Paradoxaal
4 oktober 2023

Het lijkt de laatste jaren, alsof ook het vaarseizoen door de klimaatverandering beïnvloed wordt. Een halve eeuw geleden begon het vaarseizoen nog op 15 mei. Het had niet veel zin vroeger te gaan varen, want het was dan te koud en het schip moest ook klaargemaakt worden voor het nieuwe seizoen. Om je schip te lakken moest het warm en droog weer zijn. Minimaal 15 graden Celsius. Die temperatuur wordt tegenwoordig vaak veel eerder bereikt. Je kunt vaak al varen in maart, zeker als je het onderhoud aan de boot niet uitvoert in het voorjaar, maar aan het einde van de zomer, als de temperaturen nog hoog zijn. Dan kan je schip het water in of vaarklaar worden gemaakt, zodra de weersomstandigheden het varen aantrekkelijk maken.
De lange schoolvakanties zijn traditioneel in de zomermaanden. Die periode was in het verleden lang niet altijd warm. Ik herinner me vele zeilvakanties omstreeks 1970 met langdurig depressieweer, harde wind, regen en lage temperaturen. Ook dat is de laatste jaren veranderd. Het is de laatste jaren tijdens de zomervakantie zo heet op het water, dat ik niet ging varen. Bovendien wilde het niet lekker waaien. Voor de afwisseling was er de afgelopen zomer een periode met weer eens ‘ouderwets’ lekker zomerweer. Met temperaturen rond de 20 graden, half bewolkt en een matige wind. Echt ‘Hollands zomerweer’ zoals op de foto. Je zou denken, dat dan veel watersporters van die buitenkans gebruik maken, zeker in de vakantieperiode, maar nee, het was juist met dat weer opvallend rustig op het water. Op de foto zeil ik op de Goëngarijpster Poelen, aan de oostzijde van het Sneekermeer, en ik was bijna de enige. Gewoon midden op de dag aan het begin van de schoolvakanties! Prima hoor, maar wel verrassend.
Later werd het deze zomer weer warm, wat mij betreft te warm, en tot mijn verrassing werd het onder die omstandigheid razende druk op het water. Bij warm weer en weinig wind denken velen verkoeling te moeten zoeken op het water, terwijl daar helemaal geen verkoeling te vinden is. Die is er in het water, voor de zwemmers, maar op het water zit je vol in de zon zonder beschutting, zonder schaduw. Dat wil je juist voorkomen. Vooral tijdens de weekenden bleek het bij zeer warm weer op het Friese binnenwater onaangenaam druk te zijn.

Op de Jeltesloot tussen het Heegermeer en het Prinses Margrietkanaal was het bijvoorbeeld filevaren, waarbij er alleen gezeild kan worden op bezeilde koersen. Bij kruisingen en natuurlijk voor bruggen is het extra opletten geblazen. Daar wordt door minder ervaren schippers soms heel creatief gemanoeuvreerd en niemand heeft belang bij een aanvaring.
Ik heb vaker een ode uitgebracht op de vroege vaart, op het varen in het vroege voorjaar. Dat is op het binnenwater de mooiste periode, vanwege de rust op het water, de vrije ligplaatsen en voor de zeilers het lage riet aan de oevers van de kanalen en vaarten. Voor de vaart op het IJsselmeer en de Waddenzee maakt het voor de wind minder uit, maar is de ruimte in de havens natuurlijk ook aangenaam. Tijdens de warme zomerdagen gaan velen het water op, maar paradoxaal genoeg is dat de minst aantrekkelijke tijd om te varen. Het is de moeite waard om de traditionele planning van maritieme activiteiten te herzien. Pleeg het onderhoud aan het schip in de maand september, zodat het klaar ligt om er in maart of april direct mee te varen. En in de zomermaanden? Die zijn vooral fantastisch bij ‘slecht’ weer.
