Natuur-lijk
14-05-2025
Met regelmaat krijgen we te horen dat de natuur in Nederland er beroerd voor staat. Zeker als we de huidige stand van zaken vergelijken met die van rond 1850. Dat zijn toch merkwaardige constateringen. Met 1850 worden appels met peren vergeleken. Wat weten we overigens van de stand van de natuur op dat moment? Wel is bekend dat ook toen al het Nederlands landschap voor 100% een cultuurlandschap was. Natuur in de zin van een landschap waar de mens niet bij in heeft gegrepen, dat niet door mensen veranderd is of gemaakt is door mensen, komt in ons land niet voor. De omvangrijke woeste gronden uit de 19e eeuw in het oosten van ons land waren het resultaat van turfwinning, van schapenhouderij en onoordeelkundige ontginning waardoor zandverstuivingen ontstonden. Zelfs die zo natuurlijk ogende Waddenzee wordt op dit moment nauwkeurig door mensen gecontroleerd en waar nodig aangepast. ‘Onze’ natuur is mensenwerk, het is niet anders.

Er zijn wel graden van natuurlijkheid
Je zou onder voorbehoud bijvoorbeeld een uitzondering kunnen maken voor eigenschappen van grote binnenwateren. Weliswaar kennen we in Nederland een lange traditie van ‘watermanagement’, maar dat robuust klinkende ‘managen’ betekent zelden dat we het water onder controle hebben. Wat animistisch uitgedrukt, zou je kunnen zeggen dat het water sterk, slim en eigenzinnig is. Zeker als het bergafwaarts stroomt of opgezweept wordt door de wind. De rivieren zijn in ons land weliswaar ‘genormaliseerd’, maar geenszins onder controle gebracht. Watersporters die ook varen als het weer minder ‘mooi’ is, weten dat je je bij wat langere tochten moet voorbereiden op allerlei verrassingen die je van tevoren niet kunt bedenken. Vooral zeilers leren natuurkrachten te respecteren, vaak nadat ze door schade en schande wijzer zijn geworden. In die zin kennen watersporters zeker nog stukjes ‘natuur’ in Nederland als de kracht van elementen die er van nature zijn en die je niet echt in de hand hebt.

Als onderdeel van het landschap wordt het water de laatste jaren stiefmoederlijk bedeeld. Wat moeten zeeschilders en -fotografen met de vernietiging van wat ooit het zo geroemde wijde Nederlands landschap was met zijn wolkenluchten? Ook het binnenwater wordt landschappelijk benadeeld. Op land maakt men zich druk over de vermeende aantasting van iedere vierkante meter Natura 2000 terrein, maar het IJsselmeer, ook een Natura 2000 gebied, wordt probleemloos veranderd in een industrieterrein dankzij de plaatsing van windturbines. Er is zelfs sprake geweest van de aanleg van een groot zonnepanelenveld op het IJsselmeer voor de Noord-Hollandse kust….. Milieueffecten tellen niet als het om hernieuwbare energie gaat.



Wat wel telt zijn de bijna-natuurrampen die steeds op het conto van de klimaatverandering worden geschreven. Het klimaat verandert inderdaad door toedoen van de mens, maar niet ieder natuurverschijnsel is te wijten aan die verandering. Bij de recente dreigende overstromingen rond het Markermeer speelde de recente temperatuurstijging geen rol. Zuiderzeerampen vonden altijd plaats door waterstuwing in de Kom bij noordwester storm. De overstromingen in Friesland bij zuidwesterstormen vonden plaats, omdat het water van de Friese boezem bij deze wind niet gespuid kon worden. Pas na 1966, toen bij Stavoren het Hooglandgemaal gereed kwam, werd het mogelijk binnenwater naar buiten te pompen. De dreigende overstroming rond het Markermeer leed aan hetzelfde euvel. De afwateringssluizen in de Afsluitdijk zijn spuisluizen. Bij noordwesterstorm staat het water in de Waddenzee te hoog om het IJsselmeerwater te kunnen spuien. De IJssel en de Vecht brengen wel voortdurend water in het IJsselmeer. Het Markermeer kan onder die omstandigheden evenmin spuien op het IJsselmeer, dus ontstaat er een probleem. Daar is een eenvoudige oplossing voor: de bouw van gemalen, van pompen.
Het berooft de natuurliefhebber wel weer van een restje realiteit. Natuur is in Nederland in sterke mate door mensen onder controle gebracht. Het onberekenbare, het risico, het gevaar dat ook onvermijdelijk met ‘woeste natuur’ verbonden is, raakt daarmee uit beeld. Als het water stijgt, moeten de pompen aan en het gevaar is geweken. Om natuur in meer pure vorm te beleven, moeten we Nederland daarom verlaten. Het zeilen op zee brengt andere ervaringen dan varend in Nederland mogelijk is. Het beklimmen van hoge bergen idem dito.
Ironisch blijft, dat ook dan de moderne mens in ons meereist. We kunnen bijvoorbeeld zeilend langs de Noordpool, tijdens warme zomers, maar doen dat met adequaat uitgeruste schepen en met hulp van moderne technologie aan boord. Heel verstandig, maar je komt niet los van je eigen tijd. Natuur van nu vergelijken met dezelfde situatie in 1850, voor de Industriële Revolutie, is onzinnig. De mensen van toen waren andere mensen dan wij nu zijn. De zogenaamde natuur van toen was natuur uit een andere wereld, onvergelijkbaar, maar wel zoals mensen die toen hebben ervaren. Een beleving die wij overigens niet kennen, die voor goed verloren is gegaan.



