Schipperskinderen

24-10-2024

Anders dan de schippers van de beurtvaart en ook anders dan de vissers leefden de schippers van de binnenvaart (voor bulkvervoer) niet op de wal. Zij woonden met hun gezin op het schip en zwierven daarmee over de wateren om lading van A naar B te brengen. Ze hadden daarmee geen vaste woon- of verblijfplaats, hoewel ze wel een thuishaven aanhielden en die naam ook op het schip vermeldden. Als er in de winter geen vaart meer mogelijk was, probeerden de schippers in de grachten van hun thuishaven te overwinteren. Dan konden meteen hun (eventuele) kinderen de plaatselijke school bezoeken. Dat was goed voor de kinderen en zorgde voor wat ruimte aan boord. Dat was nodig ook, want met koud weer was op het dek spelen niet voor de hand liggend en alleen de kleine roef werd verwarmd. Ook in de zomer was de bewegingsvrijheid voor kinderen aan boord beperkt. Wat jarenlang bij de binnenvaart nu een keer zo was, werd rond de eeuwwisseling geleidelijk een steeds groter probleem. De schippers konden de maatschappelijke ontwikkelingen eigenlijk niet bijhouden en raakten achterop.

De schipperse doet de was. Heeft ze een wasbord langs het houten luik tegen de schraag? Naast de wringer en de teil, aan BB op de luiken, hangt een soort spoelbakje aan het zetboord. De dochter kijkt toe en mag wellicht de was aan de lijn hangen.
De schipperse doet de was. Heeft ze een wasbord langs het houten luik tegen de schraag? Naast de wringer en de teil, aan BB op de luiken, hangt een soort spoelbakje aan het zetboord. De dochter kijkt toe en mag wellicht de was aan de lijn hangen.
Deze schipper heeft de jongste spruit gezekerd met een touw aan de giek. De kinderen konden niet zwemmen en veel ouders evenmin.
Deze schipper heeft de jongste spruit gezekerd met een touw aan de giek. De kinderen konden niet zwemmen en veel ouders evenmin.

Leren in de praktijk en op school

Zoals bij vrijwel alle praktische werkzaamheden in de 19e en het begin van de 20e eeuw leerden kinderen een vak in de praktijk van hun ouders. Schipper werd je niet door naar een maritieme opleiding te gaan zoals tegenwoordig het geval is, maar door geleidelijk aan steeds intensiever mee te werken aan boord bij je ouders of bij varende familieleden. Dat wil niet zeggen dat al die mensen in de 19e eeuw die niet naar school gingen, ook analfabeet waren. In tegendeel. In de burgerlijke maatschappij van die tijd ontstond steeds meer belangstelling voor scholing en ontwikkeling. Niet alleen onder de gegoede burgerij, maar ook onder arbeiders. Het kunnen lezen, schrijven en rekenen werd al spoedig belangrijk gevonden, zeker in het protestantse noorden, waar voor iedere gelovige het zelf kunnen lezen van de (Nederlands Hervormde) bijbelvertaling cruciaal werd gevonden. In de 19e eeuw gingen ook veel arbeiderskinderen (vooral ’s winters) naar de protestantse lagere school, lang voordat de leerplicht was ingevoerd.
In 1857 werd met de Wet op het Lager Onderwijs de oude onderwijswet uit 1806 vervangen. Naast de algemene christelijke staatsschool mochten nu ook andere, vrije scholen gesticht worden. Ook ontstond er aan het einde van de eeuw onder landarbeiders veel belangstelling voor het socialisme. Velen keerden zich vanuit dat gedachtengoed tegen de kerk. Deze socialisten lazen niet langer de bijbel, maar hielden leesbijeenkomsten waar teksten van Domela Nieuwenhuis (‘Recht voor Allen’) en Marx werden gelezen en besproken. Arbeiderskinderen gingen vooral ’s winters naar school. Er kon dan immers niet op het land gewerkt worden. De schipperskinderen konden ook naar school, want de schippers lagen met hun schip in de steden en dorpen om te overwinteren. 

