2023-3 What's in a Name?

Spiegel der Zeilvaart april 2023 nummer 3

Boeier - Aak - Boeieraak - Boeierjacht - Boeierschuit - Boeiertjalkjacht - Lemsteraak

Het eindeloos onderscheiden van scheepstypen die eigenlijk allemaal op elkaar lijken schijnt een typisch Nederlandse aangelegenheid te zijn. Dus is de vraag wat voor etiket we moeten plakken op de Dicke Deern die onlangs in het Stamboek werd ingeschreven.
Toen de Engelsman Henry Montagu Doughty in 1888 zijn zeiltocht door Friesland maakte en hij met z'n Norfolk wherry tijdens de feestweek in Sneek lag, keek hij zijn ogen uit. De grachten lagen volgepropt met die voor hem zo eigenaardige Nederlandse vrachtschepen: tjalken, boeiers, tjotters, pramen, schuiten, aken, bollen, schouwen, bokken en noem maar op. Voor Doughty leken ze allemaal sterk op elkaar. Ze verschilden volgens hem vooral in details. 'We hebben nooit al hun verbijsterende namen onder de knie gekregen.' (Doughty, Friesland Meres uit 1889, p. 23). Het eindeloos onderscheiden van scheepstypen die ondertussen allemaal op elkaar lijken, was voor hem een typisch Hollandse afwijking.

Boeieraak Dicke Deern

Onlangs werd de geklonken Boeieraak Dicke Deern in het Stamboek ingeschreven. Er is weinig bekend over de historie van dit jacht. Ook de laatste eigenaren hebben beperkte informatie. Het schip is door de jaren heen wel goed onderhouden, in de romp is meetnummer AM 2335 N ingeslagen. De nieuwe Duitse eigenaar heeft bij de aankoop een vlaktedikte meting laten uitvoeren en daarbij bleek alles nog historisch mooi in orde. Bijzonder is dat het bouwjaar ooit is vastgesteld op 1905 terwijl er dus weinig bekend is van de omzwervingen van het schip. Een aantal kenners heeft het schip lange tijd gevolgd. In de Spiegel hebben vroeger verschillende verkoopadvertenties gestaan. Bekend is ook dat ze eerder in het buitenland is geweest. De typering varieerde van Boeieraak via Boeier naar Lemsteraak.

De oude Boeieraak Dicke Deern, waarvan nog veel te weinig bekend is.
De oude Boeieraak Dicke Deern, waarvan nog veel te weinig bekend is.

Hoe bepaal je een scheepstype?

In het begin van de twintigste eeuw was het gebruikelijk om een groot rond pleziervaartuig een Boeier te noemen. Dat was namelijk het scheepstype dat men kende als pleziervaartuig. De grote houten boeiers uit de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw werden echter vervangen door grote staalijzeren ontwerpen van mensen als Zijlstra en Kersken. De nu populaire benaming Lemsteraak werd in de jaren twintig een enkele keer gegeven aan deze grotere schepen, die ook wel boeiers en vooral boeieraken werden genoemd (en die in vorm dan ook overeenkwamen met de boeiers uit die tijd). Maar uit het Friese, waar men inmiddels met een boeiercommissie bezig was de vormen en typering van de boeier vast te leggen, kwam daarop de nodige kritiek. Pas vanaf de Tweede Wereldoorlog ging men die laatste aken Lemsteraakjacht noemen. De eerste voorzitter van de SSRP, (Jumbo) van Waning, heeft veel gepubliceerd over dit onderwerp. Problematisch voor hem was dat de aanduiding 'aak' in Friesland werd gegeven aan vissersvaartuigen, maar buiten Friesland toch vooral de benaming was voor een vrachtschip. En je paste wel op om te gaan recreëren op zo'n grove vissersboot!

De Dordtse boeier laat zien dat er wel degelijk regionale verschillen van het type Boeier bestonden. De Dordtse boeier werd overnaads gebouwd. (Model coll. Het Scheepvaartmuseum)
De Dordtse boeier laat zien dat er wel degelijk regionale verschillen van het type Boeier bestonden. De Dordtse boeier werd overnaads gebouwd. (Model coll. Het Scheepvaartmuseum)

De Friese Boeier blijft over

Tot in de eerste helft van de negentiende eeuw werden er regionale Boeiertypen gebouwd. Daarna stierven de verschillen langzaam uit. Alleen de Friese boeier overleefde het en na verloop van tijd werd die zelfs als de standaard gezien volgens velen een zuiver type, het summum van haalbare sierlijkheid en eigenschappen! Maar vergelijkbare schepen bleven soms aangeprezen worden als Boeier, terwijl men bijvoorbeeld diverse kleine beurtscheepjes, waarbij de luikenkap vervangen werd door een kajuit, ook als Boeier aanduidde. Zo deelden ze in de vermaardheid die de Friese boeiers toen hadden. Dat ging de puriteinen te ver en in 1915 werd er een commissie benoemd, bestaande uit drie Friese deskundigen. Zij stelden een aantal regels op waaraan een Boeier moest voldoen om Boeier genoemd te mogen worden. Zo werd een eeuwenlange ontwikkeling "ingevroren". Als men eerdere, regionale boeiers, zoals de Dordtse, Zaanlandse en Zeeuwse aan deze regels zou toetsen, zouden de meeste hier niet aan voldoen. Het wijde begrip Boeier was nu wel erg eng geworden. De tegenwoordige boeiers, rond of gepiekt, zijn nu uitsluitend Friese boeiers. Na de invoering van de kunstmatige definitie door de commissie mochten veel schepen plots niet meer Boeier worden genoemd. Zo ontstonden afgeleide benamingen als boeierschuit, boeieraak, boeierjacht, enz. Vaak mooie schepen, maar ja, geen zuivere Friese boeiers!

Aloude discussie

Frits Loomeijer schreef jaren geleden al: 'Daar waar men in het ons omringende buitenland vaak, maar ook niet altijd, de tuigage als leidraad neemt bij de indeling en benaming van scheepstypen, zodat er enigszins sprake is van logica, wordt in het Nederlandse taalgebied al eeuwenlang even gemakkelijk de streek van herkomst, de werf, de rompvorm, de tuigage, de functie van het schip of een combinatie daarvan als grondslag voor typeaanduiding gebruikt. Daarin is weinig systeem te ontdekken.
Ik heb het zelf altijd buitengewoon moeilijk gevonden om de bestaande type-indeling en de typedefiniëring, zoals die in de literatuur tot circa 1970 te vinden is, te begrijpen. Daar is nog veel onderzoek in historische en bodemarchieven, voor nodig. Laten we intussen van tijd tot tijd discussiëren maar ons niet te druk maken over de labels. Het gaat per slot van rekening om de inhoud.'
Gelukkig hebben we tegenwoordig de mogelijkheden om alle beschikbare informatie tot in detail voor iedere geïnteresseerde te presenteren!

pdf SdZ 2023 nr03 april - Stamboek What's in a name

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina