2022-9 De Vollenhoofse bol, een 'bolle' of een 'bollegien'

Spiegel der Zeilvaart november 2022 nummer 9

Toen Stamboekbeheerder Jan Eissens deze zomer in Schiermonnikoog afmeerde merkte hij een gladboordige Vollenhovense bol op. Dat brengt hem ertoe dieper in dit relatief jonge scheepstype te duiken.
Aan het begin van deze eeuw onderhandelde scheepsbouwer Jan Kroese in Vollenhove met de visserman A. Jongman Pzn. over de bouw van een nieuw schip. Jongman viste met een zeepunter, een betrekkelijk zeewaardig scheepje, waarmee hij bij weer en wind de Zuiderzee opging. Jan Kroese had met het bouwen van schokkers (schuiten) en botters al een grote ervaring opgedaan. Met de bouw van de „visaak" voor A. Jongman Pzn. greep Kroese terug op de kleinere Vollenhovense schuit (de bons) en het lijnen-plan van de botter, dat hij uit het hoofd kende. Het nieuwe scheepje had een lengte van ruim 6 meter. In 1902 nam Jongman de eerste Vollenhoofse bol (de benaming in Vollenhove, ook wel `bolle' of `bollegien genoemd) in gebruik. Hij was er zeer over te spreken. In 1904 volgde de bouw van eenzelfde type schip voor de lichtwachter van Kraggenburg.

Particulieren

Het nieuwe scheepstype oogstte veel succes. De minder diep stekende schepen werden steeds langer (tot ca. 10 m), maar bleven minder lang dan de bestaande botters, schokkers en bonzen. Ook scheepsbouwers als Snoek te Blokzijl en Huisman aan de Ronduite gingen bollen bouwen, schepen met onderling duidelijke verschillen. In een vrij korte periode werden er ongeveer twintig bolletjes gebouwd.
Ook particulieren kregen belangstelling en in 1921 bouwde Huisman de 'Riepel' (plaq. 1845) voor de pleziervaart. Hoofdredacteur van De Waterkampioen, Ir. Jan Loeff, gaf in 1939 de opdracht voor de bouw van de 'Goetzee', een bol die tot op de dag van vandaag wordt vertroeteld door zijn zoon Jan Paul Loeff in Veere. Er volgden diverse artikelen over de Vollenhovense bol zoals het type toen werd genoemd, die mede hebben bijgedragen aan de latere populariteit.

D' Ouwe Dirk in haar box in de jachthaven van Schiermonnikoog (foto Jan Eissens)
D' Ouwe Dirk in haar box in de jachthaven van Schiermonnikoog (foto Jan Eissens)

Monografie Vollenhoofse bol

In de jaren negentig hebben Carool van Kesteren en Kees ter Laan, beide eigenaar van een oude houten bol, veel moeite gedaan om een Monografie over de Vollenhoofse bol samen te stellen. Het leidde uiteindelijk niet tot een standaardwerk, maar hun onderzoeksresultaten mochten we gelukkig wel op de SSRP-website publiceren. Er zijn helaas maar een paar "originele" bollen bewaard gebleven. Een aantal is gerestaureerd en verbouwd tot plezierjacht met kajuit. Eén is in het ijzer gezet, waarbij het originele hout is gesloopt, maar zo is wel de oude vissermanvorm bewaard gebleven en één is er geconserveerd in de Schepenhal van het Zuiderzeemuseum. Overigens wijkt deze bol, wat de kenmerken betreft, af van de andere bollen.
Er zijn 148 schepen in het Stamboek vastgelegd met de typeaanduiding Vollenhovense bol, de laatste gebouwd in 2004. Daarvan zijn er ruim honderd op basis van een ontwerp van J.K. Gipon, die dus een duidelijke stempel heeft gedrukt op het beeld dat de meesten onder ons nu hebben van een Vollenhovense bol, zoals ook ondergetekende. Maar afgelopen zomer lagen we in de haven van Schiermonnikoog waar op zeker moment een Vollenhovense bol een box inschoof. Deze bol was volkomen gladboordig, wat deed vermoeden dat het om een vroeg gebouwd stalen jacht ging. Voorop het boeisel stond de naam: D' Ouwe Dirk. Het Stamboek gaf uitsluitsel. De bol bleek gebouwd in Brielle, kwam in 1955 onder zeil en is in 1979 voor inschrijving in het Stamboek aangemeld. Ze heeft toen plaquette 710 gekregen en is de oudste stalen bol in het Stamboek. Bij de eerste aanmelding is als ontwerper opgegeven W. Huisman. Als je naar de maten kijkt, zie je de Goetzee. Ir. Jan Loeff heeft dit schip uitstekend gedocumenteerd en gepresenteerd, wat heeft geleid tot een aantal stalen kopieën met een eigen gezicht. Intussen is D'ouwe Dirk weer "geactiveerd" in het Stamboek.

Ontwerpwedstrijd

In 1954 organiseerde De Waterkampioen een ontwerpwedstrijd voor een klein kajuitzeiljacht met duidelijke oud-Hollandse kenmerken. Het winnende ontwerp, een klein botterjacht, ging later ook als Vollenhovense bol door het leven en daarvan zijn er diverse schepen gebouwd en in het Stamboek opgenomen. Daaruit blijkt maar weer dat de juiste omschrijving en het vastleggen van de kenmerken van een oud-Nederlands scheepstype veel onderzoek kan vergen.
In het SSRP-Jaarverslag van 1967 staat dan ook: `Dat de inschrijving in het Stamboek werkelijk een "vraagstuk" vormt, blijkt ook uit het feit dat een promovendus van de Utrechtse Universiteit, de heer A.C.B. Wessels, er een academische stelling aan wijdde: "Het enige criterium voor opname van een scheepstype in het Stamboek Ronde en Platbodemjachten dient te zijn dat dit type beschouwd kan worden als een schakel in de natuurlijke ontwikkeling van deze categorie schepen".'

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

pdf SdZ 2022 nr09 november - De Vollenhoofse bol, een 'bolle' of een 'bollegien'

Terug naar vorige pagina