Tsjeardbaes

Tsjeardbaes Niet actief

Dit schip heeft een plaquette van de SSRP aan boord van een eerdere inschrijving, maar staat nu "geregistreerd" in Categorie X in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'. Schip en eigenaar zijn op dit moment NIET "actief" aangesloten bij de SSRP als Behoudsorganisatie. De huidige eigenaar is (nog) niet in onze administratie opgenomen. Deelname aan Evenementen waarbij de eis wordt gesteld, dat het schip en de eigenaar zijn aangesloten bij dezelfde Behoudsorganisatie als onderdeel van de FVEN, is vanuit de SSRP daarom NIET mogelijk.

Dit betekent dat het schip nog onderdeel is van de Aanmeldingsprocedure (her-inschrijving) of, en dat geldt voor de meeste schepen, de eigenaar heeft het schip niet her-aangemeld en betaalt dus ook geen jaarlijkse bijdrage aan de SSRP voor Inschrijving in het Stamboek. Eventueel vermelde gegevens van schip en oud-eigenaren dateren meestal uit de periode van eerdere 'actieve' Inschrijvingen en zijn waarschijnlijk niet volledig en mogelijk niet correct. Voor dit schip kan, omdat het niet aantoonbaar voldoet aan de Criteria van de SSRP, geen Meetbrief door de KNWV worden afgegeven.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Heeft u informatie over dit schip of bent u eigenaar en wilt u het graag weer 'activeren'? Laat het ons weten!

Dr. Ir. J. Vermeer vermeldt in zijn standaardwerk 'De Boeier' het volgende:
Nadat in september 1944 in het oorlogsgeweld bij Arnhem het Friese jacht 'Argo' verloren was gegaan, ging haar eigenaar, de heer A. Schermer, in 1947 op speurtocht naar een ander dergelijk jacht. Na lang zoeken vond hij bij Van Dam in Aalsmeer het jacht "Bestevaer", dat hij geschikt achtte om, zoals hij gewoon was, ermee solo op de Rijn te zeilen, Het jacht verkeerde toen al in slechte staat. Nadat het enigszins opgekalefaterd was besloot de eigenaar echter in 1953 bij de bouwer een nieuwe romp te laten maken, De 'Bestevaer' was namelijk in 1905 op de werf van Lantinga in IJlst gebouwd. De oude Feike Lantinga had er nog wel aardigheid in de opdracht aan te nemen.

Nadat Schermer met zijn oude schip nog had deelgenomen aan de eerste reünie van ronde jachten in Grouw, bracht hij het naar IJlst, waar het werd onttakeld. In 1954 werd de nieuwe "Bestevaer" met gebruikmaking van nog goed bruikbare onderdelen van het oude jacht, zoals de zwaarden, het roer, de mast, de giek, het staand en lopend want en al het ijzerwerk te water gelaten. Van de oude Bestevaer" bleef dus alleen de romp over!
De historie van de romp van onze "Bestevaer" in de eerste jaren na 1954 is niet erg doorzichtig. De heer E.W. Groeneveld te Diepenveen heeft het schip in 1963 tot boeier heeft laten ombouwen op de werf van Tjeerd van der Meulen in Sneek, die kort tevoren zijn bedrijf van Joure naar de vroegere scheepswerf De Tijdgeest aan de Woudvaart in Sneek had overgebracht.

In het Overzicht van in het Stamboek ingeschreven jachten, die nooit een plaquette hebben gekregen staat het volgende:
57. Fries jacht 'Luts', 5,40m, F. Lantinga, IJlst 1938, Eikenhout, eig. D. Rinsema, Meppel, '54-'57; gebr. Kuipers, Hasselt, '59 – ‘60; W. Loeken, Hasselt, '61, dan weg uit schepenlijsten.
98. Boeier 'Lutske', 5,40„ eikenhout, F. Lantinga, Lust, 1938, eig. E.W. Groeneveld, Diepenveen '63-'64.
In 1963 heeft oud-eigenaar E.W. Groeneveld de restanten van de oude 'Bestevaer' tot boeier laten ombouwen op de werf van Tjeerd van der Meulen in Sneek. Vandaar ook de naam 'Tsjeardbaes'. Deze boeier heeft later plaquettenummer 412 gekregen.

Eigenschappen

Plaquette nummer:412 Zeil nummer: RD102
Categorie:X Tekening nummer:
Type:Boeier

Bouw

Bouwjaar:1905 Ontwerper:L. Lantinga
Werf:L. Lantinga Werf plaats:IJlst
Motor: Motor type:
Materiaal romp:Eikenhout Materiaal kajuit:Eikenhout
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:6,08 m Breedte berghout:2,34 m
Diepgang:0,40 m Masthoogte water:7,50 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

onbekend – 1933 C.J. Schuurman, Rotterdam ( Johanna)
1933 – onbekend T.A.J. Olthoff, Rotterdam ( Bestevaer)
1947 – 1954 A. Schermer, Arnhem ( Bestevaer)
1954 – 1954 R. Vlieger, IJlst ( Bestevaer)
1954 – 1958 D. Rinsema, Meppel ( Luts)
1958 – 1961 J.J. Kuiper, Hasselt ( Lutke)
1961 – 1962 W. Loeken, Hasselt ( Lutke)
1963 – 1982 E.W. Groeneveld, Diepenveen ( Tsjeardbaes)
1982 – 1984 J.W. van der Flier, Loosdrecht ( Tsjeardbaes)
1984 – 1986 G.J. Terpstra, Naarden ( Tsjeardbaes)
2000 – 2012 W. Wanders, Oosterzee ( Tsjeardbaes)
onbekend – 2014 P. Monsma ( Tsjeardbaes)
2014 – onbekend A.F. Jongschaap, Drachten ( Tsjeardbaes)

Geschiedenis

1952

december 1952

december 1952: Waterkampioen december 1952: Een lezer, die eigenaar is van het open Friese jacht „Bestevaer", zoekt gegevens van dit scheepje

1966

1966

1966: Waterkampioen 1966: Zaterdag 14 mei 1966 werd in Drachten de boeier 'Frisia' te water gelaten

Zaterdag 14 mei 1966 werd in Drachten een boeier te water gelaten, die waarschijnlijk de kleinste boeier is die ooit in staal werd gebouwd. Aan de bouw van het stalen casco, dat omstreeks 1962 te Hasselt (Ov.) klaar kwam, en de tewaterlating in 1966 te Drachten is een hele geschiedenis verbonden.
Omstreeks 1956 kocht de oud schipper J.J.Kuiper het oude houten Friese jacht “Lutske” (ex. Bestevaer), waarvan werd verondersteld dat dit scheepje in 1905 door scheepsbouwer Lantinga te IJlst was gebouwd. Een van de vorige eigenaren, de heer Schermer te Arnhem, van de Bestevaer had al eerder door de inmiddels 72 jaar geworden Lantinga een nieuw Fries jachtje laten bouwen overeenkomstig het oorspronkelijke model. De oude Bestevaer kwam bij hem voor de wal te liggen. Lantinga nam een duik in het vooronder en verklaarde dit Friese jachtje niet te hebben gebouwd. Een publicatie hierover verscheen in de Waterkampioen, jaargang 1953, pagina 595.
De oude 'Bestevaer' werd door diverse latere eigenaren weer wat opgekalefaterd en belandde na veel omzwervingen onder de naam "Lutske" in de kop van Overijssel en zo werd de heer Kuiper te Hasselt eigenaar. De nieuwe eigenaar kwam voor de keus te staan het jachtje een grondige restauratie te laten ondergaan of het in staal na te bouwen. Daar zijn zoon, van beroep monteur, al eerder bewezen had, al eerder bewezen had een verdienstelijk plaatwerker en lasser te zijn, werd door vader en zoon besloten het jachtje na te bouwen en het daarbij tevens van een kajuit te voorzien, waardoor een mooi boeiertje kon ontstaan. De oude Bestevaer stond voor de tweede maal model.

