Elektrisch als onvermijdelijke toekomst?

15 november 2023

Op de Traditionele Schepen Beurs van 2023 waren in Den Helder ook enige bedrijven die lieten zien hoe schepen kunnen varen met een elektrische aandrijving. Voor mij interessant was, dat het niet alleen ging om de voortstuwing van lichte bootjes met minimale waterverplaatsing, maar (ook) om de elektrische voortstuwing van grotere zware schepen zoals vrijwel alle platbodemjachten zijn. Elektrische voortstuwing heet de toekomst te zijn, ook voor plezierschepen, maar vanzelfsprekend is dat allerminst. Zelf vaar ik in een Staverse jol met 3.5 ton waterverplaatsing. De maximum snelheid is 12 km/uur. Zeilende wordt die maximale rompsnelheid soepeler gerealiseerd dan varende op de motor. Het is dan veel verstandiger iets minder snel te varen, want 10 km/uur op de motor gaat comfortabel en veel zuiniger, met minder hekgolven.
De eerste scheepsmotor in de jol was een 10 pk Wankelmotor van Sachs. In die jaren revolutionair. Een 10 pk Sabb-diesel woog 200 kg. En was voor inbouw in mijn jol veel te groot. De Wankelmotor woog 40 kg., was klein en trilde nauwelijks als hij liep. Dat lopen kon wel een probleem zijn. De Wankelmotor gebruikte benzine met mengsmering, zoals een tweetaktmotor en was luchtgekoeld. Bij warm weer en wat langer gebruik werd de carburator te warm en ontstond er vapour lock in de brandstoftoevoer. Kortom, het was een interessant scheepsmotortje, maar in de praktijk niet ideaal.
De huidige scheepsmotor in mijn jol is een viercylinder diesel. Een moderne scheepsmotor, sterk, compact en licht. Hij weegt 150 kg. en is vrijwel trillingvrij als hij loopt. En dat laatste doet hij uiterst betrouwbaar en zuinig. Voordat ik daarom de diesel vervang voor een elektrische aandrijving, moet dat alternatief mij wel overtuigen. Ik stook overigens geen dieselolie, maar GTL, dat een milieuvriendelijker brandstof is en die net zo goed voldoet (eigenlijk dus beter) als de gewone dieselolie.

Op de TSB in Den Helder was er dus gelegenheid wat wijzer te worden op het gebied van de elektrische voortstuwing van zware scheepjes. Er stonden elektromotoren die pasten op de gebruikelijke motorfundaties en aansloten op schroefasinstallaties die eindigden in scheepsschroeven met een flinke diameter en een geringe spoed. Allemaal mooi, compact en licht. Niet zichtbaar, want niet aanwezig waren de accupakketten die in de boot geïnstalleerd moesten worden. De prijs van de motor viel me niet tegen, maar van de elektrische auto’s weten we ondertussen dat de werkelijke kosten zitten in het accupakket.

Desalniettemin, ik vond dat het er veelbelovend uitzag. Maar…..hoeveel uren zou ik ermee kunnen varen bij een accupakket dat in mijn jol past, betaalbaar is en dat niet alle ruimte in beslag neemt. Welnu, waarschijnlijk zou het mogelijk zijn met een optimale afstemming in mijn jol wel acht uren te varen op één acculading. Oei, dat lijkt veel, maar is weinig. In acht uren vaar ik bijvoorbeeld van Drachten naar Stavoren. Maar dan? Aan het einde van zo’n vaardag kom ik daar tot stilstand en moeten de accu’s weer volledig opgeladen worden. Maar waar? En hoe? Opladen met een snoertje in een jachthaven is zeker geen snelladen! Ik vrees dat ik dan al snel heimwee zal krijgen naar mijn scheepsdiesel, die probleemloos nog uren verder vaart, terwijl langs het water ‘overal’ de mogelijkheid is in een paar minuten tijd brandstof bij te tanken.

Ja, dat onderscheid moest de vertegenwoordiger mij nageven. De noodzakelijke laad-infrastructuur ontbreekt nog langs de vaarwegen. Als iedereen elektrisch gaat varen is daar m.i. ook een enorme investering voor nodig. Anders dan bij auto’s bij tankstations is het immers niet gebruikelijk schepen een half uurtje in een jachthaven aan een oplader te leggen (mocht die er zijn) en daarna weer te verplaatsen. Wellicht biedt het gebruik van milieuvriendelijke brandstof voor scheepsdiesels meer perspectief om de uitstoot van ongewenste stoffen te verminderen dan het idee alle scheepsmotoren te vervangen door elektrische aandrijvingen. Elektrisch varen is vooral een succes bij lichte bootjes die korte stukjes varen door beschermde natuurgebieden.


Terug naar vorige pagina