Pramen in soorten

04-02-2024

Pas laat, toen de boerenpraam al jaren buiten gebruik was en dreigde te verdwijnen, werd dit werkscheepje ontdekt door liefhebbers die dat wilden voorkomen. In 1996 werd in Friesland een vereniging opgericht die als doel had de ‘Fryske Boerenpream’ te behouden. Dat deden de leden door oude pramen die in een opvaartje bij een boerderij lagen weg te rotten van de boeren te kopen en met vereende krachten te restaureren. Vervolgens werd het varen met deze scheepjes aantrekkelijk gemaakt door ze te voorzien van een tuig, van zwaarden en een roer, waardoor ze konden zeilen zoals in het verleden veel boeren in Friesland met de hooipramen gezeild hadden. En natuurlijk werden er ook voor deze ‘Fryske Boerenpreamen’ zeilwedstrijden georganiseerd en ieder jaar een heus kampioenschap.

Het probleem daarbij was, dat deze historische pramen allemaal verschillend zijn. Pramen waren werkscheepjes die gemaakt werden naar de wensen van de opdrachtgevers. In lengte verschillend, zo ongeveer tussen 6 en 18 meter, wat het wedstrijdzeilen ingewikkeld maakt. De regel is immers, dat ‘lengte loopt’. Een lang schip is normaal gesproken sneller dan een soortgelijk schip dat (veel) minder lang is. De boerenpramen worden voor de wedstrijden daarom ingedeeld in twee klassen. Een klasse tot 11 meter en de grote klasse van 11 tot 12 meter. Die indeling doet wat willekeurig aan en sluit vele pramen uit, maar goed, er moeten wel regels zijn bij een wedstrijd.

Joure, begin 1900. Een ijzeren praam van ruim 11 meter voor de werf van Auke van der Zee, die dit scheepje bouwde in de winter 1903-1904. Opvallend is de vorm die afwijkt van de gebruikelijke ronde ijzeren pramen. (Foto: FSM)
Joure, begin 1900. Een ijzeren praam van ruim 11 meter voor de werf van Auke van der Zee, die dit scheepje bouwde in de winter 1903-1904. Opvallend is de vorm die afwijkt van de gebruikelijke ronde ijzeren pramen. (Foto: FSM)

Het is qua vormgeving een kopie van een houten Friese praam, zo wordt op de tekening vermeld. Deze praam heeft meer van de Berlikumer pramen.

Praam, ontworpen door E. Romkema, bouw A. van der Zee, Joure 1903-1904, voor Zandstra over de Wielen (Langweer). Bijschrift: ‘Deze praam is precies zo gemaakt als een houten model’. (FSM)
Praam, ontworpen door E. Romkema, bouw A. van der Zee, Joure 1903-1904, voor Zandstra over de Wielen (Langweer). Bijschrift: ‘Deze praam is precies zo gemaakt als een houten model’. (FSM)

Voor de zeilwedstrijden die tegenwoordig met opgeknapte boerenpramen worden gehouden, was er standaardisering van de schepen nodig, zodat de beste zeiler wint en niet de zeiler met het snelste schip. In 2002 werd daarom door enige praamzeilers het initiatief genomen om een nieuwe zeilpraam te ontwerpen waarmee als eenheidsklasse wedstrijden kon worden gezeild. De scheepswerf van Iege Blom maakte het ontwerp voor een standaard zeilpraam van 11 meter lengte. Skipshelling Blom in Hindeloopen kan dat als snijpakket leveren. De snijpakketten en de casco’s zijn ook via de scheepswerf van Jelle Talsma te verkrijgen. Talsma levert in de praktijk meestal een praam kant-en-klaar af. Om deze ontwikkeling niet te laten doodbloeden, werd in 2004 een eigen vereniging opgericht, ‘De Nije Sylpream’, die zorgt dat de klassenvoorschriften gehandhaafd worden, dat de praamzeilers elkaar in georganiseerd verband kunnen ontmoeten en dat er wedstrijden worden georganiseerd.

‘So far so good’, maar ondertussen is vanwege dat wedstrijdzeilen eigenlijk vergeten, dat pramen oorspronkelijk bedoeld waren om mee te werken in plaats van te spelen en dat de charme van de historische pramen mede ligt in de verscheidenheid en juist niet in de uniformiteit die voor wedstrijden zo belangrijk is.

Lijnenplan van een veepraam van 17.50 meter, getekend door Eeltje Romkema, bouw Auke van der Zee in Joure, opdrachtgever  W. Drijfhout te Heerenveen. (FSM)
Lijnenplan van een veepraam van 17.50 meter, getekend door Eeltje Romkema, bouw Auke van der Zee in Joure, opdrachtgever W. Drijfhout te Heerenveen. (FSM)

Deze grote praam is voorzien van verhoogde boorden, die geïntegreerd zijn in een boeisel (om die hoge boorden visueel aanvaardbaar te maken?). Het diepe ruim vond de opdrachtgever nodig om koeien en paarden veilig te kunnen vervoeren over langere afstanden. Vanwege het boeisel en het berghout in kop en kont zullen er mensen zijn die dit schip geen praam willen noemen, maar een bolpraam, of een bolschip of iets dergelijks. Eeltje Romkema spreekt echter zelf over een veepraam die hij ontwierp voor W. Drijfhout, dus houden we het daar maar op.

Nieuwebrug, 1925. De veepraam met verhoogde boorden voor de brug bij Haskerdijken.
Nieuwebrug, 1925. De veepraam met verhoogde boorden voor de brug bij Haskerdijken.

De pramen die bewaard zijn gebleven, zijn bijna allemaal gebouwd van staal. Voor 1900 werden pramen van hout gebouwd. De Friese pramen zagen er toen anders uit dan de huidige boerenpramen. Auke van der Zee bouwde in 1903/04 voor Zandstra in Langweer een ijzeren praam naar het model van een houten praam. Die vorm heeft overeenkomst met de Berlikumer pramen, waarmee in de Bouwhoek van Friesland aardappelen werden vervoerd. Ook is er nog een Knijpster praam die in de Schoterlandse compagnonsvaart ten oosten van Heerenveen gebruikt werd. Dat model heeft verwantschap met de houten punters en bokken uit de Kop van Overijssel. Niet bewaard zijn gebleven de houten bolle- en spitse pramen uit de 19e eeuw. Smalle scheepjes van verschillende lengte, met weinig holte en daarmee weinig vrijboord, die in kop en kont spits dan wel rond waren gebouwd. Die zie je alleen nog op oude foto’s.

Grote houten ‘bolle praam’ met sprietzeil.
Grote houten ‘bolle praam’ met sprietzeil.

Terug naar vorige pagina