L. Kamminga

1997

1997

1997: De boeier 'Tsjeardbaes' in het boek "De Boeier" van Dr. Ir. J. Vermeer

Vooroorlogse geschiedenis

Betreffende de vooroorlogse geschiedenis van dit schip kan men slechts speculeren. Waarschijnlijk hebben in die dagen in Holland verschillende Friese jachten (of 'tjotters', zoals ze daar werden genoemd) met de naam "Bestevaer" bestaan. Ook heden bestaat nog - naast de nieuwe "Bestevaer" die in 1954 van stapel liep - een Fries jacht met dezelfde naam, dat ook op de werf van Lantinga is gebouwd, en wel in 1912; dit jacht draagt deze naam sinds in 1930 T.H. van Marle te 's-Gravenhage eigenaar werd. Verder bevatten de jaargangen 1935 en 1936 van "De Waterkampioen" verslagen van de Hillegersbergsche Zeil week waarin in de klasse 'tjotters' een schip met de naam "Bestevaer", eigenaar T.A.J. Olthoff voorkomt. Dit kan niet de "Bestevaer" van Van Marle zijn, want in 1933 meldt "De Waterkampioen " in de rubriek De Uitkijk: De tjotter 'Johanna' werd door den heer Schuurman te Rotterdam verkocht aan den heer T.A.J. Olthoff aldaar, die den naam veranderde in "Bestevaer". Waar de "Bestevaer" van Van Marle heden nog bestaat, is deze "Bestevaer" van Olthoff mogelijk het schip dat Schermer in 1947 bij Van Dam kocht. Dit blijft echter een speculatie. Het blad "De Waterkampioen" van 1927 bevat een (niet reproduceerbare) foto van de 'tjotter' "Johanna", zonder vermelding van de naam van de eigenaar.

Na 1954

De historie van onze "Bestevaer" in de eerste jaren na 1954 is niet erg doorzichtig. De heer E.W. Groeneveld te Diepenveen, die het schip in 1963 tot boeier heeft laten ombouwen op de werf van Tjeerd van der Melden, noemt in een brief aan H.G. van Slooten als achtereenvolgende eigenaren: R. Vlieger te IJlst (deze nam de romp over van Feike Lantinga en maakte hem weer vaarklaar) en D. Rinsema, apotheker te Meppel. Onder de naam "Luts" komt het jacht in 1956 op diens naam voor in de eerste schepenlijst van de pas bestaande Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. In 1958 werd de "Luts" eigendom van J.J. Kuiper, oud-schipper en eigenaar van een steenbrekerij te Hasselt. Hij en zijn zoon W. Kuiper, die als plaatwerker en lasser meer vertrouwd was met ijzer en staal dan met hout, ambieerden de romp na te bouwen, maar nu in staal. Opnieuw diende de oude houten romp dus tot voorbeeld voor een nieuw te bouwen schip; dit werd uiteindelijk de kleine boeier "Frisia" en opnieuw ging de oude romp niet verloren. In 1962 vond de heer Groeneveld de romp op de werf van Admiraal in Hasselt, open in weer en wind en in zeer slechte staat; er was van hechthout een roef op getimmerd. De eigenaar was W. Loeken te Hasselt.

1962

Van deze Loeken kocht Groeneveld in 1962 de romp. Hij bracht hem naar Tjeerd van der Meulen, die kort tevoren zijn bedrijf van Joure naar de vroegere scheepswerf De Tijdgeest aan de Woudvaart in Sneek had overgebracht, en gaf opdracht er een boeiertje van te maken. Om iets meer comfort te hebben werd de romp ongeveer 60 cm verlengd, wat bij de relatief grote breedte verantwoord leek. Tijdens de restauratie werd een inhout aangetroffen waarin het jaartal 1905 was gebrand. (Dit jaartal was dus al aan de heer Schermer bekend!) Op 30 mei 1964 liep het herboren schip als boeier te water en werd onder veel belangstelling herdoopt met de naam "Tsjeardbaes". In het blad "De Waterkampioen" verscheen hiervan een bericht met foto. Tot zijn overlijden in 1981 bleef de "Tsjeardbaes" in het bezit van de heer Groeneveld. Hij was vanaf de oprichting een trouwe bezoeker van de Regionale Reünie in Heeg. Na 1981 kwam de boeier eerst in handen van J.W. van der Flier te Loosdrecht. Drie jaar later was hij korte tijd eigendom van G.J. Terpstra te Naarden die hem in 1986 al weer van de hand deed. Daarna is de eigendom enigszins onduidelijk. In 2000 is hij in het bezit van W. Wanders te Oosterzee.
Voor het opstellen van de eigenarenlijst zijn we uitgegaan van het gegeven dat de 'tjotter' van Olthoff inderdaad identiek is met het huidige (verbouwde) schip.

