Nieuwe "natuur"
7 oktober 2022

Dat Nederlanders als vanouds hun eigen land uit de zee creëren, dat is geen nieuws. Wel grappig is, dat de laatste jaren niet gewoon een stukje zee omdijkt wordt om het droog te malen en er te gaan wonen en werken, maar dat er ook "natuur" wordt gemaakt. De bekende weg is, dat mensen natuur veranderen in cultuur. Als er echter nog maar weinig natuur over is, dan kan er behoefte bestaan aan meer natuur, die we ook wel kunnen maken. Nu is alle natuur in Nederland linksom of rechtsom mede door mensen gemaakt, maar het blijft intrigerend als een vereniging als Natuurmonumenten, die oorspronkelijke resten van natuur wil beschermen, vooral actief wordt in het doelgericht creëren van nieuwe natuur. Die moet bovendien voldoen aan door Natuurmonumenten gestelde eisen van soorten rijkdom bij vegetatie en faunaontwikkeling, zodat de spontane ontwikkeling van deze nieuwe natuur jarenlang begeleid en bijgestuurd moet worden. Een fraai voorbeeld zijn de Marker Wadden. In het Markermeer tussen Lelystad en Enkhuizen zijn de afgelopen jaren op het ondiepe Enkhuizerzand nieuwe eilanden aangelegd. Een project van Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat gezamenlijk. Gemeend werd dat het Markermeer vrijwel dood water bevatte, vanwege het ontbreken van natuurlijke oevers. De opgespoten eilanden zouden zorgen voor een gezonder klimaat voor de vogels en de vissen. De eilanden zelf zouden met enige begeleiding en sturing van Natuurmonumenten zorgen voor een krachtig natuurherstel. De eilanden zouden opgespoten worden met slib uit het Markermeer, dat tot dan toe verstikkend werkte op de plantengroei en dierenleven in het meer.
Het geforceerd willen herstellen van biodiversiteit is natuurlijk een avontuur op zichzelf en doet paradoxaal aan, omdat je deze diversiteit niet toevertrouwt aan de spontane, natuurlijke ontwikkeling. Het is ook niet zo dat alle betrokkenen direct heel enthousiast waren. De natuurontwikkelaars wel uiteraard, maar de vissers niet. De Nederlandse Vissersbond is tot op de dag van vandaag kritisch over het Marker Waddenproject. Voor het bezoeken van de eilanden door natuurliefhebbers en dagjesmensen zijn direct praktische regelingen getroffen, dat lijkt wel goed te komen. Een tegenslag is echter de recente onthulling (Leeuwarder Courant, 3 sept. 2022) dat bij dit 'natuurherstel' niet alleen natuurlijk slib uit het Markermeer is gebruikt, maar ook enige vervuilde industriegrond. Weliswaar voor een gering percentage, maar toch. Het idee dat de Marker Wadden ook een baggerdepot blijkt te zijn voor vervuilde grond, is natuurlijk geen reclame. Natuurmonumenten wilde dit aanvankelijk dan ook ontkennen, maar moest uiteindelijk toegeven dat er 'ook grondstromen van elders' zijn gebruikt. Bij deze nieuwe archipel was zelfs vanaf het begin rekening gehouden met een plek waar bagger van andere locaties gestort kon worden. Zo wordt het beeld van een positieve ecologische impuls voor het Markermeer natuurlijk wel verstoord. Het idee van eilanden opspuiten door uit het hele Markermeer slib van de bodem weg te halen bleek toch ingewikkeld en tenminste duur te zijn. Eenvoudiger was het om de eilanden op te spuiten uit een diep gat dat je naast de eilanden maakt. En ja, wat moet je dan met dat diepe gat? Een beetje opvullen....? Zo verzeil je natuurlijk wel van het ene natuurprobleem in het andere.
