Botteloef met opsteker

16-03-2024

Veel platbodemjachten zijn voorzien van een botteloef. Van een soort ijzeren boegsprietje op de voorsteven. Niet omdat een botteloef heel handig is, integendeel. Wel om een evenwichtig tuig te kunnen voeren en de voordriehoek te vergroten bij schepen waar de mast vrij ver naar voren staat. Bij het aanslaan van de fok en bij het aanleggen met de kop op de kant is een botteloef echter alleen maar lastig. Ook in jachthavens waar je scheepje in een box ligt zonder zij-steigers is het voor oudere mensen dankzij die lastige botteloef moeilijk om aan of van boord te komen. Een schip zonder zo’n uitsteeksel is compacter en hanteerbaarder, maar goed, platbodems hebben de botteloef niet voor niets. Het maakt het mogelijk (veel) meer zeil te voeren dan zonder dat lastige uitsteeksel.

Het Fries jacht 'Roeland' van Reinier van de Post, voorzien van een royale botteloef
Het Fries jacht 'Roeland' van Reinier van de Post, voorzien van een royale botteloef

Niet alle platbodems hebben een botteloef. De visaken die de Gebr. De Boer in De Lemmer bouwden, hadden ze niet. Zuiderzeevissers hielden niet van uitsteeksels. Ze wilden een gladde romp, zodat de netten bij het halen niet ergens achter konden haken. Ze wilden bovendien niet veel zeil. De visaken voeren tijdens de visserij ondertuigd. Met de kleine bemanning waarmee gevaren en gevist werd, hoefde je dankzij dat relatief kleine zeil niet snel te reven als de wind wat doorzette. De grote visaken die Auke van der Zee in Joure bouwde, waren echter wel voorzien van een korte botteloef. Veel moderne aken ook, al was het maar om de neuringlijn van het stokanker via een blok aan de botteloef te voeren, waardoor het anker opgehaald vrij van de romp blijft. Om die reden hadden ook de grote plezieraken die bij de Gebr. De Boer werden gebouwd een botteloef.

Het plezierjacht ‘Dolfijn’ dat de Gebr. De Boer bouwden in 1929
Het plezierjacht ‘Dolfijn’ dat de Gebr. De Boer bouwden in 1929

Skûtsjes en tjalken zijn voorzien van een botteloef om de voordriehoek enigszins in verhouding te houden met het oppervlak van het grootzeil. Bij dergelijke zeilende vrachtscheepjes woont de schipper met zijn gezin helemaal achterin het schip. In de roef, met voor de schipper en zijn vrouw een tweepersoonskooi onder het achterdek. De knecht en eventuele zoon(s) slapen in het vooronder. De mast is ver naar voren geplaatst om zoveel mogelijk laadruimte te creëren. Die voorlijke stand van de mast maakt het schip natuurlijk onder zeil loefgierig. De fok moet dat tegengaan en die mag niet te klein zijn. Vandaar die botteloef, die meestal nog verlengd is met een opsteker.

Zeilend tjalkjacht met botteloef. Het anker is opgehaald aan de botteloef. Het voorstag loopt zover mogelijk naar voren. De botteloef wordt gesteund met een waterstag naar beneden en boegstagen naar bakboord en naar stuurboord.
Zeilend tjalkjacht met botteloef. Het anker is opgehaald aan de botteloef. Het voorstag loopt zover mogelijk naar voren. De botteloef wordt gesteund met een waterstag naar beneden en boegstagen naar bakboord en naar stuurboord.

Opvallend is de fok die nog met rakbanden aan het voorstag zit, wat voor de oorlog gebruikelijk was. Vergeleken met de huidige bronzen leuvers zijn rakbandjes echter onhandig en bewerkelijk.

De ‘opsteker’ is een verlenging van de botteloef. Net als de botteloef zelf werd die gemaakt in de smederij. De scheepswerven hadden zelf een smidse waar ze dat konden maken. Tegenwoordig is dat anders. Een goede lasser kan ook nog een mooie botteloef met opsteker maken, maar veel vaker zie je vooral bij skûtsjes, dat gekozen is voor ‘snel en eenvoudig’, zonder veel oog te hebben voor de esthetica die juist bij platbodemjachten zo belangrijk is. Wie voldoende pecunia heeft kan tegenwoordig ook een prachtige botteloef incl. opsteker laten maken van mat gepolijst rvs., maar dat is niet voor iedereen weggelegd. De gemakzuchtige manier om maar snel wat in elkaar te lassen is m.i. echter ook weer niet nodig.

Bij de restauratie van het skûtsje ‘De Jonge Trijntje’ is in 2012 een botteloef met opsteker aangebracht zoals die er ook origineel uitzag. Bij de bouw van het schip in Drachten, bij Van der Werff op het Buitenstvallaat, was de botteloef uiteraard gemaakt van klassiek smeedwerk. Honderd jaar later beschikte de werf niet meer over een smidse, maar slaagde er wel met moderne middelen nog een mooi product te leveren. De opsteker is een los onderdeel van de botteloef, dat geklemd wordt aan de botteloef en deze verlengt om de voordriehoek nog meer te vergroten.

De fraaie botteloef met opsteker bij het skûtsje ‘De Jonge Trijntje’, dat in 2012 gerestaureerd werd bij Haiko van der Werff op het Buitenstvallaat in Drachten.
De fraaie botteloef met opsteker bij het skûtsje ‘De Jonge Trijntje’, dat in 2012 gerestaureerd werd bij Haiko van der Werff op het Buitenstvallaat in Drachten.

Helaas zien we op vooral wedstrijdskûtsjes vaak schepen met een botteloef die als het ware verprutst is door gemakzucht of te weinig gevoel voor schoonheid. Vooral bij wedstrijdskûtsjes, want daar draait het primair om snelheid. De rest is ondergeschikt. Die oude, smeedijzeren botteloef mag dan fraai zijn, hij voldoet bij de grote tuigen van wedstrijdskûtsjes niet meer en moet daarom aangepast worden. Het liefst snel en goedkoop. Vervolgens zie je schepen waarvan de botteloef naar beneden wijst (om een langer voorstag te creëren, waardoor de fok lager aangrijpt, zodat die laag over het dek gaat, wat effectief is). Helaas staat dat allerminst fraai en zijn veel van die ijzeren bouwsels te simpel in elkaar gelast, met lange strippen erop voorzien van gaatjes waarvan de bedoeling niet geheel duidelijk is.

Dat er gekeken wordt hoe de platbodemschepen sneller en beter kunnen zeilen, is natuurlijk prima. Het is echter belangrijk daarbij de schoonheid van de originele vorm niet te verwaarlozen. Juist op onderdelen, in de details, is het bij originele, oudere platbodems opvallend met hoeveel zorg die gemaakt zijn. Dat maakt deze schepen bijzonder in onze tijd van functionalisme en haast.

Een fraai IFKS-skûtsje met een wat minder fraaie botteloef.
Een fraai IFKS-skûtsje met een wat minder fraaie botteloef.

Terug naar vorige pagina