Technische gegevens

Hoofdafmetingen

  • Lengte over de stevens    6,08 m (oorspronkelijk ± 5,50 m)
  • Grootste breedte over de berghouten 2,45 m
  • Holte op het grootspant    1,02 m
  • Diepgang    0,40 m
  • Zeiloppervlak: grootzeil + fok    28,0 m2

Bijzonderheden

  • geen kielbalk
  • plat vlak
  • vlaktilling 0°
  • hoekige kimmen
  • zandstrook + verloren gang
  • 5 doorlopende gangen boven de kimmen
  • snijwerk op kajuitrand en hennebalk
  • roerkop bekroond met vergulde leeuw

Opmerking

De mededeling van de heer Schermer betreffende bouwer en bouwjaar vonden alleen wat het laatste betreft bevestiging in het brandmerk op het oude inhout. In de bewaard gebleven werfboeken van de Lantinga-werf is dit schip niet terug te vinden; deze zijn echter niet volledig. Ook Tjeerd van der Meulen, die het schip restaureerde, heeft de toeschrijving aan Lantinga niet bestreden. De bouwwijze is zeker in overeenstemming met de werkwijze van de Lantinga's.
 

2011

9 augustus 2011

9 augustus 2011: Informatie van Michiel Groeneveld zoon van oud-eigenaar E.W. Groeneveld

Mijn vader, de heer E.W.Groeneveld heeft de boot als Fries jacht onder de naam 'Lutske' medio 1963/64 in IJlst gekocht. Tjeerd v/d Meulen heeft het jacht gerestaureerd cq. vernieuwd, verlengd en voorzien van een kajuit en de boot is onder de naam 'Tjeardbaes' in 1965 te water gelaten. We hebben de boot in 1982 verkocht.

Foto 'Bestevaer' voor de werf in Sneek na verbouwing tot boeier in 1963
Foto 'Bestevaer' voor de werf in Sneek na verbouwing tot boeier in 1963

2014

januari 2014

januari 2014: Advertentie op Markplaats

In 2014 verscheen er op Marktplaats.nl de volgende advertentie:
Deze unieke Boeier is jarenlang verborgen geweest en komt nu op de markt. De naam is "Tsjeardbaes" en is gebouwd in 1905 op de werf van Lantinga. In de jaren 50 is de romp verieuwd en in de jaren 60 (1962) is er een kajuit op gebouwd en geheel gerestaureerd. Het jacht is in prima conditie maar heeft een grondige opknapbeurt nodig. Het hout is hard, de romp in goede conditie. De boot heeft een aantal jaren in een keurig boothuis gelegen net boven het water.

oktober 2014

oktober 2014: 'Tsjeardbaes' verkocht en wordt weer terug gerestaureerd naar Fries jacht

In Oktober 2014 kregen we het bericht dat de boeier 'Tsjeardbaes' een nieuwe eigenaar heeft. Deze heeft het plan opgevat om de boeier in een jaar of 3 weer terug te restaureren naar haar oorspronkelijke vorm Fries jacht.

Foto's van Gerard ten Cate, oud eigenaar van het 'nieuwe' Fries jacht 'Bestevaer' (1954)

Gerard vertelt: Tijdens mijn speurtocht naar de geschiedenis van toen mijn Friese jacht 'Bestevaer', ben ik er naar op zoek geweest. Ik wilde kijken of ik gelijkenis kon vinden tussen beide scheepjes. Zoals bekend was dit de eerdere boot van de heer Schermer uit Arnhem. In de jaren na de oorlog wilde hij het scheepje laten restaureren. Lantinga uit IJlst was als enige bereid “iets” te doen. Hij was bereid alle losse onderdelen te gebruiken voor een nieuw te bouwen Fries jacht. Dit is de 'Bestevaer' uit 1953 geworden. Het overgebleven wrak is verkocht en uiteindelijk verlengd als boeier opnieuw in de vaart gekomen. Dit werd de 'Tsjeardbaes'. Tijdens een reünie in Heeg heb ik haar wel eens gezien. Of ze er deelnam weet ik niet meer. Haar geschiedenis staat summier vermeld in het boek van de heer Vermeer (zie boven).

Vorig jaar kreeg ik een aantal foto’s toegemaild, waarvan de oorsprong beperkt duidelijk was. Duidelijk was dat het scheepje op de foto’s afkomstig was van Lantinga. Ik herkende losse onderdelen van “mijn” Bestevaer. Met de informatie die we hadden kwamen we (Robin van Son, Alexander de Vos en ondergetekende) tot de conclusie dat dit het scheepje moest zijn dat de heer Schermer bij Lantinga had ingeruild in 1953.