Daar kwam verandering in met de sociale wetten die rond 1900 ingevoerd werden. Kinderarbeid in fabrieken werd verboden en ruim tien jaren later, in 1905, ook de kinderarbeid buiten de fabrieken. Dan ging het dus om het meehelpen bij het werk op het land, werk rond de boerderij, helpen in de winkel en helpen aan boord van het schip van je ouders. Vijf jaren eerder was reeds de leerplicht ingevoerd. De kinderen moesten verplicht 6 jaren naar school om te leren lezen, schrijven, rekenen. Ook de zaakvakken komen aan bod en volgens de Lageronderwijswet van 1920 werden kinderen opgevoed tot ‘alle christelijke en maatschappelijke deugden’. In de grote steden was de leerplicht niet los te zien van het verbod om kinderen te laten werken. Hoe moesten die groepen kinderen nu de tijd doorkomen? Door te zwerven over straat? De leerplichtwet uit 1900 was een oplossing.

Aan boord bij de schippers werd daar heel anders over gedacht. Daar werden zowel de leerplicht als het verbod op kinderarbeid beschouwd als overbodig en niet realiseerbaar bij kinderen die meevaren aan boord. Mooie wetgeving, maar niet te verenigen met de leef- en werkomstandigheden op een vrachtschip.

Werken en leven aan boord met kinderen. (Foto: Marshall, 1906. In: Three Vagabonds in Friesland)
Werken en leven aan boord met kinderen. (Foto: Marshall, 1906. In: Three Vagabonds in Friesland)

Ontheffing Leerplichtwet voor schipperskinderen

Voor het probleem van de schippersfamilies had de overheid niet zomaar een oplossing. Besloten werd te gedogen dat de schipperskinderen nog niet altijd naar school gaan. De schippers zijn voor de lokale overheid ook een ongrijpbaar volkje, altijd onderweg, dus niet te controleren. Opvallend echter is, dat ook de belangenorganisaties van de schippers het niet nodig vonden om schipperskinderen naar school te sturen. Twintig jaar na het ingaan van de Leerplichtwet, werd er in schipperskringen nog steeds serieus gediscussieerd over de vraag of leerplicht voor schipperskinderen wel nodig is.
De overheid trad pas op in 1927. Met de Leerplichtwet van dat jaar werden ook schipperskinderen leerplichtig, maar wel pas vanaf hun achtste jaar. De kinderen moesten vervolgens (o.m. in schippersinternaten) iedere dag drie dagdelen les krijgen om zich de leerstof van zes leerjaren in vier leerjaren eigen te maken. Of ze gingen in havenplaatsen naar een school die een schippersklas had en vervolgens in iedere volgende haven naar een andere school. Onder schippers bleef de discussie over de leerplicht bestaan. Velen waren van mening dat schipperskinderen toe konden met een kleiner aantal leerjaren dan de kinderen van de wal. Voor de schippers was er aan boord geen scheiding tussen werk en leven en dat gold voor het hele gezin. Leren deed je al doende, in de praktijk, je leven lang. Verplicht enige jaren naar school was dan geen vanzelfsprekendheid.

Leren in de praktijk, al varende. (Foto: 1957)
Leren in de praktijk, al varende. (Foto: 1957)

Volledige leerplicht vanaf 1969

Het duurde tot de aanpassing van de Leerplichtwet 1969 voordat ook voor schipperskinderen de leerplicht volledig ging gelden net als voor ieder ander kind. Ondertussen was de maatschappelijke werkelijkheid sterk veranderd. Waar de schippers lange tijd onafhankelijke, redelijk succesvolle, middenstanders waren die handel dreven door over het water lading te vervoeren, waren ze vooral na de laatste wereldoorlog maatschappelijk ongemerkt achterop geraakt. De maatschappij veranderde snel, maar de schippers maakten het niet mee. Tenslotte keerde de wal het schip. Aan boord werd het gebruik van technologische apparatuur noodzakelijk en ook verplicht gesteld. Dat stelde nieuwe eisen aan de kennis en kunde van de schipper. Niet alle schippers voeren meer op een eigen schip, maar in dienst van een rederij. Schippersfamilies kozen in die situatie voor een woning aan de wal, zodat de kinderen gewoon naar school konden. De auto van de schipper ging mee aan boord, zodat hij na enige tijd door een collega afgelost kon worden en naar huis kon rijden. En zoals overal bij familiebedrijven, was het voor de kinderen niet langer vanzelfsprekend het bedrijf van de ouders over te nemen. Dankzij hoge opleidingen hebben ze nu een vrije keuze.

Terugkijkend bijzonder

De afgelopen 150 jaren binnenvaartgeschiedenis van Nederland zijn natuurlijk wel bijzonder en dat is heel recent ook internationaal erkend. De geschiedenis van de Nederlandse binnenvaart is deze maand door de Unesco erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed.


Terug naar vorige pagina