Koortsig verlangen

2 mei 2023

De in zijn tijd gelauwerde Engelse dichter John Masefield (1878-1967) schreef in het begin van de vorige eeuw een gedicht dat nog steeds geliefd is: 'Sea-Fever'. De Nederlandse schrijver/dichter Jan Slauerhoff (1898-1936) maakte er een gedicht van in de Nederlandse taal ('Zeekoorts') dat echter veel minder overtuigt dan de oorspronkelijke versie van Masefield. Het vertalen van gedichten is nauwelijks mogelijk, wat al in een paar strofen duidelijk wordt. Het beroemd geworden: 'I must go down to the seas again, to the lonely sea and the sky, And all I ask is a tall ship and a star to steer her by;' werd door Slauerhoff in het Nederlands omgezet als: 'Ik moet weer op zee gaan, een goed schip en in 't verschiet een ster om op aan te sturen;' Nee, dat overtuigt niet. Wel te begrijpen is Slauerhoffs jeugdwens te zwerven over de wereldzeeën. Van zijn vader moest hij echter medicijnen studeren, waarna hij ervoor koos om scheepsarts te worden. John Masefield ging wel als jongeman direct varen, maar ontdekte op zee dat de vrachtvaart zijn toekomst niet kon zijn. Toen hij eens in New York lag, verliet hij zijn schip om aan de wal een leven als dichter en schrijver op te pakken, waar hij in korte tijd in slaagde. Zijn 'Sea-Fever' moet dus niet al te persoonlijk worden opgevat.

Zelf leerde ik het gedicht op de middelbare school en was natuurlijk onder de indruk, alleen gaf ik een voorkeur aan een 'small ship' in plaats van een 'tall', wat immers veel eenvoudiger te vertalen was naar de werkelijkheid. Een goed ontworpen klein zeilscheepje is niet minder zeewaardig dan een groot schip. Het is meestal wel minder comfortabel. Dat koortsige verlangen naar de zee zat me ook altijd wat dwars. Dat had te veel van een dwangneurose. 'I must go down....' ? Hoezo? Zeezeilen vergt veel voorbereiding en oefening. Het is verstandiger om daar geen dwangmatig streven van te maken. Hoewel het zeezeilen tegenwoordig dankzij moderne voorzieningen en navigatiemiddelen veel eenvoudiger is geworden dan het nog maar een halve eeuw geleden was, blijft de zee een respectabele medespeler. In de zestiger jaren las ik een boek van een Engelse vrouw die alleen in een 7 meter lang stalen S-spantjachtje de oceaan over stak. In de noordoostelijke passaatwinden voer ze met tweelingfokken waarvan de schoten aan de helmstok waren verbonden. Voor de gezelligheid had ze een poes mee, die echter tot haar leedwezen door een golf van het dek werd gesleurd en in de oceaan achterbleef. Toen ze na een paar maanden op een Caribisch eiland aankwam, had ze de overtocht volbracht en wist ze het zeker: Wil je van de zee houden, blijf dan aan land.

 


 

Terug naar vorige pagina