2017-10: Zeilnummers; verwarrende materie

Spiegel der Zeilvaart december 2017 nummer 10

Een door het KNWV gemeten schip krijgt een meetbrief met daarop het toegekende zeilnummer. Deze meetbrief moet jaarlijks worden verlengd en het vermelde zeilnummer blijft aan het betreffende schip gekoppeld, ook als de meetbrief niet wordt verlengd. Dat was in het verleden wel anders, toen was er vaak sprake van verwarring.
Bijgaande foto heeft in 1918 in het watersportblad "De Watersport" gestaan en werd ook als ansichtkaart uitgegeven met het onderschrift: "Op de Loosdrechtse plassen". Op de ansichtkaart zijn de Friese jachten 'Helna', zeilnummer 2 OE van de heer Mohr te Hilversum en 'Margaretha Catharina' zeilnummer 30 OE van de heer De Heus te Bussum in een wedstrijd verwikkeld. In het Nederlandsch Jachtregister 1924-1925 staan beide zeilnummers ook vermeld. De 30 OE nog steeds als 'Margaretha Catharina', nu met Dhr. Ensink als eigenaar. Het zeilnummer 2 OE behoort dan toe aan een Schouw gebouwd door Postma in Grouw.

De Friese jachten 'Helna', zeilnummer 2 OE en 'Margaretha Catharina' zeilnummer 30 OE in een wedstrijd
De Friese jachten 'Helna', zeilnummer 2 OE en 'Margaretha Catharina' zeilnummer 30 OE in een wedstrijd

Begin van de twintigste eeuw

De zeilnummers werden toen soms twee keer uitgegeven, één keer zonder streep voor een rond jachtje en één keer met streep voor een schouw. Zo is er bijvoorbeeld naast de tjotter 'Ideaal', met zeilnummer 3 OF, nog een 3 OF met streep geweest en dat was een schouw. In het watersportblad "Ons Element" staat vanaf 1920 informatie over het wedstrijdzeilen in Verbondsverband. Er worden (gedeeltelijke) overzichtslijsten van geregistreerde en uitgeschreven wedstrijdschepen gepubliceerd. Heeft het wel of niet betalen van het jaarlijkse "nummergeld" te maken met het intrekken en heruitgeven van zeilnummers? Het heeft er alle schijn van. In jaargang 1921 staat een hele lijst met schepen die door het Centraal Bureau van de Watersport zijn geschrapt wegens het niet betalen van 1 gulden administratiekosten over het jaar 1920. De 'Elna' is er één van. Helaas is van de geschiedenis van beide Friese jachten op de ansichtkaart verder weinig bekend.

Voorbeelden van verwarrende zeilnummers

In Ons Element, jaargang 1921, staat de boeier 'Alk' met het nummer 17 OB vermeld. In 1924 heeft de hoogaars 'Zeeuw' plots dit nummer. In een later stadium kreeg de Lemsteraak 'Wielewaal' het nummer 17 OB en nog weer later (1965) werd dit VBI7. De "B" houdt hier verband met de lengte van de waterlijn. Dit fenomeen staat niet op zich. Het nummer 1 OA is bijvoorbeeld onder meer gebruikt voor de botter 'Brandaris' en voor de hoogaars 'Thistle III' en later bij de Lemsteraak 'Schollevaer ll'.
Na het Congres voor de Watersport in december 1915, is watersportend Nederland zich pas gaan organiseren. Vanaf 1916 kunnen Ronde en Platbodemjachten een zeilnummer hebben dat we nu nog herkennen. Daarvoor werden losse gelegenheidsnummers gebruikt. Zeilnummers zijn vanaf 1916 onlosmakelijk gekoppeld aan meetbrieven en wedstrijdreglementen.

Indeling naar klasse

Op het Congres is onder meer besloten tot een indeling in wedstrijdklassen van A tot en met Z. De letters staan voor de startvlaggen die gebruikt worden bij de start van de zeilwedstrijden. Op het Congres wordt voorgesteld, dat de nummers blijvend zullen zijn voor een geheel seizoen en uitgereikt zullen worden aan ieder jacht, dat een meetbrief aanvraagt en het jaargeld betaalt. Ook gaan de jachten, behalve een rangnummer, een letter in het zeil voeren, die de klasse aangeeft. De Ronde en Platbodemjachten gebruiken dan de startvlag "O" en de "O" komt vanaf dat moment voor in de zeilen van deze schepen. In Noord-Nederland gebruikte men zwarte letters, in Holland donker rood. In "De Watersport" wordt in 1922 vermeld dat schouwen in de klassen OD, OE en OF worden ondergebracht. Onder deze letters moet dan een streep worden geplaatst.
In 1965 wordt een nieuw klassenreglement voor Ronde en Platbodemjachten van kracht. De TCF, de tijdcorrectiefactor, wordt geïntroduceerd. Er komt een indeling naar type schepen en hun lengte, er komt één regeling voor schepen met en zonder kajuit, in de TCF wordt de breedte en het totale zeiloppervlak in de berekening meegenomen. Het vermelde zeilnummer wordt daarna éénmalig uitgegeven. Overigens wordt een Meetbrief door de KNWV alleen verstrekt aan een "actief" in het Stamboek ingeschreven jacht.

pdf SdZ december 2017 nummer 10 - Zeilnummers een verwarrende materie

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina