht (foto Jikkie Piersma) en rechts Pieter Hofkamp (foto Gerard ten Cate)
Links het Statenjacht (foto Jikkie Piersma) en rechts Pieter Hofkamp (foto Gerard ten Cate)

Een schitterende tijd

Een schitterende tijd, veel wedstrijden gezeild met heel veel resultaat, ging er met het gezin mee op vakantie en zeilde er mee in mijn vrije tijd. Ik heb 10 jaar als schipper op de 'Albatros' gevaren.
Door de Provincie Friesland werd ik gevraagd om schipper te worden op het statenjacht 'Friso' toen daar een vacature vrij kwam. Zo ben ik daar er zo ingerold. Om gediplomeerd schipper te zijn heb ik allerlei cursussen gevolgd. Met mijn ervaring die ik in de loop der jaren had opgedaan heb ik heel veel nieuwe eigenaren van een rond schip wegwijs gemaakt met optuigen en met het zeilen van een dergelijk schip.

In balans zonder te sturen

Ik kan het nog steeds niet laten iemand die belangstelling heeft in het varen met een rond jacht iets van de geschiedenis en achtergronden te vertellen. Nog regelmatig zeil ik met een tjotter van Stichting Tjottervloot of bij gelegenheid met een boeier.
Na alle jaren die ik met een rond of platbodem gevaren heb, is het nog altijd zo dat ik er steeds heel veel plezier aan beleef, er zijn volgens mij bijna geen schepen die met dezelfde tuigage en uitvoering zoveel mogelijkheden bieden om er ontspannen mee te varen.
Ook zijn er maar weinig types schepen, of zelfs helemaal niet, die je zo kunt trimmen en in balans brengen dat je zonder te sturen, op het voordek zittend, een meer aan de wind kunt laten overzeilen. Dat klinkt misschien stoer, maar probeer het maar eens. Het geeft je het gevoel dat er zijn geen betere en fijnere schepen zijn die met van die planken opzij, het geeft je een kik.

In een smalle sloot laveren

Of om met een tjotter door de smalle sloten te varen waar je alle voorkomende belemmeringen kunt overwinnen. Lage bruggen, met veel tegenwind in een smalle sloot laveren, of dat je moet jagen of bomen. Dat is werkelijk genieten, je komt met een zeer voldaan en een moe gevoel weer aan de wal. Dan heb je iets gepresteerd. Wanneer je het een keer gedaan hebben dan wil je nooit meer anders.
Kijk voor de aardigheid eens op de website van de Stichting Friese Tjottervloot in Heeg.

Ik kijk met plezier terug op vijftig jaar zeilen met ronde jachten

Wanneer ik mijn verhaal weer terug lees kijk ik wederom met plezier terug op vijftig jaar zeilen met ronde jachten. Hoe ik er van heb genoten en hoe ik nog steeds, onderhand met meer dan 50 jaar ervaring, mijn kennis kan overbrengen op de volgende generatie, om net zo gek te worden op een schip met duizend en één mogelijkheden.

Er wordt veel gezeurd over het onderhoud, dat is pure onwetendheid, natuurlijk moet er wel eens een nieuwe plank in, ieder jaar te lakken is niet echt noodzakelijk. Helemaal niet wanneer het schip in een schiphuis kan, bij een houten schip is het een kwestie van lichtschuren over lakken en krasjes behandelen: Klaar.
Daartegenover moet je er bij een stalen schip tenminste twee keer omheen. Deze moet je eigenlijk ieder jaar een schilder beurt geven, schuren, ontroesten, dan een paar keer in de grondverf en weer geheel oververven. Over een polyester schip zullen we het dan maar niet hebben. Daar moet je zeker wel drie keer omheen: cleaneren, in de was zetten en weer uitpoetsen.

Ik denk dat ik hier wel een behoorlijk stuk ervaring heb neer geschreven en wat de reden is om met een schip met planken opzij te varen. Naast de boeiers 'Albatros' en 'Fris heb ik vaak en veel met de 'Semper Idem' mee gevaren. Eerst met Ferry Pruimboom, het schip heette toen nog 'Friso', en daarna ondertussen ook al weer zo’n twintig jaar met Marius Jonkhart.

Pieter Hofkamp


Naschrift

Ik heb vaak met Pieter Hofkamp gesproken. De gesprekken gingen vaak over het varen met ronde jachten. Het zeilen is Pieter niet met de paplepel in gegeven, maar hij lust er wel soep van. Thuis zeilden ze niet. Zoals hij zelf al aangaf is het zeilen begonnen na een kennismaking met de tjottervloot van de jeugdherberg in Heeg in 1961, die toen werd geleid door Heit en Mem Piersma. 

Er is één kwalificatie die ik Pieter toe zou willen dichten: hij is een waarnemer. Hij neemt waar wat de wind doet, hij neemt waar wat het weer gaat doen, hij neemt waar wat een boot doet. Vervolgens anticipeert hij op wat hij waargenomen heeft. Hij neemt verschillen, nuances waar.
Als voorbeeld vertelde hij me eens: “Wanneer het puntje van de botteloef omhoog gaat, kun je loeven”. Wanneer je dit trucje toepast in een wedstrijd, dan kun je je het effect daarvan voorstellen. Misschien is dit een reden waarom Pieter zoveel wedstrijden gewonnen heeft. Natuurlijk steekt hier meer achter, maar dat wil ik bewaren voor een volgende Uit het Stamboek. 

Wanneer je een keer het geluk hebt om met Pieter te mogen zeilen hoef je niet verbaasd te kijken wanneer je gevraagd wordt de zeilen te strijken. Vervolgens worden de zeilen naar zijn inzicht gezet. Het schip zeilt daarna beter. 
Zo vertelde hij me ooit dat hij, maar ook anderen, vonden dat het Friese Statenjacht 'Friso' niet lekker zeilde. Zelfs “de” schepenkenner Professor Gerritsma werd gevraagd om een oordeel. Pieter had echter zo zijn eigen oordeel: De fok was niet goed. Op zijn advies is er, toen er geld voor beschikbaar was, een andere fok gemaakt.
Om uit te proberen of het schip daarmee beter zeilde, is hij samen met een collega met de boeier gaan zeilen. Na het zeilzetten en het op koers leggen zijn hij en zijn collega met een glas drinken op het voordek gaan zitten. Het schip zeilde zelf het Sneekermeer over.

Zelf probeer ik een boot op dezelfde manier te trimmen. De kick die het geeft, wanneer jouw boot zelf loeft en afvalt bij het schiften van de wind ……… en dan vervolgens gewoon zijn koers vervolgt …… of dat je kunt sturen door alleen de fok een heel klein beetje losser of strakker te zetten …… met een heel klein beetje bedoel ik echt een heel klein beetje. Twee of drie centimeter met de schoot kan het verschil maken.

Gerard ten Cate


 

Het Vlugschrift "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" 
wordt samengesteld door Gerard ten Cate.


Alle vlugschriften "Behoud(t) het Goede" zijn in de SSRP-website verzameld in "Uit het Stamboek - Behoud(t) het goede" in onze verhalenbundel "Goed" Gebundeld.
Hierin bundelen we ons maandelijkse vlugschrift "Uit het Stamboek - Behou(d)t het Goede"; de verhaaltjes over maritieme zaken uit het dagelijks leven van Dirk Huizinga en onze Stamboekbijdrages in de Spiegel der Zeilvaart.

Terug naar overzicht