Aanvulling van Gerard

Zoals bekend is de 'Tsjeardbaes' een scheepje, dat eerst 'Bestevaer' heeft geheten en waarvan in 1953 alle losse en bruikbare onderdelen afgehaald zijn om gebruikt te gaan worden voor de 'Bestevaer' die Lantinga in IJlst in 1953 heeft gebouwd. Zelf ben ik hiervan 1986 tot 2007 eigenaar geweest. Er is een beschrijving bekend hoe de ontmanteling van de ene 'Bestevaer' de andere 'Bestevaer' heeft opgeleverd. Een en ander is opgetekend door de heer Schermer uit Arnhem, voormalig eigenaar van beide scheepjes. 
 
“ In de maand september 1944 ging het Friesche jacht “Argo”, gebouwd in de Joure op de werf van vd. Zee, tengevolge van oorlogshandelingen ten onder. In mei 1947 vond ik na lang zoeken in Aalsmeer bij v.Dam de “Bestevaer”, welke toen reeds in slechten toestand verkeerde. Maar omdat slechts een rondbodem mij kon bekoren, en het scheepje zóódanig van grootte moest zijn, dat het door mij op de Rijn alléén gevaren kon worden, werd dit scheepje zover opgekalefaterd, dat het bleef drijven. In 1953 evenwel, besloot ik bij den bouwer van dit jacht, een nieuwe romp te laten bouwen. De “Bestevaer” I was nl. in 1905 op de werf van F. Lantinga te IJlst gebouwd en de bouwer, die nu 72 jaar oud was en er nog wel “aardigheid”  in had, nam de opdracht aan.
De oude “Bestevaer” I zal onttakeld worden en alles wat van dit scheepje nog goed bruikbaar is, zoals de zwaarden (die nog in goeden toestand zijn, daar die in de loop der jaren reeds vernieuwd waren) alsmede het roer, de mast, giek, staand en loopend want en al het ijzerwerk, zal gebruikt gebruikt worden voor de nieuwe “Bestevaer” II. In zeilerskringen is veel belangstelling voor dit geval, omdat dit soort scheepjes uitsterft. Wat jammer is, want het zijn robuste vikingers, die tegen een stootje kunnen en “echt-Hollandsche” scheepjes, waar wat “aan te doen is” en waar men zijn liefde voor het schip ten volle kan uitleven.
Omdat de “Bestevaer” II mij zeer waarschijnlijk wel zal overleven (waarom zou het geen 100 of meer jaren kunnen worden) besloot ik dit album aan te leggen, opdat latere eigenaars de lotgevallen van de “Bestevaer” II zullen kennen. Enkele couranten maakten melding van dezen bouw, en zelfs het scheepvaartmuseum te Sneek, stelde een handgesneden “Leeuwtje” voor op het roer beschikbaar, waarvoor ik den directeur dhr. Halbertsma, zeer erkentelijk ben.
De oude “Bestevaer” I was een prima zeiler en met een stijven windwas hij niet te slaan. Moge de nu in aanbouw zijnde “Bestevaer” II zo vlot van lijn worden als zijn voorganger. Het schip wordt zonder teekening “zo maar op het oog” gebouwd, rekening houdende met het beschikbare 22mm eikenhout dat er aan verwerkt wordt. Er komen slechts een zaag, hamer en dissel aan te pas en alles met de hand. Een kranige prestatie voor den bouwer!"


Arnhem, Kerstmis 1953 A.Schermer

2018

13 januari 2018

13 januari 2018: Edwood in Garyp: Boeier wordt (weer) Fries jacht. Daarbij wordt ook de verlenging er weer uitgehaald.

Boeier 'Tsjeardbaes' wordt terug gerestaureerd naar Fries Jacht

Op de Jachtwerf en meubelmakerij Edwood in Garijp wordt de boeier 'Tsjeardbaes' weer teruggebracht naar het Fries jacht, zoals het door Lantinga in 1905 is gebouwd. Ook de verlenging, uitgevoerd door Van der Meulen in Sneek in 1963, wordt weer teniet gedaan.

Foto's P. Tolsma
Foto's P. Tolsma

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht